Gemeenteblad van Apeldoorn
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Apeldoorn | Gemeenteblad 2016, 10101 | Verordeningen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
---|---|---|---|
Apeldoorn | Gemeenteblad 2016, 10101 | Verordeningen |
Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Apeldoorn 2015
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Apeldoorn;
gelet op de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, het Uitvoeringsbesluit Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Apeldoorn 2015;
vast te stellen het Besluit maatschappelijke ondersteuning gemeente Apeldoorn 2015.
Artikel 1.1. Begripsbepalingen
In dit hoofdstuk zijn de begripsbepalingen opgenomen die aanvullend zijn op de begripsbepalingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, Het Uitvoeringsbesluit Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Apeldoorn 2015.
aanschafprijs: de prijs waarvoor een voorziening wordt ingekocht door het college.
afschrijvingstermijn: de periode waarover een voorziening economisch wordt afgeschreven.
bezoekbare woning: een woning die toegankelijk is en woonkamer bereikbaar en toilet bruikbaar zijn.
CAK: Centraal Administratie Kantoor.
hoofdverblijf: de plaats waar een persoon feitelijk de meeste nachten per jaar doorbrengt.
instandhoudingskosten: kosten van een mogelijk krachtens de wet te verlenen voorziening voor onderhoud, keuring en reparatie van deze voorziening.
Nibud: het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting.
periode: een vierwekelijkse termijn die gehanteerd wordt door het CAK bij de inning van de eigen bijdrage. Een jaar kent 13 perioden.
raamovereenkomst: raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen Wmo 2015 en de raamovereenkomst maatwerkvoorzieningen maatschappelijke opvang en beschermd wonen GGZ 2015.
roerende voorziening: voorzieningen die uit hun aard zichzelf kunnen verplaatsen dan wel verplaatst kunnen worden en niet duurzaam met de grond zijn verbonden.
subsidieregeling: subsidieregeling algemene voorzieningen Wmo 2015.
Uitvoeringsbesluit: Besluit van 27 oktober 2014, houdende regels ter uitvoering van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Uitvoeringsbesluit maatschappelijke ondersteuning 2015).
UWV:Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen.
verordening: Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Apeldoorn 2015.
HOOFDSTUK 2. TEGEMOETKOMING MEERKOSTEN
Ongeacht de hoogte van het inkomen kan het college ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en de participatie op aanvraag een tegemoetkoming in de kosten verstrekken aan cliënten die als gevolg van een beperking of chronische psychische of psychosociale problemen die daarmee verband houden aannemelijke meerkosten hebben.
HOOFDSTUK 3. BIJDRAGE VOOR MAATWERKVOORZIENING OF PGB
Artikel 3.1. Bijdrage voor maatwerkvoorziening of pgb
De bijdrage is niet verschuldigd:
indien het college, na advies van een instelling voor algemeen maatschappelijk werk, de Raad voor de Kinderbescherming of het AMHK, van oordeel is dat de verschuldigdheid van de bijdrage kan leiden tot mishandeling, verwaarlozing of ernstige schade voor de opvoeding en ontwikkeling van een minderjarige door de ouder, bedoeld in artikel 1.1 van de Jeugdwet;
Artikel 4.2. Kostenposten bouwkundige of woontechnische woningaanpassing
De volgende kostenposten bouwkundige of woontechnische woningaanpassingen kunnen in de berekening van de kostprijs worden meegenomen:
Het architectenhonorarium tot ten hoogste 2% van de aanneemsom met dien verstande dat dit niet hoger is dan het maximale honorarium als bepaald in Standaard voorwaarden (SR) 1997 van de Bond van Nederlandse Architecten. Alleen in die gevallen dat het noodzakelijk is dat een architect voor de woningaanpassing moet worden ingeschakeld komen deze kosten voor compensatie in aanmerking.
De administratie- en begeleidingskosten die verhuurder maakt ten behoeve van het treffen van een woonvoorziening, voor zover de kosten onder 1 t/m 13 minder dan € 1.000,- bedragen, een vaste vergoeding van € 56,82, voor zover de kosten onder 1 t/m 13 gelijk zijn aan of meer dan € 1.000,- bedragen, een vaste vergoeding van € 113,64.
Artikel 4.4. Begrenzing woningaanpassing bij voorzienbare sloop of onbewoonbaarverklaring
Indien de aan te passen woonruimte binnen vijf jaar niet meer bewoond mag worden of gesloopt gaat worden mag de te verstrekken bouwkundige of woontechnische aanpassing niet meer kosten dan €1.000,00.
Artikel 4.5. Aanvang werkzaamheden en inzicht in de woning
Het college verleent slechts een voorziening tot woningaanpassing indien:
Artikel 4.6. Opstalverzekering
Bij het vergroten van de woning wordt verlangd dat de eigenaar van de woning zijn opstalverzekering aan de hogere herbouwwaarde van de woning aanpast.
Artikel 4.7. Gereedmelding van de woningaanpassing
De gereedmelding bedoeld in het eerste lid van dit artikel, gaat vergezeld van een gereedmeldingsformulier dat bij het treffen van de voorzieningen is voldaan aan de voorwaarden waaronder de aanpassing is verleend alsmede afschriften van alle rekeningen en, indien van toepassing, een afschrift van de aangepaste opstalverzekering.
Artikel 4.9. Bezoekbare woning
De voorziening tot woningaanpassing of het pgb voor het bezoekbaar maken van één woning wordt bepaald door het programma van eisen en de goedkoopst compenserende beschikbare aanpassing hiervoor.
Artikel 4.10. Roerende voorzieningen voor wonen
Bepalingen betreffende een tegemoetkoming in de kosten wonen
Artikel 4.11. Vergoeding meerkosten
Een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. wordt in ieder geval gehanteerd bij de verstrekking van:
Artikel 4.13. Tijdelijke huisvesting
Een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. voor tijdelijke huisvesting kan worden verleend voor de periode dat de aan te passen woonruimte ten gevolge van het realiseren van de woningaanpassing niet bewoond kan worden en de cliënt als gevolg daarvan voor noodzakelijke dubbele woonlasten komt te staan.
Een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. wordt in het geval van het eerste lid van dit artikel uitsluitend verleend indien de woning opnieuw verhuurd zal worden aan een belanghebbende met een beperking en wordt voor maximaal zes maanden verleend. De eerste maand is voor rekening van de verhuurder.
Artikel 4.15. Verwijderen woonvoorzieningen
Het college verleent slechts een voorziening voor het verwijderen van woonvoorzieningen indien:
Artikel 4.16. Verhuis- en inrichtingskosten
Een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. voor verhuis- en inrichtingskosten bedraagt de werkelijk te maken kosten met een maximum van € 2.500,00.
Artikel 4.17. Tegemoetkoming in de kosten vervanging vloerbedekking en raambedekking
De hoogte van een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. ter vervanging van vloer- en raambedekking wordt berekend aan de hand van de benodigde oppervlakte, de richtprijs voor vinyl van het Nibud en wat reeds is afgeschreven. De hoogte van een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. ter vervanging van een bankstel wordt berekend aan de hand van de richtprijs van het Nibud.
Voor vloer- en raambedekking en een bankstel ouder dan acht jaar wordt geen tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. verstrekt.
1.Er wordt geen tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. verstrekt voor woningsanering vanwege verhuizing.
Artikel 4.18. Tegemoetkoming in de kosten van vervangen keuken of badkamer
Keukens en badkamers worden over een periode van 20 jaar afgeschreven. Een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. wordt berekend over dat deel van de voorziening dat op moment van vervanging nog niet is afgeschreven. Voor keukens en badkamers ouder dan 20 jaar wordt geen tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. verstrekt.
Artikel 6.4. Vervoersvoorzieningen (hulpmiddelen)
Bepalingen betreffende een tegemoetkoming in de kosten in geval van vervoer
Artikel 6.5. Algemeen gebruikelijke vervoersvoorzieningen
Voor het bepalen van de hoogte van het algemeen gebruikelijke deel van voorzieningen in bijzondere uitvoering, worden de richtlijnen van het Nibud aangehouden. Waar het Nibud geen richtprijs heeft opgenomen, wordt een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. vastgesteld naar de prijs van de goedkoopst compenserende algemeen gebruikelijke voorziening.
Artikel 6.6. Gebruik van eigen auto of vervoer door derden voor lokale verplaatsingen
Een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. voor het gebruik van eigen auto of vervoer door derden, is afgeleid van het bedrag dat het UWV hanteert voor de kilometervergoeding eigen auto. Dit is een vergoeding van € 0,38 per kilometer (€ 0,48 per kilometer minus € 0,10 per kilometer voor algemeen gebruikelijke vervoerskosten).
Artikel 6.7. Gebruik van eigen auto of vervoer door derden voor bovenlokale verplaatsingen
Een tegemoetkoming in de kosten als bedoeld in artikel 2.1. voor gebruik van eigen auto of vervoer door derden voor bovenlokale verplaatsingen is afgeleid van het bedrag dat het UWV hanteert voor de kilometervergoeding eigen auto. Dit is een vergoeding van € 0,38 per kilometer (€ 0,48 per kilometer minus € 0,10 per kilometer voor algemeen gebruikelijke vervoerskosten).
Artikel 7.1. Rolstoel (hulpmiddelen)
Bepaling betreffende een tegemoetkoming in de kosten in geval van een sportrolstoel
HOOFDSTUK 9. OVERGANGSBEPALING
Artikel 9.1. Overgangsbepaling
In wettelijke procedures en rechtsgedingen tegen besluiten die op grond van het Besluit maatschappelijke ondersteuning 2014 en de daarbij behorende beleidsregels zijn opgenomen, dan wel op tegen deze besluiten in de stellen of ingestelde beroepen, blijven, zowel in eerste aanleg als in verdere instantie de regels van toepassing die golden voor de intrekking van dit Besluit en de daarbij behorende beleidsregels.
HOOFDSTUK 10. OVERIGE BEPALINGEN
In dit Besluit zijn normbedragen opgenomen. Hiervan kan beargumenteerd worden afgeweken door het college.
Artikel 10.2. Hardheidsclausule
In bijzondere omstandigheden kan het college ten gunste van de cliënt afwijken van de bepalingen in dit Besluit, indien toepassing van het Besluit leidt tot onbillijkheden van overwegende aard.
TOELICHTING OP HET BESLUIT MAATSCHAPPELIJKE ONDERSTEUNING GEMEENTE APELDOORN 2015
Het Besluit is bedoeld om bedragen in op te nemen. Dit is van belang omdat bedragen tenminste één maal per jaar gewijzigd worden doordat zij trendmatig worden aangepast. Het Besluit wordt vastgesteld door burgemeester en wethouders.
HOOFDSTUK 1. BEGRIPSBEPALINGEN
In dit hoofdstuk zijn de begripsbepalingen opgenomen die aanvullend zijn op de begripsbepalingen van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 en de Verordening maatschappelijke ondersteuning gemeente Apeldoorn 2015.
Wanneer een voorziening wordt verstrekt waarmee een algemeen gebruikelijke voorziening wordt vervangen of kan worden vervangen zal bij een tegemoetkoming in de kosten alleen vergoeding van aannemelijke meerkosten aan de orde zijn. Dit betekent dat het algemeen gebruikelijke deel niet vergoed zal worden. Het algemeen gebruikelijke deel zal door de cliënt zelf moeten worden bijgelegd.
Artikel 3.1. Bijdrage voor maatwerkvoorziening of pgb
Voor maatwerkvoorzieningen Wmo is het uitgangspunt dat een bijdrage wordt geheven. Stapeling van bijdragen wordt voorkomen door cliënten die een bijdrage betalen in het kader van de Wet langdurige zorg of cliënten die Zorg met Verblijf hebben uit te sluiten van bijdrage. Opvang is uitgesloten van bijdrage, met uitzondering van kortdurend verblijf in de vorm van deeltijd verblijf, logeeropvang en respijtopvang. Voor deze vormen van kortdurend verblijf wordt wel een eigen bijdrage geheven. Jeugdigen zijn vrijgesteld van bijdrage, met uitzondering van woningaanpassingen. Spoedopvang en crisisopvang zijn van tijdelijke aard en zijn uitgesloten van bijdrage.
Artikel 3.2. Omvang van de bijdrage
Apeldoorn hanteert de maximaal mogelijke bijdrage op grond van het Uitvoeringsbesluit.
Voor begeleiding, persoonlijke verzorging (uitgezonderd HH2), dagbesteding en kortdurend verblijf in de vorm van deeltijd verblijf, logeeropvang en respijtopvang worden normtarieven (14,20 euro) in plaats van daadwerkelijke kostprijzen als uitgangspunt voor berekening van bijdrage gehanteerd. Berekening van bijdrage voor budgethouders geschiedt op basis van het genoemde percentage (33%). De bijdrage mag op grond van het Uitvoeringsbesluit de (meer)kostprijs nimmer te boven gaan. Ook als de bijdrage de kostprijs naar verwachting benadert kan het in het belang van de cliënt zijn om de aanvraag door te zetten omdat de bijdrage meetelt voor cumulatie van bijdragen die door het CAK wordt bewaakt.
Artikel 3.3. Looptijd van de bijdrage
De hoogte van de eigen bijdrage voor woningaanpassingen wordt als volgt opgelegd:
Artikel 3.4. Beëindiging bijdrage
Bij beëindiging van een voorziening waarvoor een bijdrage wordt geïnd, wordt de inning hiervan beëindigd per eerstvolgende periode. In veel gevallen betekent dit dat er nog een bijdrage wordt betaald terwijl er geen voorziening meer is. Dit is een ongewenst, nadelig gevolg voor de cliënt. Om dit te voorkomen stopt de inning niet per eerstvolgende periode volgend op de beëindiging maar wordt de inning een periode eerder gestopt. We handelen hierdoor ten gunste van de cliënt; hij betaalt een aantal dagen tot maximaal vier weken geen bijdrage terwijl de voorziening nog niet is beëindigd.
Artikel 4.4. Begrenzing woningaanpassing bij voorzienbare sloop of onbewoonbaarverklaring
Dit artikel is opgenomen om kapitaalvernietiging te voorkomen.
Artikel 4.8. Terugbetaling kosten woningaanpassing
Deze artikelen geven het afschrijvingsschema aan volgens welk schema de kosten van aanpassingen bij verkoop van de woning binnen 20 jaar aan het college moet worden terugbetaald. Dit geldt alleen voor eigenaar-bewoners.
In de exploitatie van een woning wordt rekening gehouden met een bepaald percentage huurderving. Om deze reden is het te verantwoorden dat de eigenaar/verhuurder het normale risico van leegstand loopt. De eerste maand dat de woning leegstaat mag dit als normaal beschouwd worden. Het is daarentegen niet onredelijk dat de gemeente enigszins tegemoet komt in de extra risico's die een verhuurder loopt als gevolg van het feit dat er sprake van een aangepaste woning is.
Het vinden van een geschikte huurder voor een aangepaste woning zal in veel gevallen langer duren dan het vinden van een huurder van een niet aangepaste woning. Er wordt slechts huurderving toegekend indien de gemeente verwacht dat de woning binnen een termijn van zes maanden voor een belanghebbende herinzetbaar is.
Door de eigenaar van de woning een tegemoetkoming in de kosten van gederfde huurinkomsten te verlenen kan bevorderd worden dat de aangepaste woonruimte beschikbaar blijft voor personen met beperkingen. De duur van de tegemoetkoming kan afhankelijk gesteld worden van de situatie ter plaatse. Een algemene termijn die redelijk geacht kan worden is zes maanden. In bepaalde gevallen kan echter ook geconcludeerd worden dat een kortere periode ook redelijk is. Dit is afhankelijk van de situatie op de woningmarkt.
Reeds aangepaste woningen worden op deze manier voor de doelgroep langer beschikbaar gehouden.
Artikel 4.17. Tegemoetkoming in de kosten vervanging vloerbedekking en raambedekking
Bij deels afgeschreven materialen worden uitsluitend de meerkosten vergoed. Het wordt algemeen gebruikelijk geacht vloer- en raambedekking eens in de acht jaar te vervangen. De tegemoetkoming in de kosten is een meerkostenvergoeding voor het eerder dan voorzien te vervangen van vloerbedekking en gordijnen vanwege een medische dringende noodzakelijkheid. Dit kan zich voordoen bij dringend noodzakelijk geworden woningsanering en bij vervanging van vloerbedekking bij een eerste rolstoelgebruik c.q. als de cliënt voor het eerst structureel gebruik moet maken van een rolstoel binnenshuis en de aanwezige vloerbedekking niet rolstoelbestendig is.
De levensduur van een voorziening wordt vastgesteld aan de hand van de nota. Indien deze er niet is, wordt een inschatting gemaakt op grond van de verkregen gegevens van de cliënt en/of de woonduur op het adres op basis van de Gemeentelijke Basis Administratie. Bij verhuizing wordt geen voorziening toegekend omdat bij verhuizing de woning opnieuw moet worden ingericht en bij de aanschaf van materialen dan rekening gehouden kan worden met de ondervonden klachten. Bij een aanbouw kan wel een tegemoetkoming in de kosten voor woningsanering worden verstrekt.
Artikel 4.18. Tegemoetkoming in de kosten van vervangen keuken of badkamer
Keukens en badkamer worden in 20 jaar afgeschreven. Naar rato wordt voor het niet-afgeschreven deel een tegemoetkoming in de kosten verstrekt.
Artikel 6.1. Ritbijdrage en voorwaarden collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV)
De ritbijdrage is niet te beschouwen als een bijdrage in de zin van de Wmo 2015.
De prijs van € 0,60 is afgeleid van het OV-chipkaart tarief.
sociale indicatie: de rolstoelgebonden cliënt is niet in staat zich zelfstandig voort te bewegen (hoepelen/trippelen) op de plaats van bestemming De cliënt is afhankelijk van een begeleider die hem/haar duwt. Een sociale indicatie kan eveneens worden gegeven aan een blinde cliënt die gedesoriënteerd is in ruimte en dit niet kan compenseren, al dan niet met gebruik van voorliggende voorzieningen en/of hulpmiddelen (hulphond, blindenstok etc.).
medische indicatie: op medische gronden is tijdens het reizen hulp of begeleiding nodig.
Artikel 6.3. Kilometerbudget ten behoeve van de (rolstoel)taxi
De hoogte van het km-budget is gebaseerd op maximaal 1.500 kilometer, met een bandbreedte tot 2.000 km. Opplussen naar 2.000 kilometer, het maximum van de door de Centrale Raad van Beroep uitgesproken bandbreedte, is afhankelijk van de effectieve sociale vervoersbehoefte en de mate waarin men de beschikking heeft over andere Wmo-vervoersvoorzieningen zoals een scootmobiel of een aangepaste fiets.
Artikel 6.6. Gebruik van eigen auto of vervoer door derden voor lokale verplaatsingen
Artikel 6.6. legt een aantal normbedragen vast voor een tegemoetkoming in de kosten voor gebruik van (eigen) auto of vervoer door derden. Deze bedragen zijn afgeleid van de gehanteerde vergoedingen door het UWV. De hoogte van de tegemoetkoming en het km-budget is gebaseerd op maximaal 1.500 kilometer, met een bandbreedte tot 2.000 km. Opplussen naar 2.000 kilometer, het maximum van de door de Centrale Raad van Beroep uitgesproken bandbreedte, is afhankelijk van de effectieve sociale vervoersbehoefte en de mate waarin men het in de beschikking heeft over andere Wmo-vervoersvoorzieningen zoals een scootmobiel of een aangepaste fiets.
Artikel 6.7. Gebruik van eigen auto of vervoer door derden voor bovenlokale verplaatsingen
In eerste instantie wordt er van uitgegaan dat het sociale verkeer plaatsvindt in de directe woon- en leefomgeving. Een tegemoetkoming in de kosten voor vervoer wordt verstrekt omdat de cliënt geen gebruik kan maken van het collectief vraagafhankelijk vervoer. Valys wordt beschouwd als een voorliggende vervoersvoorziening die verstrekt wordt vanuit het Rijk. Valys voorziet in het algemeen in de bovenlokale vervoersbehoefte. Uitsluitend bij dreigende vereenzaming en wanneer Valys of het CVV buiten de gemeentegrenzen geen oplossing biedt, kan tegemoet worden gekomen aan een bovenlokale vervoersbehoefte van een klant. Bijvoorbeeld in geval van weekendvervoer naar de ouders van een in een instelling verblijvend gehandicapt kind. Ook dan kan het km-budget of een financiële tegemoetkoming per kilometer worden verstrekt.
Een andere uitzondering die gemaakt zou kunnen worden is het vergoeden van noodzakelijk bovenlokaal medisch vervoer, indien hiervoor geen voorliggende regelingen zijn en de behandeling niet lokaal kan plaatsvinden.
Wanneer gebruik van CVV mogelijk is, maar cliënt geeft de voorkeur aan het gebruik van de eigen aan te passen auto, kan eventueel een tegemoetkoming in de kosten worden verstrekt voor het aanpassen van de eigen auto. Gebruik van het CVV wordt dan afgekocht (voor maximaal vijf jaar). De maximale vergoeding hiervoor is gebaseerd op het gemiddeld gebruik van een actieve CVV-reiziger en bedraagt € 2.200,00 voor vijf jaar (€ 36,66 per maand). Zijn de kosten van de autoaanpassing lager, dan wordt de tegemoetkoming naar rato aangepast. De tegemoetkoming kan uitsluitend besteed worden aan noodzakelijke aanpassingen en niet voor de aanschaf van een reeds aangepaste auto.
De sportrolstoel is een voorziening die meegenomen is vanuit de Wvg. De sportrolstoel is een bovenwettelijke voorziening, destijds in de Wvg opgenomen naar aanleiding van een verzoek van de Tweede Kamer. De sportrolstoel wordt verstrekt als een tegemoetkoming in de kosten voor de duur van drie jaar. Deze tegemoetkoming voor een sportrolstoel hoeft niet kostendekkend te zijn.
De sportvoorziening kan niet eerder dan na drie jaar van de voorgaande verstrekking worden toegekend. Bij een vervolgaanvraag na drie jaar wordt de technische staat van het middel herbeoordeeld. Komt de voorziening door de keuring, dan worden de onderhoudskosten voor een nieuwe periode, gecontinueerd.
Het college heeft besloten naast een tegemoetkoming in de kosten voor een door spierkracht voortgedreven sportrolstoel tevens een tegemoetkoming in de kosten voor een elektrisch voortgedreven sportrolstoel op te nemen. Ingeval een cliënt een sport als rolstoelhockey wenst te beoefenen is het bedrag als genoemd in dit artikel meer toereikend.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2016-10101.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.