Verordening Noodfonds Armoedebeleid gemeente Woensdrecht

De raad van de gemeente Woensdrecht, in vergadering bijeen op 30 juni 2016;

 

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 mei 2016;

 

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;

 

overwegende dat er behoefte is aan een noodfonds op basis waarvan in een acute en schrijnende financiële noodsituatie financiële ondersteuning verleend kan worden;

 

b e s l u i t :

 

vast de stellen de volgende “Verordening Noodfonds Armoedebeleid gemeente Woensdrecht”:

Artikel 1: Begripsomschrijving

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    College: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Woensdrecht.

  • b.

    Noodfonds: het Noodfonds Armoedebeleid van de gemeente Woensdrecht.

  • c.

    Aanvrager: een inwoner van de gemeente Woensdrecht, die als zodanig staat ingeschreven in de Basisregistratie Personen.

 

Artikel 2: Bevoegdheid

Het college van burgemeester en wethouders beheert het noodfonds.

 

Artikel 3: Doelstelling

Het noodfonds heeft tot doel inwoners van de gemeente Woensdrecht die in een acute en schrijnende financiële noodsituatie verkeren financiële ondersteuning te verlenen.

 

Artikel 4: Doelgroep

In aanmerking kunnen komen voor een bijdrage uit het noodfonds inwoners uit de gemeente Woensdrecht die:

  • a.

    minimaal zes maanden ingeschreven staan in de Basisregistratie Personen van Woensdrecht;

  • b.

    een zelfstandige woonruimte bewonen;

  • c.

    een inkomen hebben tot 150% van het sociaal minimum;

  • d.

    niet beschikken over een vermogen dat groter is dan de benodigde financiële bijdrage, waarbij eigen woningbezit wordt vrijgelaten;

  • e.

    zich in een aantoonbaar schrijnende en acute noodsituatie bevinden.

 

Artikel 5: Voorwaarden en criteria

  • 1.

    Een bijdrage uit het noodfonds welke dient tot leniging van noodsituaties kan uitsluitend worden verstrekt indien de schrijnende noodsituatie:

    • a.

      acuut is;

    • b.

      incidenteel is;

    • c.

      van beperkte omvang is;

    • d.

      niet door een andere voorziening kan worden opgelost;

    • e.

      oplosbaar is met een incidentele bijdrage.

  • 2.

    Beroep op het noodfonds is slechts mogelijk voor incidentele noden die het gevolg zijn van bijzondere omstandigheden van de persoon of het gezin; structurele aanvulling van een laag inkomen is uitgesloten.

  • 3.

    Het noodfonds voorziet niet in tegemoetkomingen indien de financiële situatie veroorzaakt is door verwijtbaar en/of onrechtmatig gedrag door de aanvrager.

  • 4.

    De hoogte van de noodbijdrage wordt afgestemd op de omstandigheden van het individuele geval.

  • 5.

    Per kalenderjaar kan een aanvrager in beginsel slechts éénmaal een beroep doen op het noodfonds.

 

Artikel 6: Procedure

  • 1.

    De aanvraag wordt ingediend bij het college van burgemeester en wethouders.

  • 2.

    De aanvraag wordt gedaan op een ter beschikking gesteld aanvraagformulier.

  • 3.

    Enkel volledig ingevulde, ondertekende aanvragen worden in behandeling genomen.

  • 4.

    Het college nodigt de aanvrager zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen één werkdag, uit voor een persoonlijk gesprek.

  • 5.

    De aanvragen worden in volgorde van binnenkomst beoordeeld.

  • 6.

    Binnen een termijn van vijf werkdagen na ontvangst wordt een besluit genomen.

  • 7.

    Het college kan het besluit intrekken indien ter verkrijging daarvan onjuiste dan wel onvolledige gegeven zijn verstrekt.

 

Artikel 7: Hoogte van het beschikbare budget

Het noodfonds wordt jaarlijks aangevuld tot € 15.000,--.

 

Artikel 8: Hoogte en vorm van bijdrage

  • 1.

    Steunverlening in het kader van het noodfonds vindt plaats, afhankelijk van de aard en omvang van de problematiek van de aanvrager volgens onderstaande rangorde:

    • a.

      renteloze lening;

    • b.

      bijdrage om niet.

  • 2.

    Het college kan in bijzondere situaties besluiten tot een andere vorm van uitbetaling, niet zijnde roerende zaken.

 

Artikel 9: Inhoud beschikking

  • 1.

    In de beschikking tot verlenen van een financiële bijdrage uit het noodfonds wordt aangegeven of het een renteloze lening of een bijdrage om niet betreft.

  • 2.

    Bij het verstrekken van een lening wordt in ieder geval vastgelegd:

    • a.

      de termijnen waarin het wordt terugbetaald;

    • b.

      de uiterlijke datum waarop het bedrag is terugbetaald.

  • 3.

    In alle gevallen wordt vermeld op welke wijze de financiële bijdrage wordt ingezet.

  • 4.

    Onderdeel van de beschikking is tevens het aangaan van de overeenkomst waarin de voorwaarden aan de renteloze lening c.q. bijdrage om niet worden vastgesteld.

 

Artikel 10: Evaluatie

Burgemeester en wethouders rapporteren jaarlijks aan de gemeenteraad over de uitvoering van deze verordening.

 

Artikel 11: Hardheidsclausule

In zeer uitzonderlijke gevallen kan het college van burgemeester en wethouders in de geest van deze regeling afwijken van het in de verordening gestelde.

 

Artikel 12: Citeertitel en inwerkingtreding

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als de “Verordening Noodfonds Armoedebeleid gemeente Woensdrecht”.

  • 2.

    Zij treedt in werking op de achtste dag na datum van publicatie.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van 30 juni 2016,

de raad voornoemd,

de griffier, de voorzitter, 

Naar boven