Vanaf 2016 is welzijn (Nieuw Rotterdams Welzijn (NRW) gebiedsgericht aanbesteed en dit valt binnen de herijking van welzijn. Dat geldt ook voor de lopende jaarlijkse welzijnssubsidies in 2015.
- •
of de activiteiten en/of inzet meegaan in de gebiedsgerichte aanbesteding;
- •
of zij stedelijk moeten worden ingekocht of gesubsidieerd (stedelijk welzijn); of
- •
of zij dermate specifiek zijn voor een gebied, dat zij behoren tot de 'couleur locale' en apart worden gesubsidieerd of ingekocht, los van de aanbestedingsprocedure NRW.
Zowel voor het stedelijk welzijn als de couleur locale is daarvoor een afwegingskader vastgesteld. Dit afwegingskader bevat een aantal vragen/criteria. Afhankelijk van de score wordt vastgesteld of de activiteit al dan niet tot het stedelijk welzijn of couleur locale gerekend kon worden.
Deze afwegingskaders maken onderdeel uit van twee beleidsregels:
- •
Beleidsregels stedelijk welzijn Rotterdam 2016;
- •
Beleidsregels welzijn couleur locale Rotterdam 2016.
Deze beleidsregels zijn niet alleen van toepassing op aanvragen voor jaarlijkse subsidies in de zin van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 (SvR 2014), maar ook op eenmalige subsidieaanvragen. Iedere aanvraag voor een subsidie die wordt ingediend en die betrekking heeft op 2016, wordt dus getoetst aan beide of (als dit volstaat) één van de beleidsregels. Daarna volgt een inhoudelijke beoordeling van de subsidieaanvraag, waarbij bijvoorbeeld ook de voor dit doel beschikbare financiële middelen, de kwaliteit van de subsidieaanvraag, de financiële haalbaarheid van de activiteit en het bestaande aanbod van welzijnsactiviteiten betrokken worden.
Het kan dus zo zijn, dat de conclusie is, dat er weliswaar sprake is van stedelijk welzijn of couleur locale, maar dat de activiteit op inhoudelijke of budgettaire gronden niet gesubsidieerd gaat worden.
Ook kan de conclusie worden getrokken dat subsidieverlening niet voor de hand ligt, maar dat er sprake is van een activiteit die (al dan niet na een aanbestedingsprocedure) moet worden ingekocht. De afweging daarvoor heeft zijn grondslag onder meer in de definitie van subsidie in de Algemene wet bestuursrecht.
Artikelsgewijze toelichting
Na de opheffing van de deelgemeenten in 2014, zijn in Rotterdam 14 gebieden benoemd, die nagenoeg dezelfde omvang hebben als de voormalige deelgemeenten. De 14 gebieden zijn opgenomen in artikel 2 van de Verordening op de gebiedscommissies 2014.
Nieuw Rotterdams Welzijn (NRW):
Het NRW richt zich op vrij toegankelijke, of met een zeer beperkte toegangstoets beschikbare, algemene voorzieningen in de stad.
Het vergroten van de samenredzaamheid van Rotterdammers draagt bij aan een sterke(re) civil society, met meer inzet van bewoners en vrijwilligers, meer steunnetwerken, meer bewonersinitiatieven en een toename van sociale cohesie.
Het vergroten van de zelfredzaamheid van Rotterdammers betekent dat bewoners zo lang mogelijk met inzet van hun directe omgeving en niet-geïndiceerde wijkvoorzieningen in hun eigen omgeving actief zijn en daar blijven wonen en zo laat mogelijk een beroep op geïndiceerde professionele zorg en jeugdhulp wordt gedaan. De inzet van welzijn is gericht op het ontlasten van mantelzorgers; de ondersteuning van vrijwilligers; het organiseren van en toeleiden naar gebruik van collectieve wijkvoorzieningen; langer thuis blijven wonen; inzet/scholing/training van Rotterdammers met een uitkering.
Als derde pijler richt het NRW zich op het creëren van een kansrijke, veilige buurt en opvoedomgeving.
Artikel 2 Stedelijk welzijn
De kadernotitie NRW is de basis voor de afweging: de taken/activiteiten die onder stedelijk welzijn vallen, richten zich op de doelstellingen en functies van het NRW, zoals beschreven in artikel 1.
NRW kan alleen onder stedelijk welzijn vallen als de activiteiten niet ver- of gebonden zijn aan een specifiek gebied en het ook niet efficiënt, niet wenselijk of wettelijk niet mogelijk is om deze taken gebiedsgericht te organiseren.
Dit kan bijvoorbeeld te maken hebben met schaalvoordelen, specifieke doelgroepen etc.
Zo geldt voor ondersteuningsstructuren voor bewonersinitiatieven, mantelzorgers en vrijwilligers dat zij in ieder gebied op dezelfde wijze beschikbaar moeten zijn voor burgers en het bovendien efficiënter is om de structuren stedelijk te organiseren. De aard en samenstelling van het gebied is hierbij minder van belang.
Of het wenselijk is om de welzijnstaken stedelijk te organiseren, wordt getoetst op grond van het afwegingskader (zie artikel 3 en bijlage 1).
Artikel 3 Afwegingskader stedelijk welzijn
In de bijlage staan zeven criteria genoemd op basis waarvan het college toetst of een activiteit waarvoor een subsidie wordt aangevraagd valt onder het stedelijk welzijn.
De uiteindelijke score bepaalt of de activiteit tot het stedelijk welzijn wordt gerekend.
Activiteiten die subsidie hebben ontvangen op basis van de inventarisatie couleur locale 2015 zullen ook in 2016 een bijdrage ontvangen, mits de activiteiten en inzet vergelijkbaar zijn met 2015. Dit op basis van de SVR 2015.
Voor zover het bedrag op de begroting lager is dan het bedrag dat aan subsidies is aangevraagd, zal worden bekeken welke subsidieaanvragen naar het oordeel van het college samen het best bijdragen aan de doelstellingen van het NRW op stedelijk niveau.
Artikel 4 Aanvraagtermijn
Op grond van artikel 6, tweede lid, van de Subsidieverordening Rotterdam 2014 moet een aanvraag voor een jaarlijkse subsidie worden ingediend voor 1 juni, voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidieaanvraag betrekking heeft.
Op grond van het vierde lid van de verordening kan het college andere termijnen stellen.
Dat is in deze beleidsregels geregeld in dit artikel. De aanvraagtermijn is verlengd tot 1 december 2015. De reden van deze verlengde termijn is, dat subsidierelaties die in 2015 een jaarlijkse subsidie ontvingen, pas in juni een definitief bericht hebben ontvangen over de gevolgen van hun subsidie voor 2016.
Wel geldt, dat de aanvragen ook compleet moeten zijn ingediend.
Artikel 5 Overgangsbepaling
Deze beleidsregels worden gehanteerd voor alle subsidieaanvragen (jaarlijks of eenmalig) die in het kader van het NRW worden ingediend en betrekking hebben op activiteiten of taken die in 2016 worden uitgevoerd.