Wijziging op de Verordening re-integratie en tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Noord-Beveland
De raad van de gemeente Noord-Beveland;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 18 december 2014;
gelet op artikel 8a, tweede lid, onderdeel b, van de Participatiewet en artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet; artikel 35, eerste lid, onderdeel a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, eerste lid, onderdeel a van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
b e s l u i t:
vast te stellen de Wijziging op de Verordening re-integratie en tegenprestatie Participatiewet 2015 gemeente Noord-Beveland
 
 
A
De aanhef van de verordening wordt als volgt gewijzigd:
gelet op de artikelen 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid van de Participatiewet;
gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers en artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
gelet op artikel 6, tweede lid, van de Participatiewet;
 
B
Artikel 3 van de verordening wordt als volgt gewijzigd:
Artikel 3. Evenwichtige verdeling en financiering
  • 1.
    Het college kan de voorzieningen, bedoeld in artikel 8 en 10, aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep met een korte afstand tot de arbeidsmarkt.
  • 2.
    Het college kan de voorziening, bedoeld in artikel 7 aanbieden aan personen die behoren tot de doelgroep met een grote afstand tot de arbeidsmarkt.
  • 3.
    Het college houdt bij het aanbieden van de in deze verordening opgenomen voorzieningen rekening met de omstandigheden en functionele beperkingen van een persoon. De omstandigheden hebben in ieder geval betrekking op zorgtaken van die persoon en de mogelijkheid dat hij behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie of gebruik maakt van de voorziening beschut werk.
Onder zorgtaken wordt in ieder geval verstaan:
  • a.
    de opvang van ten laste komende kinderen tot vijf jaar, en
  • b.
    de noodzakelijkheid van het verrichten van mantelzorg.
    • 4.
      Het college zendt jaarlijks aan de gemeenteraad een verslag over de doeltreffendheid van het beleid. Het verslag bevat in ieder geval het oordeel van de cliëntenraad.
C
De volgende artikelen worden toegevoegd aan de Re-integratieverordening 2015
Artikel 10a. No risk polis
  • 1.
    Een werkgever komt in aanmerking voor een no-riskpolis op grond van artikel 8a, lid 2, onderdeel b van de Participatiewet als:
    • a.
      de werkgever voor ten minste de duur van 6 maanden een arbeidsovereenkomst aangaat met een werknemer;
    • b.
      de werknemer voorafgaande aan de aanvang van de arbeid behoort tot de doelgroep zoals bedoeld in artikel 1, lid 2 onder d;
    • c.
      de werknemer een arbeidsbeperking heeft of de werkgever ten behoeve van de werknemer een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet ontvangt;
    • d.
      artikel 29b van de Ziektewet niet van toepassing is, en
    • e.
      de werknemer zijn woonplaats heeft binnen de gemeente.
  • 2.
    Om de werkgever een no-riskpolis te kunnen verstrekken, sluit het college van B&W een verzekering af met een verzekeraar en treedt op als verzekeringnemer. De begunstigde is de werkgever.
Artikel 10b. Loonkostensubsidie
  • 1.
    Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie op grond van artikel 6, lid 2 Participatiewet.
  • 2.
    Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:
    • a.
      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet;
    • b.
      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en
    • c.
      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.
  • 3.
    Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) kan het college adviseren met betrekking tot het oordeel of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie. Het UWV neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht.
  • 4.
    Het college gebruikt de in de bijlage bij dit artikel omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.
  • 5.
    Het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) adviseert het college met betrekking tot de vaststelling van de loonwaarde van een persoon. Het UWV neemt daarbij de in de bijlage bij dit artikel omschreven methode in acht.
Deze bepalingen treden in werking met ingang van 1 januari 2015.
 
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Noord-Beveland in zijn openbare vergadering van 29 januari 2015.

Naar boven