Gemeente Heerlen - ”Verordening op de raadscommissies gemeente Heerlen 2015”
Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- commissiegriffier: griffier van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;
- commissielid: lid van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;
- commissievoorzitter: voorzitter van een raadscommissie of diens plaatsvervanger;
- griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger.
 
Artikel 2. Instelling raadscommissies
1. De raad stelt de volgende raadscommissies in:
a. Bestuur en Dienstverlening;
b. Economische Stimulering;
c. Sociale Infrastructuur;
d. Leefomgeving;
e. Ruimtelijke Ontwikkeling.
2. Indien een onderwerp meerdere raadscommissies aangaat, wordt dit in een gezamenlijke commissievergadering besproken.
 
Artikel 3. Taken
1. Een raadscommissie heeft de volgende taken:
a. het uitbrengen van advies aan de raad over voorstellen die betrekking hebben op onderwerpen die onder de portefeuille van de desbetreffende commissie vallen;
b. het uitbrengen van advies aan de raad uit eigener beweging;
c. het voeren van overleg met het college of de burgemeester over in ieder geval door het college of de burgemeester verstrekte inlichtingen en het gevoerde bestuur ten aanzien van de onderwerpen die onder de portefeuille van de desbetreffende commissie vallen.
2. De commissie Bestuur en Dienstverlening heeft tevens tot taak het geven van advies over de verantwoording van het door het college gevoerde bestuur in de jaarrekening en in het jaarverslag als bedoeld in artikel 197 van de Gemeentewet
a. Met de voorbereiding van dit advies wordt belast een werkgroep Financial Audit bestaande uit leden van de commissie Bestuur en Dienstverlening.
b. De raad stelt een reglement vast over de samenstelling, de taken en de werkwijze van deze werkgroep.
c. De werkgroep kan voor de vervulling van haar taken besluiten tot het houden van een onderzoek. De werkgroep kan daarbij beschikken over het in de begroting opgenomen budget voor het houden van onderzoeken door de raad.
3. Voordat het college of de burgemeester een voorstel of onderwerp aan de raad voorlegt leggen zij het voorstel of onderwerp voor aan de betrokken raadscommissie.
 
Artikel 4. Werkgroep
1. De raadscommissie heeft de bevoegdheid een werkgroep in te stellen met betrekking tot onderwerpen die onder de portefeuille van de desbetreffende raadscommissie vallen.
2. De werkgroep bestaat uit leden van de desbetreffende raadscommissie.
3. De raadscommissie geeft opdracht aan de werkgroep om een onderwerp voor te bereiden en hierover advies te geven aan de raadscommissie.
4. Nadat de werkgroep zijn taak heeft volbracht, ontbindt de raadscommissie de werkgroep.
 
Artikel 5. Samenstelling; benoeming commissievoorzitter
1. Een raadscommissie bestaat uit ten minste 1 lid per fractie naar evenredigheid van drie zetels, of een deel hiervan, in de gemeenteraad.
2. De commissieleden worden door de raad op voordracht van de fracties benoemd.
3. Elk commissielid kan ten aanzien van deelname aan vergaderingen en overige werkzaamheden van de raadscommissie vervangen worden door een fractiegenoot, zijnde raadslid danwel fractiemedewerker.
4. De in lid 3 genoemde vervangers geven voor aanvang van de vergadering bij de commissiegriffier aan dat zij zullen vervangen en wie zij vervangen.
 
Artikel 6. Voorzitter
1. De voorzitters en hun plaatsvervangers worden door de raad uit zijn midden benoemd in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling.
2. De voorzitter is geen lid van de commissie.
 
Artikel 7. Zittingsduur en vacatures
1. De zittingsperiode van een commissielid en -voorzitter eindigt in ieder geval met het einde van de zittingsperiode van de raad.
2. Een commissielid houdt op lid te zijn als hij niet meer voldoet aan de vereisten die aan een raadslid worden gesteld.
3. De raad kan een commissielid ontslaan op voorstel van de fractie die het lid voor benoeming heeft voorgedragen.
4. De raad kan haar commissievoorzitter ontslaan.
5. Een commissielid en de commissievoorzitter kunnen te allen tijde ontslag nemen. Zij doen daarvan schriftelijk mededeling aan de raad. Het ontslag gaat een maand na de schriftelijke mededeling in of zoveel eerder als hun opvolger is benoemd.
6. Als door overlijden of ontslag een vacature ontstaat, beslist de raad zo spoedig mogelijk over de vervulling daarvan.
7. Als een fractie niet langer vertegenwoordigd is in de raad, vervalt het lidmaatschap van commissieleden die op voordracht van die fractie zijn benoemd van rechtswege.
 
Artikel 8. De commissiegriffier
1. De griffier van de raad benoemt ter ondersteuning van iedere raadscommissie een op de griffie werkzame ambtenaar als commissiegriffier.
2. Een commissiegriffier is aanwezig in de vergaderingen of wordt vervangen door een daartoe door de griffier van de raad aangewezen op de griffie werkzame ambtenaar.
3. Een commissiegriffier kan op uitnodiging van de commissievoorzitter aan beraadslagingen in vergaderingen deelnemen.
 
Hoofdstuk 2. Vergaderingen
Paragraaf 1. Voorbereidingen
Artikel 9. Oproep en voorlopige agenda
1. De commissievoorzitters stellen gezamenlijk de voorlopige agenda vast.
2. De voorlopige agenda en bijbehorende stukken inclusief behandeltijden per agendapunt worden ten minste 7 dagen voor aanvang van de raadsinformatiebijeenkomsten op internet in het raadsinformatiesysteem gepubliceerd. Met uitzondering van de in artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken.
3. Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 10, eerste lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de vergadering op internet in het raadsinformatiesysteem gepubliceerd.
 
Artikel 10. Aanvullende agenda; vaststellen agenda
1. In spoedeisende gevallen kan de commissievoorzitter na het publiceren van de voorlopige agenda een aanvullende voorlopige agenda opstellen. De daarbij behorende stukken worden openbaar gemaakt.
2. Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.
3. Een agenda wordt bij aanvang van een vergadering door de raadscommissie vastgesteld.
 
Artikel 11. Ter inzage leggen van stukken
1. De voorlopige agenda en bijbehorende stukken worden gelijktijdig met het publiceren in het raadsinformatiesysteem, op het gemeentehuis ter inzage gelegd.
2. Als omtrent stukken op grond van artikel 86, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de commissieleden op verzoek inzage.
 
Artikel 12. Openbare kennisgeving
Commissievergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door publicatie in het raadsinformatiesysteem en door aankondiging via social media.
 
Paragraaf 2. Ter vergadering
Artikel 13. Presentielijst
1. De commissiegriffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van vergaderingen.
2. Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen commissieleden de presentielijst. Aan het einde van elke vergadering wordt die lijst door de commissievoorzitter en de commissiegriffier door ondertekening vastgesteld.
 
Artikel 14. Opening vergadering en quorum
1. Een vergadering wordt niet geopend voordat meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden aanwezig is.
2. Wanneer een kwartier na het vastgestelde tijdstip niet het vereiste aantal leden aanwezig is, bepaalt de voorzitter onder verwijzing naar dit artikel, dag en uur van de volgende vergadering, op een tijdstip dat ten minste drieëntwintig uur na het publiceren van de oproeping is gelegen.
3. Op een vergadering als bedoeld in het tweede lid is het eerste lid niet van toepassing. Een raadscommissie kan echter over andere aangelegenheden dan die waarvoor de ingevolge het eerste lid niet geopende vergadering was belegd alleen beraadslagen of besluiten, als meer dan de helft van het aantal zitting hebbende commissieleden aanwezig is.
 
Artikel 15. Besluitenlijst
1. Een commissiegriffier draagt zorg voor besluitenlijsten van vergaderingen.
2. Een besluitenlijst bevat in ieder geval:
a. de namen van de commissievoorzitter, de griffier, de commissiegriffier, de burgemeester, de wethouders en de commissieleden, allen voor zover aanwezig;
b. een aantekening van welke commissieleden afwezig waren;
c. een vermelding van de onderwerpen die aan de orde zijn geweest;
d. of agenda, besluitenlijst en actielijst vastgesteld zijn;
e. een zakelijke samenvatting van de toezeggingen onder vermelding van het agendapunt en de naam van degene die de mededeling heeft gedaan;
f. een samenvatting van het advies aan de raad inhoudende de opvattingen van de verschillende fracties;
g. het advies aan de raad of voorliggende raadsvoorstellen kunnen worden aangemerkt als hamerstuk.
3. De besluitenlijst wordt op internet in het raadsinformatiesysteem geplaatst.
 
Artikel 16. Advies
1. Nadat de voorzitter de beraadslaging heeft gesloten, wordt besloten of er een advies aan de raad wordt uitgebracht en hoe de inhoud van het advies luidt.
2. In het advies worden de standpunten van alle aanwezige fracties opgenomen.
 
Artikel 17. Stemming
1. In een vergadering vinden geen stemmingen plaats, met uitzondering van over geheimhouding en met betrekking tot de orde.
2. Indien er gestemd wordt is een meerderheid vereist van hen die een stem hebben uitgebracht.
3. Tenzij de vergadering voltallig is, wordt bij de staking van stemmen het nemen van een beslissing uitgesteld tot een volgende vergadering.
4. Indien de stemmen staken in een voltallige vergadering of in een ingevolge het derde lid opnieuw belegde vergadering, is het voorstel niet aangenomen.
 
Artikel 18. Aantal spreektermijnen
1. Beraadslaging over onderwerpen of voorstellen geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raadscommissie anders beslist.
2. Spreektermijnen worden door de commissievoorzitter afgesloten.
3. Commissieleden mogen in een termijn niet meer dan eenmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.
4. Bij de bepaling hoeveel malen een commissielid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.
 
Artikel 19. Spreektijd
1. Een lid van de commissie kan een voorstel doen over de spreektijd van de leden en de overige aanwezigen.
2. De commissie kan nadere regels stellen ten aanzien van de spreektijd.
 
Artikel 20. Deelname aan de beraadslaging door anderen
1. Een raadscommissie kan op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.
2. Anderen kunnen niet deelnemen aan de beraadslaging over de orde van de vergadering.
 
Artikel 21: Handhaving orde; schorsing
1. Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij:
a. de voorzitter het nodig oordeelt hem aan het opvolgen van deze verordening te herinneren;
b. een lid hem interrumpeert; de voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder verdere interrupties zijn betoog mag afronden.
2. Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft kan de voorzitter hem tijdens de vergadering waarin zulks plaats heeft, over het aanhangige onderwerp het woord ontzeggen.
3. De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen en - indien na de heropening de orde opnieuw wordt verstoord - de vergadering sluiten.
4. De voorzitter kan aan een raadscommissie voorstellen een commissielid het verdere verblijf in de vergadering te ontzeggen indien dit lid door zijn gedragingen de geregelde gang van zaken belemmert.
5. Over het in lid 4 opgenomen voorstel wordt niet beraadslaagd. Na aanneming daarvan verlaat het lid de vergadering onmiddellijk. Zo nodig verwijdert de voorzitter hem. Bij herhaling van zijn gedrag kan het lid bovendien voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering worden ontzegd.
 
Artikel 22. Voorstellen van orde
Commissieleden kunnen tijdens een vergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raadscommissie beslist hier terstond over.
 
Paragraaf 3. Besloten vergaderingen
Artikel 23. Toepassing verordening op besloten vergaderingen
Op besloten vergaderingen is deze verordening van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de vergadering.
 
Artikel 24. Verslag besloten vergadering
1. Conceptverslagen van besloten vergaderingen worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de commissieleden ter inzage gelegd bij de commissiegriffier.
2. Deze verslagen worden zo spoedig mogelijk in een besloten vergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raadscommissie een besluit over het al dan niet openbaar maken van het verslag.
3. De vastgestelde verslagen worden door de commissievoorzitter en de commissiegriffier ondertekend.
 
Artikel 25. Opheffing geheimhouding
Als de raad op grond van artikel 25, derde en vierde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als de raadscommissie die geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten vergadering met de raadscommissie overleg gevoerd.
 
Paragraaf 4. Toehoorders en pers
Artikel 26. Toehoorders en pers
1. Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare vergaderingen uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.
2. Het blijkgeven van tekenen van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.
3. De commissievoorzitter is bevoegd, wanneer de orde in de vergadering op enigerlei wijze door toehoorders wordt verstoord, deze en zo nodig andere toehoorders te doen vertrekken.
4. Hij is bevoegd toehoorders die bij herhaling de orde in de vergadering verstoren voor ten hoogste drie maanden de toegang tot de vergadering te ontzeggen.
 
Artikel 27. Geluid- en beeldregistraties
Degenen die van een openbare vergadering geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de commissievoorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.
 
Hoofdstuk 3. Slotbepalingen
Artikel 28. Intrekken oude verordening
De verordening op de raadscommissies 2012-2 wordt ingetrokken.
 
Artikel 29. Inwerkingtreding en citeertitel
1. Deze verordening treedt in werking 1 dag na publicatie.
2. Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening op de raadscommissie gemeente Heerlen 2015.
 
Aldus besloten tijdens de openbare vergadering van de gemeenteraad van de gemeente Heerlen van 29 september 2015.
 
 
 

griffier,

mr. J.H.M. Martens

voorzitter,

R.K.H. Krewinkel

Naar boven