Wijziging Besluit betaald ouderschapsverlof
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,
 
gelezen het voorstel van de wethouder Financiën, Organisatie, Haven, Binnenstad en Sport van 28 september 2015 met kenmerk 1760027;
 
gelet op de Wet arbeid en zorg en artikel 48 van het Ambtenarenreglement;
besluit vast te stellen:
 
Wijziging Besluit betaald ouderschapsverlof
Artikel I
Het Besluit betaald ouderschapsverlof wordt gewijzigd als volgt.
 
A
Artikel 1 komt, inclusief koptekst, als volgt te luiden:
 
Recht op ouderschapsverlof
 
Artikel 1.
  • 1.
    De ambtenaar die op grond van de WAZO recht heeft op ouderschapsverlof, heeft over de uren dat hij dit verlof geniet, maar ten hoogste over 13 maal de formele arbeidsduur per week, aanspraak op doorbetaling van een percentage van zijn bezoldiging.
  • 2.
    Het percentage bedoeld in het eerste lid bedraagt voor de ambtenaar die wordt bezoldigd volgens:
    schaal 1: 90%
    schaal 2: 85%
    schaal 3: 80%
    schaal 4: 70%
    schaal 5: 60%
    schaal 6 en hoger: 50%
  • 3.
    Het is niet toegestaan dat de ambtenaar gedurende de uren dat het betaald ouderschapsverlof wordt genoten betaalde arbeid verricht. Burgemeester en wethouders kunnen hieromtrent nadere regels stellen.
  • 4.
    Geen aanspraak op doorbetaling van de bezoldiging als bedoeld in het eerste lid bestaat over de uren waarmee de formele arbeidsduur op verzoek van de ambtenaar is uitgebreid binnen een periode van zes maanden voorafgaand aan de eerste dag van het ouderschapsverlof, dan wel tijdens het ouderschapsverlof.
  • 5.
    Op de ambtenaar die op grond van de WAZO recht heeft op ouderschapsverlof is artikel 6 van de Vakantie- en Verlofregeling niet van toepassing.
  • 6.
    De ambtenaar kan op grond van onvoorziene omstandigheden een verzoek indienen om toegekend ouderschapsverlof niet op te nemen. Tenzij een zwaarwegend dienstbelang zich daartegen verzet, stemmen burgemeester en wethouders hiermee in. Instemming heeft tot gevolg dat het resterende ouderschapsverlof wordt opgeschort. Aan een dergelijk verzoek hoeven burgemeester en wethouders niet eerder gevolg geven dan vier weken na het verzoek.
B
De artikelen 1a en 1b komen te vervallen.
 
C
In artikel 2 wordt ‘drie’ vervangen door: twee.
 
D
Artikel 4 komt, inclusief koptekst, als volgt te luiden:
 
Zwangerschapsgerelateerde ziekte en zwangerschaps- en bevallingsverlof
 
Artikel 4.
Het ouderschapsverlof wordt opgeschort:
  • a.
    indien de ambtenaar gedurende het ouderschapsverlof wegens door de zwangerschap veroorzaakte ziekte tijdens de zwangerschap niet in staat is haar betrekking te vervullen;
  • b.
    gedurende de periode dat de ambtenaar zwangerschaps- en bevallingsverlof geniet.
Artikel II
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2015.
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van 29 september 2015

De secretaris,

Ph.F.M. Raets

De burgemeester,

B.J. Eerdmans, l.b.

Toelichting
Artikel I
Onderdeel A
Per 1 juli 2015 is de Wet arbeid en zorg (WAZO) zodanig gewijzigd dat een ambtenaar op grond van onvoorziene omstandigheden kan verzoeken het aangevraagde ouderschapsverlof niet op te nemen dan wel niet voort te zetten (artikel 6:6 WAZO). Het college kan een dergelijk verzoek afwijzen als een zwaarwegend dienstbelang zich hiertegen verzet. Als een dergelijk verzoek wordt gehonoreerd, heeft dit tot gevolg dat het niet genoten ouderschapsverlof op een later moment kan worden opgenomen, zolang aan de voorwaarden daarvan wordt voldaan. Aan een dergelijk verzoek hoeft het college niet eerder gevolg te worden gegeven dan vier weken na het verzoek.
 
Van de gelegenheid is tevens gebruik gemaakt om de redactie van artikel 1 aan te passen. De passage die gaat over het op de bezoldiging in mindering brengen van de fiscale tegemoetkoming van de belastingdienst is geschrapt. Als gevolg van wijzigingen in de fiscale regelgeving is deze vermindering sinds 1 januari 2015 niet meer aan de orde.
Onderdeel B
Artikel 1a zag op overgangsrecht dat werd overeengekomen naar aanleiding van de afspraken in de CAO gemeenten 2005–2007. Per 1 april 2006 werden de doorbetalingspercentages tijdens betaald ouderschapsverlof verlaagd. Voor de groep medewerkers die op 31 december 2005 één of meer kinderen hadden die jonger waren dan 8 jaar en op die datum langer dan één jaar in dienst waren gold overgangsrecht.
Dat overgangsrecht is inmiddels uitgewerkt, omdat het recht op ouderschapsverlof eindigt als een kind de leeftijd van 8 jaar heeft bereikt.
Onderdeel C
In artikel 2 is de aanvraagtermijn gewijzigd. Op grond van artikel 6:5 van de WAZO bedraagt deze nu twee maanden.
Onderdeel D
Met het nieuwe vijfde lid van artikel 1 is het derde lid van artikel 4 een ‘dode letter’ geworden en is dit komen te vervallen. Dit heeft tot een aanpassing van de overige bepalingen van artikel 4 geleid, waardoor het artikel nu nog maar uit één bepaling bestaat.
Dit gemeenteblad 2015, nummer 144, is uitgegeven op 29 september 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Naar boven