Derde wijziging van de Regeling maatschappelijke ondersteuning 2015
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;
 
gelezen het voorstel van de concerndirecteur Maatschappelijke Ontwikkeling van 8 september 2015; kenmerk 15MO12413;
 
gelet op artikel 4 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Rotterdam 2015;
besluit vast te stellen:
 
Derde wijziging van de Regeling maatschappelijke ondersteuning 2015
Artikel I
De Regeling maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt gewijzigd als volgt:
 
A
Artikel 10a wordt gewijzigd als volgt:
  • a.
    In het derde lid, wordt 'zijn gebied' gewijzigd in: een gebied.
  • b.
    Na het vijfde lid wordt een nieuw lid ingevoegd dat luidt:
    • 6.
      Als de attentie door toedoen van de persoon onrechtmatig is verstrekt en het college gebruikt maakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 21, derde lid van de verordening, sluit het college de persoon uit van het recht op een attentie voor een periode van:
      • a.
        één kalenderjaar als de attentie de eerste keer onrechtmatig is verkregen;
      • b.
        drie kalenderjaren als er sprake is van recidive in het verkrijgen van een attentie.
B
Artikel 10b wordt gewijzigd als volgt:
  • a.
    In het tweede lid, onder b, komt de aanhef te luiden:
    • b.
      extra kosten in verband met een chronische ziekte of beperking, zoals;
  • b.
    In het vijfde lid vervalt onderdeel c, onder wijziging van de punt-komma in een punt in onderdeel b.
  • c.
    Na het vijfde lid worden twee nieuwe leden ingevoegd die luiden als volgt:
    • 6.
      Het college besluit:
      • a.
        voor 1 januari 2016 op aanvragen die zijn ingediend voor 1 oktober 2015.
      • b.
        voor 1 april 2016 op aanvragen die zijn ingediend op of na 1 oktober 2015 en voor 1 januari 2016.
    • 7.
      Indien het college gebruikt maakt van de bevoegdheid, bedoeld in artikel 22, negende lid, onder b, van de verordening, sluit het college de persoon uit van het recht op een tegemoetkoming voor een periode van:
      • a.
        één kalenderjaar als de tegemoetkoming de eerste keer onrechtmatig is verkregen;
      • b.
        drie kalenderjaren als er sprake is van recidive in het verkrijgen van een attentie.
Artikel II
De toelichting bij de Regeling maatschappelijke ondersteuning 2015 wordt gewijzigd als volgt:
 
A
De toelichting bij artikel 10a wordt gewijzigd als volgt:
  • a.
    De eerste zin van de tweede alinea in de toelichting bij artikel 10a vervalt (Mantelzorgers die in Rotterdam wonen kunnen hiervoor in aanmerking komen, ongeacht waar de persoon woont die mantelzorg verleent.).
  • b.
    Na de laatste alinea wordt een nieuwe alinea ingevoegd die luidt:
    Het zesde lid is een uitwerking van de bevoegdheid, zoals opgenomen in artikel 21, derde lid, van de verordening. Hierin staat dat het college bevoegd is om een persoon voor één of meerdere jaren uit te sluiten van het recht op een attentie, als deze onrechtmatig is verstrekt.
    In het zesde lid is deze bevoegdheid nader uitgewerkt. Uitsluiting geschiedt alleen als de verstrekking door toedoen van de persoon onrechtmatig heeft plaatsgevonden. Bijvoorbeeld omdat de persoon onjuiste gegevens heeft verstrekt. Als daar sprake van is, kan het college de persoon voor één jaar uitsluiten als dit voor de eerste keer gebeurt. Als er sprake is van recidive, sluit het college de persoon voor drie jaren uit.
B
De toelichting bij artikel 10b wordt gewijzigd als volgt:
  • a.
    In de vijfde alinea vervalt de laatste zin (door het bereiken van de leeftijd van 21 jaar is de jongerennorm niet langer van toepassing).
  • b.
    Het eerste voorbeeld (een persoon wordt op 21 mei 21 jaar) wordt gewijzigd in het volgende voorbeeld:
    Een persoon gaat op 21 mei samenwonen. De betreffende persoon heeft geen kinderen.
    Er wordt vijf maanden uitgegaan van de norm voor een alleenstaande en over zeven maanden van de norm voor gehuwden.
    Het inkomen van de persoon wordt over een jaar berekend, het inkomen van de partner wordt berekend over 7 maanden.
  • c.
    Na de laatste alinea worden twee nieuwe alinea’s ingevoegd die luiden:
    Als er in een wettelijk voorschrift geen afhandelingstermijn van een aanvraag is opgenomen, geldt de redelijke termijn van de Algemene wet bestuursrecht. Dat betekent dat aanvragen die bijvoorbeeld op 1 september zijn ingediend, op 27 september moet zijn beslist. Aangezien dit administratief niet uitvoerbaar is, gezien het grote aantal aanvragen dat verwacht wordt, is in het zesde lid een afhandelingstermijn opgenomen. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen aanvragen die voor en vanaf 1 oktober zijn ingediend.
    Het zevende lid is een uitwerking van de bevoegdheid, zoals opgenomen in artikel 22, negende lid, onder b, van de verordening. Hierin staat dat het college bevoegd is om een persoon voor één of meerdere jaren uit te sluiten van het recht op een tegemoetkoming, als deze onrechtmatig is verstrekt.
    In het zevende lid is deze bevoegdheid nader uitgewerkt. Uitsluiting geschiedt alleen als de verstrekking door toedoen van de persoon onrechtmatig heeft plaatsgevonden. Bijvoorbeeld omdat de persoon onjuiste gegevens heeft verstrekt. Als daar sprake van is, kan het college de persoon voor één jaar uitsluiten als dit voor de eerste keer gebeurt. Als er sprake is van recidive, sluit het college de persoon voor drie jaren uit.
C
Bijlage 1, onderdeel 1 (Ouderen) wordt gewijzigd als volgt:
 
  • a.
    In de tabel maximum pgb bij inzet van professionele ondersteuning wordt bij het onderdeel dagbesteding in kolom 3 een bedrag ingevoegd van € 205,25.
  • b.
    In de tabel maximum pgb bij inzet van informele hulp wordt bij het onderdeel dagbesteding in kolom 3 een bedrag ingevoegd van € 110,38.
D
In bijlage 2, onderdeel (Ouderen) wordt in de kolom 'maximum pgb bij inzet van informele hulp' in de rij 'Mantelzorgondersteuning met individuele begeleiding', kolom 3, het bedrag van 323,65 gewijzigd in: 346,05.
Artikel III
Dit besluit treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het Gemeenteblad waarin het wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 juli 2015.
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van 8 september 2015.

De secretaris,

Ph.F. Raets

De burgemeester,

A. Aboutaleb

Toelichting (algemeen en artikelsgewijs)
Met dit derde besluit tot wijziging van de Regeling maatschappelijke ondersteuning 2015 (Rmor 2015) worden twee artikelen (inclusief toelichting) gewijzigd:
  • Artikel 10a met betrekking tot de blijk van waardering voor mantelzorgers.
    Bepalend is nu dat de persoon aan wie mantelzorger wordt verleend in Rotterdam woont. Waar de mantelzorger zelf woont is niet relevant.
    Omdat de mantelzorger dus ook buiten Rotterdam kan wonen kan hij niet in 'zijn gebied' een waardering aanvragen. Om die reden is artikel 10a, derde lid, neutraler geformuleerd en de toelichting aangepast.
    Daarnaast is de bevoegdheid van het college om een persoon uit te sluiten bij onrechtmatige verstrekking door toedoen van de persoon, nader uitgewerkt.
  • Artikel 10b met betrekking tot de tegemoetkoming meerkosten zorg.
    Het referentieinkomen om in aanmerking te kunnen komen voor een tegemoetkoming meerkosten zorg is gewijzigd. Er wordt nog slechts uitgegaan van het wettelijk minimumloon voor personen van 21 jaar of ouder. Ook als de aanvrager jonger is dan 21 jaar.
    Dit vereenvoudigt de aanvraagprocedure voor de cliënt, vereenvoudigt de uitvoering en doet ook recht aan de slechtere inkomenspositie van jongeren.
    Omdat het bereiken van de leeftijd van 21 jaar dus niet langer relevant is, kon onderdeel c in het vijfde lid vervallen en is ook de toelichting hierop aangepast, ondermeer met een gewijzigd voorbeeld.
    Daarnaast is besloten dat de lijst met meerkosten, die in het tweede lid staat vermeld een niet-limitatieve lijst is. De aanhef in het tweede lid, onder b, is daarom gewijzigd om dit duidelijk te maken.
    Ook is besloten een afhandelingstermijn op te nemen in het artikel, omdat de 'redelijke' termijn van de Algemene wet bestuursrecht niet kan worden gehaald met de grote hoeveelheid aanvragen die nagenoeg gelijktijdig binnenkomen.
    Daarnaast is, net als bij de mantelzorgwaardering, de bevoegdheid van het college om een persoon uit te sluiten bij onrechtmatige verstrekking door toedoen van de persoon, nader uitgewerkt.
  • De aanvulling van de pgb-bedragen voor dagbesteding met een derde trede (intensief) heeft te maken met het feit dat deze trede ook voor zorg in natura is ingevoegd en er daarom een pgb-tarief moest worden vastgesteld.
  • De wijziging van het pgb-tarief voor mantelzorgondersteuning met verblijf voor ouderen betreft een correctie van het oorspronkelijke bedrag, omdat hier een rekenfout in was gemaakt.
De wijzigingen werken terug tot en met 1 juli 2015.
Voor de onderdelen A en B (waardering mantelzorgers en TMZ) is 1 juli de datum waarop de betreffende artikelen van kracht werden.
De wijziging van de pgb is op diezelfde datum gezet, ook omdat vanaf 1 juli al met deze bedragen wordt gewerkt.
Dit gemeenteblad 2015, nummer 140, is uitgegeven op 28 september 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)
(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)
Naar boven