Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen) 2014
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vught;
 
gelet op artikel 7 van de Verordening naamgeving en nummering (adressen) 2014;
 
besluit vast te stellen:
 
Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen) 2014
 
INLEIDING
 
Deze uitvoeringsvoorschriften zijn een aanvulling op de 'Verordening naamgeving en nummering (adressen) 2014' en bevatten administratieve- en technische uitvoeringsvoorschriften voor naamgeving van de openbare ruimte en nummering van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen.
 
HOOFDSTUK 1 ALGEMENE BEPALINGEN
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze uitvoeringsvoorschriften wordt verstaan onder:
 
a. Belanghebbende:
Degene wiens/wier belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken.
 
b. College:
Het college van burgemeester en wethouders van Vught;
 
c. Commissie:
Commissie Straatnaamgeving.
 
d. Naamdrager:
Bord waarop een toegekende naam is aangebracht, bijvoorbeeld een straatnaambord.
 
e. NEN:
Door de Stichting Nederlands Normalisatie Instituut uitgegeven norm.
 
f. NIOD:
Instituut voor Oorlogs-, Holocaust- en Genocidestudies.
 
g. Nummerdrager:
Bord waarop een toegekend nummer is aangebracht, bijvoorbeeld een nummerbord.
 
h. Verordening:
Verordening naamgeving en nummering (adressen) 2014.
 
i. VNG :
Vereniging van Nederlandse Gemeenten
 
j. Wet BAG:
Wet basisregistraties adressen en gebouwen
Voor de overige begrippen, voorzover hier niet genoemd, wordt aangesloten bij de begripsomschrijvingen uit de verordening.
ONDERDEEL A. ADMINISTRATIEVE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN
HOOFDSTUK 2. NAAMGEVING
Artikel 2. Woonplaats, wijk en buurt
  • 1.
    Aan het gemeentelijke grondgebied zijn de (woonplaats)namen Vught en Cromvoirt toegekend;
  • 2.
    De woonplaatsen zijn verdeeld in wijken en buurten, waaraan namen en codes zijn toegekend.
  • 3.
    De verdeling in wijken en buurten vindt plaats op basis van de door het Centraal Bureau voor de Statistiek voorgestelde werkwijze.
Artikel 3. Specifieke richtlijnen voor vaststelling van namen
  • 1.
    Het college neemt met de toekenning van namen aan de openbare ruimte en panden de volgende uitgangspunten in acht:
    • a.
      verwarring tussen naamgeving moet worden voorkomen;
    • b.
      de naamgeving moet kort worden gehouden, bij voorkeur 24 posities;
    • c.
      de naamgeving moet goed uitspreekbaar zijn en een eenvoudige spelling hebben;
    • d.
      de naamgeving moet geen mogelijkheid geven tot verbastering en/of dubbelzinnigheid;
    • e.
      de naamgeving moet een geschikte klank hebben;
    • f.
      de naamgeving moet passen bij de aard van het te benoemen object, de vernoemde persoon of de omgeving;
    • g.
      de namen moeten bij voorkeur worden samengesteld uit Nederlandse termen. Een uitzondering kan gemaakt worden voor buitenlandse namen en begrippen waarvan de betekenis en schrijfwijze verondersteld worden algemeen bekend te zijn;
    • h.
      de naam moet beginnen met een hoofdletter.
  • 2.
    De namen, behorende tot eenzelfde groep van namen, worden zoveel mogelijk in één wijk of buurt bijeengebracht.
Artikel 4. Toekennen naam van een persoon aan de openbare ruimte en aan panden
  • 1.
    Een persoon kan bij leven en na overlijden worden vernoemd.
  • 2.
    De volgende personen kunnen worden vernoemd:
    • a.
      leden van het Koninklijk Huis; oud-bestuurders (burgemeesters of wethouders) van de gemeente Vught;
    • b.
      plaatselijk gebonden persoonlijkheden als zij voor de gemeente Vught een breed aanvaarde maatschappelijke, culturele of sociale betekenis hebben (gehad);
    • c.
      niet plaatselijk gebonden persoonlijkheden als zij internationaal, nationaal of regionaal een bijzondere maatschappelijke, culturele of sociale betekenis hebben (gehad);
  • 3.
    De te vernoemen personen dienen van onbesproken gedrag te zijn (geweest), wat bijvoorbeeld kan worden onderzocht door justitie of bij het NIOD.
  • 4.
    Het college informeert zo mogelijk de naaste familie van desbetreffende persoon alvorens de naam toe te kennen aan de openbare ruimte en aan panden.
Artikel 5. Richtlijnen voor wijzigen van namen (vernaming)
  • 1.
    Bestaande namen kunnen in de volgende gevallen worden gewijzigd:
    • a.
      als de loop van een straat door infrastructurele wijzigingen, dorpsvernieuwing en dergelijke zodanig wijzigt dat de vindbaarheid van (een deel van) de (toekomstige) adressen in het geding is;
    • b.
      als blijkt dat een naam of de schrijfwijze ervan foutief is vastgesteld;
    • c.
      als het college hier uitdrukkelijk en onder opgave van objectief waardeerbare redenen om verzoekt;
    • d.
      bij grenscorrecties of volledige gemeentelijke herindeling.
  • 2.
    Bij een vernaming worden de volgende zorgvuldigheidsnormen in acht genomen:
    • a.
      er wordt eerst een voornemen tot vernaming kenbaar gemaakt aan de belanghebbende(n);
    • b.
      er wordt een minimale overgangstermijn van zes maanden gehanteerd, tenzij met alle belanghebbende(n) een kortere overgangsperiode wordt overeengekomen;
    • c.
      de vernaming waarborgt op dat moment – en in de toekomst – een optimale vindbaarheid.
  • 3.
    Binnen één jaar na de ingangsdatum van een vernaming moet de drager met de oude naam verwijderd worden. Tot die tijd mag de drager met de oude naam aanwezig blijven, mits die oude naam door middel van een kruis als vervallen is aangeduid.
Artikel 6. Advisering en bekendmaking van namen
  • 1.
    De advisering en besluitvorming over naamgeving vindt plaats volgens het volgende proces:
    • a.
      een verzoek om naamgeving wordt ter advisering voorgelegd aan de commissie;
    • b.
      de vergadering van de commissie is openbaar en wordt veertien dagen van te voren bekendgemaakt via een voor ieder toegankelijk medium;
    • c.
      deze commissie brengt advies uit aan het college over de naamgeving.
    • d.
      het college besluit over de naamgeving.
  • 2.
    Nadat het college een naam heeft vastgesteld, wordt deze openbaar en bekend gemaakt door middel van publicatie via een voor ieder toegankelijk medium.
Artikel 7. Registratie van namen
Toegekende namen aan de openbare ruimte en panden worden geregistreerd in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen en gemeld aan de Landelijke Voorziening. De registratie geschiedt conform de bepalingen in de Wet BAG.
HOOFDSTUK 3. NUMMERING
Artikel 8. Toekenning en bekendmaking van nummers
  • 1.
    Officiële adressen kunnen alleen nog toegekend worden aan drie soorten (zogenaamde) adresseerbare objecten: verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen.
  • 2.
    Besluiten tot toekenning, wijziging of intrekking van nummers worden voorbereid door de daartoe aangewezen ambtenaar en toegekend door het daartoe aangewezen afdelingshoofd namens het college.
  • 3.
    Het toekennen van nummers geschiedt:
    • a.
      op het moment van verstrekken van omgevingsvergunningen voor het bouwen;
    • b.
      bij realisatie van nieuwbouwprojecten;
    • c.
      bij realisatie van projecten tussen bestaande objecten;
    • d.
      bij verbouwingen van objecten
    • e.
      bij splitsing / samenvoeging
    • f.
      op verzoek burger(s) / derde(n)
    • g.
      ambtelijke waarneming.
Artikel 9. Registratie van nummers
De toegekende, gewijzigde en ingetrokken nummers worden geregistreerd in de Basisregistratie Adressen en Gebouwen. De registratie geschiedt conform de bepalingen in de Wet BAG.
Artikel 10. Algemene richtlijnen voor de wijze van nummeren
  • 1.
    De wijze van toekenning van de nummers, al dan niet na splitsing van objecten, gebeurt overeenkomstig systeem A uit de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.
  • 2.
    Voor ruimten tussen gebouwen, die in de toekomst mogelijk bebouwd worden, wordt een aantal nummers gereserveerd.
  • 3.
    Waar dit van toepassing is, wordt zoveel mogelijk aangesloten bij de al bestaande systematiek van nummeren.
  • 4.
    Indien toepassing van deze regel leidt tot inconsistente adressering in relatie tot de overige adressering in de straat of omgeving, kan hiervan worden afgeweken.
Artikel 11. Richtlijnen voor wijzigen van nummers (vernummering)
  • 1.
    Bestaande nummers worden gewijzigd als door wettelijk geregelde grenswijziging, grenscorrectie of gemeentelijke herindeling sprake is van één of meer identieke adressen; in welk geval het / de nummer(s) van de 'toegevoegde' straat gewijzigd wordt / worden.
  • 2.
    Bestaande nummers kunnen in de volgende gevallen worden gewijzigd:
    • a.
      als nieuwe nummers niet op een juiste en logische wijze kunnen worden toegekend;
    • b.
      als de vindbaarheid van één of meer (toekomstige) objecten hierdoor (beter) gewaarborgd wordt;
    • c.
      als het college meent dat dit om andere redenen noodzakelijk is.
  • 3.
    Bij een vernummering wordt eerst een voornemen daartoe kenbaar gemaakt aan de belanghebbende(n). Er wordt een minimale overgangstermijn van zes maanden in acht genomen, tenzij met alle belanghebbenden een kortere termijn wordt overeengekomen.
  • 4.
    Bij vernummering wordt – voor zover mogelijk – rekening gehouden met het aantal te vernummeren objecten in relatie tot het aantal nieuw te nummeren objecten.
  • 5.
    Tijdens de overgangstermijn worden zo nodig nummerverwijsborden aangebracht als blijkt dat tot het moment van het van kracht worden van de vernummering de vindbaarheid niet gewaarborgd is.
  • 6.
    Binnen één jaar na de ingangsdatum van een vernummering moet de drager met het oude nummer verwijderd worden. Tot die tijd mag de drager met het oude nummer – naast het nieuwe nummer – op het object aanwezig blijven, mits dat oude nummer door middel van een kruis als vervallen is aangeduid.
Artikel 12. Regeling van gevolgen van besluiten tot wijziging van naamgeving of van nummering
  • 1.
    De periode tussen een besluit tot wijziging van naamgeving of van nummering en de inwerkingtreding daarvan dient minimaal zes maanden te bedragen.
  • 2.
    Indien deze termijn zorgvuldig in acht is genomen wordt niet financieel gecompenseerd.
  • 3.
    Bijzondere gevallen, zoals sterk naar buiten tredende bedrijven met een groot klantenpotentieel, worden op zichzelf bezien.
ONDERDEEL B. TECHNISCHE UITVOERINGSVOORSCHRIFTEN
HOOFDSTUK 4. NAAMDRAGERS
Artikel 13. Algemene eisen naamdragers
  • 1.
    De naamdragers moeten voldoen aan de gestelde functionele eisen ten aanzien van de afmetingen, de uitvoering, de constructie, de kleursoorten en de lichttechnische eigenschappen van de toegepaste materialen en de plaatsing van naamborden en naamverwijsborden;
  • 2.
    Voor het plaatsen en het uiterlijk van naamborden wordt verwezen naar de volgende uitgaven:
    • a.
      Nederlandse norm NEN 1772 C1, uitgave maart 2014: Straatnaam en huisnummerborden;
    • b.
      Nederlandse norm NEN 3381, uitgave januari 2013: Wegmeubilair;
  • 3.
    Naamdragers worden door of namens de daartoe aangewezen ambtenaar aangebracht.
  • 4.
    Naamborden aan belangrijke verkeerswegen en op belangrijke kruisingen en splitsingen mogen – in afwijking van de in het tweede lid genoemde NEN-norm – zichtbaar worden geplaatst in de berm op een hoogte van ongeveer 1 meter boven het maaiveld.
Artikel 14. Afwijkingen
  • 1.
    Van de in artikel 13, tweede lid genoemde Nederlandse norm NEN 1772 C1, uitgave maart 2014 mag aan het gestelde inzake afmeting en uitvoering van naamborden worden afgeweken in de volgende gevallen:
    • a.
      Algemeen.
      De naamborden moeten in blauw worden uitgevoerd met een wit opschrift;
    • b.
      Specifiek.
      De naamborden mogen afwijken van vorm, kleur en lettertype in een gebied dat is aangewezen door het college.
Artikel 15. Naamborden met verklarende tekst
  • 1.
    Verklarende teksten worden aangebracht bij nieuwe projecten / buurten en bij vernieuwing van borden;
  • 2.
    Als door het college een verklarende tekst of aanduiding is vastgesteld bij een naam, wordt deze tekst geïntegreerd op het betreffende naambord aangebracht;
  • 3.
    Verklarende teksten of aanduidingen worden in beginsel alleen aangebracht op borden aan het begin en eind van een straat;
  • 4.
    De letterhoogte van de verklarende tekst mag niet meer bedragen dan 20mm.
HOOFDSTUK 5. NUMMERDRAGERS
Artikel 16. Specifieke eisen nummerdragers
  • 1.
    Nummerdragers moeten voldoen aan het gestelde inzake afmetingen en vormgeving in de Nederlandse norm NEN 1772 C1, uitgave maart 2014;.
  • 2.
    Indien niet kan worden voldaan aan het voorschrift van het eerste lid, hebben de nummerdragers een mate van leesbaarheid en zichtbaarheid die ten minste gelijkwaardig is aan wat wordt beoogd met het lid 1;
  • 3.
    Een nummer wordt afgebeeld in Arabische cijfers;
  • 4.
    Als de oorspronkelijke – door de gemeente voorgeschreven nummerdrager – niet (goed) zichtbaar is vanaf de openbare weg, is het gebruik van een tweede nummerdrager – in de vorm van een bermpaal waarop het nummer is aangebracht – toegestaan;
  • 5.
    Nummerverwijsborden mogen geïntegreerd in of los onder een naamdrager worden aangebracht.
Artikel 17. Plaatsing van de nummerdragers
  • 1.
    Nummerdragers worden aangebracht overeenkomstig het gestelde in de Nederlandse norm NEN 1773, uitgave 1983.
HOOFDSTUK 6 SLOT- EN OVERGANGSBEPALINGEN
Artikel 18. Slotbepalingen
  • 1.
    In alle gevallen van toekenning van namen en nummers, waarin dit reglement niet voorziet, beslist het college.
Artikel 19. Citeertitel
Dit reglement kan worden aangehaald als: ‘Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen) 2014’.
Artikel 20. Inwerkingtreding
Dit reglement treedt in werking op de achtste dag na de bekendmaking.
 
Vught, 1 september 2015

Burgemeester en wethouders van Vught,

de secretaris,

H.C. de Visch Eybergen

de burgemeester,

R.J. van de Mortel

Toelichting bij Uitvoeringsvoorschriften naamgeving en nummering (adressen) 2014
Artikelsgewijze toelichting:
Toelichting op artikel 2
Elke gemeente is verplicht om voor haar grondgebied tenminste één woonplaats vast te stellen. Dit is om aan te sluiten bij het postcoderegime, waarbij de postcode is gekoppeld aan een straat en een woonplaats (niet een gemeentenaam). Op grond van artikel 6 Wet BAG beschikt de gemeente Vught over een woonplaatsenbesluit (BW/08-01667 (grifbw/08-00267)), vastgesteld door de gemeenteraad op 18 maart 2008.
Toelichting op artikel 3 en 4
Namen moeten de vindbaarheid bevorderen. Daarom moeten ze passen binnen een aantal richtlijnen, zoals in de artikelen 3, 4 en 5 vermeld staan. Voor de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) geldt een maximum aantal karakters van 80 voor een naam voor de openbare ruimte of pand. De Wet BAG schrijft voor dat alle andere overheden de officiële schrijfwijze van de BAG moeten volgen. Daar waar mogelijk wordt vanwege de lengte van de naamdragers toch zoveel mogelijk geprobeerd een naam te beperken tot 24 posities.
De naam moet passen bij de aard van de straat; het misstaat om een smal straatje een laan te noemen of een steeg te vernoemen naar een groot staatsman.
Elke naam dient met een hoofdletter te beginnen, ook als de naam met een voorvoegsel begint. Daarnaast is uitspreekbaarheid belangrijk: niet iedereen spreekt een Franse naam juist uit, en ook kinderen moeten namen goed kunnen gebruiken. Voor alle te vernoemen personen moet een redelijk beeld bestaan van leven en levenswandel met een minimale kans dat de persoon na de vernoeming in opspraak raakt waardoor de naamgeving weer gewijzigd moet worden. Dit is te waarborgen door een onderzoek uit te laten voeren door justitie of bij het NIOD. Nu er levende personen een straatnaam kunnen krijgen moet aan de belanghebbenden het voornemen kenbaar gemaakt worden. Daarvoor moet zeker instemming gevraagd worden. Niet iedereen zit op een straatnaam te wachten. Naast de voorschriften van de wet BAG kunnen onderdelen uit het VNG-handboek ‘Benoemen, nummeren en begrenzen’ (2e druk januari 2005) worden gebruikt.
Toelichting op artikel 5
Het eerste lid biedt het college de mogelijkheid om in de daarin genoemde gevallen te besluiten tot vernaming, zulks ter hunner beoordeling en na advies hierover van de commissie.
Vernaming vindt alleen plaats als dit noodzakelijk is. In het tweede lid is een aantal zorgvuldigheidsnormen opgenomen die in acht moeten worden genomen bij een vernaming. Deze normen zijn uit de praktijk en uit jurisprudentie ontstaan. Als aan deze normen wordt voldaan is de gemeente in principe niet gehouden aan enige vorm van (financiële) compensatie. Voor de regeling van gevolgen van besluiten tot wijziging van naamgeving en nummering wordt verwezen naar artikel 12.
Toelichting op artikel 6
De secretaris van de commissie bereidt de besluiten tot het toekennen van namen voor en verwoordt het advies van de commissie in het voorstel aan het college. Nadat het college een naam heeft toegekend valt het besluit onder de Wet Openbaar van Bestuur en is het een openbaar besluit. Bij toekenning van een naam zijn er over het algemeen geen direct belanghebbenden aan wie het besluit bekend gemaakt kan worden. Bij wijziging van een bestaande naam is dit uiteraard wel het geval.
Toelichting op artikel 7
Namen voor de openbare ruimte en panden worden geregistreerd in het gemeentelijke BAG-register. Het BAG-register is de bron van authentieke adresgegevens. Andere binnengemeentelijke applicaties zijn afnemer van het BAG-register en zijn verplicht deze adresgegevens te hanteren. Authentieke adresgegevens die in het BAG-register worden opgenomen worden door de applicatie gemeld aan de Landelijke Voorziening. Buitengemeentelijke afnemers zijn verplicht de adresgegevens uit de Landelijke Voorziening te gebruiken.
Toelichting op artikel 8
In de BAG-regelgeving is bepaald dat bij het verlenen van een omgevingsvergunning het adres wordt vastgesteld. Ten opzichte van voor de inwerkingtreding van de Wet BAG op 1 juli 2009 is het moment van toekenning van een nummer dus naar voren geschoven in het proces.
In dit artikel wordt weergegeven wanneer een nummer kan worden toegekend.
Toelichting op artikel 9
Dit artikel spreekt verder voor zich.
Toelichting op artikel 10
Dit artikel spreekt voor zich en geeft uitgebreid weer op welke wijze genummerd wordt.
Toelichting op artikel 11 en 12
In een aantal gevallen, zoals in het eerste lid genoemd dient tot wijziging van een nummer te worden overgegaan (verplichting). Het tweede lid biedt het college naast verplichte vernummering de mogelijkheid om in de daarin genoemde gevallen te besluiten tot vernummering. In het algemeen wordt dit namens het college vastgesteld en uitgevoerd door een daartoe aangewezen ambtenaar.
 
In het derde en vierde lid is een aantal zorgvuldigheidsnormen opgenomen die in acht moeten worden genomen. Deze normen zijn uit de praktijk en uit jurisprudentie ontstaan. Als aan deze normen wordt voldaan is de gemeente in principe niet gehouden aan enige vorm van (financiële) compensatie. Wel dient te worden voorkomen, dat er 'kapitaalvernietiging' optreedt omdat grote voorraden drukwerk van bedrijven vernietigd moeten worden door de vernummering. Hiervoor wordt dan ook geadviseerd met het betrokken bedrijf tot een zo gewenst mogelijke ingangsdatum te komen. Een overgangstermijn van tenminste één jaar mag in deze gevallen als redelijk worden beschouwd.
Toelichtingop artikel 13
In dit artikel wordt verwezen naar NEN-normen die gehanteerd moeten worden voor naamdragers. In het vierde lid is bepaald dat naamborden aan belangrijke verkeerswegen en / of op belangrijke kruisingen of splitsingen op een andere wijze mogen worden geplaatst dan in de NEN-norm is voorgeschreven. In die gevallen kunnen borden worden aangebracht op ongeveer 1 meter boven maaihoogte. Onderzoek heeft namelijk aangetoond dat deze manier van plaatsing op bijvoorbeeld ringwegen en grote kruisingen en splitsingen de leesbaarheid van het naambord verbetert.
Toelichtingop artikel 14
De uitvoering van de naamborden in onze gemeente wijkt af van de Nederlandse norm NEN 1772 C1, uitgave maart 2014. Volgens de voorschriften in de NEN norm moeten naamborden worden uitgevoerd in blauw met een wit opschrift. Het naambord moet vervolgens zijn voorzien van een blauwe rand en een witte bies. De naamborden in onze gemeente wijken af van deze norm en zijn uitgevoerd in blauw met een wit opschrift.
Het tweede lid biedt het college de mogelijkheid een gebied aan te wijzen waar naamborden kunnen worden aangebracht die afwijken van de algemene borden in de gemeente. De afwijkingsmogelijkheid geldt bijvoorbeeld voor het centrumgebied. Dit gebied is omsloten door de Secretaris van Rooijstraat, Kapellaan, Helvoirtseweg, Taalstraat, Boxtelseweg en Dr. Hillenlaan. In dit gebied komen borden in de stijl van het straatmeubilair dat voor het centrumgebied van toepassing is. De naamborden worden uitgevoerd in donker groen met wit opschrift in een afwijkend lettertype. De borden worden voorzien van een witte sierrand. Op de borden komt een verklarende tekst met de geschiedenis of achtergrond van de naamkeuze van de openbare ruimte.
Toelichting op artikel 15
Geadviseerd wordt terughoudend en zorgvuldig met verklarende teksten om te gaan. Belangrijk is de uniformiteit in de naamgeving te waarborgen. Daarover kunnen afspraken worden gemaakt in de commissie Straatnaamgeving. Indien wordt besloten een verklarende tekst of aanduiding bij een naam aan te brengen, moet dit geïntegreerd worden aangebracht. De letterhoogte van de verklarende tekst moet ondergeschikt zijn aan de naam van de straat en mag niet hoger zijn dan 20mm. Uit oogpunt van kostenbeheersing behoeven verklarende teksten of aanduidingen alleen opgenomen te worden op naamborden aan het begin en het eind van een straat.
Toelichting op artikel 16 en 17
In dit artikel wordt verwezen naar NEN-normen die gehanteerd moeten worden voor nummerdragers. In het tweede lid is bepaald dat als een nummerdrager niet kan voldoen aan de daarvoor gestelde NEN-norm, die nummerdrager in ieder geval gelijkwaardig is met wat wordt beoogd met die NEN-norm. Hier kan men denken aan bijvoorbeeld de glaspui van een winkel, waarop een standaard huisnummerbord niet goed kan worden aangebracht. In die gevallen moet de aangebrachte nummerdrager in elk geval de NEN-normen zoveel mogelijk benaderen voor wat betreft de eisen ten aanzien van afmetingen, vormgeving en materiaal.
De thans voorgeschreven nummerdrager is wit met zwart opschrift. Aan woningen worden echter vaak kunstzinniger of sierlijker nummers aangebracht door de eigenaar of huurder. Deze alternatieve nummeraanduiding wordt gedoogd als die voldoet aan de voorwaarden van het tweede lid. Een alternatieve nummeraanduiding wordt tevens gedoogd als daarnaast de oorspronkelijk door de gemeente voorgeschreven nummerdrager gehandhaafd blijft. Die nummerdrager moet daarbij bovendien blijven voldoen aan de voorwaarden van leesbaarheid.
In het vierde lid is de mogelijkheid opgenomen om een tweede nummerdrager te gebruiken. Vooral in het buitengebied komt het regelmatig voor dat bijvoorbeeld een woning zo ver van de openbare weg is gelegen dat de oorspronkelijke – door de gemeente voorgeschreven – nummerdrager niet (goed) leesbaar is. In die gevallen kan ervoor worden gekozen om een extra nummer direct aan de openbare weg op een al dan niet reflecterende bermpaal te plaatsen, op de brievenbus of op een tuinhek.
Naar boven