Het College van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Nijmegen,
Gelet op de bepalingen van artikel 2.3.5 van de Wmo 2015 en de artikelen 8 en 9 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Nijmegen 2015,
Wettelijk kader Wmo-vervoer
Om deel te kunnen nemen aan de samenleving is het essentieel dat mensen zich kunnen verplaatsen. Hiervoor geldt dat veel mensen in eerste instantie zelf in hun verplaatsingsbehoefte kunnen voorzien. Voor sommige mensen is dit minder vanzelfsprekend. Op dat moment is ondersteuning vanuit de gemeente een oplossing. In artikel 1.2.1 Wmo 2015 is het recht voor een belanghebbende opgenomen op maatwerkvoorzieningen ter compensatie van de beperkingen die hij of zij ondervindt in de zelfredzaamheid en participatie.
Mensen die voor het “vervoer van alledag” (boodschappen, familiebezoek etc.) als gevolg van hun beperking geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer, kunnen in aanmerking komen voor een vervoersvoorziening.
Onder de Wmo 2007 was in de jurisprudentie van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) de compensatieplicht van de gemeente op de volgende wijze begrensd, welke jurisprudentie volgens ons nog steeds actueel is:
- •
Met de vervoersvoorziening moet iemand in de directe woon- en leefomgeving in aanvaardbare mate sociale contacten kunnen onderhouden en deel kunnen nemen aan het leven van alledag.
- •
Het zorgplichtgebied voor vervoersvoorzieningen gaat verder dan alleen het gebied binnen de gemeentegrenzen. Het gaat ook om sociaal vervoer binnen de regio.
- •
Onder regionaal vervoer wordt een afstand van 15 tot 20 kilometer vanaf het woonadres verstaan. Dat komt overeen met ongeveer vijf OV-zones.
- •
Wil een vervoersvoorziening of combinatie van vervoersvoorzieningen compenserend zijn dan moet met de toegekende voorziening(en) circa 1500 tot 2000 kilometer (afhankelijk van de lokale omstandigheden) per jaar gereisd kunnen worden.
Nijmegen kiest voor een vier-staps-model waarbij geldt dat de bovenste laag als uitgangspunt heeft te gelden en iedere laag verder naar beneden slechts in uitzonderlijkere gevallen bereikt wordt:
De Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 gaat er vanuit dat iemand in eerste instantie zelf zaken in gang zet om in de verplaatsingsbehoefte te kunnen voorzien. Dat kunnen oplossingen zijn die iemand daadwerkelijk zelf kan uitvoeren, of een andere oplossing tot welke iemand zich kan melden of zelf kan activeren. Hierbij wordt gedacht aan de vele vrijwilligersinitiatieven of maatjesprojecten die in de gemeente Nijmegen actief zijn.
Primaat
openbaar ve
r
voer
Uitgangspunt is dat inwoners van de gemeente Nijmegen voor hun verplaatsingsbehoefte terug kunnen vallen op het openbaar vervoer, voor zover zij niet zelf in oplossingen kunnen voorzien. De gemeente Nijmegen heeft geïnvesteerd in het toegankelijk maken van bushaltes en bussen, zodat deze voor een zo groot mogelijk publiek bereikbaar zijn. Daardoor wordt verwacht dat het grootste deel van de inwoners van Nijmegen in staat is om gebruik te maken van het openbaar vervoer, ook wanneer iemand rolstoelafhankelijk is. Het openbaar vervoer geldt dan ook expliciet als voorliggende voorziening op een aanspraak op vervoersvoorzieningen op grond van de Wmo 2015. Dat is ook wenselijk omdat het openbaar vervoer mensen een relatief grote vorm van verplaatsingsvrijheid biedt.
C
ollectief vervoer via R
egiotaxi
Mocht het openbaar vervoer onverhoopt toch niet adequaat zijn, dan wordt gekeken naar de Regiotaxi. De Regiotaxi is een collectief vervoerssysteem. Dat betekent dus dat bij vervoersproblemen voorrang wordt gegeven aan het in aanmerking brengen van een persoon met beperkingen voor het collectieve vervoerssysteem boven het verstrekken van individuele vervoersvoorzieningen (maatwerkvoorzieningen).
In geval van beperkingen bij het verplaatsen wordt allereerst gekeken of de beperkingen gecompenseerd kunnen worden met vervoer met de Regiotaxi. Is dat het geval dan wordt een Wmo-vervoerspas voor de Regiotaxi beschikbaar gesteld.
Mensen die
niet met de Regiotaxi
kunnen reizen of voor wie het systeem om een andere reden geen compenserende voorziening is, komen in aanmerking voor een individuele vervoersvoorziening (maatwerkvoorziening) in de vorm van een persoonsgebonden budget. Het betreft hier expliciet een individuele toets, omdat anders afbreuk wordt gedaan aan de uitgangspunten zoals hiervoor genoemd. Zie hieronder de paragraaf Maatwerkoplossingen.
K
enmerken collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV)
Het collectief vervoer wordt binnen de gemeente Nijmegen uitgevoerd door de Regiotaxi.
De belangrijkste kenmerken van Regiotaxi vervoer zijn:
- •
De Regiotaxi is voor iedereen toegankelijk. Ook hulpmiddelen zoals onder meer een rollator, scootmobiel, looprek of rolstoel kunnen mee vervoerd worden. De Regiotaxi beschikt zowel over taxi’s als over (rolstoel)bussen.
- •
De Regiotaxi rijdt 7 dagen per week van 08.00 tot 00.00 uur. Op vrijdag- en zaterdagavond tot 02.00 uur ’s nachts.
- •
De Regiotaxi is vervoer van deur tot deur. Bij een flat of appartement geldt de centrale toegangsdeur beneden als “deur”.
- •
Duur van de reis: bij reizen binnen één zone is de extra reistijd maximaal 15 minuten. Bij reizen over meer zones duurt de rit uiterlijk anderhalf keer de benodigde reistijd.
- •
Het is mogelijk om vaste ritten en ritten met aankomstgarantie te reserveren.
- •
Er is een gratis terugbelservice inhoudende dat ongeveer 5 minuten voordat de taxi arriveert de klant gebeld wordt zodat die zich kan voorbereiden op het vertrek.
- •
Wachttijd van de taxi bij de deur is maximaal 2 minuten.
- •
Er is een marge van 30 minuten rondom het gewenste ophaaltijdstip op het afgesproken adres. De taxi kan tussen 15 minuten vóór en 15 minuten na het gewenste ophaaltijdstip voor komen rijden.
- •
Klanten die niet zelfstandig kunnen reizen en geen begeleider hebben kunnen niet mee met de Regiotaxi. Een begeleider die beschikt over een OV-begeleiderspas reist gratis met de Regiotaxi.
- Collectief vervoer per rolstoeltaxibus
Indien cliënt een rolstoel moet meenemen die niet opvouwbaar is, dan wel gezeten in de rolstoel vervoerd moet worden, komt de rolstoeltaxibus aan de orde.
- Collectief vervoer per personenautoIndien het vervoer per deeltaxibus om medische redenen niet mogelijk is, kan als oplossing voor vervoersproblemen gekozen worden voor vervoer per personenauto. Een indicatie voor een personenauto in plaats van een taxibus kan worden toegekend indien de aanvrager al is geïndiceerd voor collectief vervoer. Hier wordt terughoudend gebruik van gemaakt.
Bij vervoer met de Regiotaxi bestaat de mogelijkheid van de voorinzitgarantie. Dit is de aanduiding voor de omstandigheid dat betrokkene te allen tijde voorin de taxi, dwz naast de bestuurder, kan zitten tijdens de rit. Deze voorinzitgarantie wordt gegeven als er problemen zijn met de beschikbare beenruimte achterin. De voorinzitgarantie wordt vermeld in de toekenningsbeschikking. Hiervan wordt zeer terughoudend gebruik gemaakt.
Het kan voorkomen dat iemand verwezen is naar het openbaar vervoer, maar dit door individuele omstandigheden tijdelijk geen adequate oplossing biedt. In dat geval is het mogelijk om tijdelijk een indicatie voor de Regiotaxi te stellen. Ook is het mogelijk om, in uitzonderlijke gevallen, in aanmerking te komen voor een combinatie van voorzieningen.
Het reguliere Regiotaxi tarief per zone bedraagt in 2015 € 2,30. Mogelijk wordt dit bedrag per 1 januari 2016 geïndexeerd. Indien iemand een Wmo-indicatie heeft voor reizen per Regiotaxi, dan kan tegen gereduceerd tarief maximaal 5 OV-zones vanaf de woning gereisd worden. De klant betaalt het reguliere OV-tarief voor de Regiotaxi. De gemeente neemt het verschil tussen het zonetarief en het OV-tarief voor haar rekening. Het OV-tarief bedraagt in 2015 € 0,65 per zone. Mogelijk wordt dit bedrag per 1 januari 2016 geïndexeerd.