Verordening tot eerste wijziging van de Havenbeheersverordening Medemblik 2014
 
De raad van de gemeente Medemblik;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 16 juni 2015;
overwegende dat de verzelfstandiging van de gemeentelijke havens tot aanpassing van de havenbeheersverordening noopt;
overwegende dat het wenselijk is criteria vast te leggen voor het afmeren van riviercruiseschepen in de Oosterhaven;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
besluiten:
vast te stellen de Verordening tot eerste wijziging van de
Havenbeheersverordening Medemblik 2014;
Artikel 1
In artikel 1.1 “Begripsomschrijvingen” komen de omschrijvingen van het begrip “haven” en “passagiersschip” als volgt te luiden:
haven:
wateren die voor de scheepsvaart openstaan, alsmede alle daartoe behorende kaden,
kunstwerken, meergelegenheden, trappen, scheepshellingen, dokken,
scheepsreparatiewerven en los- en laadplaatsen, welke wateren zijn aangegeven op de
kaart in bijlage 1 bij deze verordening;
passagiersschip:
een schip dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan twaalf personen, de bemanning daaronder niet begrepen, niet zijnde een riviercruiseschip of hospitaalschip. Bedrijfsmatig vervoer wil zeggen in uitoefening van een beroep of bedrijf of tegen vergoeding.
Artikel 2
Bijlage 1 wordt vervangen door bijlage 1, behorende bij deze verordening.
Artikel 3
Aan artikel 1.1 “Begripsomschrijvingen” worden de volgende omschrijvingen toegevoegd:
havendienst:
het personeel, in dienst van Stadshavens Medemblik BV en/of Stichting Jachthaven Medemblik;
riviercruiseschip:
een vaartuig dat is ingericht en hoofdzakelijk wordt gebruikt voor het bedrijfsmatig vervoer van meer dan 50 personen, de bemanning daaronder niet begrepen, welke Medemblik aandoet als onderdeel van een cruise. Bedrijfsmatig vervoer wil zeggen in uitoefening van een beroep of bedrijf of tegen vergoeding;
hospitaalschip:
een vaartuig dat is ingericht en bestemd als hospitaal of verpleeginrichting, varend onder Nederlandse vlag en/of afkomstig van een in Nederland gevestigde rederij.
Artikel 4
Sub a van artikel 1.6 “Weigerings-, wijzigings- en intrekkingsgronden” komt als volgt te luiden:
a.dit in het belang van de orde, de veiligheid en het milieu in of in de omgeving van de haven noodzakelijk is;
Artikel 5
Artikel 1.9 “Aanwijzing havenmeester” komt te vervallen.
Artikel 6
Artikel 1.10 “Nadere regels” komt te vervallen.
Artikel 7
Artikel 3.2 “Ligplaatsenoverzicht” komt te vervallen en in de plaats daarvan komt een nieuw artikel 3.2, dat als volgt komt te luiden:
Artikel 3.2 Riviercruise- en hospitaalschepen
  • 1.
    Hospitaalschepen mogen afmeren in het oostelijk deel van de Oosterhaven, nabij het havenhoofd;
  • 2.
    Riviercruiseschepen mogen alleen afmeren aan de IJsselmeersteiger.
  • 3.
    In afwijking van het bepaalde in het tweede lid mag maximaal één riviercruiseschip afmeren in het oostelijk deel van de Oosterhaven, nabij het havenhoofd:
    • a.
      bij een windkracht vanaf 6 Beaufort (volgens weersverwachting KNMI-maritiem district IJsselmeer) met windrichtingen vanuit het noorden tot het oosten of
    • b.
      bij een windkracht vanaf 9 Beaufort (volgens weersverwachting KNMI-maritiem district IJsselmeer) vanuit alle richtingen.
Artikel 8
Artikel 3.3 “Verbod nemen ligplaats” komt als volgt te luiden:
Het is verboden een schip ligplaats te doen nemen of zich met een schip te bevinden op een plaats die daartoe niet bestemd is.
Artikel 9
De leden 2 en 3 van artikel 3.10 “Roering bodem” komen als volgt te luiden:
  • 2.
    Het is verboden in de haven met een beugel, een haak, een dreg, een magneet of met duikmateriaal naar voorwerpen te zoeken, tenzij zeker is gesteld dat het zoeken geen schade toebrengt aan de in de onderwaterbodem aangebrachte leidingen, kabels, duikers of oever- of kadeverdedigingswerken en het voornemen daartoe, overeenkomstig het derde lid, aan de havendienst is gemeld.
  • 3.
    De melding als bedoeld in het tweede lid, vindt plaats per telefoon, per marifoon op het daarvoor bestemde kanaal, per fax of per email.
Artikel 10
Artikel 3.13 “Hond aan boord” komt te vervallen.
Artikel 11
De leden 1 en 2 van artikel 3.14 “Melding bedrijfsstoring, gebrek of schade” komen als volgt te luiden:
  • 1.
    Bedrijfsstoringen, gebreken of schaden aan of aan boord van een schip die gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken aan het schip of de omgeving, worden direct aan de havendienst gemeld.
  • 2.
    De schipper van een schip is verplicht bij het veroorzaken van schade in de haven, ongeacht de vorm en omvang, dit direct te melden bij de havendienst.
Artikel 12
Artikel 3.17 “Aanwijzen gebieden” komt als volgt te luiden:
Het college kan gebieden aanwijzen waar schepen zich alleen mogen bevinden onder door het college nader te bepalen voorwaarden.
Artikel 13
Lid 2 van artikel 4.2 “Woon- en nachtverblijf anders dan op een woonschip” komt als volgt te luiden:
1.Het in het eerste lid gestelde verbod is niet van toepassing in het geval het verblijf betreft op charterschepen, passagiersschepen, hospitaalschepen, riviercruiseschepen en vissersschepen, die daadwerkelijk als zodanig worden gebruikt.
Artikel 14
Sub a van artikel 5.4 “Melding en verwijdering van te water geraakte stoffen of voorwerpen” komt als volgt te luiden:
a.daarvan onmiddellijk kennis wordt gegeven aan de havendienst; en
Artikel 15
Artikel 5.7 “Deugdelijk afmeren” komt te vervallen.
Artikel 16
Lid 1 van artikel 5.10 “Gebruik van ankers” komt als volgt te luiden:
1.Het is verboden een anker te gebruiken, tenzij dit geschiedt door een drijvende kraan, waarbij zeker is gesteld dat gebruik van een anker geen schade toebrengt aan de in de onderwaterbodem aangebrachte leidingen, kabels, duikers of oever- of kadeverdedigingswerken en het voornemen daartoe overeenkomstig het tweede lid aan de havendienst is gemeld.
Artikel 17
Artikel 5.14 “Openen en sluiten sluisdeuren en schuiven” komt als volgt te luiden:
Het is een ieder, met uitzondering van de havendienst, verboden een brug, een sluisdeur of de daarbij behorende schuif dan wel schuiven van afzonderlijke duikers te openen of te sluiten.
Artikel 18
Lid 1 van artikel 6.1 “Aanwijzingen” komt als volgt te luiden:
1.Het college kan mondeling of schriftelijk aanwijzingen geven in het belang van de orde en veiligheid in de haven, ter regeling van het scheepvaartverkeer, en ter voorkoming van gevaar, schade of hinder.
Artikel 19
Artikel 6.3 “Toezichthoudende ambtenaren” komt als volgt te luiden:
Met het toezicht op de naleving van het bij of krachtens deze verordening bepaalde zijn belast de havendienst en door het college aangewezen personen.
Artikel 20
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 2.
    Deze verordening wordt aangehaald als: Eerste wijziging Havenbeheersverordening Medemblik 2014.
 
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 10 september 2015
De raad van de gemeente Medemblik,
De griffier, De voorzitter,
A.Reus F.R. Streng
Naar boven