Gemeente Goeree-Overflakkee - Beleidsregels terugvordering Participatiewet Goeree-Overflakkee
 
 
Burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee, overwegende dat op grond van de Handhavingsverordening sociale regelingen gemeente Goeree-Overflakkee 2015 invulling gegeven moet worden aan de bevoegdheid tot herziening, terugvordering en verhaal van kosten van bijstand;gelet op de Participatiewet, de Ioaw en de Ioaz;
b e s l u i t e n :
vast te stellen de Beleidsregels terugvordering Participatiewet Goeree-Overflakkee
Artikel 1. Terugvordering
Burgemeester en wethouders maken gebruik van haar bevoegdheid om over te gaan tot terugvordering van de kosten van bijstand als bedoeld in artikel 58 lid 2 en artikel 59 van de Participatiewet.
Artikel 2. Geheel of gedeeltelijk afzien van terug- en invordering
Van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 1 wordt geheel of gedeeltelijk afgezien, indien:
  • a.
    het totaal terug te vorderen bedrag lager is dan € 50, tenzij verrekening op grond van artikel 58 lid 4 Participatiewet mogelijk is;
  • b.
    daardoor gevaar voor de gezondheid of het leven van één of meerdere schuldenaren ontstaat;
  • c.
    de gemeente gedurende vijf jaren geen betalingen heeft ontvangen van een belanghebbende en niet aannemelijk is dat hij nog zal gaan betalen.
Artikel 3. Schuldregeling
  • 1.
    Burgemeester en wethouders werken in beginsel mee aan een schuldregeling, indien het schuldhulpverleningstraject door de gemeente of een door de gemeente aangestelde instantie wordt begeleid.
  • 2.
    In het kader van een schuldregeling kan het college gedeeltelijk van terugvordering afzien, of een schuldrestant kwijtschelden. Daarvoor moet aan alle drie de volgende eisen zijn voldaan:
    • a.
      Redelijkerwijs is te voorzien dat de belanghebbende niet zal kunnen voortgaan met het betalen van zijn schulden. Als de belanghebbende nog voldoende betalingscapaciteit heeft om via een afbetalingsregeling zijn schulden volledig af te lossen, is een deel van de vordering kwijtschelden niet aan de orde. Het college zal dan niet meewerken;
    • b.
      Zonder medewerking van het college komt geen schuldregeling met de overige schuldeisers tot stand. Als met alle schuldeisers al een akkoord kan worden getroffen zonder dat de gemeente meedoet, hoeven burgemeester en wethouders geen medewerking te verlenen, tenzij hierdoor het schuldenprobleem niet opgelost wordt;
    • c.
      De vordering van de gemeente zal tenminste worden voldaan naar evenredigheid met de vorderingen van de schuldeisers van gelijke rang. De gemeentelijke vordering heeft op grond van de wet een rangorde. Zij is bevoorrecht boven de meeste schulden en lager in rang dan enkele andere. Voorwaarde voor de regeling is dat de gemeente niet wordt benadeeld ten opzichte van de andere schuldeisers met een vordering van gelijke rang.
  • 1.
    Geen medewerking wordt verleend aan een dergelijke schuldregeling als de uitkering is teruggevorderd wegens fraude.
Artikel 4. 3 jaar aflossing
Als de belanghebbende gedurende een onafgebroken periode van 3 jaar volledig aan zijn verplichtingen voldaan heeft en zijn besteedbaar inkomen daardoor gedurende deze periode beneden het toepasselijke bijstandsniveau ligt, kunnen burgemeester en wethouders de rest van de vordering kwijtschelden. Hetzelfde geldt, indien de belanghebbende in deze periode niet altijd trouw heeft afgelost, maar de achterstanden, vermeerderd met opgeëiste wettelijke rente en invorderingskosten, heeft ingelopen.
Artikel 5. Afkoop
Burgemeester en wethouders kunnen besluiten tot het aangaan van een afkoopovereenkomst als een belanghebbende aanbiedt om 50 % van de nog niet afbetaalde vordering ineens te betalen.
De gedeeltelijke kwijtschelding en de voorwaarden daarvoor worden in een beschikking vastgelegd. Deze beschikking treedt pas in werking op het moment dat de afkoop daadwerkelijk tot stand is gekomen. Zij kan worden ingetrokken of ten nadele van de belanghebbende gewijzigd indien hij het verschuldigde bedrag niet binnen drie maanden na de verzenddatum voldoet.
Artikel 7. Ouderenkorting en alleenstaande ouderenkorting
Degene die in een bepaald jaar de leeftijd van 65 jaar bereikt, heeft voor dat kalenderjaar recht op de ouderenkorting en eventueel de alleenstaande ouderenkorting. Vanaf de maand dat men de leeftijd van 65 jaar bereikt, wordt de (alleenstaande) ouderenkorting verloond met de AOW. De voorgaande periode van het betreffende jaar kan worden teruggevraagd van de fiscus. Deze belastingteruggaaf is een middel ingevolge de Participatiewet, maar wordt niet teruggevorderd.
Artikel 8. Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze beleidsregel treedt in werking op 1 januari 2015.
  • 2.
    De Beleidsregels terugvordering Wet werk en bijstand worden ingetrokken.
Artikel 9. Citeertitel
Deze beleidsregel wordt aangehaald als: Beleidsregels terugvordering Participatiewet Goeree-Overflakkee.
Aldus vastgesteld op 21 oktober 2014 door
burgemeester en wethouders van Goeree-Overflakkee,
Naar boven