Wijziging Re-integratieverordening Participatiewet Gemeente Drimmelen 2015
De raad van de gemeente Drimmelen;
 
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d.; 30 juni 2015
 
gelet op de Grondslagen van de wijzigingsverordening
  • Artikel 6 lid 2 Participatiewet;
  • Artikel 8a lid 1 aanhef en onderdelen a, c, d en e, Participatiewet;
  • Artikel 8a lid 2 Participatiewet;
  • Artikel 10b lid 4 Participatiewet;
  • Artikel 147 Gemeentewet.
overwegende dat het noodzakelijk is het aanbieden van re-integratievoorzieningen bij verordening te regelen;
Besluit:
 
Vast te stellen de Wijzigingsverordening Re-integratie Participatiewet gemeente Drimmelen 2015
Artikel I Wijziging Re-integratieverordening Participatiewet Gemeente Drimmelen 2015
De Re-integratieverordening Participatiewet Gemeente Drimmelen 2015 wordt als volgt gewijzigd:
A
Na artikel 4 lid 3 sub d. wordt een nieuw sub e ingevoegd luidende:
  • e.
    de terugvordering van teveel betaalde loonkostensubsidie
de daaropvolgende sub e tot en met g worden vernummerd tot f tot en met h.
B
Na artikel 2 wordt een nieuw artikel toegevoegd luidende:
Artikel 2a
Op subsidies die op grond van deze verordening worden verstrekt, zijn de bepalingen van de Algemene Subsidieverordening Gemeente Drimmelen 2007 niet van toepassing.
C
Artikel 15 No-riskpolis, tweede lid, komt te luiden:
 
  • 2.
    De no-riskpolis vergoedt bij ziekte van de in het eerste lid bedoelde werknemer een bedrag overeenkomstig artikel 29b van de Ziektewet;
D
Artikel 18, vaststelling loonwaarde, tweede lid, komt te luiden:
 
  • 2.
    Conform wat is vastgesteld door het Regionaal Werkbedrijf West-Brabant wordt voor de vaststelling van de loonwaarde gebruik gemaakt van de UWV-methodiek of de methodiek Talent 6.
Artikel II Slotbepalingen
A
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking en werkt terug tot en met 1 januari 2015.
B
Deze verordening wordt aangehaald als: Wijzigingsverordening Participatiewet Gemeente Drimmelen 2015
 
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 september 2015

de griffier,

M.J.N. Schuurbiers.

de voorzitter,

G.L.C.M. de Kok.

Toelichting Wijzigingsverordening Participatiewet Gemeente Drimmelen 2015
Algemene toelichting
Op 1 januari 2015 is de Participatiewet in werking getreden. De Participatiewet is de opvolger van de Wet werk en bijstand (WWB). Evenals in de WWB wordt in de Participatiewet de opdracht aan de gemeenteraad gegeven om een aantal onderdelen bij verordening te regelen. In de raadsvergadering van 18 december 2014 heeft de gemeenteraad de verschillende verordeningen in het kader van de Participatiewet vastgesteld.
 
Een van de verordeningen, die door de gemeenteraad is vastgesteld, betreft de Re-integratieverordening. Vanwege enkele ontwikkelingen die zich hebben voorgedaan nadat de verordening is vastgesteld, is het noodzakelijk hierin door middel van deze wijzigingsverordening enkele wijzigingen aan te brengen.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel I Wijziging Re-integratieverordening Participatiewet 2015
A
De verordening re-integratie is ingericht om voorzieningen te verstrekken. In hoofdstuk 4 van de verordening staat aangegeven wat de inhoud is van de instrumenten, die kunnen worden ingezet. In het voorliggende hoofdstuk in de verordening zijn in artikel 4 de algemene bepalingen opgenomen waaraan de ontvanger van de voorziening is gebonden. Hier is een voorwaarde extra opgenomen ten aanzien van een mogelijk ten onrechte verstrekte loonkosten subsidie aan de werkgever. Dit zou kunnen in situaties dat in tegenstelling tot eerdere afspraken de werknemer minder uren maakt. De loonkostensubsidie dient dan naar rato van het aantal daadwerkelijke ingezette uren te worden aangepast.
B
De Re-integratieverordening biedt het college de mogelijkheid om subsidies, zoals bijvoorbeeld een loonkostensubsidie, te verstrekken. In het algemeen is op subsidies de Algemene Subsidieverordening van toepassing. Hierin zijn onder andere bepalingen opgenomen over aanvraag- en vaststellingsprocedures van subsidies.
Vanwege het specifieke karakter van subsidies voor re-integratie in het kader van de Participatiewet is het niet wenselijk dat de bepalingen uit de Algemene Subsidieverordening van toepassing zijn. Om deze reden wordt een nieuw artikel 2a toegevoegd aan de Re-integratieverordening waarin is bepaald dat de Algemene Subsidieverordening niet van toepassing is. Voor zover subsidies worden verstrekt zijn de voorwaarden waaronder, opgenomen in de Re-integratieverordening Participatiewet Gemeente Drimmelen 2015 en de daarbij behorende nadere regels Re-integratie Participatiewet gemeente Drimmelen 2015.
C
In artikel 15 van de Re-integratieverordening zijn bepalingen opgenomen over de verstrekking van een no-riskpolis aan een werkgever die een dienstverband aangaat met een persoon die tot de doelgroep van de Participatiewet behoort. Hierbij was opgenomen dat de gemeente hiervoor een verzekering zou afsluiten met een verzekeraar.
In januari 2015 heeft de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afspraken gemaakt met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over een te verstrekken no-riskpolis. Hierbij is afgesproken dat gemeenten in het jaar 2015 de no-riskpolis via het UWV zullen laten lopen. Vanaf 2016 wil de wetgever wettelijk gaan regelen dat deze no-riskpolis via het UWV loopt.
Naast de afspraken die VNG en UWV hebben gemaakt over de no-riskpolis is van belang dat de enige particuliere verzekeraar die een no-riskpolis aanbiedt voor de doelgroep van de Participatiewet te kennen heeft gegeven zich van de markt terug te trekken. Gemeenten kunnen geen nieuwe no-riskpolissen meer inkopen bij deze verzekeraar.
Vanwege de bovenvermelde ontwikkelingen is het noodzakelijk artikel 15 van de Re-integratieverordening te wijzigen om zodoende aan te sluiten bij de afspraken die gemaakt zijn tussen VNG en UWV.
D
Met de invoering van de Participatiewet heeft de gemeente de mogelijkheid gekregen om aan een werkgever een structurele loonkostensubsidie te verlenen als hij een dienstverband aangaat met een persoon met een arbeidsbeperking die behoort tot de doelgroep van de Participatiewet. De hoogte van de te verlenen loonkostensubsidie wordt bepaald op basis van de loonwaarde van de werknemer. De loonkostensubsidie is bedoeld om het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimumloon te compenseren.
In het kader van de Participatiewet is aan gemeenten opgelegd om binnen de arbeidsmarktregio tot samenwerking te komen. Daartoe is binnen de arbeidsmarktregio een regionaal werkbedrijf gerealiseerd, waarin samenwerking tussen werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en gemeenten vormgegeven wordt. Binnen deze arbeidsmarktregio dient een eenduidige methode te worden toegepast van vaststelling van de loonwaarde. De loonwaardemethodiek die wordt toegepast dient een gevalideerde methode te zijn.
Voor het jaar 2015 zijn er landelijk negen loonwaardesystemen gevalideerd. Het Regionaal Werkbedrijf binnen de regio West-Brabant heeft er voor gekozen om voor het jaar 2015 gebruik te gaan maken van twee methoden, namelijk het systeem van het UWV en Talent 6 dat ontwikkeld is door WAVA/!GO. Per situatie wordt toepassing van een methode gekozen, wel met als uitgangspunt dat een werkgever binnen zijn bedrijf met maar één methode te maken krijgt.
 
Op het moment van vaststelling van de Re-integratieverordening was er nog niet bepaald welke loonwaardemethode toegepast zou worden. Enerzijds kon deze keuze nog niet gemaakt worden, omdat bij het opstellen van de Re-integratieverordening het validatieproces van de loonwaardemethoden niet was afgerond en anderzijds omdat er op dat moment nog geen formeel Regionaal Werkbedrijf was.
 
Met de wijziging van artikel 18, tweede lid, van de Re-integratieverordening wordt nu in de verordening vastgelegd dat de hierboven genoemde methoden van loonwaardevaststelling zullen worden toegepast.
Artikel II Slotbepalingen
A
In dit onderdeel wordt geregeld dat deze wijzigingsverordening de dag na bekendmaking in werking treedt. Het is echter van belang om de bepalingen terugwerkende kracht te geven tot 1 januari 2015, de datum van inwerkingtreding van de Participatiewet.
B
Dit onderdeel behoeft geen nadere toelichting.
Naar boven