Werkinstructie verdeling categorieën voor de maatwerkvoorziening Begeleiding
Dit document bevat de werkinstructie voor de verdeling categorieën voor de maatwerkvoorziening Begeleiding. De toegang tot begeleiding zal pas plaatsvinden nadat vastgesteld is tijdens het keukentafelgesprek dat er een maatwerkvoorziening Begeleiding noodzakelijk is (zie ook het stroomschema toegang tot maatwerkvoorziening). De werkinstructie fungeert dus niet als een werkinstructie
of begeleiding toegekend moet worden, maar als een werkinstructie
welke categorie van toepassing is. In een eerder stadium is al bepaald dat Begeleiding noodzakelijk geacht wordt.
De werkinstructie verdeling in categorieën voor de maatwerkvoorziening begeleiding bestaat uit verschillende items, in totaal 20, welke gescoord dienen te worden.
De items zijn deels gebaseerd op de resultaatgebieden uit de overeenkomst tussen dienstverleners en de Gemeente Breda en de zelfredzaamheidsmatrix. De items kunnen gescoord worden op slecht, matig en goed. Indien het item met slecht gescoord wordt, dient de generalist een inschatting te maken of de begeleiding welke geboden zal worden intensief zal zijn voor een periode langer dan drie maanden. De score van ieder item is verbonden aan punten wat hieraan toegekend is. Het totaal van de punten zal uiteindelijk bepalen of er sprake is van een lichte of middel indicatie. Een zware indicatie vindt plaats op basis van inschatting van de generalist, verhoudingsgewijs zijn dit een dusdanig klein aantal dat het aanvragen van een offerte meer doelmatig lijkt. Dit zal dan plaatsvinden op basis van inschatting van de generalist.
Bij het scoren van de items dienen onderstaande overwegingen in ogenschouw genomen te worden:
Eigen kracht: Cliënt beschikt over voldoende capaciteiten om de ervaren problemen betreffende de activiteit zelfstandig al dan niet met behulp van inschakelen sociaal netwerk op te lossen of voldoende te verminderen.
Voorliggende voorzieningen: Voorliggende voorzieningen (bv. Vrijwilligerswerk of MEE) zijn beschikbaar om de ervaren problemen betreffende de activiteit op te lossen of voldoende te verminderen. Eveneens dient gekeken te worden of de ervaren belemmeringen door voorliggende regelgeving al wordt opgelost of kan worden. Hierbij kan gedacht worden aan Persoonlijke Verzorging vanuit de Zorgverzekeringswet (2015).
Mantelzorg: Cliënt beschikt over voldoende mantelzorgers om de ervaren problemen betreffende de activiteit aan te pakken of voldoende te verminderen, zonder dat er sprake is van (potentiële) overbelasting van mantelzorger(s).
Indien één van bovenstaande opties tot de mogelijkheden behoort, dient het item met een goed gescoord te worden. Indien geen van bovenstaande mogelijk lijkt, is (tijdelijke) inzet van maatwerk noodzakelijk en zal geïndiceerd worden naar aanleiding van het verdere invullen van de werkinstructie.
|
|
|
|
|
Een medische aandoening die regelmatige behandeling vereist wordt niet behandeld. Matige beperkingen van activiteiten t.g.v. een lichamelijk gezondheidsprobleem.
|
Een medische aandoening wordt behandeld maar behandeltrouw is minimaal. De gezondheidsproblemen leiden tot een lichte beperking in mobiliteit en activiteit.
|
Er zijn geen directe of voortdurende medische problemen.
|
|
Aanhoudende geestelijke gezondheidsproblemen die het gedrag kunnen beïnvloeden, maar geen gevaar voor zichzelf of anderen. Moeilijkheden in het dagelijks functioneren door symptomen en/of geen behandeling.
|
Milde symptomen kunnen aanwezig zijn en/of enkele matige functioneringsmoeilijkheden door geestelijke problemen.
|
Symptomen zijn afwezig of zeldzaam.
|
1.Ondersteuning bij opbouwen sociaal netwerk
|
|
|
|
|
Gebrek aan noodzakelijke steun van familie/vrienden.
|
Enige steun van familie/vrienden. Probleem in onderhouden en/of handhaven van relaties.
|
|
|
Sprake van huiselijk geweld.
|
Leden uit het huishouden gaan niet goed met elkaar om. Potentieel huiselijk geweld.
|
Communicatie tussen leden van het huishouden is consistent en open.
|
2. Ondersteunen van de thuisadministratie
|
|
|
|
|
Geen inkomen en/of hoge groeiende schulden.
|
Komt met inkomsten aan basisbehoeften tegemoet en gepast uitgeven. Eventuele schulden zijn tenminste stabiel.
|
Inkomsten zijn ruim voldoende, goed financieel beheer.
|
|
Dakloos en/of nachtopvang.
|
In veilige, stabiele huisvesting maar slechts marginaal toereikend en/of onderhuur in niet autonome huisvesting.
|
Huishouden heeft veilige, toereikende huisvesting en regulier huurcontract of autonome woning.
|
|
Geen inzicht in (financiële) administratie. Post, rekeningen e.d. niet op orde
|
Beperkte inzicht in (financiële) administratie.
|
(financiële) Administratie is op orde.
|
3.Ondersteuning bij de arbeidsparticipatie dagbesteding
|
|
|
|
|
Geen dagbesteding, wat nadelige gevolgen voor cliënt zelf of omgeving met zich meebrengt.
|
Matige dagbesteding, wat redelijk nadelige gevolgen voor cliënt zelf of omgeving met zich meebrengt.
|
Voldoende en betekenisvolle dagbesteding.
|
Maatschappelijke participatie
|
Geen of negatieve maatschappelijke participatie.
|
Nauwelijks participerend in de maatschappij en/of gebrek aan vaardigheden om betrokken te raken.
|
Actief participerend in de maatschappij.
|
|
(Zeer) verstoorde dagstructuur. Dag- en nachtritme is verstoord, functioneren is zeer verstoord.
|
De dagstructuur is enkele keren per maand verstoord. Functioneren wordt hierdoor aangetast.
|
Geen beperkingen in dagstructuur of geen invloed op functioneren
|
4.Ondersteuning bij de zelfzorg
|
|
|
|
Activiteiten Dagelijks Leven.
|
Ernstige beperkingen op alle of bijna alle gebieden van zelfzorg en complexe activiteiten.
|
Voorziet in de meeste maar niet alle basisbehoeften van het dagelijks leven en de zelfzorg is op peil, maar een of meerdere complexe activiteiten worden niet uitgevoerd.
|
Geen problemen van deze aard en functioneert goed op alle gebieden.
|
|
Komt afspraken met (zorg)professionals niet na.
|
Heeft wisselvallig contact met (zorg)professionals. Komt niet altijd opdagen.
|
Komt altijd opdagen voor een afspraak en zegt deze tijdig af indien nodig.
|
|
Ziet er onverzorgd uit en draagt vieze kleding.
|
Ziet er matig verzorgd uit.
|
Is verzorgd en draagt schone kleding.
|
5.Persoonlijk functioneren, gezondheid en welzijn
|
|
|
|
|
(Zeer) regelmatig contact met politie en/of openstaande zaken bij justitie.
|
Incidenteel contact met politie en/of voorwaardelijke straf of- invrijheidstelling.
|
Geen contact met politie.
|
|
Voldoet aan criteria voor ernstig misbruik/ verslaving. Gebruik resulteert in ontwijkend of verwaarlozen van essentiële activiteiten van het dagelijks leven.
|
Gebruik binnen de laatste dertig dagen, maar geen sociale, werkgerelateerde, emotionele of fysieke problemen ten gevolge van het gebruik zichtbaar. Geen aantoonbaar voortdurend of gevaarlijk middelengebruik en/of goede behandeltrouw.
|
|
|
Niet in staat regie uit te voeren over dagelijkse bezigheden, neemt niet zelf besluiten en plant en voert taken niet zelf uit.
|
Laat de regie (groten)deels over aan derden. Neemt besluiten soms zelf, soms in overleg met derden.
|
In staat de regie te voeren over het dagelijks leven.
|
|
Kan aandoening niet accepteren, wat gevolgen heeft voor dagelijks handelen.
|
Kan aandoening niet accepteren, maar heeft weinig tot geen invloed op dagelijks handelen.
|
Kan aandoening accepteren.
|
|
Heeft geen ziekte-inzicht, wat gevolgen heeft voor dagelijks handelen.
|
Heeft beperkt ziekte-inzicht, wat beperkte gevolgen heeft voor het dagelijks handelen.
|
|
6. Mantelzorgondersteuning
|
|
|
|
|
Sprake van overbelasting.
|
Sprake van matige overbelasting of potentiële overbelasting .
|
Geen sprake van overbelasting.
|
|
Kan aandoening van zorgbehoevende niet accepteren en/of kan niet omgaan met de gevolgen hiervan met overbelasting tot gevolg.
|
Kan aandoening van zorgbehoevende niet accepteren en/of kan niet omgaan met de gevolgen hiervan met matige overbelasting of potentiële overbelasting tot gevolg.
|
Kan aandoening van zorgbehoevende accepteren en weet om te gaan met de gevolgen hiervan.
|
Alle items krijgen punten toegekend, behalve de eerste twee; lichamelijke gezondheid en geestelijke gezondheid. Deze items worden immers al in kaart gebracht gedurende het keukentafelgesprek en kunnen niet direct verbeterd of gestabiliseerd worden door begeleiding. Om de volledigheid van de zelfredzaamheidsmatrix te waarborgen en de mogelijkheid de matrix te integreren in de werkinstructie, zijn deze echter wel toegevoegd.
Een item goed gescoord is 0 punten, matig 5 punten, slecht 10 punten en slecht intensief 15 punten.
In het uiterste geval scoort een cliënt 235 punten.
<70 punten= lichte indicatie
>70 punten= middel indicatie
Zware indicatie vindt plaats op offerte.
Belangrijk is dat de score die volgt uit de werkinstructie geen ‘hard’ cijfer is. De expertise van de generalist blijft doorslaggevend.
Voor alle belanghebbende, waaronder cliënt, dienstverlener en gemeente is het relevant de vooruitgang of achteruitgang van de cliënt betreffende de resultaatgebieden te monitoren. Verandering van een middel naar een lichte indicatie, of andersom, zou hiervan het gevolg kunnen zijn. Hierom is van belang dat alle belanghebbenden tijdig veranderingen in de situatie aangeven.
Daarnaast is het van belang, gezien het voor het eerst is dat dit instrument toegepast wordt, de vorderingen sowieso bij te houden. Open communicatie tussen zorgaanbieders en de Gemeente Breda is hierbij van groot belang. Een gevolg hiervan zou bijvoorbeeld kunnen zijn dat de puntengrens of tarieven bijgesteld gaan worden.
Onderbouwing keuzes en aanbevelingen
Opbouw werkinstructie
: De werkinstructie bestaat uit een combinatie van de zelfredzaamheidsmatrix en eigengemaakte items gebaseerd op de resultaatgebieden. De resultaatgebieden vormen de leidraad. Hier is voor gekozen, omdat de resultaatgebieden de afspraken zijn tussen gemeenten en dienstverleners. Door de huidige situatie van de cliënt aan de resultaatgebieden te spiegelen is een startpunt mogelijk, welke te koppelen is aan een budgetverstrekking (licht/middel/zwaar). De zelfredzaamheidsmatrix zal (hoogstwaarschijnlijk) een belangrijk instrument/tool gaan worden voor de generalisten. Door de zelfredzaamheidsmatrix, in verkorte vorm, al toe te passen in de werkinstructie worden dit geïntegreerd. Het indicatieprotocol van het CIZ lijkt niet toepasbaar en bruikbaar in de huidige situatie, de criteria lijken hiervoor te globaal.
2 uitkomsten (licht/middel) in plaats van 3 ( zwaar):
Naar aanleiding van de gegevens van het CIZ en Vektis betreffende het cliëntenbestand en onderverdeeld in licht/middel/zwaar bleek dat een groot gedeelte van de zorg voor ‘zware’ cliënten palliatieve zorg betreft (8 op de 9). Deze cliënten zullen zorg gaan ontvangen vanuit de Zorgverzekeringswet. Gezien het volledige ‘zware’ cliëntenbestand 25 is, is het toekennen van een zware indicatie aan palliatieve cliënten te verantwoorden. Er blijft een verwaarloosbaar cliëntenbestand over, welke het best door het beoordelingsvermogen van de generalist bepaald kan worden. Daarnaast is het praktisch meer haalbaar een werkinstructie in te richten, die tot twee keuzes leidt.
Bijlage V Richtlijn werkzaamheden huishoudelijke verzorging bij persoonsgebonden budget
Het persoonsgebonden budget voor huishoudelijke verzorging wordt niet geïndiceerd op basis van de noodzakelijke uren en minuten maar op basis van het beoogde resultaat. In deze bijlage is de opbouw van de werkzaamheden opgenomen ter illustratie van de werkzaamheden die hieronder vallen.
Voor de huishoudelijke verzorging is een indeling in activiteiten te maken
Huishoudelijke verzorging
|
|
|
|
Huishoudelijke werkzaamheden
|
|
|
|
|
|
|
|
Huishoudelijke spullen in orde houden
|
Organisatie van het huishouden
|
Anderen helpen in huis met zelfverzorging
|
|
Anderen helpen in huis bij bereiden maaltijd
|
|
Dagelijkse organisatie van het huishouden
|
|
Hulp bij ontregelde huishouding i.v.m. psychische stoornis
|
Advies, instructie, voorlichting
|
|
Naast de indeling in activiteiten is er ook een tijdnormering huishoudelijke verzorging.
De tijdnormering is indicatief. Er moet altijd een individuele afweging gemaakt worden. Als er reden is om af te wijken van de normering kan dat, mits onderbouwd, altijd.
HV alleenstaande (seniorenwoning/flat)
|
|
|
|
|
Boodschappen doen voor het dagelijks leven
Licht huishoudelijk werk (kamers opruimen etc.)
Zwaar huishoudelijk werk (huis schoonmaken, stofzuigen, wc/badkamer reinigen etc.)
De was doen (kleding/linnengoed wassen)
Huishoudelijke spullen in orde houden
|
|
|
Veel voorkomende combinaties
|
|
|
|
Brood (7x) licht zwaar was
|
|
|
HV alleenstaande (eengezinswoning)
|
|
|
|
|
Boodschappen doen voor het dagelijks leven
Licht huishoudelijk werk (kamers opruimen etc.)
Zwaar huishoudelijk werk (huis schoonmaken, stofzuigen, wc/badkamer reinigen etc.)
De was doen (kleding/linnengoed wassen)
Huishoudelijke spullen in orde houden
|
|
|
Veel voorkomende combinaties
|
|
|
|
Brood (7x) licht zwaar was
|
|
|
HV twee- of meerpersoonshuishouden (woonsituatie niet van belang)
|
|
|
|
|
Boodschappen doen voor het dagelijks leven
Licht huishoudelijk werk (kamers opruimen etc.)
Zwaar huishoudelijk werk (huis schoonmaken, stofzuigen, wc/badkamer reinigen etc.)
De was doen (kleding/linnengoed wassen)
Huishoudelijke spullen in orde houden
|
|
|
Veel voorkomende combinaties
|
|
|
|
Brood (7x) licht zwaar was
|
|
|
‘evt. ’ houdt in, dat extra tijd geïndiceerd kan worden bij grotere leefeenheden, aanwezigheid kleine kinderen, extra bewassing, etc.
HV overige activiteiten alleenstaande/twee- of meerpersoonsleefeenheden
|
|
|
|
|
Anderen helpen in huis met zelfverzorging
Anderen helpen in huis bij bereiden maaltijd
Dagelijkse organisatie van het huishouden
Advies, instructie, voorlichting *
|
30 p keer (max 3 keer p week, 6 weken)
|
|
* Als het gaat om het aanleren van het huishouden, dan geen tijd indiceren, maar aan te leren activiteiten indiceren in tijd en aangeven dat het om aanleren van die activiteiten gaat.
Bij de bepaling van de omvang van de indicatie worden de onderstaande normen gehanteerd.
- a.
De tijd waarmee de huishoudelijke verzorging wordt geïndiceerd is noodzakelijk en niet meer dan nodig om verantwoorde huishoudelijke zorg (op het gebied van hygiëne, voeding en dergelijke) te bieden in de directe leefruimten van de verzekerde.
- b.
De normtijden zijn gebaseerd op ‘normale’ huishoudens. Als er sprake is van bijvoorbeeld medische of praktische problematiek bij de verzekerde en/of zijn huishouden, zoals dieet, (ernstige) vervuiling van het huis, incontinentie, speekselvloed, overmatige transpiratie, allergie, COPD en dergelijke, wordt aanvullend op de basisminuten extra tijd berekend.
- c.
Het is niet mogelijk om extra tijd te berekenen vanwege de persoonlijke voorkeur van de cliënt zonder dat daar een noodzaak voor is.
Factoren meer/ minder huishoudelijke hulp:
Activiteiten: Boodschappenlijst samenstellen
Boodschappen inkopen en opslaan - wekelijks
Factoren meer/minder hulp
Als het gezin/leefeenheid bestaat uit meer dan 4 personen, en/of er zijn kinderen jonger dan 12 jaar, dan kan er een indicatie gesteld worden voor twee keer per week boodschappen; 30 minuten, wanneer de afstand tot de winkels groot is.
1.2 1.3 Broodmaaltijd bereiden en warme maaltijd bereiden
Activiteiten: Broodmaaltijd klaarzetten
Afwassen (machine – handmatig)
Eten bereiden - voorbereiden
Opslaan en beheer levensmiddelenvoorraad
Factoren meer/ minder hulp
Aanwezigheid kinderen jonger dan 12 jaar: 20 minuten per keer.
1.4 Licht huishoudelijk werk
Activiteiten: Afwassen, als er geen indicatie is voor maaltijdvoorbereiding, handmatig 15-30 min per keer
Machine in- en uitruimen: 10 minuten per keer
Opruimen: totaal dagelijkse beurt interieur is afhankelijk van de grootte van de woning en de specifieke kenmerken van het gezin/leefeenheid: 15 tot 40 minuten per keer.
Factoren meer/ minder hulp
- -
Persoonsgebonden problematiek/ communicatieproblemen
- -
Aantal kinderen onder de 12 jaar
- -
Huisdieren (bij allergie eerst sanering)
- -
Allergie voor huisstofmijt, COPD: in gesaneerde woning
- -
Ernstige beperkingen in gebruik van armen en handen
- -
Alleen de kamers die in gebruik zijn, worden schoongehouden. Voor een cliënt zonder kinderen max.
20 minuten per keer, voor een cliënt met kinderen jonger dan 12 jaar maximaal 30 minuten per keer
Frequentie: in principe maximaal 3 maal per week 20-30 minuten
1.5 Zwaar huishoudelijk werk
De hoeveelheid ondersteuning is meer afhankelijk van de grootte en inrichting van de woning, dan van de aanwezigheid van een extra persoon.
Schrobben, dweilen, soppen: sanitair en keuken
Beden opmaken/ verschonen
Opruimen huishoudelijk afval
Hier worden de wekelijkse activiteiten bedoeld.
Factoren meer/ minder hulp:
In grote woningen met veel bewoners, meer vervuiling, COPD-problematiek (na sanering) of aanwezigheid van jonge kinderen kan extra zorg worden geïndiceerd.
Activiteiten: Kleding en linnengoed sorteren en wassen in wasmachine
Centrifugeren, ophangen, afhalen.
Was drogen in droogmachine
Vouwen, strijken (alleen bovenkleding), opbergen
Ophangen, afhalen wasgoed.
Factoren meer/minder hulp:
- -
Aantal kinderen jonger dan 16 jaar: 30 minuten per kind per week
- -
Bedlegerige patiënten: 30 minuten
- -
extra wassen i.v.m. overmatige transpiratie, incontinentie, speekselverlies enz.: 30 minuten
Frequentie: eenmaal per week, huishoudens met kleine kinderen maximaal 3 keer per week.
2.1 en 2.2 Opvang en/of verzorging van kinderen/volwassen huisgenoten (anderen helpen met zelfverzorging) en anderen helpen bij het bereiden van maaltijden
Activiteiten: Wassen en aankleden
Hulp bij eten en/of drinken
Factoren meer/minder hulp:
- -
- -
- -
Gezondheidssituatie/ functioneren kinderen/huisgenoten
- -
Aanwezigheid gedragsproblematiek
- -
Samenvallende activiteiten
De indicatie is afhankelijk van de situatie, indien kinderen jonger zijn dan 6 jaar gecombineerd met HV-activiteiten tot maximaal 40 uur per week.
2.3 Dagelijkse organisatie van het huishouden
Activiteiten: Administratieve werkzaamheden t.b.v. de cliënt (alleen in combinatie met andere
huishoudelijke activiteiten, valt bij beperkt regelvermogen onder ondersteunende
Organisatie huishoudelijke activiteiten
Plannen en beheren van middelen m.b.t. het huishouden
Factoren meer/minder hulp:
- -
- -
Aantal huisgenoten, vooral kinderen jonger dan 16
- -
(Psychosociale) problematiek bij meerdere gezinsleden
Frequentie: 1 keer per week.
3.1 Advies, instructie, voorlichting, gericht op het huishouden
Activiteiten: Instructie omgaan met hulpmiddelen
Instructie licht huishoudelijk werk
Instructie textielverzorging
Factoren meer/minder hulp:
Frequentie: 3 keer per week maximaal 6 weken