Besluit tot tweede wijziging van de Nadere regels maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Gemert-Bakel2015
 
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Gemert-Bakel
Gelet op artikel 9.2 van de Verordening maatschappelijke ondersteuning Peelgemeente Gemert-Bakel 2015
B e s l u i t :
Vast te stellen het volgende Besluit tot tweede wijziging van de nadere regels
Artikel I
Het bepaalde in artike l 2.1 wordt als volgt gewijzigd
Artikel 2.1 Maatwerkvoorziening en HO en Primaire levensbehoeften in de vorm van zorg in natura
De maatwerkvoorziening die de gemeente kan verstrekken als huishoudelijke ondersteuning in de vorm van zorg in natura bestaat uit:
huishoudelijke ondersteuning basis (HO Basis):
het ondersteunen bij en het overnemen van activiteiten op het gebied van het verzorgen van het huishouden van een persoon, dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort; of
huishoudelijke ondersteuning plus (HO ):
het ondersteunen bij, het overnemen van activiteiten en het voeren van regie op het gebied van het verzorgen van het huishouden van een persoon, dan wel van de leefeenheid waartoe een persoon behoort.
Huishoudelijke ondersteuning basis heeft als resultaat een schoon en leefbaar huis en kan bestaan uit de volgende taken:
licht huishoudelijk werk, te weten stoffen en opruimen;
zwaar huishoudelijk werk, te weten dweilen, stofzuigen, bedden verschonen, reiniging sanitair, reiniging keuken en ramen zemen;
de was doen, te weten in- en uitruimen wasmachine en/of droger, was ophangen en was opruimen;
strijken en/of opvouwen van kleding.
De taken, zoals beschreven onder lid 2, worden uitgevoerd in de leefvertrekken van het woonhuis die daadwerkelijk frequent worden gebruikt en omvatten werkzaamheden die algemeen gebruikelijk zijn.
De maatwerkvoorziening Primaire levensbehoeften kan bestaan uit het voorzien van de dagelijks benodigde hoeveelheid voedsel voor maaltijden en andere momenten waarop iets genuttigd wordt, evenals toiletartikelen en schoonmaakartikelen. Ook de noodzakelijke bereiding van maaltijden kan hieronder vallen. De voorziening kan bestaan uit de volgende taken:
het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen; en /of
het bereiden en neerzetten van maaltijden.
Artikel II
Het bepaalde in artikel 4.4 wordt als volgt gewijzigd
Artikel 4.4 Pgb voor HO en Primaire levensbehoeften
Huishoudelijke ondersteuning in de vorm van een pgb wordt uitgedrukt in de geindiceerde tijd per week.
De hoogte van het pgb voor huishoudelijke ondersteuning bedraagt per uur: 125% van de Wet minimumloon voor 23 jaar en ouder inclusief vakantiegeld/-uren op basis van een 36-urige werkweek.
Eenmaal per jaar, per 1 januari, vindt aanpassing (indexatie) plaats van het in lid 2 genoemde bedrag conform het bepaalde daartoe in de Wet minimumloon.
Bij de vaststelling van het pgb zoals beschreven in de voorgaande leden, wordt artikel 5.1, tweede lid, van de verordening in acht genomen. Het pgb bedraagt in totaal maximaal het bedrag dat het college zou hebben betaald aan de aanbieder indien de ho zou zijn verstrekt in de vorm van zorg in natura. Dit betekent dat het college, voor wat betreft de bepaling van de totale maximale omvang van het pgb, met inachtneming van artikel 2.1 van deze nadere regels, bepaalt of aan de cliënt, in geval van zorg in natura, HO Basis dan wel HO zou zijn verstrekt.
De hoogte van het pgb voor Primaire levensbehoeften bedraagt:
voor wat betreft het bereiden en neerzetten van maaltijden een bedrag van € 7,50 per keer; en
voor wat betreft het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen, een bedrag dat aansluit bij de goedkoopst adequate oplossing.
Het bepaalde in artikel 2.1, leden 2 tot en met 4, is onverkort van toepassing ingeval van verstrekking van een pgb.
Artikel III
Het Besluit tot wijziging treedt in werking de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2015 .
Aldus vastgesteld op 25 augustus 2015
het college van burgemeester en wethouders,
de loco-secretaris, de burgemeester,
A.A. van de Voort Drs. J. van Zomeren
Wijziging toelichting
Artikel 2.1 Maatwerkvoorziening en HO en Primaire levensbehoeften in de vorm van zorg in natura
Wat voorheen in de gemeente hulp bij het huishouden werd genoemd, heet nu huishoudelijke ondersteuning (HO). Daarbij wordt, ingevolge lid 1, een onderscheid gemaakt tussen HO Basis en HO .
Het verschil tussen HO Basis en HO betreft regievoering: mensen komen in aanmerking voor HO indien geconstateerd is dat mensen (incl. eventuele partner) de regie niet kunnen voeren. Het verschil tussen HO Basis en HO betreft dus niet de omvang van het schoonmaken door de aanbieder.
Regievoering door de aanbieder gaat over het (over)nemen van verantwoordelijkheid en initiatief. De verantwoordelijkheid om bijvoorbeeld een blik in de koelkast te werpen of producten staan te bederven. Regievoering gaat ook over prioriteiten (kunnen) stellen inzake hetgeen schoongemaakt moet worden. Maar regievoering gaat ook over een klant een instructie kunnen geven over de huishoudelijke taken die de klant zelf kan verrichten.
In het tweede lid wordt de nieuwe manier van indiceren benoemd: niet langer indiceren op basis van uren en taken maar op basis van resultaat: schoon en leefbaar huis. Om dat resultaat te bereiken dienen taken te worden uitgevoerd zoals omschreven in het tweede lid. Het tweede lid betreft een zogenaamde kan-bepaling. Dit betekent dat, afhankelijk van de individuele situatie van de cliënt, één, meerdere of alle taken, worden ingezet.
In het derde lid wordt een duidelijke restrictie gegeven als het gaat om huishoudelijke ondersteuning zoals die in de vorm van een maatwerkvoorziening kan worden ingezet. Huishoudelijke ondersteuning gaat over inzet die algemeen gebruikelijk en wordt gerelateerd aan de woon- en leefvertrekken (incl. sanitair) die daadwerkelijk en frequent in gebruik zijn. Een berging of een zolder die louter dient als opslag en dus niet gebruikt wordt als leefvertrek behoeft niet te worden schoongemaakt. Dit geldt bijvoorbeeld ook voor een slaapvertrek dat feitelijk niet of nauwelijks in gebruik is. Het gaat vervolgens ook om de “binnenkant” van het huis. Onderhoud tuin, opruimen schuur, stoep vegen, ramen zemen aan de buitenkant valt hier dus niet onder. Bij de uit te voeren taken gaat het om de taken als algemeen gebruikelijk kunnen worden beschouwd. Het strijken van onderkleding of beddengoed wordt bijvoorbeeld niet als algemeen gebruikelijk beschouwd.
Voor de goede orde.
Bij de inzet van ho speelt zeer nadrukkelijk de vraag welke inzet de klant zelf dan wel zijn eigen netwerk kan plegen. Een klant die bijvoorbeeld niet alle zware huishoudelijke taken kan verrichten, kan wellicht wel zelf de lichte huishoudelijke taken verrichten en / of een deel van de zware taken (met behulp van een partner en / of mantelzorger).
Lid 4 gaat over de maatwerkvoorziening Primaire levensbehoeften die kan
bestaan uit de volgende taken:
het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen, en toiletartikelen; en /of
het bereiden en neerzetten van maaltijden.
De inzet van maatwerkvoorziening Primaire levensbehoeften is, met name vanwege de aanwezigheid van een algemene en algemeen gebruikelijke voorzieningen, beperkt aan de orde.
Artikel 4.4 Pgb voor HO en Primaire levensbehoeften
Ingevolge het eerste lid wordt de omvang van het pgb voor ho uitgedrukt in de benodigde tijd. Dit is dus anders dan bij ho in de vorm van zin (artikel 2.1 van de nadere regels): die zorg wordt uitgedrukt als een geheel (HO Basis danwel HO ) waarbij op voorhand door de gemeente geen omvang in uren wordt gesteld.
Voor wat betreft de hoogte van een pgb voor ho wordt ingevolge het tweede lid aansluiting gezocht bij de Wet minimumloon (Wml): het uurtarief bedraagt 125% van het Wml. Het uurtarief bedraagt altijd 125% van het Wml, ongeacht de vraag wie de zorg daadwerkelijk gaat verlenen: een zorgaanbieder, een particulier of iemand uit het sociaal netwerk van de betrokkene. Achterliggende gedachte hierbij is het gegeven dat 125% Wml heeft te gelden als een gangbaar / marktconform loon en het tarief dus toereikend mag worden geacht om ho in te kopen. Ho betreft immers ongeschoolde arbeid. Dit betekent overigens niet dat de burger geen duurdere zorg zou mogen / kunnen inkopen c.q. dat de gemeente een aanvraag pgb weigert indien de kosten van de door de burger beoogde inzet meer bedragen dan 125% Wml. Cliënten kunnen in die gevallen zelf bijbetalen.
Ten aanzien van particuliere inzet waaronder mede begrepen de inzet door iemand uit het sociaal netwerk dient te worden toegelicht dat in het proces van melding / aanvraag zoals beschreven in hoofdstuk 2 van de verordening altijd onderzocht wordt of een cliënt met behulp van gebruikelijke zorg, mantelzorg of hulp van andere personen uit zijn sociaal netwerk in staat is om (deels) tot een oplossing te komen anders dan de inzet van een maatwerkvoorziening Wmo. Indien die mogelijkheden er (deels) niet zijn (naast de toets aan andere criteria) wordt overgegaan tot de inzet van een maatwerkvoorziening waarbij de cliënt zijn voorkeur kan uitspreken voor een pgb. Bij de inzet van het pgb kan vervolgens iemand uit het sociaal netwerk worden betrokken om de diensten te leveren (tegen betaling). Dit lijkt op het eerste gezicht haaks te staan op de kantelingsgedachte c.q. de toets zoals die gemaakt is bij de melding / aanvraag als het gaat om de inzet van het sociaal netwerk. Indien een pgb wordt ingezet met behulp van iemand uit het netwerk is evenwel tijdens het proces van melding / aanvraag de conclusie geweest dat er geen ruimte is voor de betreffende person om op basis van vrijwilligheid de inzet te leveren. Denk hierbij bijvoorbeeld aan de situatie dat de betreffende persooon op basis van vrijwilligheid al dusdanige inzet levert, dat aanvullende vrijwillige inzet niet geleverd kan worden.
Dit speelt niet alleen in geval van huishoudelijke ondersteuning maar eveneens in geval van begeleiding (artikel 4.5), kortdurend verblijf (4.6) en beschermd wonen (4.7).
Als het gaat om een pgb voor Primaire levensbehoeften dan bedraagt voor wat betreft het bereiden en neerzetten van maaltijden een bedrag van € 7,50 per keer. Voor wat betreft het doen van boodschappen, voor wat betreft levensmiddelen, schoonmaakmiddelen en toiletartikelen wordt voor wat betreft de hoogte van het pgb aansluiting gezocht bij de goedkoopst adequate oplossing.
Dit laatste houdt verband met het feit dat deze taak, met name gelet op de inzet door de klant en zijn netwerk zelf en / of de aanwezigheid van een boodschappendienst normaliter niet aan de orde is. In die sporadische gevallen dat het wel aan de orde is, dient per casus (maatwerk) gekeken te worden naar de hoogte van het pgb waarbij in ieder geval het uitgangspunt is dat boodschappen geclusterd / 1 x per week worden gedaan.
Met de toevoeging van het bepaalde in lid 6 wordt onverkort aansluiting gezocht bij artikel 2.1. Zie in die zin ook de toelichting onder artikel 2.1.
Naar boven