Regeling vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard 2015
 
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard;
gelet op:
  • de Ambtenarenwet, artikel 160 van de Gemeentewet alsmede de artikelen 6:2:1 en 6:4 van de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling en Uitwerkingsovereenkomst (hierna CAR-UWO);
  • de instemming van de Bijzondere Ondernemingsraad van 30 oktober 2014;
  • de instemming van de Bijzondere Commissie voor Georganiseerd Overleg van 27 november 2014 ten aanzien van de lokaal vast te stellen feestdagen;
B E S L U I T :
vast te stellen de navolgende:
Regeling vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard 2015
Begrip s bepalingen
Artikel 1
  • a.
    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Krimpenerwaard.
  • b.
    medewerker: de ambtenaar in de zin van artikel 1:1, 1e lid, onder a van de CAR-UWO.
 
Duur vakantie
 
Artikel 2
De duur van de vakantie van de medewerker bedraagt 165,6 uren per kalenderjaar bij een volledige betrekking. Voor deeltijdwerkers geldt dit aantal uren naar rato.
Artikel 3
  • 1.
    De duur van de vakantie wordt bij het bereiken van een bepaalde leeftijd bij een volledige betrekking verhoogd, met inachtneming van de volgende tabel:
Leeftijd
Verhoging met
30 tot en met 39 jaar
07,2 uren
40 tot en met 44 jaar
14,4 uren
45 tot en met 49 jaar
21,6 uren
50 tot en met 54 jaar
28,8 uren
55 tot en met 59 jaar
36,0 uren
60 tot en met pensioengerechtigde leeftijd
43,2 uren
  • Voor deeltijdwerkers geldt de verhoging in uren naar rato.
  • 2.
    De verhoging van de vakantie gaat in met ingang van het kalenderjaar waarin de gestelde leeftijd wordt bereikt.
     
Aanvragen en verlenen vakantie
Artikel 4
  • 1.
    De medewerker vraagt tijdig vakantie aan bij de direct leidinggevende.
  • 2.
    Vakantie wordt verleend door de leidinggevende op verzoek van de medewerker.
  • 3.
    Bij de toekenning worden in eerste instantie het organisatie belang en vervolgens het belang van de medewerker meegewogen.
  • 4.
    De werkgever kan een medewerker verplichten vakantie op te nemen.
  • 5.
    De medewerker wordt in de gelegenheid gesteld vakantie op te nemen op officiële feestdagen, die met zijn geloof of culturele achtergrond samenhangen, niet zijnde de christelijke feestdagen.
     
Vrij overdraagbaar verlof
Artikel 5
De vrij overdraagbare vakantie naar een volgend kalenderjaar (volgens artikel 6:2:6 van de CAR-UWO) bedraagt 72 uren bij een volledige betrekking.
 
Overgangsbepaling
Artikel 6
  • 1.
    De medewerker die in het kalenderjaar 2014 bij één van de rechtsvoorgangers een hogere verlofaanspraak had dan de aanspraak op grond van deze regeling, maakt aanspraak een afbouwregeling.
    Het aantal af te bouwen uren is gelijk aan het verschil tussen het aantal verlofuren over het kalenderjaar 2014 (peildatum) bij de rechtsvoorganger en de aanspraak over het kalenderjaar 2015 op basis van deze regeling. Het verschil wordt als volgt afgebouwd:
    • .
      in het kalenderjaar 2015 100%
    • .
      in het kalenderjaar 2016 75%
    • .
      in het kalenderjaar 2017 50%
    • .
      in het kalenderjaar 2018 25%
  • Daarbij geldt dat de verlofaanspraak op basis van deze regeling, vermeerderd met de afbouw nooit meer kan zijn dan de verlofaanspraak uit 2014 (peildatum) bij de rechtsvoorganger.
  • 2.
    Op de bijlage bij deze regeling staan alle medewerkers met overgangsrecht vermeld inclusief de duur van de afbouw.
Kort verzuimverlof
Artikel 7
  • 1.
    Het college verleent de medewerker kort verzuimverlof met behoud van bezoldiging in de volgende situaties:
    • .
      Bij overlijden van echtgenoot of geregistreerd partner, ouders, pleegouders, stiefouders, schoonouders, kinderen, pleegkinderen, stief- en aangehuwde kinderen gedurende een aaneengesloten periode van vier werkdagen. Dit verlof wordt binnen zeven kalenderdagen opgenomen.
    • .
      Bij overlijden van bloed- of aanverwanten in de tweede graad gedurende één werkdag voor het bijwonen van de begrafenis. Als de medewerker belast is met het regelen van de begrafenis of (en) van de nalatenschap, dan wordt gedurende een periode van ten hoogste vier werkdagen verlof verleend. Dit verlof wordt binnen zeven kalenderdagen opgenomen.
       
Calamiteitenverlof
Artikel 8
  • 1.
    Bij onvoorziene omstandigheden (calamiteit) wordt de medewerker in staat gesteld snel te kunnen handelen.
  • 2.
    Het calamiteitenverlof duurt niet langer dan de calamiteit, doch maximaal 1 dag.
  • 3.
    Zodra de calamiteit voorbij is, eindigt het bezoldigd verlof.
     
Onvoorziene omstandigheden
Artikel 9
  • 1.
    Het college kan afwijken van deze regeling, indien onvoorziene omstandigheden daartoe aanleiding geven.
  • 2.
    Het toepassen van bijzondere omstandigheden wordt gemeld aan de Ondernemingsraad.
     
Intrekken oude regelingen
Artikel 10
Op de dag dat deze regeling in werking treedt, worden de volgende regelingen ingetrokken:
  • Regeling verlof gemeente Bergambacht 2005 vastgesteld op 13 december 2005;
  • Verlofprotocol gemeente Nederlek vastgesteld op 28 maart 2006;
  • Regeling vakantie en verlof gemeente Ouderkerk 2006 vastgesteld op 31 januari 2006;
  • Verlofregeling gemeente Schoonhoven 2006 vastgesteld op 29 september 2006;
  • Regeling vakantie en verlof gemeente Vlist 2006 vastgesteld op 6 december 2005;
  • Regeling vakantie en verlof K5-gemeenten 2007 vastgesteld op 12 juni 2007.
 
Citeertitel en ingangsdatum
Artikel 11
Deze regeling wordt aangehaald als "Regeling vakantie en verlof gemeente Krimpenerwaard 2015" en treedt in werking op de dag na publicatie en werkt terug tot en met 1 januari 2015.
 
 
Schoonhoven, 13 januari 2015
Burgemeester en wethouders van Krimpenerwaard,
de secretaris, mw. mr. M. Plantinga
de burgemeester, mr. T.P.J. Bruinsma
 
Naar boven