Artikel 6 Vervroegde periodiek
In afwijking van artikel 5, eerste lid, wordt het salaris van de ambtenaar, binnen de salarisschaal, die voor hem geldt,verhoogt tot het naast hogere bedrag, als zijn functioneren aanleiding geeft tot de verwachting dat hij binnen redelijke termijn in staat zal zijn om zijn betrekking volledig en naar behoren te vervullen
Bij de toepassing van dit artikel blijft het tijdstip waarop ingevolge lid 3 een salarisverhoging wordt toegekend ongewijzigd.
De bijzondere beloning in de vorm van een gratificatie, als bedoeld in artikel 15:1:28 van de CAR/UWObedraagt: € 100,=, € 250,=, € 500,=, € 750,=, dan wel € 1000,= netto.
Artikel 12 Persoonlijke toelage in verband met prestatie
1. Indien een ambtenaar een uitstekende individuele prestatie heeft geleverd, kan tijdelijk
Een persoonlijke toelage worden toegekend.
2. In het GO zal er nader overleg worden gevoerd over de nadere invulling van dit artikel.
Over de invulling en uitvoering van dit artikel zijn afspraken gemaakt in het
convenant bezoldigingsregeling.
Artikel 13 Persoonlijke toelage na bereiken maximum functionele schaal
1. Aan een ambtenaar die het maximum van de voor hem geldende schaal heeft bereikt, kan een persoonlijke toelage als bedoeld in artikel 3:7:8, lid 1, van de CAR/UWO worden toegekend.
2. In het GO zal er nader overleg worden gevoerd over de nadere invulling van dit artikel.
Over de invulling en uitvoering van dit artikel zijn afspraken gemaakt in het convenant
Artikel 15 Module-toelage
Een module is een samenstel van taken, zoals omschreven in de bij deze regeling behorende bijlage C: ‘modules’, dat aan het takenpakket van functiebeschrijving tijdelijk wordt toegevoegd en functieverzwarend is.
Aan de ambtenaar kan een module-toelage worden toegekend voor de duur van de toekenning van de module. In een beoordeling wordt aangegeven of de gronden waarop de toelage is gebaseerd nog aanwezig zijn.
De in het eerste lid bedoelde toelage, bedraagt 8% van het bruto maandsalaris.
Artikel 18 Waarnemingstoelage
Voor de ambtenaar wiens salaris hoger is dan schaal 11, bestaat eerst aanspraak op waarnemingstoelage, indien de waarneming in een aaneengesloten tijdvak van zes weken ten minste twintig volle werkdagen heeft geduurd.
Artikel 19 Bijzondere regeling
De artikelen 20, 21 en 23 gelden enkel voor medewerkers, die op grond van artikel 4:3 CAR
onder de bijzondere regeling vallen. De functies, die onder de bijzondere regeling vallen zijn
vastgelegd in bijlage X van de Regeling Werktijden en Verlof.
Artikel 20 Overwerkvergoeding
In afwijking van artikel 3:2:1 bestaat de overwerkvergoeding voor de ambtenaar van wie het salaris is bepaald op een bedrag voorkomende in schaal 11 of hoger van bijlage IIa van de CAR/UWO, of een van de bandbreedten 11 of hoger van tabel 1a, dan wel tabel 3 van bijlage A, van de Bezoldigingsregeling, en het overwerk niet tijdens een beschikbaarheidsdienst is uitgevoerd, enkel uit verlof gelijk aan het aantal volle uren van het overwerk.
Het door de ambtenaar opgenomen en/of op te nemen compensatieverlof, zoals bedoeld in artikel 4:1 van de CAR, wordt net als vakantieverlof gelijkgetrokken met arbeidstijd, indien er sprake is van overwerk. Met toepassing van het bovenstaande moet voldaan worden aan de bepalingen van artikel 3:2 en artikel 3:2:1 van de CAR/UWO en gelden dezelfde vergoedingsregels.
Artikel 21 Toelage onregelmatige dienst
De ambtenaar van wie de werktijd op grond van artikel 4:3 CAR/UWO eenzijdig wordt vastgesteld door het college en van wie het salaris is bepaald op een bedrag voorkomende in de schalen 1 tot en met 10 van bijlage IIa van de CAR/UWO, of een van de bandbreedten 1 t/m 10 van tabel 1a, dan wel tabel 3 van bijlage A, van de Bezoldigingsregeling, heeft overeenkomstig artikel 3:3 CAR/UWO recht op de toelage onregelmatige dienst
De in het eerste lid bedoelde toelage bedraagt per gewerkte tijd op:
|
maandag t/m vrijdag tussen 06.00 en 08.00 uur en tussen 18.00 en 22.00 uur
|
|
|
zaterdag tussen 06.00 en 22.00 uur
|
|
|
maandag t/m zaterdag tussen 00.00 en 06.00 uur en tussen 22.00 en 24.00 uur
|
|
|
zondagen en feestdagen, zoals bedoeld in artikel 4:5, derde lid CAR
|
|
van het salaris per uur, behorende bij periodieknummer 11 van schaal 6, zoals opgenomen in de bijlage IIa van de CAR, .
Onverminderd het bepaalde in het tweede lid onder a. wordt de toelage onregelmatige dienst slechts toegekend indien de arbeid is aangevangen vóór 07.00 uur, respectievelijk is beëindigd na 19.00 uur
Indien de in het tweede lid bedoelde arbeid wordt verricht volgens een regelmatig periodiek rooster kan de toelage maandelijks worden uitgekeerd, overeenkomstig de gemiddelde hoogte, over een jaar berekend.
Ingeval de ambtenaar wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te vervullen, wordt de in deze regeling vermelde vergoeding slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop die verhindering is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding, tenzij toepassing is gegeven aan het bepaalde in het vijfde lid.
Artikel 22 Toelage beschikbaarheidsdienst
Het college kent aan de ambtenaar aan wie de verplichting bedoeld in artikel 2:1B, tweede lid, onderdeel c, is opgelegd, een toelage toe. Geen toelage wordt toegekend indien uitdrukkelijk is bepaald dat bij de vaststelling van de bezoldiging met vorenbedoelde verplichting rekening is gehouden.
De ambtenaar die valt onder de standaardregeling en die aangewezen is voor het verrichten van beschikbaarheidsdiensten als bedoeld in artikel 2:1B, tweede lid, onderdeel c, heeft over de uren buiten het dagvenster dat hij daadwerkelijk arbeid verricht recht op een buitendagvenstervergoeding.
De buitendagvenstervergoeding wordt toegekend conform hetgeen is geregeld in artikel 3:8 van de CAR/UWO.
Aan de ambtenaar, aan wie de verplichting bedoeld in artikel 2:1B, lid 2, sub c van de CAR is opgelegd en ingevolge artikel 4:3 CAR/UWO een schriftelijke aanwijzing van burgemeester en wethouders zich volgens rooster bereikbaar en beschikbaar moet houden teneinde bij oproep arbeid te gaan verrichten, wordt een toelage toegekend.
De functies waar een toelage voor de in lid 1 en lid 4 bedoelde diensten geldt, zijn vastgelegd in de
Bijlage B van deze regeling. Voor de functie van ambtenaar rampenbestrijding geldt de toelage zoals vermeld in de piketdienstregeling Officier van Dienst Bevolkingszorg Nissewaard.
De in het eerste een vierde lid bedoelde toelage bedraagt per uur:
8% van het uurloon behorende bij het salaris genoemd achter periodieknummer 11 van schaal 3, zoals opgenomen in de bijlage IIa van de CAR, vermeerderd met;
16 2/3% van het aldus berekende bedrag, indien de beschikbaarheidsdienst wordt verricht op zaterdag tussen 00.00 en 24.00 uur;
c.66 2/3% van het aldus berekende bedrag, indien de bereikbaarheids- en beschikbaarheidsdienst
c.wordt verricht op zon- of feestdagen, zoals bedoeld in artikel 4:5, derde lid, CAR/UWO, tussen 00:00 en 24:00 uur.
Indien de in het eerste een vierde lid bedoelde diensten worden verricht volgens een regelmatig periodiek rooster kan de toelage maandelijks worden uitgekeerd, overeenkomstig de gemiddelde hoogte, over een jaar berekend.
De ambtenaar, die op grond van artikel 4:3 van de CAR, onder de bijzondere regeling valt, en tijdens de in het vierde lid bedoelde dienst, daadwerkelijk arbeid verricht, krijgt naast de toelage zoals bedoeld in het zesde lid een overwerkvergoeding. Deze overwerkvergoeding vindt dit plaats volgens artikel 3:2:1 CAR/UWO.
De ambtenaar, voor wie de bezwaren, verbonden aan het verrichten van de in het eerste lid bedoelde diensten, naar het oordeel van het college op andere wijze worden gecompenseerd of geacht worden in de bezoldiging te zijn verdisconteerd, komt niet in aanmerking voor de toelage in dit artikel omschreven.
De in lid 6 genoemde verdiscontering geldt voor de ambtenaar van wie het salaris is bepaald op een bedrag voorkomende in schaal 11 of hoger van bijlage IIa van de CAR/UWO, of een van de bandbreedten 11 of hoger van tabel 1a, dan wel tabel 3 van bijlage A, van de Bezoldigingsregeling.
Ingeval de ambtenaar wegens ziekte verhinderd is zijn betrekking te vervullen, wordt de in deze regeling vermelde vergoeding slechts geacht te behoren tot de bezoldiging tot een bedrag dat overeenkomt met hetgeen in de drie kalendermaanden, voorafgaande aan de datum waarop die verhindering is ontstaan, gemiddeld per maand is toegekend aan die vergoeding, tenzij toepassing is gegeven aan het bepaalde in het vierde lid.
Artikel 23 Verschuivingsvergoeding
Bij verschuiving op initiatief van de werkgever van vooraf vastgestelde en aan de medewerkers opgelegde werktijden, kan aanspraak bestaan op een verschuivingsvergoeding. Een verschuivingsvergoeding wordt toegekend, conform hetgeen is geregeld in artikel 3:4 en 3:4:1 van de CAR/UWO.
Van dienstbelang bij een verschuiving is sprake in alle gevallen, met uitzondering van de situatie dat de ambtenaar zelf om een verschuiving verzoekt. Een verschuiving op eigen verzoek is mogelijk, maar er is dan geen sprake van een verschuiving in het belang van de dienst en leidt derhalve niet tot een aanspraak op de verschuivingsvergoeding.
De ambtenaar van wie het salaris is bepaald op een bedrag voorkomende in schaal 11 of hoger van bijlage IIa van de CAR/UWO, of een van de bandbreedten 11 of hoger van tabel 1a, dan wel tabel 3 van bijlage A, van de Bezoldigingsregeling, kan geen aanspraak maken op de verschuivingsvergoeding.