Verordening tegenprestatie Participatiewet, Ioaw en Ioaz Someren 2015
De raad van de gemeente Someren;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders d.d. 9 juni 2015;
gelet op artikel 8a, eerste lid, onderdeel b, van de Participatiewet, artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW) en artikel 35, onderdeel d, van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)
 b e s l u i t : 
vast te stellen de Verordening tegenprestatie Participatiewet, IOAW en IOAZ Someren 2015 regelende de Tegenprestatie naar vermogen.
 
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
 
Artikel 1 Begrippen
In deze verordening wordt verstaan onder:
  • a.
    uitkeringsgerechtigde: een persoon die een gemeentelijke uitkering ontvangt;
  • b.
    gemeentelijke uitkering: een uitkering op grond van de Participatiewet, de IOAW of de IOAZ;
  • c.
    tegenprestatie: maatschappelijk nuttige werkzaamheden (onbeloond) die door het college aan een uitkeringsgerechtigde met een gemeentelijke uitkering kunnen worden opgelegd en die niet leiden tot verdringing op de arbeidsmarkt;
  • d.
    vrijwilligerswerk: werk dat in enig verband onverplicht en onbetaald wordt verricht, voor anderen of voor de samenleving;
  • e.
    mantelzorg: hulp ten behoeve van zelfredzaamheid, participatie, beschermd wonen, opvang, jeugdhulp, het opvoeden en opgroeien van jeugdigen en zorg en overige diensten als bedoeld in de Zorgverzekeringswet, die rechtstreeks voortvloeit uit een tussen personen bestaande sociale relatie en die niet wordt verleend in het kader van een hulpverlenend beroep.
Hoofdstuk 2 Beleid tegenprestatie
Artikel 2 Verslag over beleid
  • 1.
    Het college stelt ter nadere uitvoering van deze verordening een beleidsplan vast waarin kan worden vastgelegd hoe nadere invulling aan de tegenprestatie wordt gegeven.
  • 2.
    Het college zendt middels de reguliere verantwoordingsverslagen aan de gemeenteraad een verslag over de uitvoering en resultaten van het beleid ten aanzien van de tegenprestatie.
Hoofdstuk 3 Tegenprestatie naar vermogen
Artikel 3 Doel tegenprestatie
Doel van de tegenprestatie is het bevorderen van de maatschappelijke participatie door het leveren van een bijdrage aan de samenleving door uitkeringsgerechtigden op basis van wederkerigheid. Het verrichten van een tegenprestatie kan bijdragen aan vergroting van kansen op de arbeidsmarkt.
Artikel 4 Inhoud tegenprestatie
  • 1.
    Het college kan aan een uitkeringsgerechtigde met een gemeentelijke uitkering een tegenprestatie opleggen, waarbij het moet gaan om maatschappelijk nuttige werkzaamheden die onbeloond plaatsvinden. De werkzaamheden zijn additioneel van aard.
  • 2.
    Van een uitkeringsgerechtigde wordt verwacht dat hij zelf invulling geeft aan de tegenprestatie en daarvoor met voorstellen komt. Indien nodig kan daarbij ondersteuning worden geboden. Het college beoordeelt deze voorstellen.
  • 3.
    De tegenprestatie kan als volgt worden ingevuld:
  • a.
    maatschappelijk nuttige werkzaamheden;
  • b.
    het volgen van taal- of beweegtraining;
  • c.
    activeringsprogramma’s;
  • d.
    het met een tijdsbeslag van tenminste 8 uur per week werken aan persoonlijke problemen met als doel het invulling kunnen geven aan één van de hiervoor genoemde vormen van tegenprestatie. Dit kan worden gezien als een eerste fase in het doen van een tegenprestatie.
  • 4.
    De tegenprestatie is niet bedoeld als re-integratie instrument en mag toeleiding naar de arbeidsmarkt of het verkrijgen van betaald werk niet in de weg staan.
  • 5.
    De tegenprestatie mag niet leiden tot verdringing van regulier werk op de arbeidsmarkt.
Artikel 5 Duur en omvang tegenprestatie
  • 1.
    De tegenprestatie wordt naar vermogen opgedragen voor minimaal 8 uur per week gedurende een periode van minimaal 6 maanden per jaar.
  • 2.
    Bij het opdragen van de omvang en inhoud van een tegenprestatie houdt het college rekening met de volgende factoren:
  • a.
    de tegenprestatie moet naar vermogen kunnen worden verricht door een uitkeringsgerechtigde;
  • b.
    de persoonlijke situatie en individuele omstandigheden van een uitkeringsgerechtigde
  • c.
    de persoonlijke wensen en competenties van een uitkeringsgerechtigde
  • d.
    de tegenprestatie is gericht op de persoonlijke ontwikkeling van de uitkeringsgerechtigde
  • e.
    het al verrichten door de uitkeringsgerechtigde van maatschappelijke activiteiten of vrijwilligerswerk
Artikel 6 Ontheffingen
  • 1.
    Ontheven van de plicht tot het verrichten van een tegenprestatie is:
  • a.
    De uitkeringsgerechtigde die duurzaam en volledig arbeidsongeschikt is.
  • b.
    De alleenstaande ouder die vrijstelling van de arbeidsplicht heeft in verband met de zorg voor (een) kind(eren) in de leeftijd tot vijf jaar
  • c.
    De uitkeringsgerechtigde die zorgtaken verricht als mantelzorger voor tenminste 8 uur per week;
  • d.
    De uitkeringsgerechtigde die voor tenminste 8 uur per week vrijwilligerswerk verricht;
  • e.
    De uitkeringsgerechtigde die in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning gebruik maakt van een voorziening gericht op individuele begeleiding of groepsbegeleiding
  • f.
    De uitkeringsgerechtigde die deelneemt aan activiteiten in het kader van een re-integratietraject.
  • 2.
    Het college kan afwijken van het minimale uren gesteld in lid a, c en d als toepassing ervan tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
  • 3.
    Het college bepaalt op welke wijze dient te worden aangetoond dat sprake is van een vrijstellingsgrond als bedoeld in het eerste lid.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na bekendmaking.
 
Aldus besloten in de vergadering van de raad van de gemeente Someren, gehouden op 16 juli 2015.
de raadsgriffier,
J.Laurens Janse-Oostdijk
 
de voorzitter,
A.P.M. Veltman
__
Naar boven