Verordening tot eerste wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zeevang 2015
De raad van de gemeente Zeevang;
gelezen het voorstel van het college van 26 mei 2015;
B E S L U I T:
vast te stellen de navolgende:
Verordening tot eerste wijziging van de Re-integratieverordening Participatiewet gemeente Zeevang 2015
Artikel I
  • A.
    Artikel 11 van de verordening wordt vervangen door:
    Artikel 11. Tijdelijke regeling no-riskpolis 2015
  • 1.
    Een werkgever komt in 2015 in aanmerking voor de no-riskpolis die het UWV namens de gemeente uitvoert als:
    • a.
      de werkgever een arbeidsovereenkomst aangaat met een werknemer; en
    • b.
      de werkgever voor de werknemer een loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet ontvangt; en
    • c.
      het UWV voor de werknemer een Indicatie banenafspraak heeft afgegeven.
  • 2.
    De no-riskpolis vergoedt bij ziekte van de in het eerste lid bedoelde werknemer een bedrag overeenkomstig het in artikel 29b Ziektewet bepaalde.
  • 3.
    De werkgever draagt zorg voor de ziek- en herstelmelding bij het UWV op de door het UWV voorgeschreven wijze.
  • 4.
    De werkgever dient de gemeente per ommegaande op de hoogte te stellen van de ziek- en herstelmelding.
  • 5.
    Over de periode waarin de werkgever gebruik kan maken van de no-riskpolis op grond van de Ziektewet, wordt geen loonkostensubsidie als bedoeld in artikel 10d van de wet betaald.
  • B.
    Het volgende artikel wordt toegevoegd aan de verordening:
    Artikel 11a. Participatieplekken en beschut werk
    • 1.
      Het college kan met behulp van een screening en/of verdiepende diagnose beoordelen of een persoon uit de doelgroep uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden heeft tot arbeidsparticipatie.
    • 2.
      Het college organiseert voor deze personen participatieplekken in samenhang met (arbeidsmatige) dagbesteding en participatie (WMO).
    • 3.
      Het college stelt het aantal beschutte werkplekken als bedoeld in artikel 10b van de wet vooralsnog vast op nul met dien verstande dat, in geval het college op een later tijdstip het aantal beschutte werkplekken vaststelt op een hoger aantal dan nul, de volgende bepalingen van toepassing zijn:
      • a.
        Het college kan de voorziening beschut werk als bedoeld in artikel 10b van de wet aanbieden aan een persoon uit de doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate van begeleiding op en aanpassingen van de werkplek nodig heeft dat van een reguliere werkgever redelijkerwijs niet kan worden verwacht dat hij deze persoon in dienst neemt.
      • b.
        Het college maakt uit de personen uit de doelgroep een voorselectie en wint bij het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen advies in voor de beoordeling of zij uitsluitend in een beschutte omgeving onder aangepaste omstandigheden mogelijkheden tot arbeidsparticipatie hebben. Het college draagt personen pas voor bij het UWV als er plekken beschut werk beschikbaar zijn.
      • c.
        Om de in artikel 10b, eerste lid, van de Participatiewet, bedoelde werkzaamheden mogelijk te maken zet het college de volgende ondersteunende voorzieningen in: fysieke aanpassingen van de werkplek of de werkomgeving, uitsplitsing van taken of aanpassingen in de wijze van werkbegeleiding, werktempo of arbeidsduur.
      • d.
        Het college bepaalt de omvang van het aanbod beschut werk en legt vast hoeveel plekken de gemeente beschikbaar stelt. In verband hiermee overlegt het college met het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, aan de gemeente gelieerde bedrijven en andere reguliere werkgevers.
  • C.
    De toelichting bij artikel 11 wordt vervangen door:
    Artikel 11. Tijdelijke regeling no-riskpolis 2015
    VNG en UWV hebben een afspraak gemaakt over het aanbieden van een no-riskpolis 2015 voor de gemeentelijke doelgroep van de banenafspraak in het kader van de Participatiewet. Deze afspraak is tijdelijk en geldt alleen voor 2015. Het kabinet heeft een wetsvoorstel in voorbereiding om de no-riskpolis voor de gemeentelijke doelgroep per 2016 voor de duur van 5 jaar via UWV te laten lopen.
    De werkgever meldt de werknemer uit de gemeentelijke doelgroep ziek bij UWV via de gebruikelijke route. Bij de ziekmelding levert de werkgever een bewijsstuk (beschikking loonkostensubsidie-LKS) dat de werknemer tot de doelgroep behoort. Deze verklaring heeft UWV nodig voor de claimbeoordeling. UWV zal op de website aangeven welke bewijsstukken voor de gemeentelijke doelgroep ingestuurd kunnen worden.
    UWV beoordeelt de ziekmelding op basis van artikel 29b Ziektewet en voert na de ziekmelding
    haar standaard proces uit. Dat proces bestaat uit een plausibiliteitstoets en de claimbeoordeling.
    UWV belt als daar aanleiding toe is met de zieke medewerker en stelt vast of het verzuim plausibel is. Als de ziekmelding plausibel is, stelt UWV hoogte en duur vast op basis van informatie over het loon zoals vermeld is in de polisadministratie.
    UWV stelt het recht, de hoogte en de duur van de Ziektewetuitkering vast. De werkgever doet de ziek- en betermelding ook naar de gemeente. Op basis van deze melding zet de gemeente de loonkostensubsidie aan de werkgever stop of verrekent deze op een later moment. Dit om te voorkomen dat de werkgever gedurende de ziekteperiode zowel de loonkostensubsidie als de ziektewetuitkering ontvangt.
  • D.
    De toelichting bij artikel 11a komt te luiden:
    Artikel 11a. Participatieplekken en beschut werk
    De gemeente kiest er vooralsnog voor om personen die aangewezen zouden zijn op beschut werk wel te onderkennen, echter zonder hen voor indicatie voor te dragen bij het UWV. Door deze mensen niet aan te melden bij het UWV wordt voorkomen dat er een groep binnen de doelgroep van de Participatiewet ontstaat met een aparte status.
    Lid 1. Het gaat hierbij om personen die door hun lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanig hoge mate van (structurele) begeleiding of aanpassing van de werkplek nodig hebben, dat niet van een werkgever mag worden verwacht dat hij deze personen in dienst neemt, óók niet met extra voorzieningen van de gemeente.
    Lid 2. Beoogd wordt om samen met partners in de gemeente plekken te creëren waar mensen kunnen werken of een betekenisvolle dagbesteding kunnen krijgen. Het college creëert beschutte plekken in samenhang met arbeidsmatige dagbesteding en participatie (WMO). Op deze manier maakt het college gebruik van de bestaande infrastructuur en de kennis en expertise van de doelgroep die in de gemeente aanwezig is.
    Lid 3. Het college maakt gebruik van de wettelijke ruimte om beschut werk ‘nieuw’ op een andere manier in te vullen dan bepaald in de wet en stelt het aantal beschutte werkplekken waarbij verplicht een dienstbetrekking met WML of cao-loon moet worden aangeboden op nul.
    Het college behoudt met dit lid de mogelijkheid om flexibel te zijn bij de vormgeving van beschut werk wanneer landelijke besluitvorming daarom vraagt.
Artikel II
Deze verordening treedt in werking de dag na bekendmaking.
 
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 2 juli 2015

mr. T.G. Heikens

de griffier

H.C. Heerschop

de voorzitter

Naar boven