Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden
De raad van de gemeente Someren;
 
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 27 mei 2015;
 
gelet op de artikelen 95, 96, eerste en tweede lid en 97 en 147 van de Gemeentewet, de artikelen 22, eerste lid, 23, eerste lid, 27a, vijfde lid, van het Rechtspositiebesluit wethouders, en de artikelen 4, 7a, vierde lid, 13, tweede lid, 14, eerste lid, en 15, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden;
 
b e s l u i t:
 
vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Someren onder gelijktijdige intrekking van de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Someren 2009
 
Hoofdstuk I Algemene bepalingen
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
commissie: commissie ingesteld op grond van de artikelen 82, 83 of 84 van de Gemeentewet;
commissielid: lid van een commissie, bedoeld in artikel 1, onderdeel e, van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Hoofdstuk II Voorzieningen voor raads- en commissieleden
Artikel 2 Vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen
  • 1.
    Aan commissieleden wordt een vergoeding voor het bijwonen van de vergaderingen van een commissie en haar subcommissies toegekend die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.
  • 3.
    De raad kan in afwijking van het bepaalde in het eerste lid bij verordening een hogere vergoeding vaststellen overeenkomstig het bepaalde in artikel 15 van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden. De afwijking is maximaal 300% van het in het eerste lid bedoelde bedrag van de vergoeding.
Artikel 3 Reis- en verblijfkosten
  • 1.
    Aan raads- en commissieleden worden de ten behoeve van de gemeente gemaakte reis- en verblijfkosten in verband met reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur vergoed.
  • 2.
    Aan commissieleden worden de reis- en verblijfkosten voor het bijwonen van de vergaderingen van de commissie vergoed.
  • 3.
    De vergoeding als bedoeld in het eerste en tweede lid is:
    - voor wat betreft de verblijfkosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel c, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde;
    - voor wat betreft de reiskosten gelijk aan het overeenkomstig in artikel 4, onderdeel a en b, van de Regeling rechtspositie wethouders bepaalde.
  • 4.
    De reiskosten worden voor ten hoogste één vergadering per dag vergoed.
  • 5.
    In afwijking van het eerste lid ontvangt geen vergoeding degene die zitting heeft in een commissie uit hoofde van dan wel als rechtstreeks uitvloeisel van een functie bij een instelling die grotendeels van overheidswege wordt gesubsidieerd.
  • 6.
    De reis- en verblijfkosten worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.
Artikel 4 Buitenlandse excursie of reis
  • 1.
    De gemeenteraad kan een delegatie uit de gemeenteraad of een raadscommissie toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland als deze door of vanwege de gemeente wordt georganiseerd. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.
  • 2.
    De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente.
Artikel 5 Scholing
  • 1.
    Raads- of commissieleden die aan scholing als bedoeld in artikel 13, eerste lid van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden willen deelnemen, die niet door of namens de gemeente wordt aangeboden of verzorgd, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.
  • 2.
    De aanvraag bedoeld in het eerste lid gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
  • 3.
    Kosten van scholing die wordt georganiseerd door de beroepsvereniging van raadsleden of door de Vereniging van Nederlandse Gemeenten komt altijd voor vergoeding door de gemeente in aanmerking als voldaan wordt aan de voorwaarden genoemd in het eerste lid.
  • 4.
    De gemeenteraad kan bij aparte verordening nadere regels stellen met betrekking tot de maximale vergoeding.
  • 5.
    Aanvragen die niet overeenkomstig de bepalingen in deze verordening worden ingediend komen niet voor vergoeding in aanmerking.
  • 6.
    In voorkomende gevallen beslist de vergadering van fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen.
Artikel 6 Computer en internetverbinding
  • 1.
    De hoogte van de tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen computer is voor een periode van maximaal drie jaar gelijk aan 30% van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die aan de overige raads- en commissieleden in bruikleen ter beschikking wordt gesteld.
  • 2.
    Raads- en commissieleden die voor vergoeding van gebruik van de aanschaf van een computer in aanmerking willen komen dienen daarvoor bij de griffier een aanvraag in vergezeld van de bewijsstukken van de aanschaf van de computer. Het maximaal vergoedde bedrag voor de aanschaf van een computer is niet hoger dan de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die aan de overige raads- en commissieleden in bruikleen ter beschikking wordt gesteld.
  • 3.
    Er kan een vergoeding voor de aanlegkosten voor een internetverbinding voor de computer en apparatuur bedoeld in dit artikel worden verleend, voor zover vereist voor een goede vervulling van het raads- of commissielidmaatschap.
  • 4.
    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de griffier en gaat vergezeld van de benodigde bewijsstukken.
Artikel 7 Werkkostenregeling
Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 13a van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
Hoofdstuk III Voorzieningen voor wethouders
Artikel 8 Reiskosten woon-werkverkeer
  • 1.
    Wethouders hebben recht op een vergoeding van de kosten voor woon-werkverkeer, overeenkomstig het bepaalde in artikel 3 van de Regeling rechtspositie wethouders.
  • 2.
    Er bestaat maximaal twee keer per dag recht op een enkele reis vergoeding woon-werkverkeer.
  • 3.
    De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.
Artikel 9 Zakelijke reiskosten
  • 1.
    Wethouders hebben recht op een vergoeding voor reis- en verblijfkosten voor reizen gemaakt voor de uitoefening van het ambt overeenkomstig het bepaalde in artikel 4 van de Regeling rechtspositie wethouders.
  • 2.
    De reiskosten als bedoeld in het eerste lid worden alleen vergoed als deze gedeclareerd worden overeenkomstig de bepalingen in deze verordening.
Artikel 10 Dienstauto
  • 1.
    Wethouders kunnen voor reizen ten behoeve van de gemeente gebruik maken van een dienstauto met of zonder chauffeur. Onder dienstauto wordt voor de toepassing van dit artikel mede verstaan een door de gemeente ingehuurde auto.
  • 2.
    De dienstauto met of zonder chauffeur kan door de wethouders ook worden gebruikt voor het woon-werkverkeer en voor reizen ten behoeve van nevenfuncties die de wethouders vervullen uit hoofde van het ambt.
  • 3.
    Als de wethouders gebruikmaken van een dienstauto dan hebben zij voor die reizen geen recht op een tegemoetkoming voor de reiskosten.
  • 4.
    Als de wethouders voor reizen ten behoeve van in het tweede lid bedoelde nevenfuncties gebruikmaken van de dienstauto en daarvoor een vergoeding van reiskosten ontvangen wordt die vergoeding in de gemeentelijke kas gestort.
Artikel 11 Buitenlandse dienstreis
  • 1.
    Als de wethouders in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maken worden de in redelijkheid gemaakte noodzakelijke reis- en verblijfkosten vergoed.
  • 2.
    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland, niet zijnde een reis naar een Europese instelling, is vooraf toestemming van het college vereist. De gemeenteraad kan aan deze toestemming voorwaarden verbinden.
Artikel 12 Computer en internetverbinding
  • 1.
    De hoogte van de tegemoetkoming voor het gebruik van de eigen computer is voor een periode van maximaal drie jaar gelijk aan 30% van de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die aan de overige leden van het college van burgemeester en wethouders in bruikleen ter beschikking wordt gesteld.
  • 2.
    De wethouders die voor vergoeding van gebruik van de aanschaf van een computer in aanmerking willen komen dienen daarvoor een aanvraag in vergezeld van de bewijsstukken van de aanschaf van de computer. Het maximaal vergoedde bedrag voor de aanschaf van een computer is niet hoger dan de aanschafwaarde van de computer, bijbehorende apparatuur en software die aan de overige leden van het college van burgemeester en wethouders in bruikleen ter beschikking wordt gesteld.
  • 3.
    Er kan een vergoeding voor de aanlegkosten voor een internetverbinding voor de computer en apparatuur bedoeld in dit artikel worden verleend, voor zover vereist voor een goede vervulling van het wethouderschap.
  • 4.
    Een aanvraag om een vergoeding als bedoeld in dit artikel wordt gedaan bij de gemeentesecretaris en gaat vergezeld van de benodigde bewijsstukken.
Artikel 13 Communicatieapparatuur
De wethouders aan wie communicatieapparatuur in bruikleen ter beschikking wordt gesteld tekenen hiervoor een bruikleenovereenkomst met de gemeente.
Artikel 14 Reis- en pensionkosten en verhuiskosten bij benoeming
De wethouders die bij benoeming nog niet over woonruimte in de gemeente beschikken hebben ten laste van de gemeente aanspraak op vergoeding van:
  • a.
    reis- en pensionkosten overeenkomstig het bepaalde in artikel 1 van de Regeling rechtspositie wethouders, en
  • b.
    verhuiskosten in verband met de benoeming als wethouder overeenkomstig het bepaalde in artikel 2 van de Regeling rechtspositie wethouders.
Artikel 15 Werkkostenregeling
Gezien de Wet op de loonbelasting 1964 wijst de gemeente als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van die wet aan de vergoedingen en verstrekkingen als bedoeld in artikel 28a van het Rechtspositiebesluit wethouders.
Hoofdstuk IV De procedure van declaratie
Artikel 16 Betaling vaste vergoedingen
De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de bezoldiging voor wethouders op grond van het Rechtspositiebesluit wethouders, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.
Artikel 17 Rechtstreekse facturering bij de gemeente
  • 1.
    Raads- en commissieleden en wethouders dragen ten behoeve van het vergoeden van kosten zorg voor rechtstreekse toezending van de factuur aan de gemeente.
  • 2.
    Verantwoording van de vergoeding door het raadslid, het commissielid respectievelijk de wethouder vindt plaats door een door het college vastgesteld formulier volledig in te vullen en te ondertekenen.
  • 3.
    Facturen komen alleen voor vergoeding in aanmerking als voldaan wordt aan de bepalingen in deze verordening.
  • 4.
    Het formulier wordt ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar.
Artikel 18 Declaratie van vooruit betaalde kosten
  • 1.
    De declaratie van de kosten die uit eigen middelen vooruit zijn betaald en de vergoeding van reiskosten met de eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier.
  • 2.
    Het formulier wordt binnen twee maanden na de betaling cq de datum van de gemaakte rit volledig ingevuld en ondertekend door het raads- of het commissielid respectievelijk de wethouder en ter goedkeuring ingediend bij de griffier, respectievelijk de gemeentesecretaris, of een daartoe aangewezen ambtenaar, onder bijvoeging van de bewijsstukken.
Artikel 19 Gebruik creditcard
  • 1.
    Er is een gemeentelijke creditcard in bezit en beheer van de gemeentesecretaris voor het doen van uitgaven die voor vergoeding of tegemoetkoming ten laste van de gemeente in aanmerking komen.
  • 2.
    De vergoeding van reis- en verblijfkosten in het buitenland kan plaatsvinden door gebruikmaking van de gemeentelijke creditcard.
  • 3.
    Verantwoording van de betaling met de creditcard vindt plaats door gebruikmaking van een door het college vastgesteld formulier, volledig in te vullen en te ondertekenen door de wethouder voor wie de kosten zijn gemaakt. Het formulier wordt binnen één maand na afloop van de kalendermaand van inhouding door de creditcardmaatschappij ter goedkeuring ingediend bij de gemeentesecretaris.
  • 4.
    Niet tijdige inlevering van het formulier heeft, tenzij er sprake is overmacht, tot gevolg dat de gemaakte kosten voor rekening van de wethouder komen.
  • 5.
    Bij beëindiging van het ambt van wethouder wordt de creditcard onverwijld ingeleverd.
  • 6.
    Verlies of diefstal van de creditcard wordt onverwijld gemeld bij de betreffende creditcardmaatschappij en de gemeente. Het eigen risico bij verlies en diefstal komt voor rekening van de gemeente, mits is voldaan aan de daarvoor geldende regels.
Hoofdstuk VI Citeertitel en inwerkingtreding
Artikel 20 Intrekking oude regeling
De oude Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Someren 2009 wordt ingetrokken.
Artikel 22 Inwerkingtreding
Deze regeling treedt in werking op 20 juni 2015 en werkt terug tot en met 1 juli 2014.
Artikel 23 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Someren 2015
Naar boven