In Rotterdam staan ongeveer 60.000 panden met een houten paalfundering. Uit een onderzoek van voormalig Gemeentewerken in 2008 is naar voren gekomen dat de fundering van 6.000 tot 8.000 van die panden kwetsbaar is. Het gaat om 15.000 tot 20.000 woningen. De helft daarvan is in bezit bij woningcorporaties, het overige deel is particulier bezit.
De gemeente moet kunnen sturen op het tegengaan van verkrotting van panden en verpaupering. Dit komt ook ten goede aan de waarde van de panden wat in het belang is van de eigenaren. Uitgangspunt is dat funderingsherstel als onderdeel van woningonderhoud de verantwoordelijkheid is van de eigenaar/eigenaren. In de meeste gevallen gaat het om een groep panden die dezelfde fundering delen (een bouwkundige eenheid). In dat geval is het van belang dat de eigenaren hun verantwoordelijkheid gezamenlijk oppakken. De praktijk leert echter dat er dikwijls enkele eigenaren zijn die niet mee willen of kunnen doen en daarmee het noodzakelijke herstel blokkeren.
Om het funderingsherstel te stimuleren is ervoor gekozen om beleid op te stellen op grond van artikel 13 van de Woningwet. In dit beleid is ervoor gekozen om handhavend op te treden als er sprake is van een funderingstechnische handhavingstermijn van 0–5 jaar bij minimaal één pand van de betreffende bouwkundige eenheid en als eigenaar of eigenaren die 50% van de panden vertegenwoordigen van de betreffende bouwkundige eenheid tot funderingsherstel wil overgaan en hiertoe financieel in staat zijn.
Om het gemeentelijk risico in financiële zin beheersbaar te houden wordt jaarlijks een budgetplafond ingesteld van € 300.000,–.
Artikel 13 van de Woningwet betreft het aanschrijven tot zodanige voorzieningen dat de staat van het bouwwerk komt te liggen op een niveau dat hoger is dat het Bouwbesluit 2012 vereist voor bestaande bouw. De gemeente kan aanschrijven als het naar haar oordeel noodzakelijk is. Artikel 13 ziet niet toe op situaties waarin sprake is van strijd met het bouwbesluit. Op grond van artikel 15 van de Woningwet kan de gemeente gelijktijdig met de aanschrijving een last onder bestuursdwang gericht op naleving van de aanschrijving opleggen. In dat geval worden beide besluiten gelijktijdig bekendgemaakt.
Het funderingsloket zal het eerste aanspreekpunt zijn voor eigenaren die informatie willen over de technische aspecten van funderingen en funderingsherstel. Omdat de panden in de meeste gevallen deel uitmaken van een bouwblok met een gemeenschappelijke fundering (een bouwkundige eenheid) is het van belang dat het onderzoek betrekking heeft op die bouwkundige eenheid. In voorkomende gevallen kan ook een deel van de bouwkundige eenheid onderwerp van onderzoek zijn.
De bepaling of sprake is van een (deel van een) bouwkundige eenheid of dat een deel van een bouwkundige eenheid het onderwerp kan zijn van onderzoek, geschiedt in overleg met het funderingsloket. Op voorlichtingsavonden kunnen medewerkers van het funderingsloket meer informatie geven over de regeling, de technische aspecten en vragen beantwoorden. Eigenaren kunnen hiervoor een afspraak maken via rotterdam.nl.
Door tussenkomst van het funderingsloket zal eerst geprobeerd worden er in minnelijk overleg uit te komen met de eigenaren die niet willen meewerken. Getracht zal worden door middel van infoavonden draagvlak te creëren, om de weigerende eigenaren het belang van funderingsherstel te laten inzien. Indien deze poging(en) geen resultaat oplevert zullen eigenaren die weigeren mee te doen aan funderingsherstel eerst een vooraankondiging van het besluit tot aanschrijven krijgen waarbinnen ze binnen een bepaalde termijn hun zienswijzen kunnen indienen. Binnen deze termijn kunnen ze aangeven of ze alsnog meedoen met het funderingsherstel. Doen ze dit niet en/of worden de zienswijzen ongegrond verklaard, dan ontvangen de weigerende eigenaren een handhavingsbesluit. Voor hun deel wordt door de gemeente de opdracht gegeven tot uitvoering van de herstelwerkzaamheden. De kosten hiervan worden op de weigerende eigenaar/eigenaren verhaald. Tegen het handhavingsbesluit staat bezwaar, beroep en hoger beroep open.
Voorgaande laat onverlet dat in gevallen waarin sprake is van een acuut gevaarlijke situatie waarbij de veiligheid van de omgeving in het geding komt of dreigt te raken altijd handhavend wordt opgetreden op kosten van de overtreder. De handhaving richt zich dan op het wegnemen van het gevaar. Het voorgestelde beleid ziet toe op situaties waarin (nog) geen sprake is (potentiële) gevaarlijke situaties.
Artikel 1 Begripsbepalingen
De bepaling of sprake is van een (deel van een) bouwkundige eenheid geschiedt in overleg met het funderingsloket van de gemeente.
Informatie over het funderingsloket is te vinden op de website van de gemeente (
www.rotterdam.nl).
F3O staat voor Organisatie Onafhankelijk Onderzoek Funderingen. Informatie over deze organisatie is te vinden op
www.f3o.nl (daar kan ook de richtlijn Onderzoek en beoordeling van houten paalfunderingen onder gebouwen september 2012 worden gedownload).
last onder bestuursdwang:
Bij het opleggen van een last onder bestuursdwang geeft de gemeente de aangeschrevene een last of bevel om een overtreding binnen de zogenaamde begunstigingstermijn ongedaan te maken. Indien de aangeschrevene niet aan de last voldoet zal de gemeente overgaan tot het herstel. De kosten hiervan worden met een opslag van 15% aan beheerskosten bij de aangeschrevene in rekening gebracht.
Artikel 3 Reikwijdte van de regeling
Binnen bouwkundige eenheden met een woonfunctie kunnen ook wel bedrijfsruimten voorkomen. Voorwaarde is dat de bedrijfsruimte ondergeschikt is aan de woonfunctie van de bouwkundige eenheid.
In de F3O richtlijn wordt bij een funderingstechnische handhavingstermijn van 0–5 jaar de classificatie ‘onvoldoende’ gegeven. Bij een zo beperkte levensduur dreigt overtreding van de Woningwet/het Bouwbesluit. Om dit zoveel mogelijk te voorkomen is ervoor gekozen om het ‘aanschrijfinstrument’ in te zetten als eigenaren die 50% van de panden vertegenwoordigen van de betreffende bouwkundige eenheid tot funderingsherstel wil en kan overgaan.
Of deze eigenaren hiertoe financieel in staat zijn, wordt beoordeeld door het funderingsloket van de gemeente. Het funderingsloket zal de eigenaren vragen om een bewijs van kredietwaardigheid. Het verzoek om aanschrijving zal alleen worden gehonoreerd als de verzoekers (eigenaren die ten minste 50% van de panden vertegenwoordigen) ook kredietwaardig zijn.
Artikel 6 Weigeringsgronden
Bij de afweging of een verzoek tot aanschrijven wordt gehonoreerd, speelt ook het kosten-baten aspect een rol. De beoordeling of het vanuit economisch opzicht verantwoord is tot funderingsherstel over te gaan, geschiedt in overleg met het funderingsloket van de gemeente.
Dit gemeenteblad 2015, nummer 124, is uitgegeven op 9 juli 2015 en ligt op werkdagen van 8.30 tot 16.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Stadswinkel Centrum, Coolsingel 40 (zijde Doelwater, tegenover hoofdbureau politie)