Gemeente Raalte Wijziging Beleidsregels handhaving kinderopvang
Burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte
Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 Algemene wet bestuursrecht en de artikelen 1.61, eerste lid, 1.65, eerste lid, 1.66 en 1.72, eerste lid, 2.19, eerste lid, 2.23, eerste lid, 2.24 en 2.28, eerste lid van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen;
Overwegende dat met GGD IJsselland regionale afspraken gemaakt zijn over handhaving kinderopvang en peuterspeelzalen;
Besluiten vast te stellen de wijziging van de Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Raalte:
Artikel I
De Beleidsregels handhaving Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen gemeente Raalte wordt als volgt gewijzigd:
A.de bijlage Afspraken hersteltermijnen en prioritering overtredingen Kinderopvang regio IJsselland komt te luiden als volgt:
Bijlage Afspraken hersteltermijnen en prioritering overtredingen Kinderopvang regio IJsselland
 
Prioriteit
Hersteltermijn regio IJsselland
Hoog
3 maand
Gemiddeld
10 maanden
Laag
10 maanden
De hersteltermijn gaat in vanaf datum constatering overtreding (de inspectiedatum)
Inspectie-items Kinderdagverblijf
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Prioriteit
Kinderopvang in de zin van de wet
 
De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.
Nvt
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
Nvt
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd van 0 jaar tot de leeftijd waarop zij het basisonderwijs volgen.
Nvt
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving
 
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
Nvt
De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.
Nvt
Pedagogisch klimaat
 
Pedagogisch beleid
 
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.
Hoog
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de stamgroep.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun stamgroep verlaten.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe stamgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop het vierogenprincipe is vormgegeven.
Hoog
Pedagogische praktijk
 
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
Hoog
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
Hoog
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Hoog
De houder heeft het vierogenprincipe overeenkomstig zijn pedagogisch beleidsplan ingevoerd.
Hoog
Voorschoolse educatie
 
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Hoog
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
Hoog
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
Hoog
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
Hoog
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
Hoog
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
Hoog
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Hoog
Personeel en groepen
 
Verklaring omtrent het gedrag
 
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden.
Hoog
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
Hoog
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
Hoog
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.
Hoog
Passende beroepskwalificatie
 
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
Hoog
Opvang in groepen
 
De opvang vindt plaats in stamgroepen.
Hoog
De stamgroep bestaat uit maximaal 12 kinderen tot 1 jaar.
OF
De stamgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen van 0 tot 4 jaar waarvan maximaal 8 kinderen tot 1 jaar.
Hoog
Indien een kind in een andere stamgroep dan de vaste stamgroep wordt opgevangen, dan duurt dat niet langer dan de tussen houder en ouder schriftelijk overeengekomen periode.
Hoog
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.
Hoog
Ieder kind maakt van maximaal twee stamgroepruimtes gebruik gedurende een week.
Hoog
Beroepskracht-kindratio
 
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 4 aanwezige kinderen tot 1 jaar;
- 1 beroepskracht per 5 aanwezige kinderen van 1 tot 2 jaar;
- 1 beroepskracht per 6 aanwezige kinderen van 2 tot 3 jaar;
- 1 beroepskracht per 8 aanwezige kinderen van 3 tot 4 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
Hoog
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
Hoog
Bij een openingstijd van 10 uur of langer kunnen ten hoogste drie uur per dag, niet aaneengesloten, minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.
Hoog
De drie uur afwijkende inzet betreft uitsluitend de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.
Hoog
De afwijking betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.
Hoog
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
Hoog
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.
Hoog
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
 
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
OF
Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Hoog
Veiligheid en gezondheid
 
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
 
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
Hoog
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
Hoog
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
Hoog
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
Hoog
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.
Hoog
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
Hoog
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
Hoog
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
Hoog
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
Hoog
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
Hoog
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
Hoog
Meldcode kindermishandeling
 
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.
Hoog
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Hoog
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.
Hoog
Vierogenprincipe
 
De houder organiseert de opvang op zodanige wijze, dat de beroepskracht of de beroepskracht in opleiding de werkzaamheden uitsluitend kan verrichten terwijl hij gezien of gehoord kan worden door een andere volwassene.
Hoog
Accommodatie en inrichting
 
Binnenruimte
 
Elke stamgroep beschikt over een afzonderlijke vaste groepsruimte.
Hoog
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² binnenspeelruimte beschikbaar, waaronder mede begrepen passend voor spelactiviteiten ingerichte ruimtes buiten de groepsruimte.
Hoog
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Hoog
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.
Hoog
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen.
Hoog
Buitenspeelruimte
 
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
Hoog
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
Hoog
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
Hoog
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Hoog
Ouderrecht
 
Informatie
 
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
Hoog (ivm vierogenprincipe)
De houder informeert de ouders en de kinderen in welke stamgroep het kind verblijft en welke beroepskrachten op welke dag bij welke groep horen.
Laag
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
Laag
Oudercommissie
 
De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.
Laag
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.
Laag
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.
Laag
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
Laag
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum, zijn geen lid.
Laag
De leden worden gekozen uit en door de ouders.
Laag
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.
Laag
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Hoog (ivm vierogenprincipe)
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.
Gemiddeld
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
Gemiddeld
Klachten
 
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen.
Laag
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
Laag
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
Laag
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.
Laag
De houder leeft geheimhoudingsplicht na.
Laag
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
Laag
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Laag
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.
Laag
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.
Laag
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie.
Laag
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
Laag
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Laag
Inspectie-items Buitenschoolse opvang
Kinderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
Prioriteit
Kinderopvang in de zin van de wet
 
De opvang vindt bedrijfsmatig of anders dan om niet plaats.
Nvt
Gedurende de opvang wordt verzorging en opvoeding geboden en een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
nvt
De opvang is gericht op kinderen in de leeftijd dat ze naar het basisonderwijs kunnen gaan.
nvt
Kinderopvang en naleving wet- en regelgeving
 
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
nvt
De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.
nvt
Pedagogisch klimaat
 
Pedagogisch beleid
 
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat kindercentrum kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.
Hoog
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de basisgroep.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen hun basisgroep verlaten.
Hoog
Bij activiteiten in groepen groter dan dertig kinderen besteedt de houder in het pedagogisch beleidsplan aantoonbaar extra aandacht aan de omgang met de basisgroep.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten bij hun werkzaamheden worden ondersteund door andere volwassenen.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe ondersteuning is vormgegeven indien slechts één beroepskracht in het kindercentrum wordt ingezet in afwijking van de beroepskracht-kindratio.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop kinderen kunnen wennen aan een nieuwe basisgroep waarin zij zullen worden opgevangen.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen het beleid ten aanzien van het gebruik maken van kinderopvang gedurende extra dagdelen.
Hoog
Pedagogische praktijk
 
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
Hoog
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
Hoog
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Hoog
Personeel en groepen
 
Verklaring omtrent het gedrag
 
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
Hoog
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij het kindercentrum overgelegd.
Hoog
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
Hoog
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.
Hoog
Passende beroepskwalificatie
 
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de cao kinderopvang is opgenomen.
Hoog
Opvang in groepen
 
Ieder kind behoort bij een basisgroep.
Hoog
De basisgroep bestaat uit maximaal twintig kinderen in de leeftijd van 4 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
OF
De basisgroep bestaat uit maximaal dertig kinderen in de leeftijd van 8 jaar tot de leeftijd waarop het basisonderwijs voor die kinderen eindigt.
Hoog
Een kind kan in één andere basisgroep dan de vaste basisgroep worden opgevangen, indien de ouder hiertoe/daarvoor schriftelijk toestemming heeft gegeven voor een bepaalde periode.
Hoog
Beroepskracht-kindratio
 
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 4 jaar.
- 1 beroepskracht per 10 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Bij kinderen van verschillende leeftijden in één groep wordt het minimale aantal beroepskrachten berekend met de rekentool op www.rijksoverheid.nl.
OF
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het aantal feitelijk gelijktijdig aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste:
- 2 beroepskrachten en een extra volwassene per 30 aanwezige kinderen in de leeftijd vanaf 8 jaar.
Hoog
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum aanwezig is.
Hoog
Bij buitenschoolse opvang gedurende schooldagen kunnen ten hoogste een half uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is.
Hoog
Bij buitenschoolse opvang gedurende vrije dagen kunnen ten hoogste drie uur per dag minder beroepskrachten ingezet worden dan volgens de beroepskracht-kindratio vereist is. Deze inzet betreft de tijd voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze.
Hoog
De afwijking op vrije dagen of tijdens schoolvakanties betreft maximaal anderhalf aaneengesloten uren voor 9.30 en na 16.30 uur en tijdens de voor dat kindercentrum gebruikelijke middagpauze gedurende maximaal twee uur aaneengesloten.
Hoog
Minstens de helft van het aantal vereiste beroepskrachten wordt ingezet wanneer er tijdelijk wordt afgeweken van de beroepskracht-kindratio.
Hoog
Indien als gevolg van het afwijken van de beroepskracht-kindratio slechts één beroepskracht in het kindercentrum ingezet wordt, dan is er ten minste één andere volwassene in het kindercentrum aanwezig.
Hoog
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
 
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
OF
Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Hoog
Veiligheid en gezondheid
 
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
 
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
Hoog
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
Hoog
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
Hoog
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
Hoog
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.
Hoog
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
Hoog
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
Hoog
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
Hoog
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
Hoog
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
Hoog
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij het kindercentrum kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
Hoog
Meldcode kindermishandeling
 
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.
Hoog
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Hoog
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.
Hoog
Accommodatie en inrichting
 
Binnenruimte
 
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3,5 m² passend ingerichte binnenspeelruimte beschikbaar.
Hoog
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Hoog
Buitenspeelruimte
 
Per aanwezig kind in het kindercentrum is ten minste 3 m² buitenspeelruimte beschikbaar.
Hoog
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk.
Hoog
De buitenspeelruimte is vast beschikbaar voor de buitenschoolse opvang.
Hoog
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Hoog
De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is in de directe nabijheid van het kindercentrum.
Hoog
De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen goed bereikbaar.
Hoog
De niet-aangrenzende buitenspeelruimte is voor kinderen veilig bereikbaar.
Hoog
Ouderrecht
 
Informatie
 
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
Laag
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
Laag
Oudercommissie
 
De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.
Laag
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.
Laag
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.
Laag
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
Laag
De houder en personen werkzaam bij het kindercentrum zijn geen lid.
Laag
De leden worden gekozen uit en door de ouders.
Laag
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.
Laag
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Gemiddeld
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.
Gemiddeld
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
Gemiddeld
Klachten
 
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen.
Laag
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
Laag
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
Laag
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.
Laag
De houder leeft geheimhoudingsplicht na.
Laag
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
Laag
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Laag
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.
Laag
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht
Laag
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie.
Laag
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
Laag
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Laag
Inspectie-items Peuterspeelzaal
Peuterspeelzaal in de zin van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen PSZ
Prioriteit
Peuterspeelzaal in de zin van de wet
 
Gedurende het verblijf in de peuterspeelzaal wordt verzorging en opvoeding geboden en wordt een bijdrage geleverd aan de ontwikkeling van kinderen.
Nvt
Het verblijf in de peuterspeelzaal is uitsluitend bestemd voor kinderen in de leeftijd van twee jaar tot het tijdstip waarop die kinderen kunnen deelnemen aan het basisonderwijs.
Nvt
Peuterspeelzaalwerk en naleving wet- en regelgeving
 
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
Nvt
De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.
Nvt
Pedagogisch klimaat
 
Pedagogisch beleid
 
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor die peuterspeelzaal kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.
Hoog
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de werkwijze, de maximale omvang en de leeftijdsopbouw van de peuterspeelzaalgroep.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen bij welke (spel)activiteiten kinderen de peuterspeelzaalgroep dan wel de peuterspeelzaalgroepsruimte verlaten.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de wijze waarop beroepskrachten bij hun werkzaamheden met kinderen worden ondersteund door andere niet structureel ingezette personen.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe de achterwacht is geregeld indien slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal bijzonderheden in de ontwikkeling van kinderen of andere problemen signaleren en ouders doorverwijzen naar passende instanties die hierbij verdere ondersteuning kunnen bieden.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen hoe beroepskrachten in een peuterspeelzaal toegerust worden voor de taak van signaleren en doorverwijzen en op welke wijze zij daarbij ondersteund worden.
Hoog
Pedagogische praktijk
 
De houder draagt zorg voor uitvoering van het pedagogisch beleidsplan.
Hoog
De houder draagt zorg voor het waarborgen van emotionele veiligheid.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de kinderen de mogelijkheid krijgen om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
Hoog
De houder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Hoog
Voorschoolse educatie
 
Voorschoolse educatie omvat per week ten minste vier dagdelen van ten minste 2,5 uur of per week ten minste 10 uur aan activiteiten gericht op het stimuleren van de ontwikkelingsdomeinen taal, rekenen, motoriek en de sociaal-emotionele ontwikkeling.
Laag
De verhouding tussen het aantal beroepskrachten en het feitelijk aantal aanwezige kinderen in de groep bedraagt ten minste één beroepskracht per acht kinderen.
Laag
De groep bestaat uit ten hoogste 16 feitelijk aanwezige kinderen.
Laag
De beroepskrachten voorschoolse educatie zijn in het bezit van een getuigschrift van met gunstig gevolg afgelegd examen van één van de bij ministeriële regeling vastgelegde diploma’s.
Laag
Onderdeel van de beroepsopleiding waarvoor het getuigschrift is behaald, vormt ten minste één module over het verzorgen van voorschoolse educatie.
OF
De beroepskracht bezit een bewijs dat met gunstig gevolg scholing is afgerond specifiek gericht op het vroegtijdig bestrijden van achterstanden bij jonge kinderen of het werken met voor- en vroegschoolse educatieprogramma’s.
Laag
De houder stelt jaarlijks een opleidingsplan op.
Laag
Voor de voorschoolse educatie wordt een programma gebruikt waarin op gestructureerde en samenhangende wijze de ontwikkeling wordt gestimuleerd op het gebied van taal, rekenen, motoriek en sociaal-emotionele ontwikkeling.
Laag
Personeel en groepen
 
Verklaring omtrent het gedrag
 
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en op dat moment niet ouder dan twee maanden.
Hoog
Een verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden bij de peuterspeelzaal overgelegd.
Hoog
De verklaring omtrent het gedrag van een persoon werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
Hoog
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.
Hoog
Passende beroepskwalificatie
 
Alle beroepskrachten beschikken over de voor de werkzaamheden passende beroepskwalificatie zoals in de CAO Welzijn en Maatschappelijke dienstverlening is opgenomen.
Hoog
Vrijwilligersbeleid
 
De houder heeft een vrijwilligersbeleid, wat tot uitdrukking komt in een beleidsplan.
Gemiddeld
In het vrijwilligersbeleid staan minimumeisen waar een in de peuterspeelzaal werkzame vrijwilliger aan dient te voldoen.
Gemiddeld
In het vrijwilligersbeleid staan afspraken die de houder met vrijwilligers maakt.
Gemiddeld
In het vrijwilligersbeleid staan de taakomschrijvingen waarin wordt omschreven welke bijdrage aan het werk in de peuterspeelzaal van de vrijwilligers wordt verwacht en op welke wijze dit samenhangt met het pedagogisch beleid.
Gemiddeld
De houder draagt er zorg voor dat alle vrijwilligers werkzaam bij de peuterspeelzaal tegen wettelijke aansprakelijkheid verzekerd zijn.
Hoog
Opvang in groepen
 
De opvang vindt plaats in peuterspeelzaalgroepen.
Hoog
De peuterspeelzaalgroep bestaat uit maximaal 16 kinderen.
Hoog
Ieder kind heeft maximaal drie vaste beroepskrachten waarvan er dagelijks minimaal één werkzaam is op de groep van het kind.
Hoog
Beroepskracht/vrijwilliger-kindratio
 
Het aantal beroepskrachten en vrijwilligers per groep bedraagt:- in een groep met maximaal 8 kinderen ten minste 1 beroepskracht; - in een groep met 9 t/m 16 kinderen ten minste 1 beroepskracht, en een vrijwilliger of tweede beroepskracht.
Hoog
De houder heeft geregeld dat een andere volwassene telefonisch bereikbaar is en binnen 15 minuten aanwezig kan zijn in geval van een calamiteit, indien conform de beroepskracht/vrijwilliger-kindratio slechts één beroepskracht in de peuterspeelzaal aanwezig is.
Hoog
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
 
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
OF
Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, omdat de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Hoog
Veiligheid en gezondheid
 
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
 
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid van maximaal een jaar oud.
Hoog
De houder heeft een risico-inventarisatie veiligheid betreffende de actuele situatie.
Hoog
De houder beschrijft de veiligheidsrisico’s op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
Hoog
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn, respectievelijk worden genomen in verband met de veiligheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de veiligheidsrisico’s en de maatregelen.
Hoog
De registratie van ongevallen bevat per ongeval de aard en plaats van het ongeval, het jaar waarin het ongeval zich heeft voorgedaan en een overzicht van getroffen maatregelen.
Hoog
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
Hoog
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid van maximaal een jaar oud.
Hoog
De houder heeft een risico-inventarisatie gezondheid betreffende de actuele situatie.
Hoog
De houder beschrijft de gezondheidsrisico’s op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
Hoog
In het plan van aanpak geeft de houder aan welke maatregelen op welk moment zijn respectievelijk worden genomen in verband met de gezondheidsrisico’s, alsmede de samenhang tussen de gezondheidsrisico’s en de maatregelen.
Hoog
De houder zorgt ervoor dat personen werkzaam bij de peuterspeelzaal kennis kunnen nemen van de vastgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
Hoog
Meldcode kindermishandeling
 
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.
Hoog
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode.
Hoog
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.
Hoog
Accommodatie en inrichting
 
Binnenruimte
 
Er is ten minste 3,5 m² bruto oppervlakte in de groepsruimte beschikbaar per kind.
Hoog
De binnenruimte is ingericht in overeenstemming met het aantal op te vangen kinderen.
Hoog
De binnenruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Hoog
Buitenspeelruimte
 
Er is ten minste 3 m² bruto buitenspeelruimte beschikbaar per aanwezig kind.
Hoog
De buitenspeelruimte is voor kinderen toegankelijk en veilig bereikbaar.
Hoog
De buitenspeelruimte is aangrenzend aan het kindercentrum.
Hoog
De buitenspeelruimte is passend ingericht in overeenstemming met de leeftijd van de op te vangen kinderen en het pedagogisch beleid.
Hoog
Ouderrecht
 
Informatie
 
De houder informeert de ouders over het te voeren beleid.
Laag
De houder informeert de ouders en de kinderen tot welke peuterspeelzaalgroep het kind behoort en welke beroepskrachten op welke dag voor welke groep verantwoordelijk zijn en welke vrijwilligers op deze dag aanwezig zijn.
Laag
De houder informeert ouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor ouders en personeel toegankelijke plaats.
Laag
Oudercommissie
 
De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.
Laag
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.
Laag
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.
Laag
De houder biedt aan de ouders de gelegenheid deel te nemen aan een oudercommissie.
Laag
De houder en personen werkzaam bij de peuterspeelzaal, zijn geen lid.
Laag
De leden worden gekozen uit en door de ouders.
Laag
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.
Laag
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 2.17 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Gemiddeld
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.
Gemiddeld
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
Gemiddeld
Klachten
 
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van ouders die voldoet aan de beschreven eisen.
Laag
De houder brengt de klachtenregeling voor ouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
Laag
De houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor ouders werkt met een reglement.
Laag
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.
Laag
De houder leeft geheimhoudingsplicht na.
Laag
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van ouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
Laag
De houder zendt het klachtenverslag van ouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Laag
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 2.17, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.
Laag
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.
Laag
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie.
Laag
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
Laag
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Laag
Inspectie-items Gastouderbureau
Gastouderbureau in de zin van de Wet kinderopvang
Prioriteit
Gastouderbureau en naleving wet- en regelgeving
 
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de vestiging(en) van de houder.
Nvt
De houder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in zijn vestiging(en) te voorkomen.
Nvt
Gastouderbureau in de zin van de wet
 
Het gastouderbureau is een organisatie die gastouderopvang tot stand brengt en begeleidt en door tussenkomst van wie de betaling van ouders aan gastouders geschiedt.
Nvt
Pedagogisch beleid
 
Pedagogisch beleidsplan
 
De houder heeft een pedagogisch beleidsplan waarin de voor dat gastouderbureau kenmerkende visie op de omgang met kinderen is beschreven.
Hoog
In het pedagogisch beleidsplan staat in duidelijke en observeerbare termen het volgende beschreven: de wijze waarop de emotionele veiligheid van kinderen wordt gewaarborgd, de mogelijkheden voor kinderen tot de ontwikkeling van hun persoonlijke- en sociale competentie, en de wijze waarop de overdracht van normen en waarden aan kinderen plaatsvindt.
Hoog
Het pedagogisch beleidsplan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de leeftijdsopbouw en aantallen van de kinderen die door een gastouder worden opgevangen.
Hoog
Het pedagogisch plan beschrijft in duidelijke en observeerbare termen de eisen die gesteld worden aan de adressen waar opvang plaatsvindt.
Hoog
Pedagogische praktijk
 
De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders het pedagogisch beleid uitvoeren.
Hoog
Personeel
 
Verklaring omtrent het gedrag
 
De verklaring omtrent het gedrag van de houder is bij het indienen van de aanvraag tot exploitatie aan het college van B&W overgelegd en is op dat moment niet ouder dan twee maanden.
Hoog
Een verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is vóór aanvang van de werkzaamheden aan de houder van het gastouderbureau overgelegd.
Hoog
De verklaring omtrent het gedrag van personen werkzaam bij de onderneming is bij aanvang van de werkzaamheden niet ouder dan twee maanden.
Hoog
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.
Hoog
Personeelsformatie per gastouder
 
De houder draagt er zorg voor dat er per aangesloten gastouder op jaarbasis tenminste 16 uur wordt besteed aan begeleiding en bemiddeling.
Hoog
Veiligheid en gezondheid
 
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
 
De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de veiligheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden.
Hoog
De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de veiligheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de veiligheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, beschrijft op de thema’s: verbranding, vergiftiging, verdrinking, valongevallen, verwondingen, beknelling, botsen, stoten, steken en snijden.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in het plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven veiligheidsrisico's.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie veiligheid inzichtelijk is voor de vraagouders.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie veiligheid.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder op elk opvangadres in elke voor de op te vangen kinderen toegankelijke ruimte de gezondheidsrisico’s in een risico-inventarisatie vastgelegd worden.
Hoog
De houder draagt zorg voor een inventarisatie van de gezondheidsrisico’s door een bemiddelingsmedewerker van het bureau vóór aanvang van de opvang en daarna jaarlijks voor elke woning waar gastouderopvang plaatsvindt.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie de gezondheidsrisico’s die de opvang van de kinderen met zich meebrengt, bijschrijft op de thema’s: ziektekiemen, binnenmilieu, buitenmilieu en medisch handelen.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat samen met de gastouder in een plan van aanpak wordt aangegeven welke maatregelen binnen welke termijn zijn respectievelijk worden genomen in verband met de beschreven gezondheidsrisico's.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat de risico-inventarisatie gezondheid inzichtelijk is voor de vraagouders.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders handelen volgens de opgestelde risico-inventarisatie gezondheid.
Hoog
Meldcode kindermishandeling
 
De houder heeft een meldcode kindermishandeling vastgesteld welke voldoet aan de beschreven eisen.
Hoog
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij het personeel.
Hoog
De houder bevordert de kennis en het gebruik van de meldcode bij alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders.
Hoog
De houder handelt overeenkomstig de wettelijke meldplicht en bevordert de kennis en het gebruik ervan.
Hoog
Ouderrecht
 
Informatie
 
De houder laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat.
Gemiddeld
De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid.
Gemiddeld
De houder draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover.
Hoog
De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats.
Gemiddeld
Oudercommissie
 
De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.
Laag
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.
Laag
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.
Laag
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.
Laag
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
Laag
De houder en personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn geen lid.
Laag
De leden worden gekozen uit en door de vraagouders.
Laag
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.
Laag
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
Gemiddeld
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.
Gemiddeld
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
Gemiddeld
Klachten
 
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van vraagouders die voldoet aan de beschreven eisen.
Laag
De houder brengt de klachtenregeling voor vraagouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
Laag
Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor vraagouders werkt met een reglement.
Laag
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.
Laag
De houder leeft geheimhoudingsplicht na.
Laag
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van vraagouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
Laag
De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Laag
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.
Laag
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.
Laag
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie.
Laag
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
Laag
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
Laag
Kwaliteit gastouderbureau
 
Kwaliteitscriteria
 
De houder draagt er zorg voor dat per adres waar opvang plaatsvindt beoordeeld wordt hoeveel kinderen en van welke leeftijd verantwoord opgevangen kunnen worden.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat alle bij zijn gastouderbureau aangesloten gastouders tijdens de opvang de voorgeschreven voertaal spreken
Hoog
De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de gastouder.
Hoog
De houder draagt zorg voor een intakegesprek met de vraagouder.
Hoog
De houder draagt zorg voor een koppelingsgesprek voor elke nieuwe koppeling tussen vraag- en gastouder in de woning waar de opvang plaats vindt.
Hoog
De houder draagt er zorg voor dat ieder opvangadres minstens twee maal per jaar wordt bezocht, waarbij het jaarlijkse voortgangsgesprek met de gastouder een onderdeel is van één van deze bezoeken.
Hoog
De houder evalueert jaarlijks mondeling de gastouderopvang met de vraagouders en legt deze schriftelijk vast.
Hoog
Administratie gastouderbureau
 
De administratie van het gastouderbureau bevat een schriftelijke overeenkomst per vraagouder.
Hoog
De administratie van het gastouderbureau bevat kopieën van de verklaringen omtrent gedrag van de gastouders en andere personen zoals huisgenoten van 18 jaar en ouder die op hetzelfde adres hun hoofdverblijf hebben, vrijwilligers en stagiar(e)s.
Hoog
In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van de vraagouders aan het gastouderbureau inzichtelijk.
Gemiddeld
In de administratie van het gastouderbureau is de betaling van het gastouderbureau aan de gastouder inzichtelijk.
Gemiddeld
De administratie van het gastouderbureau bevat een door de gastouder en bemiddelingsmedewerker ondertekende versie van iedere risico-inventarisatie.
Hoog
De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van de omvang en de samenstelling van de oudercommissie.
Laag
De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle bij dat gastouderbureau werkzame beroepskrachten.
Laag
De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle door het gastouderbureau bemiddelde kinderen.
Laag
De administratie van het gastouderbureau bevat één overzicht van alle bij dat gastouderbureau aangesloten gastouders.
Laag
Inspectie-items Gastouders
Gastouderopvang in de zin van de Wet kinderopvang
 
Gastouder en handhaving
 
Er loopt geen handhaving in het kader van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen tegen de gastouder.
Nvt
De gastouder treft maatregelen om recidive van eerder geconstateerde tekortkomingen in de opvangsituatie te voorkomen.
Nvt
Gastouderopvang in de zin van de wet
 
De opvang vindt plaats door tussenkomst van een geregistreerd gastouderbureau.
Nvt
De opvang vindt plaats in een gezinssituatie door een gastouder welke niet de ouder van de op te vangen kinderen is noch de partner van de vraagouder.
Hoog
De opvang vindt plaats op het woonadres van de gastouder of van één van de vraagouders.
Hoog
Gastouder in de zin van de wet
 
De gastouder is 18 jaar of ouder.
Hoog
De gastouder is niet inwonend bij de vraagouder.
Hoog
De gastouder heeft ten behoeve van de opvang van kinderen geen personeel in dienst.
Hoog
De gastouder heeft geen kinderen die onder (voorlopig) toezicht zijn gesteld en is niet ontheven uit of ontzet van het ouderlijk gezag.
Hoog
Pedagogisch klimaat
 
Pedagogische praktijk
 
De gastouder heeft kennis van en handelt overeenkomstig het pedagogisch beleidsplan van het gastouderbureau waarbij hij is aangesloten.
Hoog
De gastouder waarborgt de emotionele veiligheid.
Hoog
De gastouder biedt de opvangkinderen de mogelijkheid om tot ontwikkeling van persoonlijke competentie te komen.
Hoog
De gastouder biedt de opvangkinderen de mogelijkheid om tot ontwikkeling van sociale competentie te komen.
Hoog
De gastouder draagt zorg voor de overdracht van normen en waarden.
Hoog
Deskundigheid gastouder
 
Verklaring omtrent het gedrag
 
De verklaring omtrent het gedrag is vóór het indienen van de aanvraag tot registratie aan de houder van het gastouderbureau overgelegd.
Hoog
Een verklaring omtrent het gedrag is op moment van de indiening van de aanvraag tot registratie niet ouder dan twee maanden.
Hoog
Bij opvang in de woning van de gastouder zijn alle huisgenoten vanaf 18 jaar, alsmede de daar werkzame vrijwilligers en stagiar(e)s in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag die niet ouder is dan twee jaar.
Hoog
De verklaringen omtrent het gedrag die zijn afgegeven vóór 1 maart 2013 zijn niet ouder dan twee jaar.
Hoog
Deskundigheid gastouder
 
De gastouder beschikt over een getuigschrift conform de ministeriële regeling.
OF
De gastouder beschikt over een EVC-bewijsstuk afgegeven vóór 1 januari 2012 waaruit blijkt dat de gastouder voldoet aan alle competenties van de bij ministeriële regeling aangewezen MBO-2 opleiding(en).
Hoog
De gastouder beschikt over een geregistreerd certificaat eerste hulp aan kinderen bij ongevallen conform de ministeriële regeling.
Hoog
Gebruik van de voorgeschreven voertaal
 
De voorgeschreven voertaal wordt gebruikt.
OF
Er wordt een andere taal als voertaal gebezigd, daar de herkomst van de kinderen in deze specifieke omstandigheid daartoe noodzaakt, overeenkomstig een door de houder vastgestelde gedragscode.
Hoog
Accommodatie en inrichting
 
De woning
 
De woning waar gastouderopvang plaats vindt is te allen tijde rookvrij.
Hoog
De woning waar gastouderopvang plaats vindt, beschikt over voldoende binnenspeelruimte voor kinderen, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Hoog
De woning waar gastouderopvang plaats vindt, beschikt over voldoende buitenspeelmogelijkheden voor kinderen, afgestemd op het aantal en de leeftijd van de op te vangen kinderen.
Hoog
De slaapruimte
 
Er is een afzonderlijke slaapruimte voor in ieder geval kinderen tot anderhalf jaar.
Hoog
De slaapruimte is afgestemd op het aantal op te vangen kinderen.
Hoog
Groepssamenstelling
 
Bij een gastouder worden maximaal 6 kinderen gelijktijdig opgevangen, waarvan maximaal 5 kinderen tot 4 jaar, waarvan maximaal 4 kinderen tot 2 jaar, waarvan maximaal 2 kinderen tot 1 jaar. Eigen kinderen tot 10 jaar worden meegerekend.
Hoog
Achterwacht
 
De gastouder is goed telefonisch bereikbaar.
Hoog
De gastouder zorgt ervoor dat bij aanwezigheid van meer dan 3 kinderen tijdens de opvang een achterwacht beschikbaar is, die bij calamiteiten binnen 15 minuten bij het opvangadres aanwezig is. Daartoe is de achterwacht altijd telefonisch bereikbaar.
Hoog
Veiligheid en gezondheid
 
Risico-inventarisatie veiligheid en gezondheid
 
De gastouder heeft op het opvangadres een door de bemiddelingsmedewerker en de gastouder ondertekende risico-inventarisatie veiligheid, die actueel is en maximaal een jaar oud, die is toegespitst op dat specifieke adres.
Hoog
De gastouder draagt er zorg voor dat de veiligheidsmaatregelen uit het plan van aanpak binnen de gestelde termijn zijn respectievelijk worden genomen.
Hoog
De gastouder draagt er zorg voor dat de lijst van ongevallen die hebben plaatsgevonden actueel is en voldoet aan de gestelde eisen.
Hoog
De gastouder heeft op het opvangadres een door de bemiddelingsmedewerker en de gastouder ondertekende risico-inventarisatie gezondheid, die actueel is en maximaal een jaar oud, die is toegespitst op dat specifieke adres.
Hoog
De gastouder draagt er zorg voor dat de gezondheidsmaatregelen uit het plan van aanpak binnen de gestelde termijn zijn respectievelijk worden genomen.
Hoog
Meldcode kindermishandeling
 
De gastouder heeft kennis van de door de houder van het gastouderbureau vastgestelde meldcode.
Hoog
De gastouder handelt naar de door de houder van het gastouderbureau vastgestelde meldcode.
Hoog
De gastouder heeft kennis van en handelt naar de wettelijke meldplicht.
Hoog
Artikel II
Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.
Aldus besloten in de vergadering van 1 juni 2015.
burgemeester en wethouders van de gemeente Raalte,

de secretaris

Karin Cornelissen

de burgemeester

Martijn Dadema

Naar boven