|
|
|
|
De houder laat in de schriftelijke overeenkomst met de vraagouder duidelijk zien welk deel van het betaalde bedrag naar het gastouderbureau gaat (uitvoeringskosten) en welk deel van het betaalde bedrag naar de gastouder gaat.
|
|
De houder informeert de vraagouders over het te voeren beleid.
|
|
De houder draagt zorg voor een goede bereikbaarheid van het gastouderbureau voor de vraagouder en de gastouder en informeert de vraagouders en gastouders hierover.
|
|
De houder informeert vraagouders, gastouders en personeel over het inspectierapport door het zo spoedig mogelijk na ontvangst op de eigen website te plaatsen. Indien geen website aanwezig is, legt de houder een afschrift van het inspectierapport op een voor vraagouders, gastouders en personeel toegankelijke plaats.
|
|
|
|
De houder heeft een reglement oudercommissie vastgesteld.
|
|
Het reglement omvat regels omtrent het aantal leden.
|
|
Het reglement omvat regels omtrent de wijze van kiezen van de leden.
|
|
Het reglement omvat regels omtrent de zittingsduur van de leden.
|
|
Het reglement omvat geen regels omtrent werkwijze van de oudercommissie.
|
|
De houder wijzigt het reglement na instemming van de oudercommissie.
|
|
De houder heeft een oudercommissie ingesteld.
|
|
De houder en personen werkzaam bij het gastouderbureau zijn geen lid.
|
|
De leden worden gekozen uit en door de vraagouders.
|
|
De houder stelt de oudercommissie in de gelegenheid haar eigen werkwijze te bepalen.
|
|
De houder stelt de oudercommissie in staat haar advies uit te brengen over elk voorgenomen besluit met betrekking tot de genoemde onderwerpen in artikel 1.60 van de Wet kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen.
|
|
De houder verstrekt de oudercommissie tijdig en desgevraagd schriftelijk alle informatie die deze voor de vervulling van haar taak redelijkerwijs nodig heeft.
|
|
Van een gevraagd advies van de oudercommissie wijkt de houder alleen af indien hij schriftelijk en gemotiveerd aangeeft dat het belang van de kinderopvang zich tegen het advies verzet.
|
|
|
|
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van vraagouders die voldoet aan de beschreven eisen.
|
|
De houder brengt de klachtenregeling voor vraagouders op passende wijze bij hen onder de aandacht.
|
|
Een houder ziet erop toe dat de klachtencommissie voor vraagouders werkt met een reglement.
|
|
De houder hanteert de termijn waarbinnen schriftelijk wordt gereageerd naar aanleiding van een oordeel van de klachtencommissie.
|
|
De houder leeft geheimhoudingsplicht na.
|
|
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag van vraagouders wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
|
|
De houder zendt het klachtenverslag van vraagouders voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
|
|
De houder treft een regeling voor de behandeling van klachten van de oudercommissie over een door hem genomen besluit als bedoeld in artikel 1.60, eerste lid die voldoet aan de beschreven eisen.
|
|
De houder brengt de klachtenregeling oudercommissie op passende wijze bij hen onder de aandacht.
|
|
De houder zorgt voor naleving van de klachtenregeling oudercommissie.
|
|
De houder draagt er zorg voor dat over elk kalenderjaar een openbaar klachtenverslag oudercommissie wordt opgesteld, waarin ten minste een aantal vaste onderdelen wordt aangegeven.
|
|
De houder zendt het klachtenverslag oudercommissie voor 1 juni van het daaropvolgende kalenderjaar aan de GGD.
|
|