|
|
|
|
|
|
Vloeren boven kelders en kruipruimte.
|
|
|
|
|
|
1. Vloer isoleren middels hardschuim platen. De isolatie-platen dienen vrij van het vloerbeschot gemonteerd te worden, zodat er een luchtspouw ontstaat. Naden luchtdicht afsluiten. Minimale plaatdikte 100 mm.
2. Vloer isoleren middels thermo-kussens i.c.m. bodemfolie. Bij vochtige kruipruimten bodemfolie aanbrengen. Bodemfolie maximaal 15 cm laten opstaan tegen funderingsbalk / bouwmuur doch minimaal 5 cm boven het hoogste grondwaterpeil. Bij hogere waterstanden noppenfolie onder bodemfolie aanbrengen om drijfvermogen te verhogen. Thermo-kussens overlappend aanbrengen, naden luchtdicht tapen. (e.e.a. conform montage voorschrift leverancier.)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Minimale plaatdikte 100 mm.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
a. Bij handhaven dakbeschot: voorkeur: isolatie aan buitenzijde aanbrengen middels prefab isolatieplaten, isolatieplaten bevestigen op onderliggende balkconstructie.
|
|
|
b. Indien isolatie aan buitenzijde niet mogelijk is dan aan binnenzijde isoleren met hardschuim isolatieplaten of minerale isolatieplaat. Isolatie vrij van dakbeschot aanbrengen, zodat er een luchtspouw ontstaat. Isolatie afwerken met een dampdichte folie.
|
|
|
2. Bij vervangen dakbeschot: geïsoleerde sandwich-dakplaat aanbrengen. Gootconstructie en afwerking aanpassen aan de veranderde situatie.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Minimale plaatdikte 100 mm.
|
|
|
1. Warme dakconstructie: isolatie aan buitenzijde aanbrengen middels drukvaste hardschuim isolatie-platen, isolatieplaten bevestigen op onderliggende balkconstructie. Opstanden t.p.v. dakrand en dakdoorvoeren aanpassen aan de veranderde situatie. Dakventilatiepijpjes verwijderen.
|
|
|
2. Koude dakconstructie: isolatie aan binnenzijde aanbrengen middels hardschuim isolatieplaten of minerale isolatieplaat. Isolatie vrij van dakbeschot aanbrengen, zodat er een luchtspouw ontstaat. Isolatie afwerken met een dampdichte folie. (Dakventilatiepijpjes behouden)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Voorzetwand opbouwen uit een stijl en regelwerk van metalstud, tussen de stijlen een isolatie plaat aanbrengen van minimaal 100 mm dik. Regelwerk afwerken met een dampdichte folie en gipsplaten, afgemest.
|
|
|
|
|
|
4. NIEUWE CV INSTALLATIE:
|
|
|
Minimaal uitvoeringsniveau HR-combi ketel voorzien van het keurmerk GASKEUR.
De te gebruiken aansluitmaterialen dienen te zijn voorzien van het GASTEC keurmerk.
Installatie dient uitgevoerd te worden door een UNETO-VNI installateur.
Uitmondingen van rookgasafvoeren overeenkomstig eisen vernoemd in het Bouwbesluit.
CV-leidingen door gemeenschappelijke ruimten afdoende omkokeren en isoleren.
Oude gasleidingen van moederhaard en geiser deugdelijk afdoppen, dan wel verwijderen.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Minimaal uitvoeringsniveau HR glas.
Beglazing monteren volgens het z.g.n. droog beglazingssysteem.
Beglazing in de onderdorpel plaatsen op 2 hard neopreen stelblokjes om uitzakken te voorkomen.
Plaatsing moet geschieden conform NEN3576 en NPR3577.
|
|
|