Marktgeldverordening 2015
 
 
De raad van de gemeente Zuidplas;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 23 september 2014;
gelet op artikel 149 van de Gemeentewet;
besluit vast te stellen de volgende verordening:
V erordening op de heffing e n invordering van marktgeld 2015
Artikel 1 Begripsomschrijving
Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:
  • a.
    dag: een aaneengesloten periode van vierentwintig uren, aanvangend op 0:00 uur;
  • b.
    week: een aaneengesloten periode van zeven dagen;
  • c.
    maand: een kalendermaand;
  • d.
    kalenderkwartaal: een aaneengesloten periode van drie maanden;
  • e.
    kalenderhalfjaar: een aaneengesloten periode van zes maanden;
  • f.
    jaar: een kalenderjaar;
  • g.
    markt: een weekmarkt gehouden op het daarvoor aangewezen marktterrein, op een daarvoor aangewezen (markt-)dag.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam marktgeld wordt een directe belasting geheven voor het door de gemeente ter
beschikking stellen van een standplaats op de weekmarkt, op het daarvoor aangewezen marktterrein,
op de daarvoor aangewezen dag.
Artikel 3 Belastingplicht
Het marktgeld is verschuldigd door degene, aan wie een standplaats als bedoeld in artikel 2, ter beschikking is gesteld.
Artikel 4 Maatstaf van heffing en tarief
Ter beschikking stellen van een standplaats
1.Voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de markt per vierkante meter verkoopruimte, waaronder wordt verstaan het aantal vierkante meter oppervlakte dat als standplaats op de markt wordt ingenomen met een verkoopwagen, een kraam, of anderszins, waaronder tevens begrepen bijgeplaatste voertuigen met opslag van handelswaren.
Tarief 2015
  • -
    per marktdag of gedeelte daarvan € 0,40, met een minimum van € 5,20
    Tarief 2014
    € 0,40, met een minimum van € 5,10
    Tarief 2015
  • -
    per kalenderhalfjaar € 7,45, met een minimum van € 88,45
    Tarief 2014
    € 7,30, met een minimum van € 86,70
Ter beschikking stellen van elektriciteit voor verlichting van de verkoopinrichting
  • 1.
    Voor het ter beschikking stellen van elektriciteit voor verlichting van de verkoopinrichting gedurende de periode dat de markt van elektrische verlichting wordt voorzien per verkoopeenheid van 5 strekkende meter of gedeelte daarvan met een maximum aangesloten waarde van 225 Watt per verkoopeenheid Tarief 2015 Tarief 2014
    • -
      per marktdag of gedeelte daarvan € 0,30 € 0,30
    • -
      per kalenderhalfjaar € 3,90 € 3,80
  • 2.
    Voor het ter beschikking stellen van een aansluiting op een gemeentelijke aansluitkast voor de levering van elektriciteit met een vermogen van:
0 tot 0.5 kW: Tarief 2015Tarief 2014
  • -
    per marktdag of gedeelte daarvan € 0,30 € 0,30
  • -
    per kalenderhalfjaar € 4,85 € 4,75
    • 0.
      5 tot 1.5 kW:
  • -
    per marktdag of gedeelte daarvan € 0,90 € 0,90
  • -
    per kalenderhalfjaar € 14,60 € 14,30
    • 1.
      5 tot 3 kW:
  • -
    per marktdag of gedeelte daarvan € 1,95 € 1,90
  • -
    per kalenderhalfjaar € 29,40 € 28,80
3 tot 5 kW:
  • -
    per marktdag of gedeelte daarvan € 3,20 € 3,10
  • -
    per kalenderhalfjaar € 48,55 € 47,60
Artikel 5 Wijze van heffing
Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
Artikel 6 Termijn van betaling
In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moet het marktgeld worden betaald op het moment van uitreiking van de in artikel 5 bedoelde kennisgeving, dan wel ingeval van toezending daarvan, binnen 10 dagen na de dag van dagtekening van de kennisgeving.
Artikel 7 Ontheffing
Indien een belastingplichtige door omstandigheden, onafhankelijk van zijn wil, geen gebruik meer kan maken van de beschikbaar gestelde standplaats waarvoor het marktgeld is voldaan, kan op verzoek, naar rato van het aantal volle kalendermaanden waarin geen gebruik is gemaakt van de standplaats, ontheffing worden verleend. Een verzoek om ontheffing dient binnen twee maanden na afloop van de beschikbaarstelling schriftelijk te worden ingediend.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en invordering van marktgeld.
Artikel 10 Overgangsrecht
De Marktgeldverordening 2014 vastgesteld op 17 december 2013, wordt ingetrokken met ingang van 1 januari 2015, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor 1 januari 2015 voorgedaan.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015. De datum van ingang van de heffing is eveneens 1 januari 2015.
Artikel 12 Citeerartikel
Deze verordening wordt aangehaald als Marktgeldverordening 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van 4 november 2014.
De raad voornoemd,
De griffier,                                           De voorzitter,
P.van Vugt                                         K.J.G. Kats
Toelichting
A Algemeen
1. Wettelijke basis
De marktgeldverordening is gebaseerd op artikel 149 van de Gemeentewet.
B Artikelsgewijze toelichting
Artikel 2 Belastbaar feit
Er wordt belasting geheven voor het door de gemeente ter beschikking stellen van een standplaats op de weekmarkt, op het daarvoor aangewezen marktterrein, op de daarvoor aangewezen dag.
Marktgeld is aangemerkt als directe belasting. Deze aanwijzing is noodzakelijk om toepassing van artikel 31 e.v. van de AWR betreffende de richtige heffing mogelijk te maken.
Artikel 3 Belastingplicht
Eerste lid
Belastingplichtig is degene, aan wie een standplaats als bedoeld in artikel 2, ter beschikking is gesteld.
Artikel 9 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Met betrekking tot het marktrecht heeft het college van burgemeester en wethouders geen nadere regels als bedoeld in dit artikel vastgesteld.
Artikel 10 Overgangsrecht
Als een verordening wordt gewijzigd of een vervangende verordening wordt vastgesteld, verdient het aanbeveling eerbiedigende werking aan de oude verordening te geven. Dit houdt in dat de verordening die wordt ingetrokken, van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich vóór de datum van ingang van de heffing van de nieuwe verordening hebben voorgedaan. Voor de belastbare feiten blijft heffing dus mogelijk op basis van de oude verordening, ook al is die verordening ingetrokken.
Artikel 11 Inwerkingtreding
Het inwerkingtredingartikel in de gemeentelijke belastingverordeningen bestaat uit twee onderdelen. Het eerste onderdeel regelt de inwerkingtreding. Het tweede onderdeel bepaalt de datum van ingang van de heffing.
Artikel 12 Citeerartikel
Een citeerartikel vereenvoudigt de verwijzing naar een bepaalde verordening.
Naar boven