Inspraakverordening 2015
De raad van de gemeente Bladel;
 
gelezen het voorstel R2015.051 van burgemeester en wethouders van 14 april 2015;
overwegende dat de Inspraakverordening uit 2007 niet overeenstemt met de gangbare praktijk;
gelet op artikel 150 van de Gemeentewet;
 
besluit vast te stellen de:
 
Verordening inzake de wijze waarop ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid worden betrokken (Inspraakverordening)
 
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
De verordening verstaat onder:
  • a.
    inspraak: het betrekken van ingezetenen en belanghebbenden bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid;
  • b.
    inspraakprocedure: de wijze waarop de inspraak gestalte wordt gegeven;
  • c.
    beleidsvoornemen: het voornemen van het bestuursorgaan tot het vaststellen of wijzigen van beleid.
Artikel 2 Onderwerp van inspraak
  • 1.
    Burgemeester en wethouders besluiten of inspraak wordt verleend bij de voorbereiding van gemeentelijk beleid. Indien het beleidsvoornemen een aangelegenheid betreft van de gemeenteraad of de burgemeester kunnen deze bestuursorganen de bevoegdheid inzake het verlenen van inspraak aan zichzelf voorbehouden, dan wel aan burgemeester en wethouders kaders meegeven omtrent de inspraak of omtrent situaties waarin en momenten waarop zij zelf een rol willen vervullen in het inspraaktraject.
  • 2.
    Inspraak wordt altijd verleend indien de wet daartoe verplicht.
  • 3.
    Inspraak wordt in ieder geval verleend op beleidsvoornemens inzake ruimtelijke plannen, tenzij het plannen betreft als genoemd in het vierde lid onder f en g van dit artikel.
  • 4.
    Geen inspraak wordt verleend:
    • a.
      ten aanzien van ondergeschikte herzieningen van een eerder vastgesteld beleidsvoornemen;
    • b.
      indien inspraak bij of krachtens wettelijk voorschrift is uitgesloten;
    • c.
      indien sprake is van uitvoering van hogere regelgeving waarbij het bestuursorgaan geen of nauwelijks beleidsvrijheid heeft;
    • d.
      inzake de begroting, de tarieven voor gemeentelijke dienstverlening en belastingen bedoeld in hoofdstuk XV van de Gemeentewet;
    • e.
      ten aanzien van beleidsvoornemens met betrekking tot de interne bedrijfsvoering van de gemeentelijke organisatie;
    • f.
      ten aanzien van partiële bestemmingsplanherzieningen;
    • g.
      plannen ex artikel 2.12, eerste lid, sub a, onder 4 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (planologisch strijdig gebruik) die betrekking hebben op het realiseren van maximaal drie woningen dan wel andere plannen met een beperkte ruimtelijke impact;
    • h.
      indien de uitvoering van een beleidsvoornemen dermate spoedeisend is dat inspraak niet kan worden afgewacht;
    • i.
      indien het belang van inspraak niet opweegt tegen het belang van de verantwoordelijkheid van de gemeente voor kwetsbare groepen in de samenleving.
Artikel 3 Inspraakgerechtigden
Inspraak wordt verleend aan ingezetenen en belanghebbenden.
Artikel 4 Inspraakprocedure
  • 1.
    Op inspraak is de procedure van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing, met dien verstande dat de termijn voor het ter inzage leggen van de stukken en het naar voren brengen van zienswijzen vier weken bedraagt.
  • 2.
    Het bestuursorgaan kan voor een of meer beleidsvoornemens een andere inspraakprocedure vaststellen.
  • 3.
    Burgemeester en wethouders geven uitvoering aan de inspraakprocedure, tenzij de gemeenteraad of de burgemeester ten aanzien van hun eigen beleidsvoornemens anders hebben bepaald.
Artikel 5 Eindverslag
  • 1.
    Ter afronding van de inspraak maken burgemeester en wethouders een eindverslag op.
  • 2.
    Voor zover inspraak is verleend inzake een aangelegenheid van de gemeenteraad wordt het eindverslag gelijktijdig met het raadsvoorstel en conceptbesluit aangeboden aan de gemeenteraad.
  • 3.
    Het eindverslag bevat in elk geval:
    • a.
      een overzicht van de gevolgde inspraakprocedure;
    • b.
      een weergave van de zienswijzen die tijdens de inspraak mondeling of schriftelijk naar voren zijn gebracht;
    • c.
      een reactie op deze zienswijzen, waarbij met redenen omkleed wordt aangegeven op welke punten al dan niet tot aanpassing van het beleidsvoornemen wordt overgegaan.
  • 4.
    Burgemeester en wethouders maken het eindverslag op de gebruikelijke wijze openbaar.
Artikel 6 Intrekking oude verordening
De op 20 september 2007 vastgestelde Inspraakverordening wordt ingetrokken.
Artikel 7 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die van bekendmaking.
Artikel 8 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Inspraakverordening 2015.
Aldus vastgesteld in zijn openbare vergadering van 2 juli 2015.
De raad voornoemd,
de griffier,
L.A.J. Dirks
de voorzitter,
mr. A.H.J.M. Swachten
Naar boven