Nadere regels jeugdhulp gemeente Hoogezand-Sappemeer 2015-A, overgangsregeling medisch vervoer jeugd GGZ
 
Met deze regeling geven we weer op welke manier we de wettelijke plicht om het vervoer naar en van een jeugdinstelling, tijdelijk in 2015, vorm geven. Het betreft hier de uitwerking van artikel 2.3, tweede lid van de Jeugdwet voor zover het noodzakelijk vervoer niet direct is ingekocht bij de jeugdzorgaanbieder en voorziet daarmee in een overgang voor de vervallen regeling voor de vergoeding van de vervoerskosten jeugd GGZ in het kader van de zorgverzekeringswet.
Er wordt onderscheid gemaakt tussen jeugdigen met een overgangsrecht of nieuwe aanvragen vervoer GGZ.
Jeugdigen met een overgangsrecht vervoer GGZ jeugd
  • a.
    De casemanager jeugd stelt het overgangsrecht vast.
  • b.
    Vaststelling van het overgangsrecht bestaat uit: het overleggen van de gegevens van 2014 van de zorgverzekeraar. Hierin wordt de medische noodzaak van het vervoer
vastgesteld. De casemanager jeugd neemt het noodzaak van vervoer van de verzekeraar over, zonder dit zelf opnieuw vast te stellen en bepaalt vanaf welke datum de beschikking van kracht is en wanneer de beschikking eindigt.
  • a.
    De voorziening wordt in natura verstrekt.
  • b.
    Indien mogelijk wordt voor het vervoer gebruik gemaakt van de huidige contracten voor WMO of leerlingenvervoer. Indien dit niet mogelijk is wordt het vervoer afzonderlijk in natura beschikbaar gesteld.
Nieuwe aanvragen vervoer GGZ
  • a.
    Nieuwe aanvragen voor vervoer GGZ komen bij de casemanager jeugd binnen.
  • b.
    De casemanager jeugd onderzoekt of de noodzakelijke voorziening ook dicht bij huis geboden kan worden en wat de eigen mogelijkheden van de ouders / verzorgers zijn.
  • c.
    Wanneer de noodzaak van medisch vervoer is vastgesteld, bepaalt de casemanager jeugd op grond van de hardheidsclausule of de ouders in aanmerking komen voor deze vorm van vervoer. De hardheidsclausule bestaat uit de volgende berekening:
(aantal maanden behandeling in totaal) x (aantal keren behandeling p/week) x (aantal weken behandeling p/maand) x (aantal km enkele reis) x 0,25 (=wegingsfactor).
De variabele onderdelen zijn afhankelijk van de persoonlijke situatie. Is de uitkomst gelijk aan of groter dan 250, dan kan een op grond van de hardheidsclausule aanspraak gemaakt worden op medisch vervoer GGZ jeugd.
Voorbeelden toepassing hardheidsclausule
 
A
B
C
Aantal maanden
6
4
12
x Aantal keren per week
3
5
1
x Aantal weken per maand
4
4
4
x Aantal kilometers enkele reis
40
15
9
X Wegingsfactor
0,25
0,25
0,25
= Uitkomst
720
300
108
In de voorbeelden A en B kan de persoon aanspraak maken op een vergoeding van reiskosten. In voorbeeld c is dat niet het geval.
  • a.
    De voorziening wordt in natura verstrekt.
  • b.
    Indien mogelijk wordt voor het vervoer gebruik gemaakt van de huidige contracten voor WMO of leerlingenvervoer. Indien dit niet mogelijk is wordt het vervoer afzonderlijk in natura beschikbaar gesteld.
Uitzonderingen
De casemanager jeugd kan van bovenstaande regeling afwijken wanneer het vervoer naar de locatie waar de jeugdhulp wordt geboden niet door de ouders of verzorgers kan worden geboden in verband met een medische noodzaak of beperkingen in de zelfredzaamheid.
Slotbepalingen
  • 1.
    Dit besluit kan worden aangehaald als Overgangsregeling medisch vervoer jeugd GGZ.
  • 2.
    Dit besluit treedt in werking op 16 juli 2015 en werkt terug tot en met 1 januari 2015.
Naar boven