No. 2015/ 1231
 
 
De raad van de gemeente Coevorden;
 
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders, nummer 1231 ;
 
gelet op het bepaalde in artikel 8, eerste lid, aanhef en onderdeel b, en tweede lid van de Participatiewet;
 
b e s l u i t:
 
vast te stellen de ‘Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Coevorden 2015’.
 
Artikel 1. Begrippen
    • 1.
      Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet en de Algemene wet bestuursrecht.
    • 2.
      In deze verordening wordt verstaan onder:
      a. Inkomen: totaal van het inkomen, bedoeld in artikel 32 van de Participatiewet, en de algemene bijstand;
      b. Peildatum: datum waarop een persoon individuele inkomenstoeslag aanvraagt;
      c. Referteperiode: periode van 36 maanden voorafgaand aan de peildatum.
Artikel 2. Langdurig laag inkomen
Een persoon heeft een langdurig laag inkomen als bedoeld in artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet als gedurende de referteperiode het in aanmerking te nemen inkomen niet hoger is dan 100% van de voor de aanvrager geldende bijstandsnorm.
Artikel 3. Hoogte individuele inkomenstoeslag
    • 1.
      De hoogte van de individuele inkomenstoeslag bedraagt:
      a. € 380,--voor een alleenstaande;
      b. € 489,--voor een alleenstaande ouder;
      c. € 544,--voor gehuwden.
    • 2.
      Als één van de gehuwden op de peildatum is uitgesloten van het recht op individuele inkomenstoeslag ingevolge de artikelen 11 of 13, eerste lid, van de Participatiewet, komt de rechthebbende echtgenoot in aanmerking voor een individuele inkomenstoeslag naar de hoogte die voor hem als alleenstaande of alleenstaande ouder zou gelden.
    • 3.
      Voor toepassing van het eerste en tweede lid is de situatie op de peildatum bepalend.
Artikel 4. Onvoorziene gevallen
In gevallen waarin deze regeling niet voorziet, beslist het college.
Artikel 5. Inwerkingtreding
    • 1.
      De ‘Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Coevorden 2015’ wordt ingetrokken per 1 juli 2015.
    • 2.
      De verordening treedt met ingang van 1 juli 2015 in werking.
Artikel 6. Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als: ‘Verordening individuele inkomenstoeslag gemeente Coevorden juli 2015’.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering
van 23 juni 2015.
 
De raad voornoemd,
, voorzitter.
, griffier.
 
 
Algemene toelichting Verordening individuele inkomenstoeslag
Per 1 januari 2015 vervangt de individuele inkomenstoeslag de langdurigheidstoeslag. Sindsdien is het verlenen van de toeslag geen gebonden bevoegdheid meer, maar een discretionaire bevoegdheid. Dat betekent dat het college een individuele inkomenstoeslag kan verlenen als een persoon voldoet aan de voorwaarden.
De individuele inkomenstoeslag is een inkomensondersteunende maatregel voor bepaalde personen die langdurig een laag inkomen hebben en daarbij, gelet op de omstandigheden van die persoon, geen uitzicht hebben op inkomensverbetering (artikel 36, eerste lid, van de Participatiewet). Bij verordening moeten regels worden vastgesteld over het verlenen van de individuele inkomenstoeslag. Deze regels moeten in ieder geval betrekking hebben op de wijze waarop invulling wordt gegeven aan de begrippen ‘langdurig” en ‘laag’ inkomen.
Artikelsgewijze toelichting
Artikel 1. Begrippen
De begrippen die in de Participatiewet voorkomen hebben in deze verordening dezelfde betekenis. Voor een aantal begrippen die als zodanig niet in de Participatiewet staan is een definitie gegeven in deze verordening.
Artikel 2. Langdurig laag inkomen
De door de gemeenteraad vastgestelde langdurige periode voorafgaand aan de peildatum wordt aangeduid als referteperiode. Deze referteperiode wordt vastgesteld op drie jaar.
Het begrip laag inkomen wordt ingevuld als een inkomen dat niet hoger is dan 100% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm.
Een belanghebbende kan perioden waarin hij een inkomen boven de bijstandsnorm heeft niet middelen met perioden waarin hij vanwege de aanwezigheid van bijvoorbeeld een uitsluitingsgrond (detentie of maatregel) geen recht op bijstand had.
Er is niet voor gekozen om het recht op de individuele inkomenstoeslag ook toe te kennen bij een inkomen boven de bijstandsnorm. Van deze bevoegdheid wordt om twee redenen geen gebruik gemaakt. Ten eerste omdat dit ongewenste armoedevaleffecten in zich heeft. Ten tweede omdat het in aanmerking laten komen van belanghebbenden met een inkomen van bijvoorbeeld 110% van de bijstand niet valt te rijmen met de uitsluiting van belanghebbenden die de pensioengerechtigde leeftijd hebben bereikt. Zij zijn uitgesloten van het recht op de individuele inkomenstoeslag omdat hun AOW al voldoende hoger zou zijn dan de bijstandsnorm van belanghebbenden tot de pensioengerechtigde leeftijd. (Dit verschil is 5 tot 9%, afhankelijk van de vraag of iemand een alleenstaande, alleenstaande ouder of gezin vormt).
Artikel 3. Hoogte van de toeslag
De hoogte van de toeslag is afgeleid van een percentage van de bijstandsnorm zoals deze gold tot 1 januari 2015. Omdat de alleenstaande oudernorm is komen te vervallen zijn nu bedragen in de verordening opgenomen die jaarlijks worden geïndexeerd.
Het tweede lid ziet op de situatie dat een van de gehuwden niet in aanmerking komt voor de toeslag omdat hij is uitgesloten van het recht op bijstand.
Artikel 4. Onvoorziene gevallen
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 5. Inwerkingtreding
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Artikel 6. Citeerartikel
Dit artikel behoeft geen nadere toelichting.
Naar boven