Gemeenteblad van Baarn
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Baarn | Gemeenteblad 2015, 55919 | Beleidsregels |
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen
Wij (Burgemeester en wethouders van Baarn) hebben de volgende beleidsregels vastgesteld in onze vergadering van 16 juni 2015:
- -
Met de invoering van de Participatiewet is de kostendelersnorm geïntroduceerd. De hoogte van de uitkering indien meer volwassenen in een woning wonen is vrijwel geheel vastgelegd in artikel 22a van de Participatiewet. Doel van de kostendelersnorm is rekening houden met de voordelen van het delen van de kosten binnen één huishouden. De kostendelersnorm moet stapeling van uitkeringen binnen een huishouden voorkomen, maar vooronderstelt ook een verre mate van kostendeling bij mensen die niet gehuwd of daaraan gelijkgesteld zijn.
Een aantal onderwerpen is niet geregeld in de Particpatiewet en daarvoor hebben wij beleidsregels vastgesteld. Bij het op commerciële basis gezamenlijk wonen is er geen sprake van het toepassen van de wettelijke kostendelersnorm maar is er wel financieel voordeel. De door ons vastgestelde beleidsregels regelen in welke situaties en onder welke voorwaarden er sprake is van een commerciële situatie en wat daarbij dan de verlaging van de bijstand is. Verder is geregeld hoe om te gaan met situaties waarbij er geen woonkosten zijn en is geregeld dat er geen tijdelijke normverlaging is bij schoolverlaters van 21 en 22 jaar. De door ons vastgestelde beleidsregels sluiten aan op de bepalingen en keuzes in de gemeentelijke Toeslagenverordening uit 2010 die per 1 juli 2015 van rechtswege vervalt.
De beleidsregels worden bekendgemaakt door middel van deze publicatie in het Gemeenteblad. Informatie over de beleidsregels kan worden verkregen bij de sociale dienst Werk en Inkomen BBS te Soest.
De beleidsregels liggen vanaf heden, tijdens kantooruren, voor een ieder gedurende 6 weken ter inzage op het gemeentehuis, Stationsweg 18 te Baarn. Tegen betaling van de kosten is een afschrift verkrijgbaar. Ook zijn de beleidsregels geplaatst op www.baarn.nl
gelet op artikel 22a, lid 4 onder b, c en d, lid 5, artikel 27 en artikel 28 van de Participatiewet,
-dat het voor een rechtmatige uitvoering van de Particpatiewet noodzakelijk is nadere regels te stellen over criteria die gelden ten aanzien van de hoogte van commerciële prijs voor kamerhuurder, onderverhuur, kostgangerschap; de eventuele vaststelling van verlaging bij onderverhuur, verhuur of kostgeverschap, verlaging op grond van woonsituatie en bij schoolverlaters, alsmede de voorwaarden die daarbij gelden,
1. Alle bepalingen genoemd in deze beleidsregels hebben dezelfde betekenis als genoemd in de Participatiewet of in de Algemene wet bestuursrecht tenzij anders aangegeven.
2. Onder de norm voor gehuwden wordt verstaan de norm zoals deze in artikel 20 lid 1 onder b en c en in artikel 20, lid 2 en onder artikel 21 onder b van de Participatiewet is genoemd.
1. Het college verstaat onder commerciële prijs van kamerhuur of onderverhuur een prijs vanaf € 300,- per maand. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het consumentenprijsindexcijfer zoals dit door het CBS wordt gepubliceerd.
1. Het college verstaat onder commerciële prijs van kostgangerschap een prijs vanaf € 500,- per maand.
2. Het in lid 1 genoemde bedrag wordt jaarlijks aangepast aan het consumentenprijsindexcijfer zoals dit door het CBS wordt gepubliceerd.
1. Indien sprake is van het hebben van één kostganger en/of het verhuren van één kamer en/of het onderverhuren aan één persoon wordt per kostganger, huurder of onderhuurder een verlaging toegepast van 10 % van de norm voor gehuwden .
2. Indien sprake is van het hebben van twee kostgangers en/of van het verhuren van twee kamers en/of het onderverhuren aan twee personen, wordt een verlaging toegepast van 20 % van de norm voor gehuwden.
3. Indien sprake is van meer dan twee kostgangers of meer dan twee kamers worden verhuurd of aan meer dan 2 personen onderverhuur plaatsvindt, dan wordt geen inkomstenkorting toegepast op de uitkering op grond van de Participatiewet maar wordt belanghebbende aangemerkt als zelfstandige op grond van het Besluit Bijstandsverlening Zelfstandigen 2004.
Indien sprake is van lagere algemene bestaanskosten dan waarin de norm voorziet als gevolg van zijn woonsituatie, waaronder begrepen het niet aanhouden van een woning, als bedoeld in artikel 27 van de Participatiewet, wordt een verlaging toegepast van 20 % van de norm voor gehuwden.
Het college ziet af van de mogelijkheid de norm te verlagen bij schoolverlaters als bedoeld in artikel 28 van de Participatiewet.
1. Een schriftelijke overeenkomst als bedoeld in artikel 22a, lid 4 en 5 van de Participatiewet wordt als zodanig slechts aangemerkt indien de overeenkomst de volgende onderdelen bevat:
2. Onverminderd de onderdelen van de overeenkomst genoemd in lid 1 geldt in het geval van kostgangers aanvullend:
Alleen indien is voldaan aan de volgende vereisten acht het college voldaan aan het vereiste van een deugdelijk bewijs van betaling, als bedoeld in artikel 22a, lid 4 en 5 van de Participatiewet, van de overeengekomen commerciële prijs:
c. een schriftelijke overeenkomst waarbij zowel huurder als verhuurder; onderhuurder en onderverhuurder; kostganger en kostgever deze hebben ondertekend waaruit de datum van betaling is opgenomen en de aanduiding dat de betaling contant is geweest.
Het college kan in bijzondere gevallen, ten gunste van de belanghebbende, afwijken van de bepalingen in deze beleidsregels, indien toepassing van deze regels tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Permanente link
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2015-55919.html