No. 2015/1225
 
 
De raad van de gemeente Coevorden;
 
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders , bijlagenummer 1225 ;
 
b e s l u i t :
 
vast te stellen de volgende
 
Winkeltijdenverordening Coevorden
Artikel 1. Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- feestdagen: Nieuwjaarsdag, tweede Paasdag, Hemelvaartsdag, tweede Pinksterdag, eerste en tweede Kerstdag;
  • -
    werkdagen: maandag tot en met zaterdag;
  • -
    winkel: dat wat daaronder wordt verstaan in de Winkeltijdenwet.
Artikel 2. (Algemene) vrijstelling
  • 1
    Voor de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden geldt van 12.00 uur tot 20.00 uur een algemene vrijstelling.
  • 2
    Het eerste lid geldt niet op eerste Paasdag, eerste Pinksterdag en eerste Kerstdag.
  • 3
    Het eerste lid geldt niet indien artikel 2a, 2b, 2c, 2d, 2e, 2f 2g, of 2h van toepassing is.
Artikel 2a Toerisme
Van de in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden zijn vrijgesteld de winkels die gevestigd zijn in de volgende delen van de gemeente:
  • -
    “Aelderholt” te Aalden, “Ermerzand” / “Ermerstrand” te Erm, “De Huttenheugte” te Dalen, “De Bronzen Emmer” te Meppen, “’t Kuierpadtien” te Wezuperbrug;
  • -
    voor de verkoop van uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren.
De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden van 09.00 uur tot 18.00 uur niet
Artikel 2b. Bepaalde winkels
De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van:
  • a.
    musea;
  • b.
    winkels, waar uitsluitend maaltijden, voor directe consumptie geschikte eetwaren, alcoholvrije dranken en, door middel van een automaat, tabak en tabaksprodukten, middelen ter voorkoming van zwangerschap en damesverband plegen te worden verkocht;
  • c.
    winkels waar de bedrijfsactiviteit hoofdzakelijk bestaat uit het verhuren van voorbespeelde videobanden en andere voorbespeelde beelddragers, mits in die winkel geen andere goederen worden te koop aangeboden of verkocht dan videobanden en andere beelddragers, alsmede tijdschriften en catalogi, die betrekking hebben op het te huur aangeboden assortiment.
Artikel 2c. Openstelling anders dan voor verkoop
  • 1
    De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van:
    • a.
      winkels, waarin zich een restaurant of lunchroom bevindt, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het bezoeken van het restaurant of de lunchroom;
    • b.
      winkels waar uitsluitend of hoofdzakelijk fietsen en bromfietsen plegen te worden verkocht, voor zover het laten betreden van de winkel noodzakelijk is voor het huren van fietsen en bromfietsen.
  • 2
    De in het eerste lid vervatte vrijstellingen gelden niet ten aanzien van het verkopen van goederen.
Artikel 2d. Straatverkoop van bepaalde goederen
De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van voor directe consumptie geschikte eetwaren en alcoholvrije dranken.
Artikel 2e. Begraafplaatsen
  • 1
    De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van winkels, waar uitsluitend of hoofdzakelijk bloemen en planten plegen te worden verkocht en die zijn gelegen op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang van een begraafplaats, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.
  • 2
    De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van bloemen en planten op een begraafplaats dan wel op een afstand van ten hoogste 100 meter van de publieksingang daarvan, gedurende de openingstijden van die begraafplaats.
Artikel 2f. Culturele evenementen
  • 1
    De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van gebouwen, waar voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard plaatsvinden, en waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen die rechtstreeks verband houden met aldaar te houden voorstellingen, uitvoeringen en evenementen plegen te worden verkocht, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.
  • 2
    De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van het ter gelegenheid van voorstellingen, uitvoeringen of evenementen van culturele aard te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met die voorstellingen, uitvoeringen of evenementen, vanaf een uur voor de aanvang van de voorstelling, de uitvoering of het evenement tot een uur na afloop daarvan.
Artikel 2g. Sportcomplexen
  • 1
    De in artikel 2, eerste lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van sportcomplexen, waar uitsluitend of hoofdzakelijk goederen worden verkocht, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.
  • 2
    De in artikel 2, tweede lid, van de wet vervatte verboden, voor zover deze betrekking hebben op de zondag en de feestdagen, gelden niet ten aanzien van het in of op het terrein van sportcomplexen te koop aanbieden en verkopen van goederen, die rechtstreeks verband houden met de aldaar beoefende sporten, gedurende de openstellingsuren van die sportcomplexen.
Artikel 2h. Bejaardenoorden
  • 1
    De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden gelden niet ten aanzien van winkels in of op het terrein van bejaardenoorden, waar uitsluitend of hoofdzakelijk eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten plegen te worden verkocht.
  • 2
    De in artikel 2, eerste lid, aanhef en onder a en b, van de wet vervatte verboden gelden in of op het terrein van bejaardenoorden niet ten aanzien van het te koop aanbieden en verkopen van eet- en drinkwaren, prentbriefkaarten, nieuwsbladen en tijdschriften alsmede bloemen en planten.
Artikel 3. Individuele ontheffingen
  • 1
    Burgemeester en wethouders kunnen in gevallen waarvoor geen vrijstelling geldt op aanvraag ontheffing verlenen van de in artikel 2, eerste lid, van de Winkeltijdenwet vervatte verboden.
  • 2
    De ontheffing kan worden geweigerd als de woon- en leefsituatie of de openbare orde in de omgeving van de winkel op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed door de openstelling van de winkel op basis van de ontheffing.
Artikel 4. Beslistermijn
  • 1
    Burgemeester en wethouders beschikken op een aanvraag om ontheffing binnen 8 weken na de dag waarop de aanvraag is ontvangen.
  • 2
    Zij kunnen hun beschikking voor ten hoogste acht weken verdagen.
Artikel 5. Intrekken of wijzigen ontheffing
Burgemeester en wethouders kunnen een ontheffing intrekken of wijzigen als:
  • a.
    ter verkrijging daarvan onjuiste of onvolledige gegevens zijn verstrekt;
  • b.
    verandering van omstandigheden of inzichten dit naar hun oordeel noodzakelijk maken in het belang van de belangen ter bescherming waarvan de ontheffing is vereist;
c. de exploitatie van de winkel op basis van de ontheffing gevaar oplevert voor de openbare orde, de veiligheid of het woon- en leefklimaat ter plaatse;
  • d.
    aan de ontheffing verbonden voorschriften en beperkingen niet zijn of worden nagekomen;
  • e.
    van de ontheffing geen gebruik wordt gemaakt binnen een daarbij gestelde termijn; of
  • f.
    de houder dit verzoekt.
Artikel 6. Toezicht
Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de door burgemeester en wethouders aangewezen toezichthouders.
Artikel 7. Intrekking oude verordening en overgangsrecht
  • 1
    De Verordening Winkeltijden Coevorden 1998 wordt ingetrokken.
  • 2
    Een krachtens de Verordening Winkeltijden Coevorden 1998 verleende ontheffing geldt als ontheffing verleend krachtens deze verordening. Burgemeester en wethouders kunnen deze ambtshalve vervangen door een ontheffing krachtens deze verordening. Ambtshalve vervanging kan gepaard gaan met een wijziging van beperkingen en voorschriften.
  • 3
    Aanvragen om ontheffing die zijn ingediend onder de Verordening Winkeltijden Coevorden 1998 maar waarop nog niet is beschikt bij het in werking treden van deze verordening, worden afgehandeld overeenkomstig deze verordening.
Artikel 8. Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1
    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking.
  • 2
    Deze verordening wordt aangehaald als: Winkeltijdenverordening Coevorden.
     
     
Aldus besloten in de openbare vergadering
van 9 juni 2015.
 
 
De raad voornoemd,
 
voorzitter
B.J. Bouwmeester
griffier
J. Kuipers-Meijering
 
Toelichting
Op 28 mei 2013 heeft de Eerste Kamer ingestemd met een initiatiefwet tot wijziging van de Winkeltijdenwet. Deze wetswijziging is op 1 juli 2013 in werking getreden.
Op grond van de gewijzigde Winkeltijdenwet blijven de wettelijke verboden om winkels op zon-, feestdagen en op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur open te stellen, op zichzelf
bestaan. Gemeenten kunnen na de wetswijziging echter zelf bepalen of – en in hoeverre – zij vrijstelling of ontheffing verlenen van deze verboden.
De met betrekking tot deze verordening meest relevante bepalingen van de Winkeltijdenwet, de artikelen 2 en 3, luiden na de wetswijziging als volgt:
Artikel 2
  • 1.
    Het is verboden een winkel voor het publiek geopend te hebben:
  • a.
    op zondag;
  • b.
    op Nieuwjaarsdag, op Goede Vrijdag na 19 uur, op tweede Paasdag, op Hemelvaartsdag, op tweede Pinksterdag, op 24 december na 19 uur, op eerste en tweede Kerstdag en op 4 mei na 19 uur;
  • c.
    op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur.
  • 2.
    Het is voorts verboden op de in het eerste lid bedoelde dagen en tijden in de uitoefening van een bedrijf, anders dan in een winkel, goederen te koop aan te bieden of te verkopen aan en in rechtstreekse aanraking met particulieren.
Artikel 3
  • 1.
    De gemeenteraad kan bij verordening vrijstelling verlenen van de in artikel 2 vervatte verboden.
  • 2.
    De gemeenteraad kan bij verordening aan burgemeester en wethouders de bevoegdheid verlenen om in de gevallen, in de verordening aan te wijzen, en met inachtneming van de daarin gestelde regels op daartoe strekkend verzoek ontheffing van de in het eerste lid bedoelde verboden te verlenen.
3. De vrijstellingen en ontheffingen kunnen onder beperkingen worden verleend. Aan de vrijstellingen en ontheffingen kunnen voorschriften worden verbonden.
De bevoegdheid van gemeenten is zo ruim geworden dat zowel algehele handhaving van de verboden als het volledig terzijde stellen daarvan tot de mogelijkheden behoort. Hetzelfde geldt voor alle opties die daartussen zitten. De beperkingen voor het gemeentelijk beleid – en de gemeentelijke regels – voor de zondags- en avondopenstelling kunnen alleen nog gevonden worden in het Vrijstellingenbesluit Winkeltijdenwet (de daarin opgenomen vrijstellingen gelden zondermeer) en ander hoger recht. Met betrekking tot dat laatste zijn, zoals hieronder uiteengezet zal worden, met name de algemene beginselen van behoorlijk bestuur van belang, vooral waar deze een zorgvuldige belangenafweging voorschrijven.
In de verordening is een algemene vrijstelling op de Winkeltijdenwet opgenomen dat winkeliers de mogelijkheid geeft hun winkel(s) op zondagen en enige feestdagen te openen. Het voorstel komt tegemoet aan de wensen van enige grote supermarkten. Voordelen van een algemene vrijstelling voorstel zijn dat (alle) ondernemers zelf een afweging kunnen maken of ze de deuren van hun winkel op zondag openen. Ingespeeld kan worden op de wensen van het publiek dat in toenemende mate op zondagen winkelt. Er worden mogelijkheden gecreëerd om concurrentie aan te gaan met ondernemers uit gemeentes waar de zondagopenstelling al verruimd is. De bestedingen (en daarmee de werkgelegenheid) worden gestimuleerd door zowel de lokale, als de toeristische/recreatieve markt.
Nadelen zijn dat niet (meer) tegemoet gekomen wordt aan dat deel van ondernemers en publiek dat negatief staat tegenover koopzondagen. Met name kleine ondernemers kunnen zich gedwongen voelen om mee te gaan wanneer zij vrezen dat de rentabiliteit van hun bedrijf onder (te zware) druk komt. Ander nadelen zijn mogelijke overlast en verstoring van de eerbiediging van de zondagsrust/feestdagen.
De voor- en nadelen overwegend slaat de balans uit naar de voordelen voor de lokale economie en daarmee de werkgelegenheid. Omdat Coevorden geen invloed heeft op landelijke trends, maar zich wel concurrerend wil blijven opstellen en zich ook in de toekomst wil blijven profileren als toeristisch centrum wordt voorgesteld om de zondagopenstelling te verruimen met een algemeen geldende vrijstelling.
Door de tijdstippen van aanvang en einde van de zondagopenstelling te beperken en door enige feestdagen uit te sluiten wordt tegemoet gekomen aan de eerbiediging van de zondagsrust/feestdagen en het voorkomen/beperken van overlast. Deze beperking gelden niet voor enige specifiek in de verordening aangewezen categorieën winkels / openstellingen. Op basis van de voorgaande Verordening Winkeltijden Coevorden 1998 gold voor hen al een afzonderlijke vrijstelling die ruimer was dan de algemene vrijstelling.
Van het verbod op openstelling op werkdagen voor 6 uur en na 22 uur wordt geen algemene vrijstelling verleend. De verordening voorziet in de mogelijkheid om op individuele basis ontheffing van dit verbod te verlenen. Uit de praktijk is geen behoefte gebleken om het beleid op dit punt te wijzigen.
Naar boven