Ouderbijdrage is verschuldigd, ouder ontvangt geen kinderbijslag
Het kan voorkomen dat een belanghebbende niet daadwerkelijk een beroep kan doen op de Algemene Kinderbijslagwet. In dat geval is het recht op bijzonder bijstand voor de kosten van de ouderbijdrage gelegen in
artikel 35, eerste lid Participatiewet. Voor de beoordeling van het recht op bijzondere bijstand moet onderscheid worden gemaakt tussen:
- -
de situatie waarin sprake is van een
belanghebbende die algemene bijstand ontvangt naar de norm voor een alleenstaande; en
- -
de situatie waarin
belanghebbende geen algemene bijstand ontvangt naar de norm voor een alleenstaande.
Belanghebbende ontvangt bijstand naar de norm voor een alleenstaande
Het verlenen van bijzondere bijstand voor de kosten van de ouderbijdrage aan een belanghebbende met algemene bijstand naar de norm voor een alleenstaande is in beginsel niet aan de orde.
Het CAK moet in bepaalde situaties de ouderbijdrage 'buiten invordering stellen'. De ouderbijdrage wordt in dat geval niet geïnd. Het CAK int de ouderbijdrage niet bij de persoon die algemene bijstand krijgt op grond van Participatiewet naar de norm voor een alleenstaande. Het CAK moet van degene die ouderbijdrage moet betalen een verzoek krijgen om de ouderbijdrage buiten invordering te stellen.
Belanghebbende ontvangt geen bijstand naar de norm voor een alleenstaande
Het verlenen van bijzondere bijstand voor de kosten van de ouderbijdrage aan een belanghebbende die geen algemene bijstand ontvangt naar de norm voor een alleenstaande is niet aan de orde. De kosten van de ouderbijdrage zijn in dat geval kosten ter voldoening van alimentatieverplichtingen. Op grond van
artikel 14, onderdeel a Participatiewet zijn alimentatieverplichtingen niet-noodzakelijke kosten (zie
CRvB 03-02-2004, nr. 01/3689 NABW en
CRvB 01-03-2005, nr. 03/1355 NABW). De uitspraken van de CRvB zien op de LBIO-bijdrage, maar worden ook van toepassing geacht op de ouderbijdrage.
De kosten van de pedicure worden in sommige situaties, zoals bij diabetes, vergoed vanuit de basisverzekering. In overige gevallen, zoals bij reuma of bloedvatproblemen, kan vergoeding veelal plaatsvinden via de aanvullende verzekering. Voor de eigen bijdrage kan bijzondere bijstand worden verstrekt.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
- -
brief van de zorgverzekeraar over de vergoeding.
De huurkosten van een plaswekker worden meestal niet volledig vergoed door de zorgverzekeraar. Indien de plaswekker op medisch voorschrift wordt gehuurd en de kosten gedeeltelijk door de zorgverzekeraar worden verstrekt, kan voor de eigen bijdrage bijzondere bijstand worden verstrekt.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
rekening van de huur van de plaswekker;
- -
brief zorgverzekeraar over de vergoeding.
Bij een voetafwijking kan een huisarts doorverwijzen naar een podotherapeut. Deze kosten worden veelal niet volledig door de zorgverzekeraar vergoed. Voor de eigen bijdrage kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Betaalt de zorgverzekeraar in zijn geheel niet, wordt ook geen bijzondere bijstand verstrekt.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
- -
brief zorgverzekeraar over de vergoeding.
Door chemotherapie of door andere medische aandoeningen kan een pruik noodzakelijk zijn. De eventueel door de zorgverzekeraar opgelegde eigen bijdrage kan middels bijzondere bijstand worden verstrekt. Wil de zorgverzekeraar geen vergoeding betalen, wordt in principe ook geen bijzondere bijstand verleend.
Vervanging en reparatie van de pruik komt voor rekening van de basisverzekering. Onderhoudskosten worden niet vergoed en komen ook niet voor bijzondere bijstand in aanmerking. Deze zijn vergelijkbaar met regelmatig kappersbezoek en behoren hiermee tot de algemene kosten van levensonderhoud.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
- -
brief zorgverzekeraar over de vergoeding.
De kosten van behandelingen van psoriasis worden doorgaans niet volledig vergoed. Verstrekt de ziektekostenverzekering slechts een deel van de kosten, kan voor de resterende eigen bijdrage bijzondere bijstand worden verstrekt. Indien de verzekeraar niets vergoed, terwijl de huisarts behandeling wel noodzakelijk vindt, dan kan een medisch advies worden opgevraagd bij de GGD. Indien er na dit advies een medische indicatie is voor de behandelingen, kan hiervoor bijzondere bijstand worden verstrekt.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
rekeningen van de behandelingen;
- -
brief zorgverzekeraar over de vergoeding;
- -
indien zorgverzekeraar niet vergoed: verklaring GGD over de noodzakelijkheid van de behandelingen.
Met ingang van 1 januari 2014 zijn de regels en voorwaarden rondom de vergoeding van eerste- en tweedelijns geestelijke gezondheidszorg (GGZ) gewijzigd. Voor psychologische hulp dient men zich te melden bij de huisarts, de bedrijfsarts of de jeugdarts. In eerste instantie ontvangt men hulp van de huisarts zelf of van een Praktijk Ondersteuner Huisarts (POH) met een specialisatie in de geestelijke gezondheidszorg. Er wordt een inschatting gemaakt van de klachten en men wordt via een aantal sessies geholpen. Deze ondersteuning wordt gefinancierd vanuit de basisverzekering en er is geen eigen bijdrage verschuldigd.
Indien POH-GGZ of huisarts niet de gewenste zorg of hoeveelheid zorg kan leveren, kan men doorverwezen worden naar:
- -
de basis/generalistische GGZ (voorheen eerstelijns GGZ): voor mildere, niet-complexe psychische klachten; of
- -
de gespecialiseerde GGZ (voorheen tweedelijns GGZ). Deze specialistische zorg is bedoeld voor personen met ernstige psychische problemen of instabiele problematiek.
Behandelingen binnen de basis GGZ en de specialistische GGZ worden uitsluitend vergoed wanneer er sprake is van een vastgestelde diagnose (stoornis) via de DSM IV en na doorverwijzing via de huisarts of de POH.
Er zijn bepaalde zaken die wellicht een psychisch karakter hebben, maar die niet vergoed worden vanuit de basis-GGZ of de specialistische GGZ. Sommige van deze behandelingen worden wel vergoed vanuit de aanvullende verzekering. Voorbeelden van dergelijke behandelingen zijn:
- -
levensfaseproblemen, stress, burn-out en overspannenheid;
- -
- -
seksuologische zorg (er gelden bepaalde uitzonderingen die wel via de GGZ worden vergoed);
- -
behandeling van de volgende stoornissen: aanpassingstoornis, slaapstoornis en een coördinatie ontwikkelingsstoornis;
- -
dyslexie of dyscalculie (behalve ernstige vormen). Informeer de zorgverzekeraar bij twijfel;
- -
- -
- -
pedagogische hulp en hulp bij de opvoeding;
- -
hulp bij relatieproblemen;
- -
psychosociale hulp (bepaalde sociaal-maatschappelijke interventies);
- -
- -
misbruik van geneesmiddelen;
- -
- -
Indien de zorgverzekeraar een dergelijke behandeling slechts gedeeltelijk vergoed, kan voor het resterende bedrag bijzondere bijstand worden verstrekt.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
nota’s van de psycholoog;
- -
brief van de zorgverzekeraar over de vergoeding;
Een ringleiding (voor doven en slechthorenden) wordt door de zorgverzekeraar vergoed tot een vastgesteld maximum bedrag. Er resteert na vergoeding een eigen bijdrage. Deze eigen bijdrage kan door middel van bijzondere bijstand worden vergoed.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
rekening aankoop ringleiding;
- -
brief van de zorgverzekeraar over de vergoeding.
De aanvullende verzekering vergoedt doorgaans slecht eens deel van de kosten van steunzolen. Voor de resterende eigen bijdrage kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Indien de ziektekostenverzekering niets vergoed, kan ook geen bijzondere bijstand worden toegekend.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
rekening van de steunzolen;
- -
brief zorgverzekeraar over de vergoeding.
2.24
Stichting Alternatieve Relatietherapie.
De Stichting Alternatieve Relatiebemiddeling is een niet-commerciële stichting die seksuele dienstverlening biedt aan personen met een lichamelijke en/of psychosociale handicap. De kosten van deze dienstverlening wordt niet vergoed door de zorgverzekeraar. Indien de verzekeraar niets vergoedt, terwijl de huisarts en/of andere behandelaar behandeling wel noodzakelijk vindt, dan wordt een medisch advies opgevraagd bij de GGD. De GGD beoordeelt als onafhankelijke keuringsinstantie of de behandelingen noodzakelijk zijn en in welke frequentie. Indien de noodzaak vaststaat, kunnen de kosten van maximaal 1 bezoek van 1,5 uur per maand, alsmede de kosten van de eenmalige intake, vergoed worden vanuit de bijzondere bijstand. Voor de hoogte van de bijzondere bijstand wordt aangesloten bij de tarieven van de SAR. Voor 2015 bedragen deze kosten € 30,- voor de intake en € 95,- voor een behandeling van 1,5 uur, exclusief reiskosten.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
rekeningen van de behandelingen.
2.2
5
Tandartskosten (inclusief paradontoloog)
Tandheelkundige zorg voor kinderen tot 18 jaar wordt deels vergoed vanuit de basisverzekering. Tandheelkundige zorg voor personen, ouder dan 18 jaar wordt doorgaans (deels) vergoed vanuit de aanvullende ziektekostenverzekering. Verwacht wordt dat men in ieder geval aanvullend verzekerd is voor tandartskosten. Als na vergoeding vanuit de aanvullende verzekering nog een eigen bijdrage resteert, kan hiervoor bijzondere bijstand worden verstrekt. Wanneer men niet verzekerd is tegen tandartskosten en dus geen vergoeding ontvangt van de ziektekostenverzekeraar, is het in principe niet mogelijk om bijzondere bijstand te verstrekken. Indien de belanghebbende niet verzekerd is en de behandeling noodzakelijk en niet uit te stellen is (noodgevallen) kan aan belanghebbende bijzondere bijstand worden verstrekt in de vorm van een lening.
De tandartsingreep dient medisch noodzakelijk te zijn en er wordt uitgegaan van het principe ‘goedkoopst adequaat’. Indien het een eenvoudige behandeling is (trekken kies, controle, vullen van gaatjes, wortelkanaalbehandelingen en volledige protheses) is het opvragen van een medisch advies niet noodzakelijk. Indien het dure ingrepen betreft zoals kronen plaatsen, orthodontie voor volwassenen, dure paradontologische behandelingen is het wel noodzakelijk vooraf advies op te vragen bij de GGD.
De bijzondere bijstand wordt in principe verstrekt als gift. Alleen indien de belanghebbende niet verzekerd is en er sprake is van een niet uit te stellen noodzakelijke behandeling (noodgeval) wordt de bijzondere bijstand verstrekt in de vorm van een renteloze geldlening.
- -
pro-formanota van de tandarts of paradontoloog;
- -
brief van de zorgverzekeraar over de vergoeding;
- -
medisch advies (bij sommige dure ingrepen).
2.2
Ziekenvervoer per taxi
Vanuit de zorgverzekeringswet wordt, in specifieke gevallen een vergoeding verstrekt voor het ziekenvervoer per taxi (artikel 2.14 Besluit zorgverzekering) Men komt in aanmerking voor vergoeding indien:
- -
men nierdialyses moet ondergaan; of
- -
men oncologische behandelingen met chemotherapie of radiotherapie moet ondergaan; of
- -
de verzekerde zich uitsluitend met een rolstoel kan verplaatsen; of
- -
het gezichtsvermogen zo beperkt is dat hij zich niet zonder begeleiding kan verplaatsen.
De vergoeding vanuit de Zvw of Wlz omvat ook vervoer in andere gevallen, indien de verzekerde in verband met de behandeling van een langdurige ziekte of aandoening langdurig is aangewezen op vervoer en het niet verstrekken of vergoeden van dat vervoer voor de verzekerde zal leiden tot een onbillijkheid van overwegende aard.
In gevallen waarin ziekenvervoer per auto of per openbaar vervoer niet mogelijk is, kan de zorgverzekeraar toestaan dat het ziekenvervoer plaatsvindt met een ander door de zorgverzekeraar aan te geven vervoermiddel (artikel 2.15 Besluit zorgverzekering).
Het ziekenvervoer omvat tevens vervoer van een begeleider, indien begeleiding noodzakelijk is, of indien het betreft begeleiding van kinderen beneden zestien jaar. In bijzondere gevallen kan de zorgverzekeraar vervoer van twee begeleiders toestaan.
Het ziekenvervoer per auto evenals de vergoeding voor vervoer in de laagste klasse van het openbaar vervoer omvat ook het vervoer van een medisch noodzakelijke begeleider. De behandelend arts dient hiertoe een verklaring af te geven, tenzij het gaat om begeleiding van kinderen jonger dan 16 jaar. Kinderen tot 16 jaar mogen altijd een begeleider meenemen.
In sommige gevallen dient men een eigen bijdrage te betalen. Voor deze eigen bijdrage kan bijzondere bijstand worden verstrekt.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
nota’s van het taxivervoer;
- -
brief van de zorgverzekeraar over de vergoeding.
Mensen met een laag inkomen behoren tot de kwetsbare groepen in onze maatschappij. Dikwijls hebben zij extra zorg nodig. Naast de kosten voor wonen en gezondheid zijn er nog andere, soms onverwachte maar noodzakelijke kosten die te maken hebben met deelname aan de maatschappij. Vanwege de geringe draagkracht moet gewaakt worden dat juist deze groepen gebruik kunnen maken van de voor hen noodzakelijke hulp. Hiervoor kunnen vanuit de bijzondere bijstand diverse kosten vergoed worden.
3.1
Alarmeringsapparatuur
Als er sprake is van een medische indicatie, dan vergoedt de zorgverzekeraar de alarmeringsapparatuur. Is die medische indicatie er niet en heeft de zorgverzekeraar de aanvraag afgewezen, maar is er bijvoorbeeld wel een sociale reden kan bijzondere bijstand worden aangevraagd. Het is dan wel van belang dat er een dringende noodzaak voor de alarmeringsapparatuur aanwezig is, welke door eigen onderzoek moet worden vastgesteld.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt in de vorm van een gift.
- -
de rekening van de aanschaf- en aansluitkosten van de alarmeringsapparatuur;
- -
de brief van de zorgverzekeraar over de vergoeding (afwijzing);
- -
als de zorgverzekeraar niet vergoedt: noodzakelijkheidsverklaring van een specialist.
3.2
Legeskosten gehandicaptenparkeerkaart
Sinds 1 januari 2013 zijn de legeskosten voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart (GPK) flink verhoogd. De kosten voor het aanvragen van een gehandicaptenparkeerkaart bedraagt in 2015:
Verkrijgen gehandicaptenparkeerkaart, geen informatie bekend
|
|
Verkrijgen gehandicaptenparkeerkaart, waarbij uit een eerder medisch advies van de GGD ten behoeven van een GPK blijkt dat herindicatie niet noodzakelijk is.
|
|
|
|
Tarief niet verschijnen GGD zonder bericht van verhindering
|
|
Verkrijgen duplicaat bij vermissing of diefstal
|
|
Wanneer het voor het voor het beoordelen van de aanvraag GPK noodzakelijk is advies op te vragen bij de GGD wordt hiervoor € 97,20 extra in rekening gebracht. Dit gebeurt uitsluitend in die gevallen dat bij het team WMO onvoldoende (medische) informatie bekend is om het besluit op te baseren. De legeskosten en de kosten van het eventuele medisch advies moeten betaald worden, ongeacht of de aanvraag wordt toegekend. Kosten die voortvloeien uit ziekte of handicap zijn vaak als bijzonder aan te merken. Daarnaast moeten de kosten voor de gehandicaptenparkeerkaart in het individuele geval noodzakelijk zijn, iemand moet bijvoorbeeld afhankelijk zijn van vervoer per auto. Voor de legeskosten kan in voorkomende gevallen bijzondere bijstand worden verstrekt. Voor de legeskosten voor het niet verschijnen bij de GGD zonder bericht van verhindering, kan geen bijzondere bijstand worden verstrekt.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt in de vorm van een gift.
- -
de nota van de legeskosten.
De maaltijdvoorziening is een voorziening voor ouderen en gehandicapten die (tijdelijk) niet meer in staat zijn de eigen maaltijd te bereiden. Voor de meerkosten van een warme maaltijd kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Dit zijn de kosten voor zover zij de algemene kosten van een maaltijd te boven gaan. Op de vergoeding voor de maaltijdvoorziening worden de algemene kosten van een warme maaltijd in mindering gebracht. De bedragen voor de algemene kosten van een warme maaltijd staan vermeld in de normenlijst bijzondere bijstand gemeente Midden-Delfland.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
nota’s van de maaltijdvoorziening.
Thema IV
Bewindvoering, mentor, curatele, budgetbeheer en rechtsbijstand
In een aantal situaties komt het voor dat een belanghebbende in of buiten rechte aangewezen is op een persoon die hem vertegenwoordigt of bijstaat. Als deze vertegenwoordiging of juridische bijstand als noodzakelijke kosten van het bestaan zijn aan te merken, kunnen de kosten daarvan in sommige gevallen vergoed worden voor vergoeding door middel van bijzondere bijstand.
4.1
Kosten
beschermings
be
wind
, curatele en mentorschap
Bewindvoering wordt uitgesproken door de kantonrechter, als een meerderjarige door zijn geestelijke of lichamelijke toestand niet in staat is zijn vermogen te beheren. In beginsel wordt een familielid aangewezen als bewindvoerder. Als dat niet kan, dan kan de rechter een professionele bewindvoerder aanwijzen. Professionele bewindvoerders hebben tenminste drie personen onder hun hoede en dienen te voldoen aan de kwaliteitseisen, zoals deze gesteld zijn in het ‘Besluit kwaliteitseisen curatoren, beschermingsbewindvoerders en mentoren’.
Bewindvoering heeft uitsluitend betrekking op materiële zaken (inkomen en vermogen). De bewindvoerder heeft aanspraak op een beloning, overeenkomstig de ‘Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren’. Als de bewindvoerder verzoekt om een beloning, dan stelt de kantonrechter die hem benoemt zijn beloning vast overeenkomstig deze regeling. Enkel indien er sprake is van bijzondere omstandigheden, kan de kantonrechter deze beloning anders vaststellen.
Verder zijn er nog enkele bijzondere bepalingen. Zo dient door de bewindvoerder een intake te worden gehouden en een eindrekening te worden opgesteld. In geval van een echtpaar waarvan beide echtelieden onder bewind worden gesteld gelden afwijkende tarieven bijzondere bepalingen met betrekking tot de beloning. Ook wordt bij de hoogte van de jaarbeloning onderscheid gemaakt tussen familiebewindvoerders en professionele bewindvoerders. In onderstaand overzicht staan de tarieven zoals deze gelden in 2015:
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Combi standaard/schulden*
|
|
|
|
|
|
|
|
Vooraf budgetbeheer: € 390,-
Vooraf geen budgetbeheer: € 520,-
|
|
|
Vooraf budgetbeheer: € 468,-
Vooraf geen budgetbeheer: € 624,-
|
|
|
|
|
|
|
Als de kantonrechter beschermingsbewind heeft ingesteld en de kosten daarvan heeft vastgesteld, dan staat de noodzaak van de kosten vast. De kosten van bewindvoering kunnen daarmee vergoed worden uit de bijzondere bijstand.
Ook het onder curatele plaatsen wordt uitgesproken door de kantonrechter. In het geval van curatele worden zowel de materiële zaken als de niet-materiële zaken behartigd door een ander. Ook hieraan zijn kosten verbonden, die door de rechter worden vastgesteld volgens de ‘Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren’. Met de benoeming door de kantonrechter is de noodzaak van de kosten voldoende aangetoond. De kosten kunnen naar draagkracht worden vergoed uit de bijzondere bijstand.
Mentorschap beoogt het behartigen van de belangen van iemand die daar om lichamelijke en geestelijke redenen niet toe in staat is. Bewindvoering heeft betrekking op materiële zaken, mentorschap heeft betrekking op niet-materiële zaken.
Ook dit wordt uitgesproken door de kantonrechter. In beginsel wordt het mentorschap neergelegd bij een familielid of bij een vrijwilliger. Toch kunnen zich situaties voordoen waarin het mentorschap wordt neergelegd bij een professional. De ‘Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren’ voorziet ook in een forfaitaire vergoeding voor mentoren. Voor de kosten van mentorschap kan bijzondere bijstand worden verstrekt.
Overgangsrecht aanbevelingen LOVCK
De ‘Regeling beloning curatoren, bewindvoerders en mentoren’ geldt sinds 1 januari 2015 en is van toepassing op alle nieuwe en lopende zaken. Op werkzaamheden die voor 1 januari 2015 zijn verricht en waarvoor op of na 1 januari 2015 om een beloning wordt verzocht, dienen de aanbevelingen bewindvoering, curatele en mentorschap van het Landelijk Overleg Vakinhoud Civiel en Kanton (LOVCK) te worden toegepast.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
rekeningen bewindvoerder;
- -
uitspraak rechtbank betreffende het beschermingsbewind en/of mentorschap.
4.2
Bewindvoeringskosten onder de WSNP
In het geval dat een belanghebbende na een besluit van de rechtbank wordt toegelaten tot de Wet Schuldsanering Natuurlijke Personen (WSNP) wordt door de rechter een bewindvoerder aangewezen. De bewindvoerder ontvangt een subsidie op grond van het Besluit subsidie bewindvoerder schuldsanering èn een salaris op basis van het Besluit salaris bewindvoerder schuldsanering.
Dit salaris wordt met voorrang betaald uit de onder bewind gestelde goederen (de boedel). Het is mogelijk dat de rechtbank een hoger salaris vaststelt, en/of dat de boedel ontoereikend is. In dergelijke situaties kan de bewindvoerder subsidie aanvragen bij de Raad voor Rechtsbijstand. Voor de kosten van WSNP-bewind wordt dus geen bijzondere bijstand verleend.
4.3
Budgetbegeleiding en budgetbeheer
Sommige personen zijn vanwege hun psychische en/of sociale problematiek niet in staat zelfstandig hun financiën te organiseren en te beheren en maken hiervoor gebruik van budgetbegeleiding en budgetbeheer. In de regio zijn verschillende organisaties actief, zoals Stichting Onder Een Dak (STOED) en het CAV. Voor de budgetbegeleiding worden kosten in rekening gebracht, bijvoorbeeld voor de intake en de begeleiding. Voor deze kosten kan bijzondere bijstand worden verstrekt.
Wel dient, voorafgaand aan het verstrekken van de bijzondere bijstand, de noodzaak van de kosten vastgesteld te worden. De noodzaak kan bijvoorbeeld worden bepaald met een schriftelijke verklaring van een instantie / organisatie die de belanghebbende heeft verwezen naar de budgetbegeleiding. Ook zal altijd onderzocht moeten worden of er een goedkopere en adequate oplossing voor handen is, zoals het doorbetalen van vaste lasten vanuit een lopende uitkering Participatiewet.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
- -
doorverwijzing / verklaring hulpverlenende instantie over de noodzaak van het budgetbeheer.
De Wet op de rechtsbijstand is een aan de Participatiewet voorliggende voorziening die de volgende voorzieningen kent voor personen met een laag inkomen:
- -
rechtsbijstand tijdens een spreekuur. Voor de doelgroep is dit kosteloos.
- -
verdergaande rechtsbijstand als vervolg op een spreekuur. Hiervoor geldt een eigen bijdrage.
- -
verdergaande rechtsbijstand op basis van een toevoeging. Hiervoor geldt een eigen bijdrage waarvan de hoogte afhankelijk is van de gezinssituatie en het inkomen van de belanghebbende.
Een toevoeging (van een advocaat) vindt slechts plaats als de Raad voor de Rechtsbijstand de procedure noodzakelijk acht. In het geval van een toevoeging worden de kosten (exclusief de eigen bijdrage) van de (toegevoegde) advocaat vergoed op grond van de Wet op de rechtsbijstand. De eigen bijdrage en de kosten van het griffiegeld komen mogelijk in aanmerking voor bijstandsverlening. Indien op grond van een toevoeging rechtsbijstand wordt verleend, staat in principe de noodzaak van de kosten vast.
Verlaging eigen bijdrage rechtsbijstand
Wanneer aan een belanghebbende een toevoeging is verleend, is van belang of belanghebbende aanspraak maakt op verlaging van de eigen bijdrage. De eigen bijdrage wordt verlaagd met € 53,00 wanneer een belanghebbende eerst (gratis) rechtshulp vraagt aan het Juridisch Loket alvorens een advocaat te raadplegen. De dichtstbijzijnde vestigingen van het Juridisch Loket in deze regio zijn in Den Haag en in Rotterdam. In beginsel is hiervoor vereist dat het Juridisch Loket belanghebbende in persoon rechtshulp heeft verleend en dit heeft geleid tot een diagnosedocument. Bij een strafzaak, een asielzaak of een bestuurlijke zaak krijgt men de korting op de eigen bijdrage automatisch. Het is dan niet noodzakelijk zich eerst tot het Juridisch Loket te wenden. In geval van een civiele of bestuursrechtelijke zaak in hoger beroep, dan geldt de korting eveneens en hoeft men niet eerst naar het Juridisch Loket. Wanneer een belanghebbende niet eerst rechtshulp vraagt aan het Juridisch Loket en als gevolg daarvan wordt geconfronteerd met een hogere eigen bijdrage, dan kan de bijzondere bijstand worden afgestemd met € 53,00 wegens tekortschietend besef van verantwoordelijkheid voor de voorziening in het bestaan. Het kan belanghebbende immers worden verweten dat hij een hogere eigen bijdrage moet betalen. In voorkomende gevallen kan het college overwegen de resterende € 53,00 te verstrekken in de vorm van een geldlening op grond van artikel 48, tweede lid onderdeel b Participatiewet.
Als een belanghebbende geen toevoeging heeft, zal het college zelf de noodzakelijkheid van de kosten moeten beoordelen. De kosten van rechtsbijstand zijn niet noodzakelijk als belanghebbende ook gebruik had kunnen maken van gratis advies van een Bureau Rechtshulp. Ook als een belanghebbende een advocaat heeft ingeschakeld voor procedures waarvoor dat niet nodig is, zoals het indienen van een aanvraag om toepassing van een schuldsaneringsregeling als bedoeld in de Wet schuldsanering natuurlijke personen, geldt dat de kosten niet noodzakelijk worden geacht.
Ingeval de Raad voor de rechtsbijstand de procedure niet noodzakelijk acht, is er ook geen reden voor bijstandsverlening voor de proceskosten. Het gaat immers niet aan om bijstand te verlenen voor kosten welke in de voorliggende voorziening nadrukkelijk als niet noodzakelijk zijn aangemerkt. Hetzelfde geldt voor situatie waarin de Raad voor de rechtsbijstand geen toevoeging verleent omdat belanghebbende zelf over voldoende draagkracht beschikt.
De bijstand wordt in principe verstrekt als gift, behalve als door onvoldoende getoond besef van verantwoordelijkheid hogere kosten worden gemaakt, bijvoorbeeld als de belanghebbende zich verwijtbaar niet eerst gewend geeft tot het Juridisch Loket. In dat geval kan de bijstand (gedeeltelijk) verstrekt worden in de vorm van een lening.
- -
brief van de Raad van de Rechtsbijstand betreffende de toevoeging.
- -
nota’s van de eigen bijdragen.
De kosten die een zelfstandige moet maken voor verzekeringen tegen de gevolgen van arbeidsongeschiktheid zijn noodzakelijk en dienen daarom voor vergoeding in aanmerking te komen. Daarnaast bestaat er voor zelfstandigen die tijdelijk een beroep doen op Bbz de mogelijkheid een woonkostentoeslag te ontvangen.
5.1
Kosten boekhouder in geval van schuldregeling
Wanneer een (ex-)zelfstandige zich meldt voor schuldhulpverlening, is het van belang dat de boekhouding van de onderneming op orde is. Zonder boekhouding is het starten van een schuldhulpverleningstraject niet mogelijk. Geregeld is er sprake van een betaalachterstand bij de boekhouder en werkt deze niet meer mee om de boekhouding op orde te brengen, zonder de garantie dat hij voor het werk betaald wordt. In principe horen de kosten van de boekhouder tot de algemene kosten die een ondernemer moet maken en moeten deze uit het reguliere inkomen worden voldaan. Echter, wanneer dit om een of andere reden niet is gedaan en hierdoor schuldhulpverlening niet mogelijk is, komt iemand in een vicieuze cirkel terecht die moeilijk te doorbreken is. Schulden belemmeren de participatie en leiden er vaak toe dat iemand zich steeds meer terugtrekt achter de voordeur. Een onoplosbare schuldensituatie maakt het toekomstperspectief voor de belanghebbende uitzichtloos.
Om deze vicieuze cirkel te voorkomen en/of te doorbreken, zijn deze kosten noodzakelijk.
In voorkomende gevallen kan voor de kosten van de boekhouder bijzondere bijstand worden verstrekt. Hieraan worden de volgende voorwaarden verbonden:
- -
De schuldhulpverlening is toegekend.
- -
Het op orde brengen van de boekhouding is noodzakelijk om een minnelijke schuldregeling te kunnen starten.
- -
De boekhouding wordt in principe met hoogstens drie jaar terugwerkende kracht op orde gebracht.
- -
De nota(’s) van de boekhouder worden direct door sociale zaken aan de boekhouder betaalbaar gesteld.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt in de vorm van een lening. De achterliggende gedachte hierachter is dat iedere ondernemer verplicht is een deugdelijke administratie te voeren. Wanneer dit niet gebeurd is, is dit verwijtbaar. De lening wordt meegenomen in de op te starten schuldregeling.
- -
toekenningsbeschikking schuldhulpverlening;
- -
nota(‘s) van de boekhouder.
5
.2
Vergoeding arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen
De kosten die een zelfstandige moet maken voor een al afgesloten arbeidsongeschiktheidsverzekering zijn noodzakelijk en komen in voorkomende gevallen voor vergoeding vanuit de bijzondere bijstand in aanmerking. De ervaring heeft geleerd, dat er in sommige gevallen sprake is van extreem hoge premies tot wel € 900,00 per maand.
Uit oogpunt van ‘noodzakelijkheid’ in het kader van de bijstandsverlening Bbz 2004 wordt daarom gedacht aan een limitering van de vergoeding. Goed uitgangspunt is een verzekerd bedrag tot een netto bedrag per maand ter hoogte van de voor de aanvrager van toepassing zijnde bijstandsniveau: de toepasselijke bijstandsnorm, verhoogd met de inkomensafhankelijke bijdrage ziektekosten plus een eventuele woonkostentoeslag.
Het gaat hier om een globale indicatie, in de praktijk zijn verschillen mogelijk. Echter, de kosten van een zeer hoge premie kunnen niet als bijzondere noodzakelijke kosten aangemerkt worden. Limitering is dan aan de orde. De limitering bedraagt € 400,00 per maand.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als lening, al dan niet na een jaar om te zetten in bijstand ‘om niet’.
- -
polisblad arbeidsongeschiktheidsverzekering en recente betaalbewijzen.
5.
3
Woonkostentoeslag zelfstandigen
Voor zover een zelfstandige aangewezen is op een Bbz-uitkering levensonderhoud kan bij de vaststelling van de uitkering rekening gehouden worden met een woonkostentoeslag. Dit geldt eveneens bij de vaststelling in het kader van artikel 21 van het Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (omzetting in bedrag om niet bij geldlening en borgtocht kredietverlening).
Bij het bepalen van de hoogte van de woonkostentoeslag is bij een huurwoning de rekenhuur in het kader van de berekening van de huurtoeslag bepalend voor de vaststelling van de woonkostentoeslag. De huurtoeslag is een voorliggende voorziening. In principe zal voor huurders de woonkostentoeslag uitsluitend voorkomen indien de huur hoger is dan de normhuur.
Bij het bepalen van de hoogte van de woonkostentoeslag voor zelfstandigen met een eigen huis is het uitgangspunt de rentelasten die zijn vermeld op het aangiftebiljet IB, verminderd met het huurwaardeforfait respectievelijk het Bbz netteringspercentage. Daarna gelden de regels zoals vermeld in paragraaf 1.6 van deze beleidsregels.
Een Bbz-uitkering levensonderhoud is over het algemeen tijdelijk en wordt alleen maar toegekend indien er sprake is van een levensvatbaar bedrijf. Vanwege deze tijdelijkheid wordt in principe ook geen verhuisverplichting opgelegd. De verwachting is namelijk dat klanten na de Bbz-uitkering weer volledig in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Daarnaast komt het geregeld voor dat de woning een bedrijfswoning is, zoals een boerderij of een tuinderswoning.
Bij toekenning van een Bbz-uitkering is nog onbekend hoe hoog het inkomen van de zelfstandige zal zijn. De uitkering wordt in principe in de vorm van een (renteloze) lening verstrekt en het jaar na verstrekking definitief vastgesteld. Dit geldt ook voor het recht op een toeslag voor hoge woonkosten. De hoogte van de bijstand is gebaseerd op artikel 1 sub g Bbz dat voorschrijft dat de jaarnorm wordt verhoogd met de verleende bijzondere bijstand. Het ligt dan niet voor de hand om een verhuisverplichting op te leggen als nog niet duidelijk is of er bijstand ‘om niet’ wordt verstrekt.
Bij de Bbz-uitkering levensonderhoud tijdens bedrijfsbeëindiging kan wel worden overwogen een verhuisverplichting op te leggen.
Indien geen woonkosten zijn vermeld op het aangiftebiljet IB, dan wordt in beginsel geen woonkostentoeslag toegekend. De belanghebbende dient een herkansing te krijgen indien toch wordt gekozen voor het opnemen van woonkosten in de privépost. Indien de boekhouder dan de woonrentelasten uit de verlies- en winstrekening haalt, dan dient de nettowinst (of verlies) met een gelijk bedrag te worden gecorrigeerd (winst wordt dan hoger).
6.1
C
ompensatie alleenstaande ouders zonder ALO-kop
Vanaf 1 januari 2015 ontvangen alleenstaande ouders een uitkering, gelijk aan die van een alleenstaande. Daarnaast kan een alleenstaande ouder in aanmerking komen voor een hoger kindgebonden budget via de Belastingdienst. De alleenstaande ouder ontvangt bij dit kindgebonden budget de zogenaamd ‘Alleenstaande Ouderkop’ (ALO-kop).
De Belastingdienst gebruikt echter een andere definitie van het begrip ‘partner’ dan het partnerbegrip in de Participatiewet. Het is daarom mogelijk dat iemand in het kader van de Participatiewet een alleenstaande ouder is, maar voor de Belastingdienst niet. Dit is onder andere het geval bij:
- -
scheiding van tafel en bed;
- -
een partner die in detentie verblijft;
- -
een partner die in een (verpleeg)instelling verblijft; of
- -
een partner die in het buitenland verblijft.
In deze situaties is er sprake van een ‘toeslagpartner’ en komt men niet in aanmerking voor de ALO-kop van de Belastingdienst. Dit geldt ook voor de alleenstaande ouder die naast een minderjarig, inwonend kind ook nog een kind heeft inwonen dat ouder is dan 27 jaar. De Belastingdienst beschouwt dat kind ook als ‘toeslagpartner’ voor onder andere het kindgebonden budget. Ook in deze situaties wordt geen ALO-kop verstrekt.
Voor alleenstaande ouders die op 31 december 2014 een bijstandsuitkering ontvingen, geldt overgangsrecht. Zij ontvangen nog tot 1 januari 2016 een aanvulling van 20% op hun bijstandsuitkering. Daarna vervalt deze aanvulling.
Alleenstaande ouders die na 1 januari 2015 geen ALO-kop ontvangen, kunnen hiervoor gecompenseerd worden door middel van bijzondere bijstand. Hierbij geldt:
- -
dat de ALO-kop wordt aangemerkt als een passende, voorliggende voorziening, zoals bedoeld in artikel 15, eerste lid Participatiewet De ALO-kop van de Belastingdienst is lager dan de aanvulling van 20% van de gehuwdennorm, inclusief vakantiegeld. De ALO-kop wordt niet met bijzondere bijstand aangevuld met dit verschil;
- -
dat de kostendelersnorm, als bedoeld in artikel 22a van de Participatiewet van toepassing is. In de situatie dat de alleenstaande ouder een woning deelt met een derde, bedraagt de van toepassing zijnde bijstandsnorm de norm, als bedoeld in paragraaf 3.2. van de Participatiewet na eventuele toepassing van de kostendelersnorm, als bedoeld in artikel 22a van de Participatiewet. Hierop kan in voorkomende gevallen dat de alleenstaande ouder geen ALO-kop ontvangt, een toeslag worden verstrekt vanuit de bijzondere bijstand.
- -
dat al het inkomen, voor zover dit meer bedraagt dan de toepasselijke bijstandsnorm, volledig tot de draagkracht wordt berekend;
De alleenstaande ouder die gehuwd, verlaten is of gescheiden is van tafel en bed, dient binnen drie maanden na toekenning van de bijzondere bijstand, de scheiding aan te vragen of hiertoe (juridische) stappen voor te nemen. Wordt aan deze voorwaarde verwijtbaar niet voldaan, kan de bijzondere bijstand beëindigd worden.
De hoogte van de bijzondere bijstand bedraagt maximaal 20% van de gehuwdennorm, als bedoeld in artikel 21, onderdeel b van de Participatiewet.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
beschikking Belastingdienst over kindgebonden budget
6.2
Toeslag 18 tot 21 jarige
Als men 18, 19 of 20 jaar oud is en recht heeft op een uitkering, dan krijgt men een heel laag bedrag. Woont men zelfstandig, dan is die uitkering niet voldoende om van te leven. Of men zelfstandig woont of niet, de ouder(s) of verzorger(s) zijn wettelijk onderhoudsplichtig. Kunnen of willen deze niet aan hun onderhoudsplicht voldoen, dan is bijzondere bijstand mogelijk in aanvulling op de uitkeringsnorm.
Recht op aanvullende bijzondere bijstand voor jongeren van 18 tot en met 20 jaar bestaat in de volgende situaties.
Bij noodzaak tot het niet wonen op adres van de ouder(s). Hiervan is in ieder geval sprake als:
- -
de ouder(s) zijn overleden of in het buitenland wonen;
- -
op de ingangsdatum bijstandsverlening al 12 maanden of langer niet meer op het adres van de ouder(s) wordt gewoond;
- -
de jongere afkomstig is uit een traject van begeleid kamerwonen of uit een formeel pleeggezin.
Bij aantoonbaar hogere noodzakelijke kosten van het bestaan dan de toepasselijke basisnorm, en voor deze kosten geen beroep kan worden gedaan op de ouders, omdat:
- -
de middelen van de ouders daartoe niet toereikend zijn, of;
- -
redelijkerwijs het onderhoudsrecht jegens de ouders niet te gelde is te maken.
De aanvullende bijzondere bijstand bedraagt het verschil tussen de norm voor een alleenstaande van 21 jaar en ouder, als bedoeld in artikel 20 van de Participatiewet en de norm voor een alleenstaande van 18, 19 of 20 jaar oud als bedoeld in artikel 21 van de Participatiewet. In geval van gehuwden, die beide jonger zijn dan 21 jaar wordt de hoogte van de bijzondere bijstand gerelateerd aan de norm voor gehuwden, waarvan 1 persoon jonger is dan 21 jaar.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift. Indien de ouder(s) of de verzorger(s) niet willen voldoen aan hun wettelijke onderhoudsplicht, verhaalt de gemeente de verstrekte bijzondere bijstand op de ouder(s) of verzorger(s).
- -
indien van toepassing: bewijsstukken inkomen en vermogen ouders.
De bijstandsnorm wordt voldoende geacht om de vervoerskosten te kunnen voldoen om in een aanvaardbare mate deel te kunnen nemen aan het leven van alledag en sociale contacten te onderhouden. Kosten die samenhangen met een als gevolg van bijzondere omstandigheden, tijdelijk optredende extra vervoersbehoefte vallen hier niet onder. Deze bijzondere omstandigheden kunnen met zich meebrengen dat reiskosten voor de verlening van bijzondere bijstand in aanmerking kunnen komen.
De reiskosten dienen sinds de invoering van de OV-Chipkaart als volgt te worden aangetoond. De belanghebbende dient gebruik te maken van het formulier ‘declaratie reiskosten’ en een uitdraai van de gemaakte reizen en transacties van zijn OV-Chipkaart. Op het declaratieformulier moet bijgehouden worden wanneer men heeft gereisd, met wie en waar naar toe. Daarnaast wordt verwacht dat zij nadere bewijsstukken zoals afsprakenkaarten van het ziekenhuis, op verzoek kunnen overleggen.
Er zijn twee types OV-Chipkaart:
- -
De persoonlijke OV-Chipkaart De gebruiker kan via de website www.mijnovchipkaart.nl een uitdraai maken van de reis- en transactiekosten. Ook bij verschillende verkooppunten kan een overzicht worden uitgedraaid van de laatste tien transacties (reizen). In een persoonlijke OV-Chipkaart kunnen bepaalde voorzieningen zijn meegenomen, zoals een abonnement of leeftijdskortingen.
- -
De anonieme OV-Chipkaart Iedereen kan deze kaart gebruiken. Bij elk verkooppunt kan een uitdraai gemaakt worden van de laatste 10 transacties. Gebruikers van deze kaart kunnen niet via www.mijnovchipkaart.nl een uitdraai maken. Persoonlijke kortingen zoals leeftijd, abonnement etc. worden niet meegenomen in deze kaart. Met de uitdraaien kan de belanghebbende aantonen dat de reiskosten zijn gemaakt.
Vervoer per auto kan in sommige gevallen voor de belanghebbende(n) voordeliger zijn, bijvoorbeeld indien meerdere gezinsleden tegelijkertijd reizen. In dat geval kunnen de werkelijke kilometers worden vergoed (kortste route) uitgaande van een kilometerprijs van € 0,19 per gereden kilometer. Belanghebbenden zullen waar mogelijk aan moeten tonen dat de kosten werkelijk gemaakt zijn.
7.1
Bezoek aan in strafinrichting verblijvende personen
Bij reiskosten verbonden aan een bezoek aan een gedetineerde (gezinslid of familielid tot en met 2
e graads bloedverwantschap) is er sprake van meerkosten voor vervoer. Voor deze kosten kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Hierbij wordt uitgegaan van maximaal één bezoek per week voor de ouder, kind(eren) of partner. De werkelijke reiskosten worden vergoed op basis van de tarieven openbaar vervoer via de goedkoopste mogelijkheid. De gemaakte reiskosten moeten worden aangetoond. Indien belanghebbenden goedkoper kunnen reizen (bijvoorbeeld gebruik makend van een kortingstarief), dan wordt niet meer vergoed dan de daadwerkelijke gemaakte kosten.
Reiskosten aan een in het buitenland verblijvende gedetineerde komen op grond het territorialiteitsbeginsel slechts in aanmerking voor zover het de kosten van het reizen betreft over Nederlands grondgebied. Bijstand wordt dus verstrekt tot aan de grens.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
ingevuld formulier declaratie reiskosten;
- -
uitdraai mijnovchipkaart.nl of uitdraai laatste 10 transacties waarop de gedeclareerde reizen staan vermeld in geval van een anonieme OV-Chipkaart.
7.2
Bezoek aan in een inrichting verblijvende personen/personen in ziekenhuis
Veel aanvullende ziektekostenverzekeringen vergoeden de kosten die gemaakt worden voor (frequent) ziekenbezoek. De aanvullende ziektekostenverzekering of de WMO indien belanghebbende gebruik maakt van een vervoersvoorziening, zijn mogelijke voorliggende voorzieningen. Indien vergoeding vanuit de zorgverzekering of de WMO niet mogelijk is, kunnen de reiskosten van de gezinsleden (tot en met de tweede graad bloedverwant) worden vergoed op basis van de goedkoopste mogelijkheid (tarief OV 2
e klasse) met een frequentie van twee keer per week. Als de verpleegde zo ernstig ziek is dat meer bezoek noodzakelijk is, kan voor een hogere frequentie (mits voldoende gemotiveerd) bijstand worden verleend.
Veel aanvullende verzekeringen geven een vergoeding voor kosten die gemaakt zijn in verband met ziekenbezoek op basis van tarieven openbaar vervoer bij een afstand van minimaal 40 km. Voor dat bijstandsverlening aan de orde is zal eerst vastgesteld moeten worden wat vergoed wordt door de verzekering.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
ingevuld formulier declaratie reiskosten;
- -
uitdraai mijnovchipkaart.nl of uitdraai laatste 10 transacties waarop de gedeclareerde reizen staan vermeld in geval van een anonieme OV-Chipkaart;
- -
brief zorgverzekeraar over de vergoeding.
7.3
Bezoek aan Werkplein en/of gemeentehuis
Tot de algemeen voorkomende noodzakelijke kosten van het bestaan behoren ook de kosten van vervoer voor de deelname aan het maatschappelijk verkeer. Hieronder wordt ook begrepen het doen van aanvragen, het komen voor gesprekken e.d. op het UWV WERK-bedrijf en op het gemeentehuis. Aangezien de algemene bijstand dan wel een inkomen op bijstandsniveau voorziet in deze kosten kan er in beginsel
geenbijstand worden verleend voor deze kosten.
7.4
Reiskosten in verband met scholing en opleiding van (ten laste komende) kinderen
De reiskosten in verband met scholing en opleiding van (ten laste komende) kinderen behoren tot de directe schoolkosten waarvoor tot 1 augustus 2015 de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (Wtos) in beginsel een passende en toereikende voorliggende voorziening is. Op 1 augustus 2015 wordt de Wtos beëindigd en geldt de compensatie via het kindgebonden budget van de Belastingdienst, als passende voorliggende voorziening.
In aanvulling op de Wtos (voor 1 augustus) en het kindgebonden budget (na 1 augustus) kan in bijzondere omstandigheden bijzondere bijstand worden verstrekt voor reiskosten indien:
- -
de voorliggende voorziening niet toereikend is (bv bij een reisafstand langer dan 20 km enkele reis); en
- -
de scholing of opleiding niet binnen de directe woonomgeving kan worden gevolgd.
De bijzondere bijstand wordt op basis van het goedkoopste OV tarief vastgesteld en maximaal 10 maanden per jaar verstrekt. Let op! MBO-studenten van 16 en 17 komen in aanmerking voor een gereduceerd tarief!
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
ingevuld formulier declaratie reiskosten kopie lesrooster;
- -
uitdraai mijnovchipkaart.nl of uitdraai laatste 10 transacties waarop de gedeclareerde reizen staan vermeld in geval van een anonieme OV-Chipkaart.
7.5
Reiskosten voor psychische en/of medische behandelingen
Belanghebbende wordt geacht uit een inkomen ter hoogte van de bijstandsnorm de vervoerskosten te kunnen voldoen om in aanvaardbare mate deel te kunnen nemen aan het leven van alledag en sociale contacten te onderhouden. Hier vallen in principe ook incidentele bezoeken aan een ziekenhuis, tandarts, huisarts of psychiater onder.
In het geval van reiskosten van en naar een medische en/of psychische behandeling zal eerst onderzocht moeten worden of men in aanmerking komt voor een vergoeding vanuit de zorgverzekeraar. De zorgverzekeraar is een voorliggende voorziening. Indien vergoeding vanuit de zorgverzekeraar niet mogelijk is, kan bijzondere bijstand worden verstrekt indien:
- -
de kosten niet incidenteel zijn: de belanghebbende moet vaker dan ‘incidenteel’ naar een ziekenhuis of behandelaar. Er is bijvoorbeeld sprake van een behandelplan of een flink aantal behandelingen/bezoeken in een korte periode.
- -
de kosten noodzakelijk zijn: de behandelingen moeten medisch noodzakelijk zijn.
Voor de vergoeding wordt uitgegaan van de werkelijke kosten. Maximaal wordt het tarief OV 2
e klasse vergoed.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
brief zorgverzekeraar over de vergoeding;
- -
ingevuld formulier declaratie reiskosten kopieën afsprakenkaarten;
- -
uitdraai mijnovchipkaart.nl of uitdraai laatste 10 transacties met daarop de gedeclareerde reizen in geval van een anonieme OV-Chipkaart.
Thema VIII
Overige kosten
Naast de eerder genoemde kosten zijn er natuurlijk nog andere, soms onverwachte noodzakelijke kosten. Hieronder worden een aantal kostenposten behandeld, waarvoor bijzondere bijstand mogelijk is.
De kosten van kleding van kleding behoren tot de algemene kosten van het bestaan en dienen uit de bijstandsnorm te worden voldaan. Toch zijn er situaties denkbaar waardoor iemand een noodpakket kleding nodig heeft. Dit kan bijvoorbeeld de situatie zijn bij een plotseling vertrek naar een ‘blijf van mijn lijfwoning’ of een ander noodgedwongen, niet verwijtbaar plotseling vertrek uit de woning. In dat geval kan voor de kosten van een basispakket kleding bijzondere bijstand worden verstrekt. Dit basispakket bestaat in ieder geval uit: twee broeken, rokken of jurken, twee overhemden of blouses, twee sets ondergoed, twee paar sokken, eventueel aangevuld met een set nachtkleding, een jas en een paar schoenen.
Verwacht wordt dat iemand over een toereikende brandverzekering en inboedelverzekering beschikt. Indien iemand verwijtbaar niet over deze verzekeringen beschikt en de belanghebbende na bijvoorbeeld een brand een noodpakket kleding nodig heeft, wordt de bijstand verstrekt in de vorm van een renteloze geldlening.
De maximaal te verstrekken bedragen staan op de normenlijst bijzondere bijstand gemeente Midden-Delfland.
De bijstand wordt verstrekt als gift. Indien de kosten verwijtbaar worden gemaakt door het niet hebben van een brand- en/of inboedelverzekering, wordt de bijstand verstrekt in de vorm van een renteloze geldlening.
- -
- -
indien mogelijk bewijs van noodzaak (bijvoorbeeld een aangifte bij de politie).
8.2
Begrafenis- of crematiekosten
Om een overledene te begraven of te cremeren, zal er een opdrachtgever moeten zijn die de opdracht tot lijkbezorging geeft. Normaal gesproken zal dat de echtgeno(o)t(e), het (de) kind(eren) of andere verwanten zijn. De opdrachtgever(s) moet(en) ook de kosten van de lijkbezorging voldoen. Er wordt in dit verband ook wel gesproken over ‘uitvaartkosten’.
De kosten van een begrafenis of crematie behoren tot de passiva (schulden) van de nalatenschap en komen voor rekening van de erfgenamen. Deze kunnen ieder voor zich en op persoonlijke titel bijzondere bijstand aanvragen, voor zover hun erfdeel niet toereikend is en het hen aan middelen ontbreekt om hun aandeel in deze kosten te kunnen voldoen.
Om voor vergoeding van (een deel van) de uitvaartkosten in aanmerking te komen, dient de begrafenis of crematie van de overledene plaats te vinden in Nederland. Indien de begrafenis plaatsvindt in het buitenland, kunnen alleen die kosten worden vergoed, die in Nederland worden gemaakt (bijvoorbeeld het transport klaarmaken van de overledene en de kosten vervoer tot aan Schiphol).
Hebben de erfgenamen niet voldoende middelen (aantonen) of weigeren de erfgenamen een deel van de kosten te betalen, dan kan voor dat deel bijzondere bijstand worden verstrekt. In het laatste geval zal de gemeente trachten de kosten op de erfgenamen te verhalen.
Er zijn echter ook wel eens situaties waarin er niemand is die de opdracht tot lijkbezorging kan (of wil) verstrekken. In die situaties is de Wet op de Lijkbezorging van toepassing. De gemeente waarin het lichaam van de overledene zich bevindt is dan verplicht zorg te dragen voor de begrafenis of crematie. De kosten die deze gemeente in verband met deze verplichting maakt, moet worden voldaan uit de opbrengst van de bij de overledene gevonden gelden en goederen dan wel uit de nalatenschap van de overledene. Indien de nalatenschap ontoereikend is, heeft de gemeente een verhaalsrecht (artikel 22 Wet op de Lijkbezorging) op de bloed- en aanverwanten die krachtens titel 17 Boek1 BW tot het verstrekken van levensonderhoud aan de overledene verplicht zouden zijn geweest. Dit verhaalsrecht wordt begrensd door de van toepassing zijnde bepalingen van het erfrecht.
De Wet op de Lijkbezorging biedt dus in bijzondere gevallen de mogelijkheid om de uitvaart van een overledene te regelen. In het algemeen zal een beroep op deze wet echter pas mogelijk zijn als is gebleken dat er geen nabestaanden zijn die uitvaartkosten kunnen (met inbegrip van het vragen van bijstand voor deze kosten) of willen voldoen.
Voor de maximale hoogte van de te vergoeden kosten van de uitvaart van de overledene wordt verwezen naar de normenlijst bijzondere bijstand gemeente Midden-Delfland. Indien er een (niet-toereikende) uitvaartpolis is, wordt de vergoeding hieruit op de bijzondere bijstand in mindering gebracht.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift. In het geval dat de nabestaande(n) weigeren (hun deel van de) kosten te betalen, kan de gemeente de kosten verhalen.
- -
polisblad / waardeoverzicht eventuele uitvaartverzekering;
- -
de rekening van de begrafenis of crematie.
Het bezit van een computer en het gebruik van internet zijn steeds meer een basale voorwaarde om aan het maatschappelijk verkeer te kunnen deelnemen. Veel instanties en overheden communiceren in sterk toenemende mate via internet. Daarnaast is het kunnen beschikken over een computer voor schoolgaande kinderen een randvoorwaarde om de lessen goed te kunnen volgen en opdrachten te kunnen uitvoeren. Voor de kosten van een computer kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Onder een computer wordt verstaan een desktopcomputer of laptop inclusief software, beeldscherm, toetsenbord plus muis en printer. De bijzondere bijstand kan niet worden gebruikt voor de aanschaf van een tablet, smartphone, digitale camera en dergelijke.
Om voor bijzondere bijstand voor een computer in aanmerking te komen, dient men te voldoen aan de volgende voorwaarden:
- -
het inkomen is in de drie jaar voorafgaand aan de aanvraag, niet hoger geweest dan 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm; en
- -
het huishouden beschikt niet over een computer of heeft een computer, ouder dan twee jaar.
De vergoeding geldt per gezin en eenmaal in de 4 jaar. De bijstand wordt betaalbaar gesteld na het overleggen van een pro-formanota van de computer. Binnen twee maanden dient de belanghebbende (een kopie van) de originele nota te overleggen.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
pro-formanota van de computer, binnen 2 maanden gevolgd door (een kopie van) de definitieve nota.
8.4
Kosten noodzakelijke verlenging verblijfsvergunning
Asielgerechtigden / nieuwkomers die in Nederland zijn toegelaten behoren te beschikken over een geldig verblijfsdocument. Dit verblijfsdocument moet na de verloopdatum weer worden vervangen door een nieuw document. Soms kan voor de kosten voor een nieuw verblijfsdocument bijzondere bijstand worden verstrekt.
Voor de kosten van een eerste verblijfsvergunning kan geen bijstand worden verleend. Om in aanmerking te komen voor bijzondere bijstand voor legeskosten moet voldaan worden aan artikel 11, tweede en derde lid van de Participatiewet. De vreemdeling moet dus gelijkgesteld worden met een Nederlander. Dit kan pas aan de orde zijn, nadat een eerste verblijfsvergunning is afgegeven.
De kosten van een nieuw verblijfsdocument kunnen ook niet worden vergoed, indien de belanghebbenden de mogelijkheid hebben zich te naturaliseren tot Nederlander. De kosten van naturalisatie worden nooit vergoed want deze worden aangemerkt als niet noodzakelijk en behoren tot de algemene kosten van het bestaan.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
nota IND voor de verlenging noodzakelijke verblijfsvergunning.
Indien de belanghebbende werkt, een re-integratie- of inburgerings-, scholingstraject volgt of vrijwilligerswerk verricht in het kader van een sociaal activeringstraject, kan kinderopvang noodzakelijk zijn. Voor de kosten van de dagopvang, voorschoolse en naschoolse kinderopvang is de Wet Kinderopvang en kwaliteitseisen peuterspeelzalen (WKO) een passende en toereikende voorliggende voorziening. De WKO kent echter geen vergoeding voor tussenschoolse opvang, het zogenaamde ‘overblijven’. De kosten voor het overblijven op de dagen dat de belanghebbende een traject of scholing volgt of (vrijwilligers)werk verricht kunnen eventueel vergoed worden vanuit het participatiebudget (indien het een door de gemeente aangeboden traject is). Bij werkenden of in geval van een traject, niet ingekocht door de gemeente, kunnen de kosten vergoed worden door middel van bijzondere bijstand.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
nota’s van de overblijfkosten;
- -
De meeste kinderen gaan zodra zij vier jaar oud worden naar de basisschool. Vanaf hun vijfde verjaardag worden zij leerplichtig. Voor de ontwikkeling van kinderen kan het echter goed zijn dat zij al voordat zij naar de basisschool gaan, in contact komen met andere kinderen. Op de peuterspeelzaal leren de kinderen sociale contacten op doen, met elkaar spelen en wordt er gewerkt aan de taalontwikkeling. Sinds de invoering van de Wet Ontwikkelingskansen door Kwaliteit (Oke) per 1 augustus 2010 zijn de kwaliteitseisen voor de peuterspeelzalen geformaliseerd en is nog meer de nadruk gelegd op voorschoolse educatie. Kinderen die de peuterspeelzaal hebben bezocht hebben hierdoor een voorsprong wanneer zij naar de basisschool gaan.
Kinderen van ouders met een laag inkomen bevinden zich vaker in een achterstandspositie dan kinderen van ouders met voldoende inkomen. Om ook de kinderen uit arme gezinnen de mogelijkheid te bieden de peuterspeelzaal te bezoeken, kan in sommige gevallen de kosten voor twee dagdelen peuteropvang per week worden vergoed door middel van bijzondere bijstand.
Kinderen met een behoefte aan extra taalondersteuning of met een sociaal maatschappelijke achterstand komen mogelijk in aanmerking voor een VVE-indicatie. Het Centrum voor Jeugd en Gezin verstrekt deze indicatie. Kinderen met een VVE-indicatie komen in aanmerking voor 3 dagdelen peuteropvang (10 uur) per week in plaats van 2 dagdelen (6 uur) per week. De ouders in de laagste inkomensklasse betalen een eigen bijdrage voor 5 uur per week à € 0,64 per uur. Maximaal betalen zij € 127,- per jaar (tarief 2015). Voor deze eigen bijdrage kan bijzondere bijstand worden verstrekt.
Geen vergoeding uit de bijzondere bijstand
Indien beide ouders werken, kunnen de kosten voor de peuterspeelzaal via de Wet kinderopvang worden vergoed. Zij dienen dan kinderopvangtoeslag aan te vragen bij de Belastingdienst als voorliggende voorziening. Indien de ouder(s) niet onder de doelgroep van de WKO vallen, kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor de kosten peuterspeelzaal voor maximaal twee dagdelen per week.
Indien de kinderen al op een kinderdagverblijf geplaatst zijn, bijvoorbeeld wanneer de ouder(s) een re-integratietraject volgen of werken of indien er kinderopvang is toegekend op een sociaal-medische indicatie, kan geen bijzondere bijstand worden verstrekt voor de peuterspeelzaal. Ook op een kinderdagverblijf leren zij met andere kinderen omgaan en wordt gewerkt aan hun taalontwikkeling.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
nota’s van de peuterspeelzaal;
- -
indien van toepassing: kopie VVE-indicatie.
8.7
Sociale participatie in de bijstand begrepen gezinsleden vanaf 18 jaar
Wanneer men langere tijd is aangewezen op een inkomen op minimumniveau, dan bestaat het gevaar voor financiële armoede. Men maakt misschien schulden (huurschuld, betalingsachterstanden energiekosten en dergelijke) en/of men moet meer dan maatschappelijk aanvaard bezuinigen op primaire levensbehoeften (eten, drinken of kleding). Het gevolg kan zijn dat men niet meer kan deelnemen aan verenigingsactiviteiten, dat er geen bibliotheek meer kan worden bezocht etcetera. Om dit te voorkomen kan bijzondere bijstand worden verstrekt voor sociale participatie.
De bijzondere bijstand strekt tot doel deelname aan sociale activiteiten te stimuleren en de belanghebbende ‘onder de mensen’ te brengen. Uit dit budget kunnen bijvoorbeeld de volgende kosten worden verstrekt: contributie sportverenigingen, cursussen op cultureel gebied, muziekles, kosten bibliotheek en dergelijke. Indien er kledingstukken/attributen aantoonbaar noodzakelijk zijn om deel te nemen aan een activiteit in georganiseerd verband, kunnen ook deze kosten vergoed worden (bijvoorbeeld voetbalschoenen bij een lidmaatschap van de voetbalvereniging, jeu de boulesballen bij deelname aan toernooien etc). De bijstand is bijvoorbeeld niet bedoeld voor bezoek aan een pretpark of de aanschaf van een fitnessapparaat voor thuis.
Voor deelname aan sociaal-culturele activiteiten kan per (in de bijstand begrepen) gezinslid boven de 18 jaar een gemaximeerd bedrag worden verstrekt. Het bedrag staat vermeld op de normenlijst bijzondere bijstand gemeente Midden-Delfland. Dit bedrag wordt verstrekt in de vorm van een persoonsgebonden budget en vanuit dit budget kan op vertoon van nota’s of betaalbewijzen betalingen worden verricht. Het aan het einde van het toekenningsjaar onbenutte deel van het persoonsgebonden budget voor sociale participatie, komt automatisch te vervallen.
De bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
nota’s van de activiteiten/contributie/benodigde sportattributen.
In een waterrijk gebied als Midden-Delfland is het van belang dat iedereen kan zwemmen. Dit geldt zowel voor kinderen als volwassenen. Zwemlessen voor kinderen vallen niet onder de vergoeding van het Jeugdsportfonds (zie paragraaf 9.1). Volwassen kunnen in ieder geval geen gebruik maken van het Jeugdsportfonds. Voor de kosten van zwemlessen voor zowel kinderen als volwassenen kan daarom bijzondere bijstand worden verstrekt. De voorwaarden om in aanmerking te komen voor deze bijzondere bijstand zijn:
- -
de minimale leeftijd bij aanvang van de lessen bedraagt 5 jaar.
- -
de vergoeding wordt verstrekt voor lessen tot en met diploma B en met een maximum van twee jaar:
- -
de bijzondere bijstand kan incidenteel verlengd worden met 1 jaar als niet verwijtbaar het diploma B na twee jaar nog niet behaald is.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
nota’s van de zwemlessen.
Thema I
X
maatschappelijke participatie ten laste komende kinderen
Kinderen moeten in hun kansen en mogelijkheden tot ontwikkeling niet worden belemmerd door de slechte financiële positie van hun ouders. Maatschappelijke participatie van een kind is van groot belang met het oog op zijn of haar kansen op een zelfredzame toekomst. De regering wil met de nieuwe Participatiewet bereiken dat de inkomensondersteuning rechtstreeks aan zoveel mogelijk minderjarige kinderen van de doelgroep ten goede komt.
Voor ten laste komende kinderen van ouders met een laag inkomen die naar het voortgezet onderwijs gaan of in het eerste jaar van het voortgezet onderwijs zitten, kan eenmalig bijzondere bijstand worden verstrekt voor een fiets. Hiervoor geldt een maximaal bedrag van € 250,- voor de fiets zelf en een maximaal bedrag van € 50,- voor bijkomende kosten zoals een slot en een verzekering.
De bijzondere bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
pro-formanota van de fiets, binnen 2 maanden gevolgd door (een kopie van) de definitieve nota.
- -
bewijsstuk dat het kind naar het eerste jaar van het voortgezet onderwijs gaat of zit (bijv. inschrijfbewijs van school).
Midden-Delfland is aangesloten bij het Jeugdsportfonds. Via het Jeugdsportfonds kunnen de ouders van kinderen uit gezinnen met een inkomen tot 110% van de toepassing zijnde bijstandsnorm, een vergoeding ontvangen sporten. Via de website www.allekinderendoenmee.nl kan door een intermediair een aanvraag worden ingediend voor een vergoeding vanuit het Jeugdsportfonds. Deze intermediairs zijn professionals en werken veelal in de volgende branches: jeugdzorg, gezondheidszorg, onderwijs, maatschappelijk werk, schuldhulpverlening en vluchtelingenwerk. Ouders en sportverenigingen kunnen geen aanvraag bij het Jeugdsportfonds indienen.
De intermediair toetst of het kind in aanmerking komt voor het fonds en dient vervolgens de aanvraag in. Zodra de aanvraag wordt goedgekeurd, wordt de factuur van de sportvereniging opgevraagd en direct aan deze vereniging betaald. De intermediair checkt twee maal per jaar of het kind daadwerkelijk actief is bij de sportvereniging. De vergoeding vanuit het Jeugdsportfonds bedraagt maximaal € 225,- per jaar en kan worden besteed aan contributie en eventuele benodigde sportmaterialen.
Naast de vergoeding vanuit het Jeugdsportfonds komen kinderen uit gezinnen met een inkomen tot 110% van de van toepassing zijnde bijstandsnorm in aanmerking voor een vergoeding voor culturele activiteiten, zoals dansen, muziek maken of zangles. De kosten worden vergoed vanuit het Jeugdcultuurfonds. Ook de kosten voor de scouting kunnen vanuit het Jeugdcultuurfonds worden vergoed. De vergoeding vanuit het Jeugdcultuurfonds bedraagt maximaal € 450,- per jaar, bestemd voor de contributie en eventuele benodigde materialen. Het indienen van de aanvraag en de uitbetaling vindt op dezelfde wijze plaats als bij het Jeugdsportfonds.
9.
4
schoolkostenregeling
Indirecte of bijkomende studiekosten zijn kosten die gepaard gaan met een bezoek aan het basis en voortgezet onderwijs. Dit zijn kosten van bijvoorbeeld de aanschaf van een schooltas, voorgeschreven sportkleding, schoolreisjes, werkweken, internetabonnement, rekenmachine etc. Ook incidentele tussenschoolse opvang valt hieronder. Voor deze bijkomende studiekosten bestaat geen voorliggende voorziening. Voor de indirecte schoolkosten (kosten van schoolreisjes annex werkweken, schoolartikelen, sportkleding en dergelijke) kan bijzondere bijstand worden verstrekt. Hierbij wordt een verschil gemaakt tussen kinderen op de basisschool en kinderen op het voortgezet onderwijs. Dit omdat de kosten op het voorgezet onderwijs doorgaans hoger zijn dan op het basisonderwijs: de schoolreisjes/werkweken zijn vaak duurder, zij hebben meer geavanceerde schoolartikelen zoals een rekenmachine nodig.
De maximale bedragen die verstrekt kunnen worden voor basisschoolleerlingen en leerlingen op het voortgezet onderwijs (tot en met 17 jaar) staan vermeld op de normenlijst bijzondere bijstand gemeente Midden-Delfland. De kosten moeten worden aangetoond en de bijzondere bijstand wordt verstrekt op declaratiebasis.
De bijstand wordt verstrekt als gift.
- -
indien aanwezig: bewijs inschrijving school (bijvoorbeeld bij kinderen van 12 van wie niet duidelijk is of deze op de basis of voortgezet onderwijs zitten;
- -
nota’s schoolgeld, bonnen schoolspullen e.d.
Thema
X
h
ardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen in bijzondere gevallen afwijken van in deze nota opgenomen bepalingen. Ook kan, indien burgemeester en wethouders hier aanleiding toe zien, bijzondere bijstand worden verstrek voor niet in deze beleidsregels opgenomen bijzondere kosten waarvan de noodzaak vaststaat.
Bijlage
Normenlijst bijzondere bijstand Midden-Delfland 201
5
Behorende bij de beleidsnota Bijzondere bijstand in Midden-Delfland 2015.
Bedragen staan vermeld in euro’s, tenzij anders vermeld.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
De kosten van kinderkleding verschillen sterk, afhankelijk van de leeftijd van het kind. Daarom zijn hiervoor geen normen opgenomen. Deze kosten kunnen naar redelijkheid worden vergoed, maar nooit meer dan de bedragen voor volwassenen
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
1 persoons dekbedovertrek en sloop
|
|
2 persoons dekbedovertrek en sloop
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Vloerbedekking woonkamer 8 m x € 41,00
|
|
Vloerbedekking slaapkamer 4 m x € 41,00
|
|
Vloerbedekking overige ruimten
|
|
|
|
|
|
Gordijnen overige ruimten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Alleenstaande kamerbewoner
|
|
Alleenstaande zelfstandige
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Absoluut noodzakelijke niet-uitstelbare goederen
|
|
|
|
Vloerbedekking slaapkamer
|
|
Gordijnen slaapkamer met rails
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Keukengerei voor 1 persoon
|
|
Keukengerei per extra persoon
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Warme maaltijd: totale dieet of maaltijdvergoeding is minus dit bedrag
|
|
|
|
|
|
|
|
Categorie 1 (wintermaanden)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Incidentele incontinentie
|
|
Regelmatige incontinentie
|
|
Voortdurende incontinentie
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Incidentele incontinentie
|
|
Regelmatige incontinentie
|
|
Voortdurende incontinentie
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Teksttelefoon extra abonnementskosten
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Kinderopvang
uurprijs Belastingdienst
|
|
Maximale uurprijs KDV (via WKO)
|
|
Maximale uurprijs BSO (via WKO)
|
|
Maximale uurprijs gastouder (via WKO)
|
|
|
Aantoonbaar werkelijk gemaakte kosten
|
Peuterspeelzaal (2 dagdelen per week)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
In bijstand begrepen gezinsleden vanaf 18 jaar
|
|
|
|
|
|
|
|
Schoolkosten per kind per schooljaar
|
|
|
|
Voortgezet onderwijs (VMBO, HAVO, VWO, MBO) tot 18 jaar
|
|
|
|
|
|
|
|
Toebehoren (slot/verzekering)
|
|