Gemeente Borger-Odoorn, Sociaal Statuut 2014-2016 vastgesteld.
Burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn maken bekend dat door het College op 28 april 2015 het Sociaal Statuut gemeente Borger-Odoorn 2014-2016 is vastgesteld. Deze verordening treedt in werking op 11 juni 2015 en heeft betrekking op de rechtspositieregeling voor werknemers van de gemeente bij organisatiewijzigingen.
U kunt de verordening vinden op www.overheid.nl of opvragen bij het Klantcontactcentrum.
Sociaal Statuut gemeente Borger-Odoorn 201 5 - 2016
Burgemeester en wethouders van Borger-Odoorn;
overwegende, dat als gevolg van het Cao-akkoord 2011-2012 hoofdstuk 10d van de CAR-UWO is gewijzigd in verband met de invoering van het Van werk naar werk-traject in het kader van reorganisatie;
gelet op:
  • -
    de Organisatieverordening van de gemeente Borger-Odoorn;
  • -
    de Wet op de ondernemingsraden (WOR), met name artikel 25;
  • -
    de Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling (CAR) en de Uitwerkingsovereenkomst
(UWO) met name de artikelen 8:3, 8:3:1, 12:1:5, 12:2 en 15:1:10);
gezien de bereikte overeenstemming in de commissie voor Georganiseerd overleg van
6 maart 2015
besluit :
vast te stellen de volgende regeling:
Sociaal Statuut gemeente Borger-Odoorn 201 5 - 2016
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
Artikel 1:1 Definities
In dit Sociaal Statuut wordt verstaan onder:
a. ambtenaar: de ambtenaar in de zin van de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling
en uitwerkingsovereenkomst, alsmede de werknemer met wie de werkgever een
arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht heeft afgesloten;
b . werkgever: de gemeente Borger-Odoorn;
c. organisatiewijziging: een belangrijke inkrimping of wijziging van de
werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een belangrijke
wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een
onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich
meebrengt;
d. privatisering: organisatiewijziging die het gevolg is van de verzelfstandiging van een
deel van de organisatie tot een nieuwe (privaatrechtelijke) rechtspersoon of de
overdracht van een deel van de organisatie aan een derde (privaatrechtelijke) partij;
e. publiekrechtelijke taakoverheveling : organisatiewijziging die het gevolg is van de
overheveling van een deel van de organisatie naar een ander publiekrechtelijk orgaan;
f. personele gevolgen: gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken
ambtenaren;
g. salaris: het voor de ambtenaar geldende bedrag van de aan de ambtenaar toegekende
schaal als bedoeld in artikel 3:1 van de collectieve arbeidsvoorwaardenregeling en
uitwerkingsovereenkomst;
h. salarisperspectief: de opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste
bedrag van de functieschaal van de ambtenaar en eventueel schriftelijk vastgelegde
extra individuele salarisafspraken;
i. bezoldiging: het salaris, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar
toegekende emolumenten en toelagen, met inbegrip van de functioneringstoelage en
de waarnemingstoelage - niet zijnde onkosten vergoedingen;
j. toelage: de toelage waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de
Bezoldigingsverordening;
k. functie: het takenpakket dat bestaat uit het geheel van de opgedragen
werkzaamheden, dat de ambtenaar volgens zijn functiebeschrijving en op grond van
tussen werkgever en de ambtenaar gemaakte afspraken verricht;
l. ongewijzigde functie: een functie die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de functie die
de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde;
m. passende functie: een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau, die de
ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de
voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Onder persoonlijke
omstandigheden en vooruitzichten wordt onder meer worden verstaan interesse,
capaciteiten, ervaring, leeftijd, opleiding, en salaris. Een passende functie is doorgaans
van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau
of maximaal één niveau lager zijn dan de oude functie;
n. geschikte functie: een functie die niet valt onder het begrip passende functie, maar
die de ambtenaar bereid is te vervullen;
o. georganiseerd overleg: de commissie voor georganiseerd overleg zoals bedoeld in
artikel 12:1 van de CAR-UWO;
p. ondernemingsraad: de ondernemingsraad zoals bedoeld in artikel 2 van de Wet op
de ondernemingsraden;
q. remplaçant: de geplaatste of (potentieel) te plaatsen ambtenaar, die op basis van
vrijwilligheid de status van boventallig verklaarde ambtenaar krijgt, met het doel om
een (potentieel) boventallig verklaarde ambtenaar alsnog te kunnen plaatsen;
r. sociaal plan: nadere afspraken, gebaseerd op en aanvullend op dit sociaal statuut, met
betrekking tot de personele gevolgen van een organisatiewijziging;
s. VWNW-traject: het traject zoals bedoeld in hoofdstuk 10d van de CAR-UWO.
Artikel 1:2 Werkingssfeer
Dit Sociaal Statuut is van toepassing op alle organisatiewijzigingen in de gemeentelijke organisatie, niet zijnde een organisatiewijziging als gevolg van een gemeentelijke herindeling.
Artikel 1:3 Bevoegdheid tot het nemen van het besluit tot organisatiewijziging
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het nemen van besluiten over de wijziging van de ambtelijke organisatie.
Artikel 1:4 Bevoegdheid tot het nemen van besluiten betreffende individuele
ambtenaren
Het college van burgemeester en wethouders is bevoegd tot het nemen van besluiten over wijziging van de aanstelling, overplaatsing en ontslag van ambtenaren, tenzij bij of krachtens wet of raadsbesluit anders is bepaald.
Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen
Artikel 2: 1 Onderzoek naar organisatiewijziging
1.Als de werkgever voornemens is de mogelijkheid van een organisatiewijziging te
onderzoeken, worden de ondernemingsraad, het georganiseerd overleg en de
betrokken ambtenaren hierover op zorgvuldige wijze en in een vroeg stadium op de
hoogte gesteld en in het proces betrokken.
2.Het tijdstip van kennisgeving is dusdanig, dat de ondernemingsraad zijn mening over
het onderzoek kenbaar kan maken.
3.De ambtenaren en de ondernemingsraad worden zo veel mogelijk betrokken bij de
uitvoering van het onderzoek. Bovendien worden zij, indien mogelijk, tussentijds op
de hoogte gehouden van de vorderingen van het onderzoek.
4.De schriftelijke eindrapportage van het onderzoek wordt ter kennisneming
toegezonden aan de ondernemingsraad en het georganiseerd overleg.
Artikel 2:2 Extern advies
Indien de werkgever voornemens is om over de wenselijkheid van de organisatiewijziging
extern advies te vragen, wordt de ondernemingsraad om advies gevraagd over het verstrekken en formuleren van de adviesopdracht, conform artikel 25 van de Wet op de ondernemingsraden.
Artikel 2:3 Overleg over de personele gevolgen en maatregelen
1.Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging,
wordt overleg in het georganiseerd overleg gevoerd over de regels als bedoeld in
artikel 12:1:5 2e lid onder a en b van de UWO (het zgn. stappenplan), alsmede over
de personele gevolgen het besluit en de naar aanleiding daarvan te nemen
maatregelen.
2.Als het georganiseerd overleg van mening is dat de organisatiewijziging zodanig
ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende
afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan
opgesteld. Over dit sociaal plan moet in het georganiseerd overleg overeenstemming
worden bereikt.
3.De leden van het georganiseerd overleg kunnen tussentijds bijeen worden geroepen
dan wel schriftelijk worden geraadpleegd, wanneer de omstandigheden een versnelde
procedure vereisen.
Artikel 2:4 Advies ondernemingsraad over organisatiewijziging
1.Voordat een definitief besluit wordt genomen ten aanzien van de organisatiewijziging,
wordt de ondernemingsraad schriftelijk om advies gevraagd, conform artikel 25 van
de Wet op de ondernemingsraden.
2.De adviesaanvraag bevat een heldere omschrijving van het voorgenomen besluit, de
beweegredenen van het besluit, de personele gevolgen van het besluit en de naar
aanleiding daarvan te nemen personele maatregelen.
3.Het advies wordt op een zodanig tijdstip gevraagd, dat het nog van wezenlijke invloed
kan zijn op het te nemen besluit.
Artikel 2:5 Taakverdeling tussen ondernemingsraad en georganiseerd overleg
1.Ten aanzien van de medezeggenschap van ambtenaren en vakcentrales geldt het
algemene uitgangspunt dat onderwerpen die gedurende het proces van
organisatiewijziging aan bod komen, primair door één orgaan worden behandeld,
conform het convenant tussen het bestuur van de gemeente Borger-Odoorn en de
vakorganisaties. (zie bijlage)
Artikel 2:6 Kennisgeving en uitvoering besluit
1.Als er een definitief besluit is genomen tot wijziging van de organisatie, wordt dit
besluit zo spoedig mogelijk meegedeeld aan het georganiseerd overleg, de
ondernemingsraad en de betrokken ambtenaren. Daarbij wordt tevens ingegaan op de
personele gevolgen van het besluit.
2.Als in het besluit wordt afgeweken van het advies van de ondernemingsraad, zal deze
afwijking duidelijk worden gemotiveerd. De uitvoering van het besluit tot
organisatiewijziging wordt in dit geval uitgesteld tot op zijn vroegst een maand nadat
de ondernemingsraad van het besluit in kennis is gesteld, conform artikel 25, zesde lid
van de Wet op de ondernemingsraden.
Hoofdstuk 3 Algemene uitgangspunten voor sociaal beleid
bij interne organisatiewijziging
Artikel 3:1 Werkingssfeer hoofdstuk
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op interne organisatiewijzigingen, niet zijnde privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.
Artikel 3:2 Werkgelegenheid bij interne organisatiewijziging
Er zullen geen gedwongen ontslagen plaatsvinden als gevolg van organisatieveranderingen tenzij er sprake is van situaties als verwoord in de artikelen 3:7 en 3:8 lid 2 van dit Sociaal Statuut. De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om te voorkomen dat de bij de organisatiewijziging betrokken ambtenaren onvrijwillig werkloos raken.
Artikel 3:3 Voorkeursvolgorde bij herplaatsing
1.De werkgever hanteert, bij het nemen van besluiten ten aanzien van de ambtenaren die
betrokken zijn bij de organisatiewijziging, de volgende voorkeursvolgorde:
  • 1.
    de ambtenaar blijft zijn eigen, ongewijzigde functie vervullen;
  • 2.
    de ambtenaar wordt overgeplaatst naar een passende functie binnen de
    gemeentelijke organisatie;
  • 3.
    de ambtenaar wordt overgeplaatst naar een geschikte functie binnen de
    gemeentelijke organisatie.
  • 2.
    Ambtenaren die in het kader van de plaatsingsprocedure niet in een functie binnen
de formatie van de nieuwe organisatie zijn herplaatst, worden boventallig verklaard.
3.Herplaatsingsbesluiten als bedoeld in het eerste lid onder 2 en 3 en besluiten tot
verklaring boventalligheid als bedoeld in lid 2 worden genomen met inachtneming van
de herplaatsingsprocedure, zoals beschreven in hoofdstuk 4.
Artikel 3:4 Uitgangspunten herplaatsing
1.Bij het nemen van besluiten als bedoeld in artikel 3.3, eerste lid, wordt met de
volgende gegevens rekening gehouden:
  • a.
    de geschiktheid van de ambtenaar voor een functie, zoals blijkt uit opleidings- en
    ervaringsgegevens, beoordelings- en ontwikkelgesprekken en eventuele
    geschiktheidstesten;
  • b.
    de voorkeur van de ambtenaar voor bepaalde functies;
  • c.
    het type dienstverband van de ambtenaar;
  • d.
    de diensttijd van de ambtenaar bij de gemeente Borger-Odoorn of een
    rechtsvoorganger.
  • e.
    de leeftijd van de ambtenaar.
    • 2.
      De ambtenaar is verplicht om mee te werken aan gesprekken en testen die nodig zijn
voor het verzamelen van gegevens als genoemd in het eerste lid onder a. De kosten
van eventuele tests zijn voor rekening van de werkgever.
Artikel 3: 5 Belangstellingsregistratie
Voordat herplaatsingsbesluiten als bedoeld in artikel 3:3, eerste lid onder 2 en 3 en artikel 3:3 tweede lid, worden genomen, wordt de betrokken ambtenaar in de gelegenheid gesteld zijn voorkeur voor maximaal drie functies kenbaar te maken.
Artikel 3:6 Maatregelen ter voorkoming / vermindering van boventalligheid
1.Remplaçantenregeling: Ambtenaren die geplaatst zijn - of zullen gaan worden - in
de formatie van de nieuwe organisatie, kunnen die plaats opgeven en zich beschikbaar
stellen voor de status van boventallig verklaarde ambtenaar. Het gevolg daarvan is
dat in diens plaats een boventallig verklaarde ambtenaar in de nieuwe organisatie kan
worden geplaatst. Voor zover een verantwoorde bedrijfsvoering dat toelaat, wordt een
dergelijk aanbod gehonoreerd.
2.Reductie aanstellingsomvang: Ambtenaren kunnen een verzoek indienen om hun
aanstellingsomvang terug te brengen, om zodoende formatie beschikbaar te stellen
voor het plaatsen van boventallig verklaarde collega’s. Voor zover een verantwoorde
bedrijfsvoering dat toelaat, worden dergelijke verzoeken gehonoreerd.
Artikel 3:7 Geen passende of geschikte functie
Indien de ambtenaar na de plaatsingsprocedure boventallig wordt verklaard is hoofdstuk 6 van dit Sociaal Statuut van toepassing.
Artikel 3:8 Verplichting ambtenaar
1.De ambtenaar is verplicht, onverminderd het recht op bezwaar en beroep, een
passende functie die hem met inachtneming van de herplaatsingsprocedure is
toegewezen, te aanvaarden.
2.Wanneer de ambtenaar, na herhaald en zorgvuldig overleg, weigert een aangeboden
passende functie te aanvaarden, niet meewerkt aan zijn/haar re-integratie, kan het
college van burgemeester en wethouders overgaan tot ontslag. Daarbij kan het college
van burgemeester en wethouders besluiten tot verval van het wachtgeld of de
aanvullende en na-wettelijke uitkering.
3.De ambtenaar die, als gevolg van de organisatieontwikkeling, boventallig is verklaard is
verplicht gedurende de periode van boventalligheid andere werkzaamheden te
verrichten. De vervangende werkzaamheden kunnen van een ander en dus ook van
een lager functieniveau zijn.
Artikel 3:9 Salarisgarantie
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke
organisatie, behoudt in deze functie het salarisperspectief, zoals die voor hem golden in
de oorspronkelijke functie.
Artikel 3:10 Functie gebonden toelagen
1.Voor de ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de
gemeentelijke organisatie vervallen de functie gebonden toelagen.
2.Aan de ambtenaar, wiens bezoldiging als gevolg van het vervallen van de
functie gebonden toelagen een blijvende verlaging ondergaat, wordt een aflopende
compensatie toegekend indien:
  • a.
    de blijvende verlaging ten minste 3% bedraagt van de bezoldiging;
  • b.
    de ambtenaar deze toelagen gedurende ten minste twee jaren zonder wezenlijke
    onderbreking (een periode van langer dan twee maanden) heeft genoten.
    • 3.
      De afbouw van deze compensatie kent het volgende verloop:
  • a.
    het eerste jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 100% van de daling van
    de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;
  • b.
    het tweede jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 75% van de daling van
    de bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;
  • c.
    het derde jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 50% van de daling van de
    bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;
  • d.
    het vierde jaar na de overplaatsing ontvangt de ambtenaar 25% van de daling van de
    bezoldiging, die het gevolg is van het vervallen van de toelagen;
  • e.
    In afwijking van het gestelde in de vorige leden behouden ambtenaren van 60 jaar
    en ouder, die herplaatst worden, het recht op hun functie gebonden toelage
    gedurende de verdere diensttijd bij de gemeente Borger-Odoorn, voor zover zij
    deze toelage op het moment van herplaatsing tenminste gedurende 10
    aaneensluitende jaren voorafgaand hebben genoten.
Artikel 3:11 Persoonsgebonden toelagen
De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke organisatie, behoudt recht op zijn persoonsgebonden toelagen tenzij aan deze andere functie een hogere functieschaal is verbonden.
Artikel 3: 12 Opleidingsfaciliteiten
1.De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke
organisatie, behoudt de rechten die hem op grond van de regeling opleiding en
ontwikkeling zijn toegekend, indien hij de studie voortzet.
2.De ambtenaar die wordt overgeplaatst naar een andere functie binnen de gemeentelijke
organisatie en die in overleg met zijn nieuwe leidinggevende besluit te stoppen met zijn
studie, wordt ontheven van terugbetalingsverplichtingen die voortvloeien uit de
regeling opleiding en ontwikkeling.
Artikel 3:13 Aanvullende opleidingsfaciliteiten
De werkgever onderzoekt of het nodig is de ambtenaar, die is overgeplaatst naar een passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, bij of om te scholen voor het vervullen van zijn nieuwe functie. De kosten van de scholing zijn voor rekening van de gemeente.
Hoofdstuk 4 Herplaatsingsprocedure
Artikel 4:1 Herplaatsingscommissie
1.Het college van burgemeester en wethouders stelt een herplaatsingscommissie in, die
het college adviseert over de te nemen herplaatsingsbesluiten, tenzij na overleg en met
instemming van het georganiseerd overleg wordt besloten hiervan af te zien.
  • 2.
    De herplaatsingscommissie bestaat uit:
    • a.
      een lid aan te wijzen door het georganiseerd overleg;
    • b.
      een lid aan te wijzen door het college van burgemeester en wethouders;
    • c.
      een onafhankelijke voorzitter in overleg aangewezen door de hiervoor genoemde
      leden.
  • 3.
    De herplaatsingscommissie wordt ondersteund door een ambtelijke secretaris. De
secretaris is geen lid van de commissie en heeft geen stemrecht.
4.De vergaderingen van de commissie zijn besloten.
Artikel 4:2 Voorbereiding a dvies over herplaatsing
1.De herplaatsingscommissie ontvangt alle benodigde gegevens en stelt op basis van
deze gegevens een voorgenomen advies op over de herplaatsing van de betrokken
ambtenaren.
2.De herplaatsingscommissie informeert de betrokken ambtenaar schriftelijk over het
voorgenomen advies aan het college van burgemeester en wethouders.
3.Indien geen herplaatsingscommissie is ingesteld verricht de gemeentesecretaris de
taken, als bedoeld in het eerste en tweede lid.
Artikel 4:3 Bedenkingen tegen het advies
1.Indien de ambtenaar bedenkingen heeft tegen het voorgenomen advies van de
herplaatsingscommissie, respectievelijk gemeentesecretaris kan hij deze binnen
14 dagen schriftelijk en gemotiveerd indienen bij de herplaatsingscommissie,
respectievelijk gemeentesecretaris.
2.De ambtenaar kan verzoeken om mondeling te worden gehoord door de
herplaatsingscommissie, respectievelijk gemeentesecretaris. De ambtenaar die hiertoe
een verzoek indient, zal binnen 14 dagen worden gehoord. Van de hoorzitting wordt
schriftelijk verslag opgemaakt.
Artikel 4:4 Advies over he r plaatsing
1.Na afronding van de procedure, als bedoeld in artikel 4:3, adviseert de
Herplaatsingscommissie, respectievelijk de gemeentesecretaris vervolgens het college
van burgemeester en wethouders over de herplaatsing van de betrokken ambtenaren.
Artikel 4:4 Herplaatsingsbesluiten
1.Het college van burgemeester en wethouders neemt het besluit tot herplaatsing van de
betrokken ambtenaar. De ambtenaar wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk
geïnformeerd over dit besluit. In de motivering van het besluit wordt ingegaan op
eventuele bedenkingen die door de ambtenaar zijn ingediend.
2.De ambtenaar voor wie in de herplaatsingsprocedure geen passende of geschikt functie
is gevonden wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk geïnformeerd over dit besluit. In de
motivering van het besluit wordt ingegaan op eventuele bedenkingen die door de
ambtenaar zijn ingediend.
3.De ambtenaar kan bezwaar en beroep aantekenen tegen de besluiten, zoals bedoeld in
het eerste en tweede lid, conform de Algemene Wet Bestuursrecht.
Hoofdstuk 5 Privatisering en taakoverheveling
Artikel 5: 1 Werkingssfeer hoofdstuk
Dit hoofdstuk is uitsluitend van toepassing op privatiseringen en publiekrechtelijke taakoverhevelingen.
Artikel 5.2: Werkgelegenheid
1.Er zullen geen gedwongen ontslagen plaatsvinden als gevolg van
organisatieveranderingen tenzij er sprake is van situaties als verwoord in de artikel 5:3
van dit Sociaal Statuut. De werkgever zal zich tot het uiterste inspannen om te
voorkomen dat de bij de organisatiewijziging betrokken ambtenaren onvrijwillig
werkloos raken.
2.De werkgever treedt met de betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie
in overleg over de overname van de ambtenaren van het desbetreffende
organisatieonderdeel. Gemaakte afspraken worden schriftelijk vastgelegd.
3.Voordat de werkgever een besluit neemt over de overgang van een ambtenaar naar de
betrokken privaatrechtelijke of publiekrechtelijke instantie, biedt hij de betrokkene de
gelegenheid om zijn belangstelling kenbaar te maken voor passende en/of geschikte
functies die op dat moment vacant zijn of op korte termijn vacant worden in de
gemeentelijke organisatie.
Artikel 5:3 Geen passende of geschikte functie
Indien de werkgever er niet in slaagt de ambtenaar onder te brengen bij de nieuwe werkgever dan wel te plaatsen in een passende of geschikte functie binnen de gemeentelijke organisatie, wordt de ambtenaar door het college boventallig verklaard en is hoofdstuk 6 van dit sociaal statuut van toepassing.
Artikel 5:4 Sociaal plan
Als het georganiseerd overleg van mening is dat de privatisering of taakoverheveling
zodanig ingrijpende personele gevolgen met zich meebrengt dat hierover aanvullende
afspraken moeten worden gemaakt, wordt door de werkgever een sociaal plan opgesteld.
Dit plan regelt de overplaatsingsprocedure (inclusief de ontslag- en aanstellingsprocedure
van het over te plaatsen personeel) en bevat rechtspositionele bepalingen. Over dit
sociaal plan moet overeenstemming worden bereikt in het georganiseerd overleg.
Artikel 5:5 Rechtspositievergelijking
1.Indien de betrokken ambtenaren overgaan naar een privaatrechtelijke of een andere
publiekrechtelijke werkgever waarvoor een afwijkende rechtspositieregeling of CAO
geldt, maakt de werkgever een vergelijking tussen de arbeidsvoorwaardenpakketten die
van toepassing zijn op de gemeentelijke werkgever en de nieuwe werkgever.
2.Indien uit de vergelijking blijkt dat het totaalpakket van arbeidsvoorwaarden
(bestaande uit in ieder geval salaris, uitkeringen en toelagen, (pre) pensioen,
vakantierechten, ziektekostenregeling en werkloosheidsuitkering) bij de nieuwe
werkgever minder is dan het totaalpakket bij de gemeentelijke werkgever, worden in
het sociaal plan nadere afspraken gemaakt over afbouw, behoud of compensatie van
aanspraken.
  • 3.
    Het sociaal plan bevat in ieder geval de volgende garanties:
    • a.
      netto - netto garantie van het salaris en het salarisperspectief;
    • b.
      ambtenaren die een vaste aanstelling hebben, krijgen bij de nieuwe werkgever een
      vaste aanstelling dan wel een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd zonder
      proeftijd.
Hoofdstuk 6 Van werk naar werk
Artikel 6.1 Doorlopen vwnw-traject
1.Op boventallig verklaarde ambtenaren zijn de artikelen in paragraaf 5 van hoofdstuk
10d van de CAR-UWO van toepassing. Vanaf het moment waarop het besluit tot
boventalligverklaring in werking is getreden, hebben boventallig verklaarde
ambtenaren recht op het doorlopen van het daarin geregelde vwnw-traject.
2.Ambtenaren met een aanstelling voor bepaalde tijd - langer dan 2 jaar - die niet tot de
vastgestelde einddatum in hun eigen functie kunnen blijven, hebben in beginsel recht
op het doorlopen van het vwnw-traject voor de resterende duur van hun aanstelling.
Artikel 6.2 Herplaatsing
1.Het vwnw-traject is gericht op het zo spoedig mogelijk herplaatsen van de ambtenaar in
een passende of geschikte functie primair binnen of zo nodig buiten de organisatie, of
op het realiseren van een andere maatwerkoplossing. Herplaatsing geschiedt op basis
van geschiktheid van de ambtenaar voor de functie.
2.Boventallig verklaarde ambtenaren genieten voorrang bij de vervulling van vacant
geworden passende of geschikte functies binnen de organisatie. Bij gelijke geschiktheid
gaat de ambtenaar met het langste dienstverband voor.
Artikel 6.3 Onderbreken vwnw-traject
Wanneer een boventallig verklaarde ambtenaar voor bepaalde tijd kan worden geplaatst in een passende of geschikte functie, maar het gebruikmaken van die mogelijkheid met zich meebrengt dat er geen of onvoldoende uitvoering kan worden gegeven aan de vwnw-overeenkomst, kan in goed overleg met de ambtenaar worden besloten om het (resterende deel van het) vwnw-traject op te schorten.
Artikel 6.4 Lager gewaardeerde functie
1.Ambtenaren kunnen worden herplaatst in een lager gewaardeerde passende of
geschikte functie. In het geval van een passende functie is dat maximaal één
salarisschaal lager.
2.De ambtenaar behoudt in deze functie de salarisperspectief vanuit de oorspronkelijke
functie.
Artikel 6.5 Paritaire commissie
1.Het college van burgemeester en wethouders stelt een paritaire commissie in, als
bedoeld in artikel 10d:24 van de CAR-UWO, die belast is met de toezicht op de
uitvoering van de Van werk naar werk aanpak.
2.De samenstelling en werkwijze van de paritaire commissie is geregeld in het reglement
commissie Van werk naar werk. Dit reglement is als bijlage bijgevoegd.
Hoofdstuk 7 Mobiliteit bevorderende maatregelen
Dit hoofdstuk is van toepassing op de ambtenaar die niet (direct) herplaatsbaar is en boventallig is verklaard door het college. Met deze ambtenaar wordt een Van werk naar werk-contract opgesteld.
Artikel 7.1 Flankerend beleid
Naast de voorzieningen die worden genoemd in artikel 10d:16 van de gemeentelijke rechtspositieregeling stelt de werkgever op grond van artikel 17:7 van die regeling een pakket van maatregelen en faciliteiten ter beschikking die de werking en het realiseren van de doelstelling van dit Sociaal Statuut ondersteunen.
a.de ambtenaar komt bij voorrang in aanmerking bij interne passende en geschikte
vacatures;
b.ontheffing terugbetalingsverplichting inzake verhuizing, ouderschapsverlof en
opleidingsfaciliteiten;
c.uitbetaling van het op de dag voorafgaande aan het ontslag resterende aantal
verlofuren inclusief vakantietoelage;
d.inzet instrumenten in het kader van mobiliteit en loopbaanontwikkeling zoals deze
beleidsmatig zijn vastgelegd.
Artikel 7.2 Faciliteiten voor de opbouw van een eigen zaak
De boventallige ambtenaar, die een eigen zaak of bedrijf wil opzetten, kan bij ontslag op eigen verzoek in aanmerking komen voor toekenning van één jaar extra bezoldiging. De aanvraag hiervoor dient vergezeld te gaan van een ondernemingsplan. Dit plan kan ter toetsing worden voorgelegd aan externe deskundigen.
Artikel 7.3 Faciliteiten bij (gedeeltelijk) ontslag op eigen verzoek, zoals:
a.bij een ontslag op eigen verzoek is het mogelijk een afkoopsom toe te kennen. Deze
uitkering bedraagt maximaal een half jaarsalaris. Bij een verzoek om deeltijdontslag
kan deze regeling naar rato van de urenvermindering worden toegekend;
b.uitbetalen van de eerstkomende gratificatie ambtsjubileum naar rato van het aantal
reeds opgebouwde overheidsdienst jaren indien deze binnen 5 jaar bereikt zou
worden, behalve wanneer een betrekking elders wordt aanvaard, waarin deze
aanspraken op een gratificatie doorlopen;
c.ontheffing terugbetalingsverplichting van de eerder toegekende tegemoetkoming in
verhuiskosten, als bedoeld in artikel 18:1:2 van de UWO;
d.ontheffing terugbetalingsverplichting studiekosten, als bedoeld in regeling opleiding en
ontwikkeling
e.ontheffing terugbetalingsverplichting ouderschapsverlof, als bedoeld in artikel 6:5:5
van de UWO;
f.uitbetaling van het op de dag voorafgaande aan het ontslag resterende aantal verlofuren
inclusief vakantietoelage.
Artikel 7.4 Maatwerk
Voorzieningen en faciliteiten worden in de vorm van een individuele maatwerkregeling aan de ambtenaar toegekend en vastgelegd in een vwnw-contract.
Artikel 7.5 Voorfase
Om vrijwillige mobiliteit te stimuleren, kunnen de in artikel 7.1 genoemde voorzieningen en faciliteiten ook al in de periode voorafgaand aan de reorganisatie aan ambtenaren beschikbaar worden gesteld, zonder dat zij op dat moment boventallig zijn verklaard.
Hoofdstuk 8: Slotbepalingen
Artikel 8: 1 Hardheidsclausule
1.In gevallen waarin toepassing van het Sociaal Statuut zou leiden tot een onbillijke
situatie voor een ambtenaar, kan het college van burgemeester en wethouders van het
statuut afwijken in een voor de ambtenaar gunstige zin.
2.In gevallen waarin het Sociaal Statuut niet voorziet beslist, gehoord het georganiseerd
overleg, het college van burgemeester en wethouders.
Artikel 8:2 Citeertitel
Deze regeling wordt aangehaald als Sociaal Statuut gemeente Borger-Odoorn 2015 -2016.
Artikel 8:3 Inwerkingtreding
1.Dit Sociaal Statuut treedt in werking met ingang van heden en treedt in de plaats van
het Sociaal Statuut gemeente Borger-Odoorn 2009.
2.Na 31 december 2016 wordt dit Sociaal Statuut telkens met een jaar verlengd, tenzij
tenminste het één maand van te voren wordt opgezegd, hetzij door de werkgever,
hetzij door werknemersdelegatie van het georganiseerd overleg. In dit geval blijft het
oude Sociaal Statuut van kracht tot inwerkingtreding van het nieuw Sociaal Statuut.
Borger-Odoorn,
Burgemeester en wethouders voornoemd,
de gemeentesecretaris, de burgemeester,
Mr. P. Post P. Adema
Bestuurder FNV Sector Overheid, Bestuurder CNV Publieke Zaak,
G.F. Gerritsen A. Reijgersberg
Naar boven