Verordening op de heffing en invordering van leges Vlissingen 2015
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Vlissingen
 
gelet op het artikel 156, tweede lid, aanhef en onderdeel h, het delegatiebesluit van de raad (24-09-2009) om de bevoegdheid tot vaststelling van de legesverordening over te dragen aan het college, artikel 229, eerste lid, aanhef en onderdeel b, van de Gemeentewet, en artikel 1 van de Wet van 13 oktober 2011, houdende regeling van een grondslag voor de heffing van rechten voor de Nederlandse identiteitskaart (Stb. 2011, 440),
BESLUIT:
 
Vast te stellen de
VERORDENING OP DE HEFFING EN INVORDERING VAN LEGES VLISSINGEN 2015
___________________________________________________________________
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
  • a.
    'dag': de periode van 00.00 uur tot 24.00 uur, waarbij een gedeelte van een dag als een hele dag wordt aangemerkt;
  • b.
    'week': een aaneengesloten periode van zeven dagen;
  • c.
    'maand': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalendermaand tot en met de
    (n-1)e dag in de volgende kalendermaand;
  • d.
    'jaar': het tijdvak dat loopt van de ne dag in een kalenderjaar tot en met de (n-1)e dag in het volgende kalenderjaar;
  • e.
    'kalenderjaar;: de periode van 1 januari tot en met 31 december.
Artikel 2 Belastbaar feit
Onder de naam 'leges' worden rechten geheven voor:
  • a.
    het genot van door of vanwege het gemeentebestuur verstrekte diensten;
  • b.
    het verrichten van handelingen ten behoeve van een aanvraag van een Nederlandse
    identiteitskaart als bedoeld in artikel 2, tweede lid, van de Paspoortwet;
een en ander genoemd in deze verordening en in de daarbij behorende tarieventabel, of een reisdocument .
Artikel 3 Belastingplicht
Belastingplichtig is de aanvrager van de dienst of van de Nederlandse identiteitskaart, dan wel degene ten behoeve van wie de dienst is verleend of de handelingen zijn verricht. Onverminderd het bepaalde in voorgaande volzin wordt een aanvraag respectievelijk het in de gelegenheid stellen tot het uitbrengen van advies als bedoeld in artikel 2.26 van de ‘Wet algemene bepalingen omgevingsrecht’, gelijk gesteld aan de aanvraag van de dienst zoals bedoeld in voorgaande volzin.
Artikel 4 Vrijstellingen
Leges worden niet geheven voor:
  • a.
    het in behandeling nemen van een aanvraag voor de afgifte van een bewijs van onvermogen;
  • b.
    minuten, afschriften of uittreksels van besluiten, akten en beschikkingen, verklaringen, houdende:
    • I.
      benoeming van ambtenaren en leden van colleges of commissies;
    • II.
      verhoging of bezoldiging van ambtenaren en leden van college of commissies;
    • III.
      benoeming tot een ambt van gelijke of mindere rang dan dat, hetwelk de benoemde reeds bekleedde;
    • IV.
      gegevens omtrent bij de gemeente doorgebrachte diensttijd;
  • c.
    stukken en legalisaties van handtekeningen op stukken betreffende militaire zaken;
  • d.
    kwitanties voor geldsommen en andere stukken, waarbij de ontvangst of overneming van gelden of goederen wordt erkend of vermeld;
  • e.
    collectevergunningen op grond van artikel 5.2.1. van de "Algemene plaatselijke verordening voor Vlissingen (APV Vlissingen)", alsmede voor vergunningen krachtens artikel 3 der Wet op de kansspelen;
  • f.
    diensten waarvan de kosten krachtens afdeling 6.4 van de Wet ruimtelijke ordening (grondexploitatie) zijn of worden verhaald met dien verstande dat in afwijking van het gestelde in afdeling 6.4. Wet ruimtelijke ordening, bij toepassing van het artikel 6.2.1.a Besluit ruimtelijke ordening, de kosten via de legesverordening kunnen worden verhaald;
  • g.
    Diensten met betrekking tot een aanvraag tot verlening of gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning of wijziging van voorschriften van een omgevingsvergunning, voor zover die aanvraag betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een inrichting als bedoeld in artikel 2.1., eerste lid, onder e, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
Artikel 5 Maatstaven van heffing en tarieven.
  • 1.
    De leges worden geheven naar de maatstaven en tarieven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel.
  • 2.
    Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het nemen van een projectuitvoeringsbesluit als bedoeld in artikel 2.10 van de Crisis- en herstelwet bedraagt het tarief de som van de bedragen die op grond van deze verordening verschuldigd zouden zijn voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning, ontheffing, vrijstelling of enig ander besluit in het kader van de ontwikkeling en verwezenlijking van het project, voor zover het projectuitvoeringsbesluit strekt ter vervanging van deze besluiten, zoals bedoeld in artikel 2.10, derde lid, van de Crisis- en herstelwet.
  • 3.
    Voor de berekening van de leges wordt een gedeelte van een in de tabel genoemde eenheid als een volle eenheid aangemerkt.
Artikel 6 Wijze van heffing
De leges worden geheven bij wege van een mondelinge dan wel een gedagtekende schriftelijke kennisgeving, waaronder mede wordt begrepen een stempelafdruk, zegel, nota of andere schriftuur. Het gevorderde bedrag wordt mondeling, dan wel door toezending of uitreiking van de schriftelijke kennisgeving aan de belastingschuldige bekendgemaakt.
Artikel 7 Termijnen van betaling
  • 1.
    In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990, moeten de leges worden betaald ingeval de kennisgeving als bedoeld in artikel 6:
    • a
      mondeling wordt gedaan: op het moment van het doen van de kennisgeving;
    • b
      schriftelijk wordt gedaan: op het moment van uitreiking van de kennisgeving, dan wel in geval van toezending daarvan, binnen 30 dagtekening van de kennisgeving.
  • 2.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.
Artikel 8 Kwijtschelding
Bij de invordering van de leges wordt geen kwijtschelding verleend.
Artikel 9 Vermindering of teruggaaf
Gehele of gedeeltelijke vermindering of teruggaaf van leges voor een in de bij deze verordening behorende tarieventabel omschreven dienst wordt verleend een met betrekking tot die dienst in die tarieventabel opgenomen bepaling.
Artikel 10 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de leges.
Artikel 11 Inwerkingtreding, overgangsbepaling, citeertitel
  • 1.
    De artikelen en de tarieventabel van de "Legesverordening Vlissingen 2014", vastgesteld bij collegebesluit van 19 december 2013, met dien verstande dat zij van toepassing blijven op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.
  • 1.
    In afwijking in zoverre van het in de voorgaande leden bepaalde, blijft, indien de datum van inwerkingtreding van deze verordening ligt na de in het vierde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de ingetrokken verordening gelden bepalingen voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belastbare feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de leges in die periode plaatsvindt.
  • 1.
    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
  • 2.
    Deze verordening kan worden aangehaald als "Legesverordening Vlissingen 2015".
de secretaris, de burgemeester,
drs H.W. Moerdijk RA. A.M. Demmers – van der Geest.
 
 
Bijlage  
Gemeente Vlissingen tarieventabel behorende bij de legesverordening 2015
 
 
 
vastgesteld tarief 2015
Titel I 
Algemene dienstverlening
 
 
Hoofdstuk 1
Burgerlijke stand
 
 
1.1.1.
Het tarief bedraagt voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap of de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk op:
 
 
1.1.1.1.
op maandag en dinsdag
313,95
1.1.1.2.
op woensdag en donderdag
313,95
1.1.1.3.
op vrijdag
313,95
1.1.1.4.
op zaterdag
567,45
1.1.1.5.
op zondag
668,85
1.1.2.
Voor de voltrekking van een huwelijk of registratie van een partnerschap in een bijzonder huis als bedoeld in artikel 64 Boek 1, van het Burgerlijk Wetboek wordt het legesbedrag op de onder 1.1.1.1, 1.1.1.2, 1.1.1.3 en 1.1.1.4 genoemde dagen vermeerderd met:
83,90
1.1.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het gebruik maken van een onbezoldigd ambtenaar van de burgerlijke stand bij een huwelijksvoltrekking, voltrekking partnerschapregistratie of de omzetting van een partnerschapregistratie in een huwelijk op basis van een sponsorverzoek
207,15
1.1.4.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
 
 
1.1.4.1.
een trouwboekje of geregistreerd partnerschapboekje in een normale uitvoering
10,15
1.1.4.2.
een duplicaat-trouwboekje of een duplicaat-geregistreerd partnerschapboekje als bedoeld onder 1.1.4.1.
10,15
1.1.4.3.
een trouwboekje of geregistreerd partnerschapboekje in een luxe uitvoering
23,65
1.1.4.4.
een duplicaat-trouwboekje of een duplicaat-geregistreerd partnerschapboekje als bedoeld onder 1.1.4.3.
23,65
1.1.5.
Het tarief bedraagt voor het doen van naspeuringen in de registers van de burgerlijke stand, voor ieder daaraan besteed kwartier
9,65
1.1.6.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een stuk als bedoeld in artikel 2 van de Wet rechten burgerlijke stand geldt het tarief zoals dat is opgenomen in het Legesbesluit akten burgerlijke stand.
 
 
1.1.7.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van een verklaring, bestemd tot het vervoeren van een lijk over de grenzen (laissez-passer)
10,65
1.1.8.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot de afgifte van een verklaring voor uitstel van begraven of cremeren
10,65
1.1.9.
Het tarief bedraagt voor het vanuit de gemeente leveren van een of meerdere getuigen ten behoeve van het voltrekken van een huwelijk of registratie van een partnerschap, per getuige
24,50
1.1.10
Indien de huwelijksvoltrekking, de registratie van een partnerschap, dan wel de omzetting van een geregistreerd partnerschap in een huwelijk, ongeacht de oorzaak, wordt geannuleerd, bedraagt het tarief
152,10
 
 
 
 
Hoofdstuk 2
Reisdocumenten
 
 
1.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.2.1
van een nationaal paspoort:
 
 
1.2.1.1.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
67,10
1.2.1.2.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
51,20
1.2.2.
van een nationaal paspoort, een groter aantal bladzijden bevattende dan een nationaal paspoort als bedoeld in onderdeel 1.2.1 (zakenpaspoort):
 
 
1.2.2.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
67,10
1.2.2.2
voor een persoon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
51,20
1.2.3
van een reisdocument ten behoeve van een persoon die op grond van de Wet betreffende de positie van Molukkers als Nederlander wordt behandeld (faciliteitenpaspoort):
 
 
1.2.3.1
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
67,10
1.2.3.2
voor een peroon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
51,20
1.2.4.
van een reisdocument voor vluchtelingen of een reisdocument voor vreemdelingen
51,20
1.2.5.
van een Nederlandse identiteitskaart (NIK):
 
 
1.2.5.1.
voor een persoon die op het moment van de aanvraag 18 jaar of ouder is
53,05
1.2.5.2.
voor een peroon die op het moment van de aanvraag de leeftijd van 18 jaar nog niet heeft bereikt
28,45
1.2.6.
tot het aanbrengen van een wijziging in een reisdocument als bedoeld in de subonderdelen 1.2.1, 1.2.2, 1.2.3 en 1.2.4
0,00
1.2.7
voor een spoedlevering van de in de onderdelen 1.2.1 tot en met 1.2.5 genoemde documenten, de in die onderdelen genoemde leges vermeerderd met een bedrag van
47,30
 
 
 
 
Hoofdstuk 3
Rijbewijzen
 
 
1.3.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het afgeven, vernieuwen of omwisselen van een rijbewijs
38,45
1.3.2.
Het tarief genoemd in onderdeel 1.3.1 wordt bij een spoedlevering vermeerderd met
35,80
1.3.3.
Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van gegevens uit het Centraal Register Rijbewijzen
6,80
1.3.4.
Het tarief bedraagt voor de opmaak van een verklaring omtrent vermissing van een rijbewijs
15,65
1.3.5.
Het tarief bedraagt voor het verkrijgen van een eigen verklaring ter verkrijging van een geneeskundige verklaring (verklaring van geschiktheid), het bedrag zoals dit laatstelijk door het Centraal bureau rijvaardigheidsbewijzen (CBR) is bepaald.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 4
Verstrekkingen uit de basis registratie personen
 
 
1.4.1.
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.2 wordt onder één verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon waar voor de basis registratie personen moet worden geraadpleegd.
 
 
1.4.2.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.4.2.1.
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking
8,60
1.4.2.2.
tot het verstrekken van gegevens door middel van een selectie op basis van een aantal inwoners uit het bevolkingsbestand:
 
 
 
voor 2 - 1.000 inwoners
62,85
 
voor 1.000 - 2.500 inwoners 
72,25
 
voor 2.500 - 5.000 inwoners
81,65
 
voor 5.000 - 7.500 inwoners
91,10
 
voor 7.500 - 10.000 inwoners
100,65
 
voor 10.000 - 12.500 inwoners
110,00
 
voor 12.500 - 15.000 inwoners
119,40
 
voor 15.000 - 17.500 inwoners
128,80
 
voor 17.500 - 20.000 inwoners
138,20
 
voor 20.000 - 22.500 inwoners
147,65
 
voor 22.500 - 25.000 inwoners
157,10
 
voor 25.000 - 27.500 inwoners
166,45
 
voor 27.500 - 30.000 inwoners
169,65
 
voor 30.000 - 32.500 inwoners
179,05
 
voor 32.500 - 35.000 inwoners
185,35
 
voor 35.000 - 37.500 inwoners
194,80
 
voor 37.500 - 40.000 inwoners
204,20
 
voor 40.000 - 42.500 inwoners
213,55
 
voor 42.500 - 45.000 inwoners
223,10
 
voor 45.000 - 47.500 inwoners
232,50
 
voor 47.500 – 50.000 inwoners
241,95
1.4.2.3.
Het tarief bedraagt voor het verstrekken van gegevens als bedoeld onder 1.4.2.2:
 
 
 
op 1-baans etiketten
31,35
 
op 2-baans etiketten
62,85
 
op 3-baans etiketten
94,20
 
middels lijsten in tweevoud
31,35
 
middels lijsten in drievoud
62,75
1.4.3.
Het tarief bedraagt ter zake van het op verzoek doornemen van de basis registratie personen of voormalige bevolkingsadministratie voor ieder daaraan besteed kwartier of gedeelte daarvan 
9,35
1.4.4.
Voor de toepassing van onderdeel 1.4.5 wordt onder verstrekking verstaan één of meer gegevens omtrent één persoon die niet zijn opgenomen in de basis registratie personen.
 
 
1.4.5.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.4.5.1.
tot het verstrekken van gegevens, per verstrekking:
8,60
1.4.5.2.
Indien, ten gevolge van de aard van de aanvraag tot het verstrekken van gegevens wordt gedaan, één of meer kaartverzamelingen of registers geheel of gedeeltelijk moeten worden doorgenomen, bedraagt het tarief naast het gevorderde ingevolge de voorafgaande onderdelen, voor ieder daaraan besteed kwartier of een gedeelte daarvan
9,35
1.4.6.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstekken van:
 
 
1.4.6.1.
een bewijs van Nederlanderschap a. voor administratieve doeleinden
6,15
 
b. voor een collectieve lijst voor gezelschapsreis naar het buitenland ten name van 1-20 personen
8,55
 
ten name van 21-50 personen
9,95
 
boven 50 personen wordt het laatste bedrag verhoogd per persoon met
0,10
1.4.6.2.
een (GBA-) persoonslijst
15,60
1.4.6.3.
een gewaarmerkt geregistreerd brondocument
8,60
1.4.6.4.
een in meertalen gesteld uittreksel uit het voormalige bevolkingsregister
8,60
1.4.6.5.
elk andere verklaring dan bedoeld onder 1.4.6.1. tot en met 1.4.6.5. welke in het belang van de daarin genoemde persoon of aanvrager wordt opgemaakt
8,60
1.4.6.6.
elk andere verklaring dan bedoeld onder 1.4.6.1. tot en met 1.4.6.5. welke in het belang van de daarin genoemde persoon of aanvrager wordt opgemaakt
8,60
1.4.6.7.
In afwijking van de voorgaande onderdelen bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van gegevens als bedoeld in artikel 10, tweede lid, van het Besluit basis registratie personen
20,65
 
 
 
 
Hoofdstuk 5
Verstrekkingen uit het Kiezersregister
 
 
1.5.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een inlichting betreffende de registratie van de aanvrager als kiezer bedoeld in artikel D4 van de Kieswet
3,90
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
Gemeentegarantie
 
 
1.6.
 Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het instemmen met het wijzigen of omzetten van een door de gemeente gegarandeerde hypothecaire geldlening: (VAST TARIEF)
77,65
 
 
 
 
Hoofdstuk 7
Bestuursstukken
 
 
1.7.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
 
 
1.7.1.1.
een afschrift van de gemeentebegroting met toelichting
38,36
1.7.1.2.
een afschrift van de gemeenterekening met toelichting
54,83
1.7.1.3.
een afschrift van de kadernota
11,37
1.7.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
 
 
1.7.2.1.
een afschrift van een verordening, per pagina
0,32
 
 
 
 
Hoofdstuk 8
Vastgoedinformatie
 
 
1.8.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een fotokopie van een plan, zoals bestemmingsplan, voorbereidingsbesluit, streekplan, structuurplan of stadsvernieuwingsplan:
 
 
1.8.1.1.
in formaat A4 of kleiner, per bladzijde
2,66
1.8.1.2.
in formaat A3
3,44
1.8.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van een afschrift van of uittreksel uit:
 
 
1.8.2.1.
de gemeentelijke basisregistratie adressen of de gemeentelijke basisregistratie gebouwen, bedoeld in artikel 2 van de Wet basisregistraties adressen en gebouwen
8,62
1.8.2.2.
het gemeentelijke beperkingenregister of de gemeentelijke beperkingenregistratie, bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen, dan wel tot het verstrekken van een aan die registratie ontleende verklaring, als bedoeld in artikel 9, eerste lid, onder c, van de Wet kenbaarheid publiekrechtelijke beperkingen
34,24
1.8.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van kopieën van:
 
 
1.8.3.1.
het gemeentelijke adressenbestand of delen daarvan, per bestand of deel van het bestand
57,07
1.8.3.2.
Het gemeentelijke relatiebestand adres-kadastraal perceel of delen daarvan, per gelegde relatie
8,62
1.8.3.3.
het gemeentelijke adrescoördinatenbestand of delen daarvan, per bestand of deel van het bestand
57,07
 
 
 
 
Hoofdstuk 9
Overige publiekszaken
 
 
1.9.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.9.1.
tot het verkrijgen van een verklaring omtrent het gedrag: het bedrag zoals dit laatstelijk wettelijk is bepaald. 
 
 
1.9.2.
tot het verkrijgen van een verklaring van in leven zijn: het bedrag zoals dit laatstelijk wettelijk is bepaald.
 
 
1.9.3.
tot het verkrijgen van een legalisatie van een handtekening
5,05
1.9.4.
het waarmerken van een diploma of een ander document
5,05
1.9.5.
het verkrijgen van een uittreksel uit het samenlevingsregister
8,80
 
 
 
 
Hoofdstuk 10
Gemeentearchief
 
 
1.10.1.
Het tarief bedraagt voor het op schriftelijk verzoek doen van onderzoek in de bij het gemeentearchief berustende archieven en verzamelingen, ongeacht het resultaat, en voor het vervaardigen van afschriften en uittreksels, per daaraan besteed kwartier
7,24
1.10.2.
Het tarief bedraagt:
 
 
1.10.2.1.
voor een fotokopie in A-4 formaat in zwart wit, per kopie
0,32
1.10.2.2.
voor een fotokopie in A-3 formaat in zwart wit, per kopie
0,47
1.10.2.3.
voor een fotokopie in A-4 formaat in kleur, per kopie
0,67
1.10.2.4.
voor een fotokopie in A-3 formaat in kleur, per kopie 
1,66
1.10.2.5.
voor een digitale afbeelding, per afbeelding
5,89
1.10.3.
Bij gebruik voor commerciële doeleinden worden de in 1.10.3 genoemde tarieven per kopie of afbeelding verhoogd met
15,22
 
 
 
 
Hoofdstuk 11
 Huisvestingswet
 
 
1.11. 
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.11.1.
tot het verkrijgen van een huisvestingsvergunning, als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Huisvestingswet
274,31
1.11.2
het verkrijgen van een vergunning tot gehele of gedeeltelijke onttrekking van woonruimte aan de bestemming tot bewoning als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van de Huisvestingswet
37,63
1.11.3.
het verkrijgen van een vergunning tot samenvoeging van woonruimte met andere woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van de Huisvestingswet
137,12
1.11.4.
het verkrijgen van een vergunning tot omzetting van zelfstandige woonruimte in onzelfstandige woonruimte als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, van de Huisvestingswet
118,36
 
 
 
 
Hoofdstuk 12
Leegstandwet
 
 
1.12.1.
Het tarief bedraagt ter zake van het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning tot tijdelijke verhuur ex artikel 15 van de Leegstandwet
 
 
1.12.1.1.
voor één woning (basisbedrag)
148,13
1.12.1.2. 
voor meerdere woningen (bijvoorbeeld een complex), wordt het tarief onder 1.12.1.1. per woning voor elke tweede en volgende woning vermeerderd met
49,36
1.12.2.
tot verlenging van een vergunning tot tijdelijke verhuur van woonruimte als bedoeld in artikel 15, vijfde lid, van de Leegstandwet
74,53
 
 
 
 
Hoofdstuk 13
Gevaarlijke stoffen
 
 
1.13.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een verklaring van geen bezwaar, een ontheffing of een vergunning op grond van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen of de Wet explosieven voor civiel gebruik of uitvoeringsbesluiten van deze wetten:
 
 
1.13.1.1.
voor het bezigen van springstoffen wordt het tarief bepaald op de op basis van artikel 4 lid 2 van de Regeling aanvraag erkenning en onkostenvergoeding goedkeuring Wet explosieven voor civiel gebruik genoemde vergoeding.
 
 
1.13.1.2.
een ontheffing route gevaarlijke stoffen als bedoeld in artikel 22 van de Wet vervoer gevaarlijke stoffen:
 
 
1.13.1.2.1.
enkelvoudige ontheffing of ontheffing voor twee afleveradressen, kosten per afleveradres
76,04
1.13.1.2.2.
meervoudige ontheffing of ontheffing propaan buitengebied (meer dan twee afleveradressen)
228,13
1.13.1.3.
een andere verklaring van geen bezwaar, ontheffing of vergunning
78,49
1.13.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het verkopen van vuurwerk als bedoeld in artikel 2:63 van de APV
78,49
 
 
 
 
Hoofdstuk 14
Winkeltijdenwet
 
 
1.14
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag: 
 
 
1.14.1
voor een ontheffing, behoudens een ontheffing als bedoeld in onderdeel 1.14.2, in het kader van de Winkeltijdenwet of het Vrijstellingenbesluit 
125,60
1.14.2.
voor een ontheffing in het kader van artikel 3, vierde lid, van de Winkeltijdenwet
471,58
1.14.3.
Het tarief bedraagt voor het verlenen van toestemming om een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing over te dragen aan een ander
125,60
1.14.4.
Het tarief bedraagt ter zake een intrekking of wijziging van een in de vorige onderdelen bedoelde ontheffing
62,86
 
 
 
 
Hoofdstuk 15
Kansspelen
 
 
1.15.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een aanwezigheidsvergunning als bedoeld in artikel 30b van de Wet op de kansspelen:
 
 
1.15.1.1.
een periode van twaalf maanden voor één kansspelautomaat 
58,89
1.15.1.2.
een periode van twaalf maanden voor twee of meer speelautomaten, voor de eerste kansspelautomaat 
58,89
 
en voor iedere volgende kansspelautomaat
35,44
1.15.1.3.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een aanwezigheidsvergunning als bedoeld onder 1.15.1. geldend voor een kortere of langere periode dan twaalf maanden geldt een naar tijdsduur evenredig tarief, afgeleid van de onder 1.15.1.1 en 1.15.1.2 genoemde tarieven.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 16
Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren - AVOI
 
 
1.16.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding of aanvraag in verband met het verkrijgen van een instemmingsbesluit of vergunning voor het leggen, in stand houden, onderhouden, verleggen of verwijderen van kabels en leidingen als bedoeld in artikel 4, eerste lid, van de Algemene Verordening Ondergrondse infrastructuren - AVOI € 340 en € 1,10 per strekkende meter bodemsleuf. 
 
 
1.16.2.
vervallen
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 17
Algemene plaatselijke verordening Vlissingen 
 
 
1.17.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
 
 
1.17.1.1.
afgifte van een exemplaar van de APV Vlissingen
67,60
1.17.1.2.
een abonnement op de losbladige aanvulling van de APV Vlissingen per bladzijde
0,68
1.17.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een standplaatsvergunning op grond van artikel 5:17 of voor een ventvergunning op grond van artikel 5:14 van de APV Vlissingen 
 
 
1.17.2.1.
het afgeven van een vergunning voor een periode langer dan 1 dag (bijvoorbeeld maand, kwartaal of een jaar) 
108,62
1.17.2.2.
in tegenstelling tot hetgeen is bepaald in 1.17.2.1. bedraagt het tarief voor het afgeven van een vergunning, indien het gaat om het ongewijzigd verlengen van een vergunning die eerder voor een langere periode dan 1 dag (bijvoorbeeld maand, kwartaal of een jaar) is afgegeven
34,51
1.17.2.3.
het afgeven van een vergunning voor de duur van 1 dag
34,51
1.17.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet genoemde vergunning, ontheffing of beschikking op basis van de APV Vlissingen, voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat of voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen
34,51
1.17.4.
Uitweg / inrit
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:7 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
251,37
1.17.4.1. 
Indien voor het verkrijgen van de vergunning als bedoeld in artikel 1.17.4 een rioolkolk moet worden verplaatst of vervangen wordt het tarief per rioolkolk die moet worden verplaatst of vervangen verhoogd met
234,59
1.17.4.2.
Indien voor het verkrijgen van de vergunning als bedoeld in artikel 1.17.4 een lichtmast moet worden verplaatst wordt het tarief per lichtmast die moet worden verplaatst verhoogd met de werkelijk gemaakte kosten.
 
 
1.17.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
 
 
1.17.1.1.
afgifte van een exemplaar van de APV Vlissingen
67,60
1.17.1.2.
een abonnement op de losbladige aanvulling van de APV Vlissingen per bladzijde
0,68
1.17.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor een standplaatsvergunning op grond van artikel 5:17 of voor een ventvergunning op grond van artikel 5:14 van de APV Vlissingen 
 
 
1.17.2.1.
het afgeven van een vergunning voor een periode langer dan 1 dag (bijvoorbeeld maand, kwartaal of een jaar) 
108,62
1.17.2.2.
in tegenstelling tot hetgeen is bepaald in 1.17.2.1. bedraagt het tarief voor het afgeven van een vergunning, indien het gaat om het ongewijzigd verlengen van een vergunning die eerder voor een langere periode dan 1 dag (bijvoorbeeld maand, kwartaal of een jaar) is afgegeven
34,51
1.17.2.3.
het afgeven van een vergunning voor de duur van 1 dag
34,51
1.17.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet genoemde vergunning, ontheffing of beschikking op basis van de APV Vlissingen, voor zover daarvoor geen wettelijke regeling of vrijstelling bestaat of voor zover daarvoor niet elders in deze tabel een tarief is opgenomen
34,51
1.17.4.
Uitweg / inrit
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het maken, hebben, veranderen of veranderen van het gebruik van een uitweg op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2:7 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder e, van de Wabo, bedraagt het tarief:
251,37
1.17.4.1. 
Indien voor het verkrijgen van de vergunning als bedoeld in artikel 1.17.4 een rioolkolk moet worden verplaatst of vervangen wordt het tarief per rioolkolk die moet worden verplaatst of vervangen verhoogd met
234,59
1.17.4.2.
Indien voor het verkrijgen van de vergunning als bedoeld in artikel 1.17.4 een lichtmast moet worden verplaatst wordt het tarief per lichtmast die moet worden verplaatst verhoogd met de werkelijk gemaakte kosten.
 
 
Hoofdstuk 18
Verkeer en vervoer
 
 
1.18
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
1.18.1.
tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 9.1 van de Regeling voertuigen
40,80
 
1.18.2.
tot het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerkaart, eerste aanvraag, als bedoeld in artikel 49 van het Besluit administratieve bepalingen inzake het wegverkeer (BABW)
130,70
 
1.18.3
tot het verstrekken van een verlenging gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 1.18.2 bedraagt
30,90
1.18.4
Het tarief voor het vervangen (na verlies of diefstal) van de gehandicaptenparkeerkaart als bedoeld in artikel 1.18.2 en het verstrekken van een duplicaat-parkeerkaart bedraagt
30,90
Hoofdstuk 19
Diversen
 
 
1.19.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van:
 
 
1.19.1.1.
gewaarmerkte afschriften van stukken, lichtdrukken of uittreksels uit stukken voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen,
 
 
1.19.1.1.1.
per pagina op papier van A4-formaat
2,66
1.19.1.1.2.
per pagina op papier van een ander formaat
3,44
1.19.1.2.
afschriften, doorslagen of fotokopieën van stukken, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen:
 
 
1.19.1.2.1.
per pagina op papier van A4-formaat in zwart wit
0,32
1.19.1.2.2.
per pagina op papier van A4-formaat in kleur
0,47
1.19.1.2.3.
per pagina op papier van een ander formaat in zwart wit
0,67
1.19.1.2.4.
per pagina op papier van een ander formaat in kleur
1,66
1.19.1.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van camerakopieën:
 
 
1.19.1.3.1.
per pagina op papier van A4-formaat
5,31
1.19.1.3.2.
per pagina op papier van een ander formaat
6,72
1.19.1.4.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot een beschikking op aanvraag, voor zover daarvoor niet elders in deze tabel of in een andere wettelijke regeling een tarief is opgenomen
34,51
1.19.1.5.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verstrekken van stukken per e-mail, per bijlage
6,26
1.19.1.6.
Indien het noodzakelijk is de gevraagde stukken onder 1.19.1.5. te digitaliseren dan wordt het bedrag, volgens vooraf verstrekte opgave, verhoogd met per kwartier werk
6,99
1.19.1.7.
Indien de stukken bedoeld onder 1.19.1.1. in druk worden uitgegeven, bedraagt het bedrag per bladzijde geheel of gedeeltelijk bedrukt
0,68
 
Onder gedeeltelijk bedrukte stukken worden verstaan voor een deel bedrukte en overigens hetzij geschreven hetzij blanco gelaten stukken.
 
 
1.19.2.
Voor het verrichten van straatherstelwerkzaamheden als gevolg van het gedogen van werkzaamheden in gemeentegrond, met uitzondering van de werkzaamheden die onder de Telecommunicatiewet vallen, wordt het tarief berekend op grond van de laatstelijk door het “Nutsoverleg” vastgestelde tarieven.
 
 
1.19.3.
Het tarief bedraagt voor het aansluiten van een object op de gemeentelijke riolering per aansluiting met een buisdikte van maximum doorsnede van 160 mm
604,54
1.19.3.1.
Indien de aansluiting als bedoeld in artikel 1.19.3. een grotere buisdikte nodig is dan 160 mm, worden de werkelijke kosten in rekening gebracht, gebaseerd op een niet-bindende prijsopgave vooraf.
 
 
1.19.4.
Het tarief bedraagt voor het aanbrengen van een niet-parkeren vak ten behoeve van het verkrijgen van een gehandicaptenparkeerplaats 
333,05
1.19.5.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het vaststellen van een hogere waarde voor de ten hoogste toelaatbare geluidsbelasting als bedoeld in artikel 110a, derde lid, van de Wet geluidshinder
613,81
1.19.5.1.
Het tarief bedraagt voor het op verzoek verstrekken van digitale milieu-informatie per locatie (kadastraal perceel) en per milieu-aspect (bijv. bodem, geluid)
35,39
1.19.5.2.
Het tarief bedraagt voor een actualisatie van de eerder verstrekte, onder 1.19.5.1. bedoelde informatie 5% van de genoemde bedragen. 
 
 
1.19.6.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor het waarmerken van registers als bedoeld in de artikel 438 van het Wetboek van Strafrecht voor de eerste tien bladzijden 
3,60
 
Vermeerderd voor elke volgende tien bladzijden of gedeelten daarvan met
1,56
1.19.7.
Het tarief bedraagt voor het op verzoek schriftelijk verstrekken van inlichtingen uit het bestemmingsplan of inlichtingen over de bodemgesteldheid (Wet bodembescherming) ten behoeve van taxaties onroerende zaken: 
37,63
1.19.8.
Voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot afgifte van een “ship sanitation certificate” voor schepen die op basis van de gestelde eisen van de World Health Organisation wordt afgegeven, geldt het tarief zoals dat laatstelijk is bepaald door de GGD.
 
 
1.19.9.
Indien met betrekking tot een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning en/of ontheffing een advies van het Bureau bevordering integriteitsbeoordelingen door het openbaar bestuur (BIBOB) nodig is, wordt het legesbedrag voor het verkrijgen van de vergunning/ontheffing verhoogd met
507,00
 
 
 
 
Titel 2 
Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving /omgevingsvergunning
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 1
 
 
 
2.1.1.
Voor de toepassing van deze titel wordt verstaan onder:
 
 
2.1.1.1.
Aanlegkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt, een raming van de aanlegkosten, de omzetbelasting niet inbegrepen. Indien de werken of werkzaamheden geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschieden wordt in deze titel onder aanlegkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor de werken of werkzaamheden waarop de aanvraag betrekking heeft;
 
 
2.1.1.2.
Bouwkosten: de aannemingssom exclusief omzetbelasting, bedoeld in paragraaf 1, eerste lid, van de Uniforme Administratieve Voorwaarden voor de uitvoering van werken en van technische installatiewerken 2012 (UAV 2012), voor het uit te voeren werk, of voor zover deze ontbreekt een raming van de bouwkosten, exclusief omzetbelasting, bedoeld in het normblad NEN 2631, uitgave 1979, of zoals dit normblad laatstelijk is vervangen of gewijzigd. Indien het bouwen geheel of gedeeltelijk door zelfwerkzaamheid geschiedt wordt in deze titel onder bouwkosten verstaan: de prijs die aan een derde in het economisch verkeer zou moeten worden betaald voor het tot stand brengen van het bouwwerk waarop de aanvraag betrekking heeft;
 
 
2.1.1.3.
Wabo: Wet algemene bepalingen omgevingsrecht:
 
 
2.1.2.
in deze titel voorkomende begrippen die in de Wabo zijn omschreven, hebben dezelfde betekenis als bij of krachtens de Wabo bedoeld.
 
 
2.1.3.
in deze titel voorkomende begrippen die niet nader in de Wabo zijn omschreven en die betrekking hebben op activiteiten waarvoor het toetsingskader in een ander wettelijk voorschrift is uitgewerkt, hebben dezelfde betekenis als in dat wettelijk voorschrift bedoeld.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 2
Vooroverleg / beoordeling conceptaanvraag
 
 
2.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag:
 
 
2.2.1.
om vooroverleg in verband met het verkrijgen van een indicatie of een voorgenomen project in het kader van de Wabo vergunbaar is.
63,01
 
Er is sprake van een vooroverleg als u het formulier “Vooroverleg gemeente Vlissingen” met bijbehorende bijlagen indient. Het inwinnen van informatie, telefonisch of aan de balie valt niet onder vooroverleg en is gratis. Wanneer u een advies wilt van de welstandscommissie zult u wel een Vooroverleg in moeten dienen.
 
 
2.2.2.
Bij meer dan twee adviezen van de welstandscommissie zal bij de uiteindelijke aanvraag om een omgevingsvergunning één of meerdere extra welstandstoets(en) worden opgevoerd. (Het tarief voor een extra welstandstoets bij de aanvraag omgevingsvergunning vindt u in paragraaf 2.3.1.2)
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 3
Omgevingsvergunning
 
 
2.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project: de som van de verschuldigde leges voor de verschillende activiteiten of handelingen waaruit het project geheel of gedeeltelijk bestaat en waarop de aanvraag betrekking heeft en de verschuldigde leges voor de extra toetsen die in verband met de aanvraag moeten worden uitgevoerd, berekend naar de tarieven en overeenkomstig het bepaalde in dit hoofdstuk en hoofdstuk 4 van deze titel. In afwijking van de vorige volzin kan ook per activiteit, handeling of andere grondslag een legesbedrag worden gevorderd.
 
 
2.3.1.
Bouwactiviteiten
 
 
2.3.1.1.
Indien een aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo bedraagt het tarief:
 
 
2.3.1.1.1.
indien de bouwkosten niet meer dan € 5.000,- bedragen: 
25,00
 
vermeerderd met € 18,00 per € 500,- of gedeelte daarvan 
 
 
 
met een minimaal bedrag van:
130,00
2.3.1.1.2.
indien de bouwkosten meer dan € 5.000,- bedragen en minder dan € 500.000,-
114,00
 
vermeerderd met € 9,10 per € 500,- of gedeelte daarvan
 
 
2.3.1.1.3.
indien de bouwkosten € 500.000,- of meer bedragen
1.714,00
 
vermeerderd met € 7,50 per € 500,- of gedeelte daarvan
 
 
2.3.1.1.4
de in de artikelen 2.3.1.1.1 t/m 2.3.1.1.3 genoemde bedragen worden met 15% verminderd indien het hieraan ten grondslag gelegen bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar
 
 
2.3.1.2.
Extra welstandstoets
 
 
 
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien voor een onderdeel van een aanvraag een nieuwe welstandstoets noodzakelijk is:
 
 
2.3.1.2.1.
Indien de bouwkosten minder dan € 5.000,- bedragen:
50,70
2.3.1.2.2.
Indien de bouwkosten € 5.000,- t/m € 500.000,- bedragen: bouwkosten gedeeld door € 500,- x € 1,00 plus een standaard tarief van: 
40,55
2.3.1.2.3.
Indien de bouwkosten meer dan € 500.000,- bedragen: bouwkosten gedeeld door € 500,- x € 0,25 plus een standaard tarief van:
800,00
 
Met een maximum bedrag van € 1.500,-
 
 
2.3.1.3.
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een advies van de agrarische commissie nodig is en wordt beoordeeld:
 
 
2.3.1.3.1.
voor een advies van de adviescommissie Zeeland (excl. BTW):
695,00
2.3.1.3.2.
vervallen.
 
 
 
Achteraf ingediende aanvraag
 
 
2.3.1.4.
Onverminderd het bepaalde in de onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het extra tarief, indien de in dat onderdeel / die onderdelen bedoelde aanvraag wordt ingediend na aanvang of gereedkomen van de WABO-activiteit: 50% van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges
 
 
 
met een minimum bedrag van 
285,00
 
en een maximum bedrag van 
1.042,00
 
Beoordeling aanvullende gegevens
 
 
2.3.1.5.
Onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1.1 bedraagt het tarief voor het in behandeling nemen van aanvullende gegevens die worden ingediend nadat de in dat onderdeel bedoelde aanvraag al in behandeling is genomen: 
 
20%
 
van de op grond van dat onderdeel verschuldigde leges.
 
 
2.3.1.6.
Provincie bevoegd gezag
 
 
 
Voor een aanvraag waarbij de provincie bevoegd gezag is worden bovenop de gemeentelijke leges de provinciale leges geheven. De provinciale leges bedragen 10% van de gemeentelijke leges, met een minimumbedrag van:
364,00
2.3.2.
Aanlegactiviteiten
 
 
2.3.2.1
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een aanlegactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo, bedraagt het tarief; € 12,60 per € 500,00 van de aanlegkosten, met een minimum van:
88,00
2.3.2.2
De in artikel 2.3.2.1 genoemde bedragen worden met 15% verminderd indien het hieraan ten grondslag liggende bestemmingsplan ouder is dan 10 jaar
 
 
2.3.3.
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit 
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief, onverminderd het bepaalde in onderdeel 2.3.1:
 
 
2.3.3.1.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1°, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
297,10
2.3.3.2.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
297,10
2.3.3.3.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking, 3.10 en 3.40 Wro) waarbij:
 
 
2.3.3.3.1.
de bouwkosten niet meer dan € 1.000.000,- bedragen
5.931,65
2.3.3.3.2.
de bouwkosten meer dan € 1.000.000,- bedragen en minder dan € 2.500.000,- 
8.897,44
2.3.3.3.3.
de bouwkosten meer dan € 2.500.000,- bedragen 
 
0,50%
 
van de bouwkosten
 
 
 
met een maximum van
56.902,89
2.3.3.4.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) en de initiatiefnemer een goede ruimtelijke onderbouwing aanlevert (conform de Wro en de Bro) waarbij:
 
 
2.3.3.4.1.
de bouwkosten niet meer dan € 1.000.000,- bedragen
3.558,94
2.3.3.4.2.
de bouwkosten meer dan € 1.000.000,- bedragen en minder dan € 2.500.000,- 
5.338,46
2.3.3.4.3.
de bouwkosten meer dan € 2.500.000,- bedragen 
 
0,25%
 
van de bouwkosten
 
 
 
met een maximum van 
28.451,42
2.3.3.5
indien artikel 2.12, tweede lid van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking) bedraagt het tarief: 
569,01
2.3.3.6.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
289,29
2.3.3.8.
indien artikel 3.1 of 3.6, eerste lid, onder a of b van de Wro wordt toegepast waarbij:
 
 
2.3.3.8.1.
de bouwkosten niet meer dan € 1.000.000,- bedragen
5.931,65
2.3.3.8.2.
de bouwkosten meer dan € 1.000.000,- bedragen en minder dan € 2.500.000,-
8.897,44
2.3.3.8.3.
de bouwkosten meer dan € 2.500.000,- bedragen
 
0,50%
 
van de bouwkosten
 
 
 
met een maximum van
56.902,89
2.3.3.9.
indien artikel 3.1 of 3.6, eerste lid, onder a of b van de Wro wordt toegepast en de initiatiefnemer een goede ruimtelijke onderbouwing aanlevert (conform de Wro en de Bro):
 
 
2.3.3.9.1.
de bouwkosten niet meer dan € 1.000.000,- bedragen
3.558,94
2.3.3.9.2.
de bouwkosten meer dan € 1.000.000,- bedragen en minder dan € 2.500.000,-
5.338,46
2.3.3.9.3.
de bouwkosten meer dan € 2.500.000,- bedragen 
 
0,25%
 
van de bouwkosten
 
 
 
met een maximum van
28.451,42
2.3.3.9.4.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder d, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van voorbereidingsbesluit):
289,29
2.3.3.10
indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wro en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van provinciale regelgeving)
5.931,65
2.3.3.10.1
indien de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.1, derde lid, van de Wro en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van provinciale regelgeving) en een goede ruimtelijke onderbouwing wordt aangeleverd
3.558,94
2.3.3.11
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wro en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van nationale regelgeving)
5.931,65
2.3.3.11.1
indien de aanvraag een project van nationaal belang betreft, de activiteit in strijd is met de regels die zijn gesteld krachtens artikel 4.3, derde lid, van de Wro en artikel 2.12, eerste lid, onder c, van de Wabo (afwijking van nationale regelgeving) en een goede ruimtelijke onderbouwing wordt aangeleverd
3.558,94
2.3.4.
Planologisch strijdig gebruik waarbij geen sprake is van een bouwactiviteit 
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder c, van de Wabo, en niet tevens sprake is van een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder a, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
 
2.3.4.1.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 1º, van de Wabo wordt toegepast (binnenplanse afwijking):
296,49
2.3.4.2.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 2º, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse kleine afwijking):
296,49
2.3.4.3.
Indien artikel 3.38, vierde lid van de Wro wordt toegepast:
296,49
2.3.4.4.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) bedraagt het tarief:
5.931,65
2.3.4.5.
indien artikel 2.12, eerste lid, onder a, onder 3°, van de Wabo wordt toegepast (buitenplanse afwijking) en de initiatiefnemer een goede ruimtelijke onderbouwing aanlevert (conform de Wro en de Bro) bedraagt het tarief:
3.558,94
2.3.4.6.
indien artikel 2.12, tweede lid, van de Wabo wordt toegepast (tijdelijke afwijking):
296,49
2.3.4.7.
indien artikel 2.1, eerste lid, onder b, van de Wabo wordt toegepast (afwijking van exploitatieplan):
296,49
2.3.5.
In gebruik nemen of gebruiken bouwwerken in relatie tot brandveiligheid
 
 
2.3.5.1.
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief, bij het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk waarin bedrijfsmatig of in het kader van verzorging nachtverblijf zal worden verschaft aan: 
 
 
 
11 tot 25 personen:
653,32
 
26 tot 50 personen:
1.307,26
 
meer dan 50 personen:
2.613,38
2.3.5.2.
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief bij het in gebruik nemen of gebruiken van een bouwwerk waarin dagverblijf zal worden verschaft aan:
 
 
 
meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar dan wel aan meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen:
653,32
2.3.6.
Activiteiten met betrekking tot monumenten of beschermde stads- of dorpsgezichten
 
 
2.3.6.1.
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een activiteit met betrekking tot een beschermd monument als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder f, van de Wabo, of op een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder b, van de Wabo met betrekking tot een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 2007 aangewezen monument, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 9, tweede lid, van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
 
 
2.3.6.1.1.
voor het slopen, verstoren, verplaatsen of in enig opzicht wijzigen van een monument:
315,48
2.3.6.1.2.
voor het herstellen, gebruiken of laten gebruiken van een monument op een wijze waardoor het wordt ontsierd of in gevaar gebracht:
315,48
2.3.6.2.
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in een beschermd stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder h, van de Wabo, op het slopen van een bouwwerk in een krachtens provinciale verordening of de Monumentenverordening 2010 aangewezen stads- of dorpsgezicht, bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onder c, van de Wabo, waarvoor op grond van die provinciale verordening of artikel 10 van die gemeentelijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, bedraagt het tarief:
315,48
 
Sloopactiviteiten anders dan bij monumenten of in beschermd stads- of dorpsgezicht
 
 
2.3.7.
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het slopen van een bouwwerk in gevallen waarin dat in een bestemmingsplan, beheersverordening of voorbereidingsbesluit is bepaald, bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief
297,40
2.3.8.
Aanleggen of veranderen weg
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het aanleggen van een weg of verandering brengen in de wijze van aanleg van een weg waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 2.6 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, aanhef en eerste lid, onder d, van de Wabo, bedraagt het tarief:
18,71
2.3.9.
Uitweg / inrit (verplaatst naar 1.17.4)
 
 
2.3.10.
Kappen
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het vellen of doen vellen van houtopstand, waarvoor op grond van een bepaling in een provinciale verordening of artikel 4:12 van de Algemene plaatselijke verordening een vergunning of ontheffing is vereist, als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, aanhef en onder g, van de Wabo, bedraagt het tarief:
35,34
2.3.11.
Reclame
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelsreclame met behulp van een opschrift, aankondiging of afbeelding in welke vorm dan ook, die zichtbaar is vanaf een voor het publiek toegankelijke plaats, waarvoor ingevolge artikel 4.18a van de APV Vlissingen een vergunning of ontheffing is vereist, en indien niet tevens sprake is van een activiteit als bedoeld in onderdeel 2.3.1.1 (bouwactiviteit), bedraagt het tarief:
36,75
 
verhoogd met
 
 
 
per m2 oppervlakte van de reclame-uiting
36,75
2.3.13.
Projecten of handelingen in het kader van de Natuurbeschermingswet 1998
 
 
2.3.13.1.
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op handelingen in een beschermd natuurgebied die schadelijk kunnen zijn voor het natuurschoon, de natuurwetenschappelijke betekenis of voor de dieren of planten, als bedoeld in artikel 16, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998 bedraagt het tarief:
58,43
2.3.13.2
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het realiseren van projecten of andere handelingen met gevolgen voor habitats en soorten in een door de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit aangewezen gebied als bedoeld in artikel 19d, eerste lid, van de Natuurbeschermingswet 1998
58,43
2.3.14.
Handelingen in het kader van de Flora- en Faunawet
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op een handeling waarvoor op grond van artikel 75, derde lid, van de Flora- en Faunawet ontheffing nodig is, bedraagt het tarief
58,43
2.3.15.
Andere activiteiten
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op het verrichten van een andere activiteit of handeling dan in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedoeld en die activiteit of handeling:
 
 
2.3.15.1.
behoort tot een bij algemene maatregel van bestuur aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onder i, van de Wabo, bedraagt het tarief:
29,18
2.3.15.2.
behoort tot een bij provinciale verordening, gemeentelijke verordening of waterschapsverordening aangewezen categorie activiteiten die van invloed kunnen zijn op de fysieke leefomgeving, als bedoeld in artikel 2.2, tweede lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
 
2.3.15.2.1.
als het een gemeentelijke verordening betreft
18,71
2.3.15.2.2.
als het een provinciale of waterschapsverordening betreft
18,71
2.3.16.
Omgevingsvergunning in twee fasen
 
 
 
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning op verzoek in twee fasen plaatsvindt, als bedoeld in artikel 2.5, eerste lid, van de Wabo, bedraagt het tarief:
 
 
2.3.16.1
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de eerste fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de eerste fase betrekking heeft;
 
 
2.3.16.2.
voor het in behandeling nemen van de aanvraag voor een beschikking met betrekking tot de tweede fase: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in dit hoofdstuk voor de activiteiten waarop de aanvraag voor de tweede fase betrekking heeft.
 
 
2.3.17.
Beoordeling bodemrapport
 
 
 
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien krachtens wettelijk voorschrift voor de in dat onderdeel bedoelde aanvraag een bodemrapport wordt beoordeeld:
 
 
2.3.17.1.
voor de beoordeling van een milieukundig bodemrapport
126,13
2.3.17.2.
Voor de beoordeling van een archeologisch bodemrapport
252,36
2.3.18.
Advies
 
 
2.3.18.1.
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wettelijk voorschrift aangewezen bestuursorgaan of andere instantie advies moet uitbrengen over de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.26, derde lid, van de Wabo: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
 
2.3.18.2.
Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
 
2.3.18.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het uitbrengen van een advies als bedoeld artikel 2.26 van de Wabo: het bedrag dat voortvloeit uit toepassing van de tarieven in deze tarieventabel voor de activiteiten, de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning waarop het adviesverzoek betrekking heeft. In het kader van het adviesverzoek worden de in deze tarieventabel opgenomen tarieven toegepast als ware de activiteit, de aanvraag of het ontwerp van de beschikking op de aanvraag om een omgevingsvergunning waarop het adviesverzoek betrekking heeft rechtstreeks in behandeling is genomen.
 
 
2.3.19.
Verklaring van geen bedenkingen
 
 
2.3.19.1.
Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de Wabo:
 
 
2.3.19.1.1.
indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven
350,93
2.3.19.1.2.
indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
 
 
2.3.19.2
indien een begroting als bedoeld in 2.3.19.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is ingetrokken.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 4
Vermindering
 
 
2.4.1.
Indien de locatie van de aanvraag om een omgevingsvergunning valt onder, volgens de welstandsnota, ambitieniveau 4 (welstandsvrij) of wanneer het een tijdelijk bouwwerk betreft, zal een deel van de leges in mindering worden gebracht, de vermindering bedraagt:
 
 
2.4.1.1.
Indien de bouwkosten minder dan € 5.000,- bedragen:
50,70
2.4.1.2.
Indien de bouwkosten € 5.000,- t/m € 500.000,- bedragen: bouwkosten gedeeld door € 500,- x € 1,00 plus een standaard tarief van:
40,55
 
Met een maximum bedrag van € 750,-
 
 
2.4.1.3.
Indien de bouwkosten meer dan € 500.000,- bedragen: bouwkosten gedeeld door € 500,- x € 0,25 plus een standaard tarief van:
800,00
 
Met een maximum bedrag van € 1.500,-
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 5
Teruggaaf
 
 
2.5.1.
Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
 
75%
2.5.1.1.
indien de aanvraag wordt ingetrokken binnen een termijn van vier weken na het in behandeling nemen ervan
 
 
 
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
 
50%
2.5.1.2.
indien de aanvraag wordt ingetrokken na vier weken na het in behandeling nemen ervan
 
 
 
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
 
 
2.5.2.
Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw- aanleg- of sloopactiviteiten
 
50%
 
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 24 maanden na verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf bedraagt:
 
 
 
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
 
 
2.5.3.
Teruggaaf als gevolg van het weigeren van een omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten
 
50%
2.5.3.1.
Als de gemeente een omgevingsvergunning voor een project dat geheel of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1, 2.3.2, 2.3.6 of 2.3.7 weigert, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf bedraagt:
 
 
 
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges. 
 
 
2.5.3.2.
Onder een weigering bedoeld in onderdeel 2.5.3.1 wordt mede verstaan een vernietiging van de beschikking waarbij de vergunning is verleend bij rechterlijke uitspraak.
 
 
2.5.4.
Minimumbedrag voor teruggaaf Een bedrag minder dan € 150,00 wordt niet teruggegeven
 
 
2.5.5.
Teruggaaf bij het niet behandelen op grond van art. 4:5 van de Awb
 
 
 
Wanneer de gemeente besluit een aanvraag voor een omgevingsvergunning niet verder te behandelen (als bedoeld in art. 4:5 van de Awb) wordt 75% van de verschuldigde leges teruggegeven. Met dien verstande dat de minimale bouwleges (zie artikel 2.3.1.1.1) niet worden teruggegeven.
 
 
2.5.6.
Geen teruggaaf legesdeel advies of verklaring van geen bedenkingen
 
 
 
Van de leges verschuldigd op grond van de onderdelen 2.3.18 en 2.3.19 wordt geen teruggaaf verleend.
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
Intrekking omgevingsvergunning
 
 
2.6.
Het percentage bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot gehele of gedeeltelijke intrekking van een omgevingsvergunning als bedoeld in artikel 2.33, tweede lid, onder b, van de Wabo, tenzij onderdeel 2.5.2 van toepassing: 
 
50%
 
 
 
 
Hoofdstuk 7
Wijziging omgevingsvergunning
 
 
2.7.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot wijziging van een omgevingsvergunning als gevolg van een, naar de omstandigheden beoordeeld, geringe wijziging in het project:
36,75
2.7.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het wijzigen van de tenaamstelling van een verleende omgevingsvergunning:
36,75
 
 
 
 
Hoofdstuk 8
Bestemmingswijzigingen zonder activiteiten
 
 
2.8.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag als bedoeld in artikel 3.6, eerste lid, onder a, van de Wro:
3.658,58
2.8.2.
Indien artikel 3.1 van de Wro wordt toegepast bedraagt het tarief:
6.097,73
2.8.3. 
Indien artikel 3.1 van de Wro wordt toegepast en de initiatiefnemer een goede ruimtelijke onderbouwing aanlevert (conform de Wro en de Bro) bedraagt het tarief:
3.658,58
 
 
 
 
Hoofdstuk 9
In deze titel niet benoemde beschikking
 
 
2.9.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde beschikking:
121,85
 
 
 
 
Hoofdstuk 10
Overig
 
 
2.10.
Het tarief bedraagt voor extra werkzaamheden voor het gereed maken, wijzigen of bijwerken van stukken en tekeningen, benodigd bij aanvragen om een omgevingsvergunning, alsmede voor het verlenen van hulp hierbij: voor elk half uur of een gedeelte daarvan:
19,97
2.10.1.
Het tarief bedraagt voor het doen van onderzoek in het archief van de afdeling Veiligheid, Vergunningen en Handhaving per kwartier:
8,28
 
 
 
 
Titel 3 
Dienstverlening vallend onder Europese dienstenrichtlijn
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 1
Horeca
 
 
3.1.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet 
209,94
3.1.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een melding als bedoeld in artikel 30 van de Drank- en Horecawet 
78,54
3.1.3.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een ontheffing als bedoeld in artikel 35 van de Drank- en Horecawet
19,85
3.1.3.2.
Het tarief als vermeld onder 3.1.3.1. wordt met een factor twee vermenigvuldigd als de ontheffingsaanvraag binnen drie weken voor de aanvang van het evenement schriftelijk is ingediend.
 
 
3.1.4.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag voor:
 
 
3.1.4.1.
een ontheffing van de algemeen geldende sluitingstijd (a.g.s.) als bedoeld in artikel 2:27 lid 3 van de APV nachtontheffing)
723,05
3.1.4.2.
Een vergunning van de a.g.s. als bedoeld in artikel 2:27 lid 1 of lid 4 van de APV 
157,09
3.1.4.3.
Een ontheffing van de a.g.s. als bedoeld in artikel 2:27 lid 2 van de APV per nacht (incidentele ontheffing)
62,86
3.1.4.4.
Een vergunning, ontheffing, verlof of combinatie hiervan ingevolge afdeling 8, hoofdstuk 2 van de APV voor zover niet genoemd
104,92
3.1.4.5.
het aanpassen van een vergunning op grond van artikel 3 van de Drank- en Horecawet, dan wel een verlofvergunning ingevolge afdeling 8, hoofdstuk 2 van de APV door bijschrijven van een leidinggevende per leidinggevende, waarbij maximaal 3 maal dit tarief is verschuldigd.
34,51
 
 
 
 
Hoofdstuk 2
Organiseren evenementen of markten
 
 
3.2.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een vergunning voor het organiseren van een evenement als bedoeld in artikel 2:16 en 2:17 van de Algemene plaatselijke verordening (evenementenvergunning)
34,51
 
 
 
 
Hoofdstuk 3
Prostitutiebedrijven
 
 
3.3.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om:
 
 
3.3.1.
een exploitatievergunning of wijziging van een exploitatievergunning als bedoeld in afdeling 2 van hoofdstuk 3 van de Algemene plaatselijke verordening:
 
 
3.3.1.1.
voor een seksinrichting 
1.756,85
3.3.1.2.
voor een escortbedrijf
1.442,30
 
 
 
 
Hoofdstuk 4
Splitsingsvergunning woonruimte
 
 
3.4.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag tot het verkrijgen van een splitsingsvergunning als bedoeld in artikel 33 van de Huisvestingswet
118,36
 
 
 
 
Hoofdstuk 5
Brandbeveiligingsverordening 
 
 
3.5.
Een aanvraag tot het verkrijgen van een vergunning met betrekking tot het brandveilig gebruik van een inrichting, als bedoeld in artikel 2 van de Brandbeveilingsverordening:
 
 
3.5.1.
en daarbij:
 
 
3.5.1.1.
50 tot 100 personen tegelijk aanwezig zijn
612,87
3.5.1.2.
100 tot 200 personen tegelijk aanwezig zijn
1.226,32
3.5.1.3.
meer dan 200 personen tegelijk aanwezig zijn
2.451,60
3.5.2
en daarbij in het kader van verzorging nachtverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen;
 
 
3.5.2.1.
11 tot 25 personen
612,87
3.5.2.2.
25 tot 50 personen
1.226,32
3.5.2.3.
Meer dan 50 personen 
2.451,60
3.5.3.
en daarbij dagverblijf wordt verschaft aan meer dan 10 personen jonger dan 12 jaar en/of meer dan 10 lichamelijk of verstandelijk gehandicapte personen;
 
 
3.5.3.1.
11 tot 25 personen
612,87
3.5.3.2.
25 tot 50 personen
1.226,32
3.5.3.3.
Meer dan 50 personen
2.451,60
 
 
 
 
Hoofdstuk 6
In deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
 
 
3.6.1.
Het tarief bedraagt voor het in behandeling nemen van een aanvraag om een andere, in deze titel niet benoemde vergunning, ontheffing of andere beschikking
34,51
 
Naar boven