Subsidieplafond: € 252.093,85
Vanaf 1 januari 2016 start een nieuwe beleidsperiode voor het onderwijsachterstandenbeleid. Het is momenteel nog onbekend of en zo ja, hoeveel middelen de gemeente Rhenen uit de specifieke uitkering van het Rijk ontvangt. Daarnaast is ook nog onbekend of er inhoudelijke wijzigingen in het onderwijsachterstandenbeleid worden aangebracht.
Het subsidieplafond is onder voorbehoud van de toekenning van de rijksbijdrage voor Voor- en Vroegschoolse Educatie 2016. De definitieve hoogte van het subsidieplafond wordt bepaald aan de hand van de bekendmaking van de specifieke uitkering voor onderwijsachterstanden voor de gemeente Rhenen door het Rijk. De gemeente betaalt aan de instellingen voor de subsidie voor- en vroegschoolse educatie nooit meer dan de rijksbijdrage. De coördinator VVE kan niet meer via deze subsidieregeling worden gesubsidieerd maar moet op een andere wijze geschieden. Voor de verdeling van de subsidie kan het subsidieplafond, dat door de Raad in november 2015 wordt vastgesteld, worden verminderd met het benodigde bedrag voor de coördinator VVE.
De gemeente Rhenen wil dat elk kind een optimale schoolloopbaan doorloopt. De Voor- en Vroegschoolse Educatie (VVE) heeft als doel onderwijs- en/of ontwikkelingsachterstanden bij jonge kinderen te voorkomen en waar nodig effectief te bestrijden. De voorschoolse educatie is gericht op peuters van 2 tot 4 jaar met een onderwijs- en/of ontwikkelingsachterstand en vindt plaats in peuterspeelzalen, voorscholen en kinderdagverblijven. Aansluitend is er sprake van een doorgaande leerlijn naar de vroegschool voor kleuters van 4 tot 6 jaar, in groep 1 en 2 van het basisonderwijs.
Activiteiten die in aanmerking komen voor subsidie
- a)
Uitvoering van Voor- en Vroegschoolse Educatie; alle door de Wet OKE verplichte activiteiten;
- b)
Het bieden van een specifiek programma voor de reformatorische doelgroep;
- c)
Jaarlijkse themabijeenkomst voor leidsters van de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen en docenten van het basisonderwijs;
- d)
Ondersteuning door de bibliotheek van het onderwijsachterstandenbeleid;
- e)
VVE-scholing in de kinderopvang;
- f)
Activiteiten ten behoeve van Voor- en Vroegschoolse Educatie en toeleiding naar Voor- en Vroegschoolse Educatie.
Problemen in de ontwikkeling van jonge kinderen voorkomen we zoveel mogelijk door een vroegtijdige signalering met bijpassende aanpak:
- a)
Het bieden van het aantal plaatsen voor Voorschoolse Educatie dat minimaal gelijk is aan het aantal doelgroepkinderen, waaronder het aantal gewichtpeuters, in de gemeente Rhenen; het bieden van een passend stimuleringsprogramma voor peuters met een onderwijs- en/of ontwikkelingsachterstanden in de gemeente Rhenen;
- b)
Vergroten van het bereik binnen de reformatorische doelgroep door met een specifiek programma bij hen aan te sluiten;
- c)
Versterken van de contacten tussen enerzijds leidsters van de kinderopvang en de peuterspeelzalen en anderzijds leerkrachten van de basisscholen, onder andere ten behoeve van de doorgaande leerlijn tussen de voorschoolse en de vroegschoolse Educatie;
- d)
Actieve betrokkenheid bij en een bijdrage leveren aan het onderwijsachterstandenbeleid;
- e)
Adequate VVE-scholing in de kinderopvang, om voorschoolse educatie in de kinderopvang mogelijk te maken;
- f)
Actieve betrokkenheid bij en een bijdrage leveren aan Voor- en Vroegschoolse Educatie.
Organisaties die in aanmerking komen voor subsidie
De infrastructuur van VVE is geheel ingebed in de gemeente Rhenen. Dit betekent dat er een convenant bestaat tussen maatschappelijke partners, gemeente en schoolbesturen. De kwaliteit van VVE is door investeringen van uitvoerende instellingen en de gemeente geborgd. Als eerste komen dan ook de reeds bestaande subsidierelaties in aanmerking, vervolgens kunnen andere organisaties, waaronder nieuwe erkende voorscholen, in aanmerking komen. Dit laat onverlet dat de subsidierelatie met aanvragers waarvan de aanvraag 2016 niet aan de eisen voldoet of waarvan de resultaten in 2015 achterblijven bij wat verwacht mag worden, niet voor (volledige) continuering in aanmerking zal komen.
Verdeelsleutel subsidieplafond
- A.
De verdeling van de aangevraagde subsidie VVE wordt berekend volgens de hierna beschreven verdeelsleutel.
- a)
Uitvoering van Voor- en Vroegschoolse Educatie; alle door de Wet OKE verplichte activiteiten;
De subsidie wordt verdeeld over het aantal peuterspeelzalen/voorscholen.
- a)
Het bieden van een specifiek programma voor de reformatorische doelgroep;
- b)
Jaarlijkse themabijeenkomst voor leidsters van de kinderdagverblijven en peuterspeelzalen en docenten van het basisonderwijs;
- c)
Ondersteuning door de bibliotheek van het onderwijsachterstandenbeleid;
- d)
VVE-scholing in de kinderopvang;
- e)
Actieve betrokkenheid bij en een bijdrage leveren aan Voor- en Vroegschoolse Educatie.
De verdeling van het subsidieplafond is als volgt:
- 1.
Bekostiging van activiteiten a) – huidige aanbieders
- 2.
Bekostiging van activiteiten a) – nieuwe aanbieders
- 3.
Bekostiging van activiteiten b)
- 4.
Bekostiging van activiteiten c)
- 5.
Bekostiging van activiteiten d)
- 6.
Bekostiging van activiteiten e)
- 7.
Bekostiging van activiteiten f)
Subsidiering van de activiteiten onder 1, 2, 3, 4, 5 en 6 gaan, in die volgorde voor op de activiteiten onder 7. Indien het subsidieplafond op is stopt de bekostiging van de overige (nog niet bekostigde) activiteiten.
Activiteit a); Activiteiten van voor- en vroegschoolse educatie op de peuterspeelzaal/voorschool.
- -
Elke aanvrager (VVE-peuterspeelzaal of voorschool) krijgt, op basis van kengetallen van de MO-groep, een vast subsidiebedrag per peuter met een VVE-indicatie die de peuterspeelzaal/ voorschool bezoekt.
- -
In verband met de overgang naar een nieuwe beleidsperiode wordt eenmalig 10% van het beschikbare bedrag per peuter met een VVE-indicatie gereserveerd voor bijzondere omstandigheden. Dit bedrag is bedoeld om maatregelen te kunnen treffen voor de overgang naar de nieuwe bekostigingssystematiek zoals bv frictiekosten. Voor elke instelling afzonderlijk wordt bekeken of deze bepaling van toepassing is en of deze 10% wordt toegekend.
- -
Het aantal peuters met een VVE-indicatie wordt bepaald op basis van het gemiddelde aantal peuters met een VVE-indicatie dat de peuterspeelzaal/voorschool bezoekt. Dit gemiddelde wordt berekend door het aantal peuters met een VVE-indicatie op 1 april en 1 oktober in het jaar voorafgaand aan het subsidiejaar bij elkaar op te tellen en door twee te delen.
- -
De aanvragers/ instellingen geven aan de gemeente door hoeveel peuters met VVE-indicatie op deze data de peuterspeelzaal/voorschool bezoeken.
- -
De coördinator VVE controleert deze aantallen.
- -
Voor de vaststelling van het totale subsidiebedrag per instelling wordt het bedrag per peuter met VVE-indicatie vermenigvuldigd met het gemiddelde aantal peuters met VVE-indicatie van de peildata per instelling.
- -
Mocht blijken dat het subsidieplafond niet voldoende is om alle instellingen het berekende bedrag te kunnen toekennen, dan wordt het vaste subsidiebedrag per peuter navenant naar beneden bijgesteld zodat dit wel mogelijk is. Dit houdt dan ook in dat voor de activiteiten b), c), d), e) en , f) geen toekenning meer mogelijk is.
Activiteit f); Actieve betrokkenheid bij en een bijdrage aan Voor- en Vroegschoolse Educatie
Bij onderbesteding (dus na bekostiging van de activiteiten a), b), c), d), en e ) kunnen maatschappelijke partners en schoolbesturen in aanmerking komen voor subsidie voor activiteiten onder f).
Subsidieaanvragen voor activiteiten die naar oordeel van het college niet of onvoldoende bijdragen aan de door de gemeente Rhenen met deze subsidieregel beoogde doelen en resultaten worden niet gehonoreerd binnen deze subsidieregel.
De gemeentelijke beleidsprioriteiten blijven in stand voor zover ze niet worden ingehaald door de landelijke regelgeving.
Het is slechts mogelijk om van de onder A. beschreven verdeling van de subsidie af te wijken indien de huidige aanbieders unaniem schriftelijk een gemotiveerde andere verdeelsleutel voorstellen die het college van burgemeester en wethouders goedkeurt/vaststelt en past binnen de (financiële) mogelijkheden van de Wet OKE en de specifieke uitkering onderwijsachterstanden (SiSa/Wpo). Dit voorstel voor een andere verdeelsleutel moet uiterlijk op 1 oktober 2015 bij het college van burgemeester en wethouders zijn ingediend.
Van toepassing zijnde normbedragen
Van toepassing zijnde tariefvoorschriften
Bijzondere criteria en/of voorwaarden