Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Olst-Wijhe
 
 
De raad van de gemeente Olst-Wijhe;
Gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 21 april 2015, nr 2015/21 ;
Gelet op de artikelen 6 tweede lid, 8a, eerste lid, aanhef en onder a, c, d en e, en tweede lid, en 10b, vierde lid, van de Participatiewet;
 
Besluit:
 
vast te stellen de
Verordening loonkostensubsidie Participatiewet Olst-Wijhe
 
Artikel 1. Vaststelling doelgroep loonkostensubsidie
  • 1.
    Het college stelt vast of een persoon behoort tot de doelgroep loonkostensubsidie.
  • 2.
    Hierbij neemt het college de volgende criteria in acht:
    • a.
      een persoon moet behoren tot de doelgroep zoals omschreven in artikel 7, eerste lid, onderdeel a, van de Participatiewet; en
    • b.
      die persoon is niet in staat met voltijdse arbeid het wettelijk minimumloon te verdienen, en
    • c.
      die persoon heeft mogelijkheden tot arbeidsparticipatie.
  • 3.
    Het college kan advies inwinnen over het oordeel of de aanvrager tot de doelgroep loonkostensubsidie behoort. De adviseur neemt daarbij de in het tweede lid neergelegde criteria in acht.
     
Artikel 2. Vaststelling loonwaarde
  • 1.
    Het college gebruikt de in artikel 3 omschreven wijze om de loonwaarde van een persoon vast te stellen.
  • 2.
    Het college kan advies inwinnen over de vaststelling van de loonwaarde van een persoon uit de doelgroep. Men neemt daarbij de in artikel 3 omschreven methode in acht.
     
Artikel 3. Wijze bepalen loonwaarde
  • 1.
    Het college maakt gebruik van de loonwaardemethodiek Dariuz om de loonwaarde van een persoon te bepalen.
  • 2.
    De loonwaardemethode is een objectieve meting van competenties gebaseerd op kennis van werknemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt. De definitieve bepaling van de loonwaarde vindt eerst plaats na bedrijfsbezoek. De bepaling van loonwaarde wordt vastgelegd in een schriftelijk rapport met advies.
  • 3.
    Een loonwaarde wordt individueel bepaald als iemand aan twee criteria voldoet:
    • a.
      de persoon behoort tot de doelgroep;
    • b.
      er is een werkgever die werk tegen een bepaald cao salaris aanbiedt.
  • 4.
    De loonwaarde wordt bepaald aan de hand van het inkomen dat ter beschikking wordt gesteld op basis van de cao van de werkgever, afgezet tegen de prestatiemogelijkheid van de klant om een arbeidsprestatie te leveren.
     
Artikel 4. Loonkostensubsidie
  • 1.
    Het college bepaalt de loonkostensubsidie nadat de loonwaarde is vastgesteld.
  • 2.
    De loonkostensubsidie bedraagt maximaal 70% van het wettelijk minimum loon voor de werkgever voor het verschil tussen de loonwaarde en het wettelijk minimum loon gedurende de arbeidsperiode of zoveel korter als het college redelijk acht.
     
Artikel 5. Inwerkingtreding
  • 1.
    Deze verordening treedt in werking op de dag na bekendmaking en werkt terug tot 1 januari 2015.
  • 2.
    Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening Loonkostensubsidie Participatiewet Olst-Wijhe.
 
 
Aldus besloten in de openbare raadsvergadering van 11 mei 2015
De raad voornoemd.
De griffier De voorzitter
………………………………………….………………………………….
B.A. (Bart) Duursema A.G.J. (Ton) Strien
Naar boven