|
Collectieve Arbeidsvoorwaardenregeling voor de sector gemeenten.
|
|
|
|
de ambtenaar als bedoeld in artikel 2:1A van de CAR: hij die door of vanwege het college is aangesteld om in openbare dienst werkzaam te zijn alsmede hij met wie een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht is aangegaan.
|
|
Het feitelijk samenstel van werkzaamheden dat conform het generieke functieprofiel, bandbreedte en taakplan aan de ambtenaar is opgedragen.
|
|
Inkrimping, wijziging, opheffing, uitbreiding of verzelfstandiging van de werkzaamheden van de gemeente (of een onderdeel daarvan) of een wijziging van de laatst vastgestelde organisatiestructuur van de gemeente (of een onderdeel daarvan), die niet van tijdelijke aard is en die personele gevolgen met zich meebrengt.
|
|
Gevolgen voor de functie of de rechtspositie van de betrokken ambtenaren.
|
|
Het voor de ambtenaar geldende bedrag van de aan de ambtenaar toegekende schaal als bedoeld in artikel 3:1 van de CAR, vermeerderd met het bedrag van de aan de ambtenaar toegekende emolumenten en toelagen, niet zijnde onkostenvergoedingen;
|
|
De toelage waarmee het salaris wordt vermeerderd ingevolge de Bezoldigingsverordening/regeling van de gemeentelijke organisatie
|
Bezoldigingsvooruitzichten:
|
De opeenvolgende salarisperiodieken tot en met het hoogste bedrag van de functieschaal van de ambtenaar en eventueel schriftelijk vastgelegde extra individuele salarisafspraken.
|
|
Een functie die gelijk of nagenoeg gelijk is aan de functie die de ambtenaar voor de organisatiewijziging vervulde.
|
|
Een functie van gelijkwaardig werk- en denkniveau die de ambtenaar redelijkerwijs in verband met zijn persoonlijkheid, omstandigheden en de voor hem bestaande vooruitzichten kan worden opgedragen. Een passende functie is doorgaans van hetzelfde functieniveau als de oude functie, maar kan ook van een hoger niveau of maximaal één niveau lager zijn dan de oude functie.
|
|
Een functie die niet valt onder het begrip ‘passend’, maar die de ambtenaar bereid is te vervullen.
|
|
De medewerker in dienst van de gemeente die als gevolg van een organisatiewijziging zijn/haar functie heeft verloren en die (nog) niet is geplaatst of herplaatst in de formatie van de nieuwe organisatie.
|
|
Een ambtenaar die als gevolg van de organisatie wijziging niet in een ongewijzigde functie kan worden geplaatst.
|
|
De situatie dat een ambtenaar wegens reorganisatie niet kan terugkeren in de formatie na de reorganisatie.
|
|
Toetsingskader, vastgesteld door het college, waarin wordt aangegeven welke functies (inclusief formatie) bij de organisatie wijziging betrokken zijn. In het formatieplan staat gemotiveerd aangegeven welke functies ongewijzigd, gewijzigd of nieuw zijn.
|
|
De commissie als bedoeld in artikel 3.1, lid 4 van dit Sociaal Statuut.
|
|
Opbouw van het personeelsbestand rekening houdende met de verschillende leeftijdscategorieën per organisatie-onderdeel.
|
|
Het principe dat de ambtenaar met de minste jaren in dienst van de gemeente binnen het afspiegelingsprincipe als eerste voor herplaatsing in of buiten de organisatie in aanmerking komt.
|
|
Het ontslag als bedoeld in artikel 8:3 van de CAR.
|
Van Werk naar Werk (VWNW)-traject:
|
Traject als bedoeld in § 5 van hoofdstuk 10d CAR.
|
|
Dit contract is een onderdeel van het VWNW-dossier, zie bijlage.
|
|
Gecertificeerde loopbaanadviseur als bedoeld in artikel 10d:20 CAR.
|
|
De commissie als bedoeld in artikel 10d:24 CAR die desgevraagd toeziet op de individuele toepassing van het VWNW-traject.
|
|
De directie van de gemeentelijke organisatie.
|
|
De bestuurder als bedoeld in artikel 1 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR).
|
|
Nadere afspraken, gebaseerd op- en aanvullend op sociaal statuut, met betrekking tot de personele gevolgen van een organisatiewijziging.
|