Subsidieverordening burgercheques Winterswijk 2015
2014, nr. XI-5
De raad van de gemeente Winterswijk;
gelezen het voorstel van het presidium van 13 oktober 2014, nr. 73003;
besluit:
vast te stellen de
SUB SIDIEVERORDENING BURGERCHEQUES WINTERSWIJK 2 015
 
 
Artikel 1 Begripsbepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
  • a)
    gemeente: de gemeente Winterswijk;
  • b)
    raad: de gemeenteraad van Winterswijk;
  • c)
    college: college van burgemeester en wethouders van Winterswijk;
  • d)
    commissie: de raadscommissie belast met de voorbereiding van de besluitvorming inzake burgercheques;
  • e)
    werkgroep burgercheques: een door de commissie ingestelde werkgroep, die de commissie en de raad adviseert over de toekenning van burgercheques en de daarbij behorende (subsidie)regels;
  • f)
    burgercheque: een door de raad toegekende projectsubsidie die strekt tot verbetering van de leefbaarheid, veiligheid of sociale samenhang van de straat, wijk of gemeenschap van de aanvrager(s) in de gemeente Winterswijk;
  • g)
    projectsubsidie: subsidie voor een in tijd begrensde activiteit van een subsidieontvanger;
  • h)
    ASV Winterswijk 2010: de door de raad op 25 februari 2010 vastgestelde Algemene Subsidieverordening Winterswijk 2010;
  • i)
    Awb: Algemene wet bestuursrecht.
Artikel 2 Bevoegdheid
  • 1.
    De raad is bevoegd tot het toekennen van burgercheques.
  • 2.
    De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling het budget voor burgercheques voor het volgende kalenderjaar vast.
  • 3.
    De werkgroep burgercheques is belast met de voorbereiding van de besluitvorming over de toekenning van burgercheques en de daarbij behorende regelgeving. De werkgroep rapporteert daarover in eerste instantie aan de commissie. Voordat de werkgroep haar rapportage uitbrengt overlegt zij over elke aanvraag met de betrokken portefeuillehouder.
  • 4.
    De werkgroep burgercheques is verantwoordelijk voor de publiciteit en communicatie omtrent burgercheques.
Artikel 3 Reikwijdte
De ASV Winterswijk 2010 is niet van toepassing op deze subsidieverordening.
Artikel 4 Subsidieplafond en maximum hoogte subsidie
  • 1.
    De raad stelt jaarlijks in het kader van de begrotingsbehandeling het budget (subsidieplafond) voor burgercheques voor het volgende kalenderjaar vast.
  • 2.
    De raad kan per aanvraag niet meer toekennen dan 30 % van het totale beschikbare budget per kalenderjaar.
Artikel 5 Verdeling kalenderjaar
  • 1.
    Het subsidiejaar wordt verdeeld in twee perioden, te weten van 1 januari tot en met 30 juni en van 1 juli tot en met 31 december.
  • 2.
    Het door de raad bij de begroting vastgesteld budget wordt gelijkelijk verdeeld over de beide perioden genoemd in het eerste lid.
  • 3.
    Het bedrag dat na toekenning van burgercheques over de eerste helft van het kalenderjaar overblijft, wordt toegevoegd aan het bedrag dat voor de tweede helft beschikbaar is.
  • 4.
    Het bedrag dat na toekenning van burgercheques over de tweede helft overblijft, vloeit terug in de gemeentekas.
Artikel 6 Subsidievoorwaarden en weigeringsgronden
  • 1.
    De te subsidiëren activiteit dient te strekken tot verbetering van de leefbaarheid, veiligheid of sociale samenhang van de straat, wijk of gemeenschap van de aanvrager(s)in de gemeente Winterswijk.
  • 2.
    De te subsidiëren activiteit mag geen individueel of commercieel belang dienen.
  • 3.
    De aanvrager levert een aantoonbare eigen bijdrage aan de verwezenlijking van zijn initiatief in tijd, menskracht en/of geld.
  • 4.
    Een burgercheque kan worden verstrekt aan een groep burgers, een individueel persoon of een rechtspersoon.
  • 5.
    Een burgercheque kan naast de in artikel 4:25 tweede lid Awb en artikel 4:35 Awb genoemde gronden worden geweigerd, indien deze:
    • a.
      betrekking heeft op feesten, jubilea of andere bijeenkomsten met een vergelijkbaar karakter;
    • b.
      in strijd is met het beleid van de gemeente;
    • c.
      betrekking heeft op een initiatief dat al in voldoende mate wordt gesteund door bestaand gemeentelijk (subsidie)beleid;
    • d.
      betrekking heeft op een initiatief van dezelfde aard en strekking, dat in de periode van vier kalenderjaren voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de aanvraag betrekking heeft al met een burgercheque is beloond.
  • 6.
    Een burgercheque kan niet worden toegekend aan een activiteit, die op het moment van beoordeling door de raad al is uitgevoerd.
Artikel 7 Subsidieaanvraag
  • 1.
    De datum van ontvangst van een subsidieaanvraag is bepalend voor het vaststellen van de periode waarop de aanvraag betrekking heeft.
  • 2.
    Bij de subsidieaanvraag wordt gebruik gemaakt van een door de werkgroep burgercheques vastgesteld formulier. Op dit formulier wordt in ieder geval vermeld:
    • a.
      een beschrijving van het doel en de omvang van het initiatief;
    • b.
      een begroting van inkomsten uitgaven;
    • c.
      de mate van zelfwerkzaamheid van de aanvrager(s) in tijd, menskracht en/of geld
    • d.
      een motivering waarom de aanvrager meent dat het initiatief subsidiabel zou zijn;
    • e.
      een vermelding van het gevraagde bedrag.
Artikel 8 Subsidievaststelling, rekening en verantwoording
  • 1.
    De raad beschikt op een subsidieaanvraag binnen drie maanden na afloop van de halfjaarlijkse periode zoals vermeld in artikel 5. Daarbij stelt de raad de subsidie vast zonder voorafgaande verleningsbeschikking.
  • 2.
    De subsidieontvanger is verplicht binnen drie maanden na afloop van de uitvoering van het initiatief een beknopt financieel en inhoudelijk verslag in te dienen.
Artikel 9 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na bekendmaking hiervan.
Artikel 10 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als ‘Subsidieverordeníng burgercheques Winterswijk 2015’.
Aldus besloten door de raad van de gemeente Winterswijk in
zijn openbare vergadering gehouden op 27 november 2014,
de griffier, de voorzitter,
Naar boven