Het College van de gemeente Zwartewaterland,
Gelet op het besluit van de gemeenteraad van Zwartewaterland van 25 september 2014
en het collegebesluit van 24 februari 2015,
vast te stellen de volgende beleidsregels in het minimabeleid:
DE BELEIDSREGELS HUISHOUDELIJKE HULP GEMEENTE ZWARTEWATERLAND 2015
1. De aanvraag voor de tegemoetkoming moet schriftelijk of elektronisch plaatsvinden door middel van een door het college beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
1. Een aanvraag voor de minimaregeling moet in beginsel worden ingediend, voor- of kort nadat de kosten zijn gemaakt. De gemeente hanteert het beleid dat de kosten nog kunnen worden ingediend tot en met 3 maanden na de aanvraagdatum.
2. De tegemoetkoming wordt in beginsel “om niet” (zonder terugbetaalverplichting) verstrekt.
1. Een tegemoetkoming voor de kosten van de algemene voorziening huishoudelijke hulp kan op grond van het minimabeleid worden verstrekt aan een belanghebbende als de noodzaak, de duur en de omvang van de huishoudelijke hulp is vastgesteld.
2. De tegemoetkoming wordt verstrekt voor de duur van een jaar. Tenzij er geen draagkracht is en de situatie ongewijzigd blijft, kan de duur van toekenning maximaal 3 jaar bedragen.
1. De tegemoetkoming wordt verstrekt onder aftrek van draagkracht.
2. De draagkracht wordt vastgesteld conform artikel 2.5 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Zwartewaterland.
1. De hoogte van het inkomen en vermogen wordt vastgesteld conform respectievelijk artikel 2.3 en 2.4 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Zwartewaterland.
2. In afwijking van artikel 2.4 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand Zwartewaterland is er
extra vrijlating op het vrij te laten vermogen, zoals bepaald in artikel 34, lid 3 Participatiewet voor de aantoonbare reservering van uitvaartkosten. De extra vrijlating bedraagt maximaal
4. In afwijking van artikel 2.4 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand Zwartewaterland wordt het in de eigen woning gebonden vermogen, zoals bedoeld in artikel 50 eerste lid Participatiewet, niet tot het vermogen gerekend.
1. De tegemoetkoming bedraagt maximaal € 16,70 per uur.
2. Voor de eigen bijdrage kan geen tegemoetkoming verstrekt worden, tenzij deze het bedrag van
€ 19, 40 voor een alleenstaande en € 27,60 voor alleenstaande ouders en gehuwden per 4 weken te boven gaat.
De tegemoetkoming kan worden verleend op basis van daadwerkelijk gemaakte kosten, waarvoor betalingsbewijzen moeten worden overgelegd. Als het betalingsbewijs geen factuur betreft, moet de factuur alsnog achteraf worden overgelegd.
1. Degene aan wie krachtens deze beleidsregels een tegemoetkoming is verstrekt, is verplicht zo spoedig mogelijk en schriftelijk aan het college mededeling te doen van feiten en omstandigheden, waarvan redelijkerwijs duidelijk moet zijn dat deze van invloed kunnen zijn op het recht op een voorziening.
1. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze beleidsregels, geheel of gedeeltelijk intrekken indien beschikt is op grond van gegevens waarvan gebleken is dat die gegevens zodanig onjuist waren dat, waren de juiste gegevens bekend geweest, een andere beslissing zou zijn genomen.
2. Het college kan een besluit, genomen op grond van deze beleidsregels, geheel of gedeeltelijk intrekken indien blijkt dat belanghebbende niet meer voldoet aan de voorwaarden.
3. Indien het recht op een voorziening is ingetrokken kan de op basis daarvan onterecht uitbetaalde financiële tegemoetkoming worden teruggevorderd.
Deze beleidsregels treden in werking op 17 april 2015.
Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als ‘Beleidsregels huishoudelijke hulp gemeente Zwartwaterland 2015’
Zwartewaterland, 14 april 2015
Aldus vastgesteld te Zwartewaterland, op 14 april 2015
Burgemeester en wethouders van Zwartewaterland,
de secretaris, de burgemeester,
J.Dijkstra ing. E.J.Bilder
In het Wmo beleidsplan ‘Omzien naar Elkaar’ heeft de gemeenteraad vastgesteld dat de huishoudelijke hulp alleen nog beschikbaar is voor mensen die het nodig hebben en het zelf niet kunnen betalen. Om voorstaande doelstelling te realiseren heeft het college besloten om de huishoudelijke hulp aan te bieden als algemene voorziening. Voor personen met een laag inkomen en onvoldoende vermogen wordt een vangnetvoorziening in de vorm van een minimaregeling geboden. Deze regeling is nader uitgewerkt in de beleidsregels huishoudelijke hulp gemeente Zwartewaterland 2015.
Artikelsgewijze toelichting
De aanvraag in het kader van het minimabeleid tegemoetkoming huishoudelijke hulp volgt in principe op het gesprek. Indien in het gesprek wordt vastgesteld dat belanghebbende recht heeft op een tegemoetkoming wordt belanghebbende een aanvraagformulier gegeven.
De termijn die hier genoemd wordt, sluit aan bij de bijzondere bijstand.
In dit artikel is bepaald dat bijzondere bijstand kan worden verstrekt aan de belanghebbenden bij wie de noodzaak, de omvang en de duur is vastgesteld. Voorstaande wordt vastgesteld aan de hand van de Wmo richtlijn Indicatieadvisering voor Hulp bij het Huishouden.
In lid 2 is opgenomen dat de toekenning van de tegemoetkoming langer kan duren dan 1 jaar: maximaal 3 opeenvolgende jaren. Er hoeft dan niet elk jaar opnieuw getoetst te worden. Wel dient er in die situatie sprake te zijn van geen draagkracht en moet worden verwacht dat de situatie ongewijzigd blijven.
De algemene voorziening hulp bij het huishouden wordt gevormd door de zorgaanbieders TSN, IJsselheem, Bions en Philadelphia.
Voor de behandeling en beoordeling van aanvragen op grond van deze beleidsregels wordt aangesloten bij de Beleidsregels Bijzondere Bijstand die het college heeft vastgesteld.
De minimaregeling wordt toegekend als de belanghebbende geen of onvoldoende draagkracht uit inkomen of vermogen heeft.
Er is geen draagkracht in het inkomen als het inkomen lager is dan 110% van de WWB-norm (exclusief vakantietoeslag). Is het inkomen hoger dan wordt 40% van het meerdere als draagkracht geteld. Het inkomen wordt verminderd met eventuele buitengewone uitgaven (zoals eigen bijdrage WLZ/WMO, alimentatie- en onderhoudsverplichtingen, hoge woonlasten, voor eigen rekening blijvende studiekosten en de eigen bijdrage kinderopvang).
In afwijking van artikel 2.4 van de Beleidsregels Bijzondere Bijstand gemeente Zwartewaterland wordt de aantoonbare reservering voor uitvaartkosten ter hoogte van € 4.455,00 extra vrijgelaten. Er is sprake van een aantoonbare reservering indien belanghebbende een aparte rekening heeft voor de kosten of een polis voor uitvaartkosten heeft afgesloten. Indien er geen sprake is van een aparte rekening dient belanghebbende in de gelegenheid te worden gesteld deze te openen.
De noodzakelijke kosten door de gemeente Zwartewaterland zijn begrensd tot een maximaal uurtarief van € 16,70 per uur. Belanghebbenden dienen het resterende deel zelf te bekostigen. Indien de eigen bijdrage hoger is dan € 19,40 voor een alleenstaande en € 27,60 voor alleenstaande ouders en gehuwden per 4 weken, wordt een tegemoetkoming verstrekt voor deze kosten.
De zorgaanbieder verstrekt aan de afnemer van de algemene voorziening huishoudelijke hulp een factuur. De op de factuur aangeven uren dienen overeen te komen met de indicatie die de gemeente heeft gesteld. Op basis van de facturen wordt vastgesteld dat kosten zijn gemaakt en wordt de hoogte van de tegemoetkoming bepaald.
Belanghebbende krijgt bij het afgeven van een toekenningsbeschikking tevens een formulier meegezonden waarmee eventuele relevante wijzigingen in draagkracht of thuissituatie kunnen worden doorgegeven.
Een besluit, genomen op basis van deze verordening, kan in bepaalde omstandigheden geheel of gedeeltelijk ingetrokken worden.
Dit zal gebeuren als bij de toekenning voorwaarden gesteld zijn en daar op enig moment niet of niet meer aan is voldaan. In die situatie bestaat ook de mogelijkheid tot terugvordering van hetgeen onterecht ontvangen is , indien de voorziening zich daartoe leent. Dat is in artikel 24 geregeld.
Ook de situatie dat beslist is op onjuist verstrekte gegevens biedt de mogelijkheid een genomen beschikking geheel of ten dele in te trekken. Ook in deze situatie kan terugvordering een mogelijkheid zijn.
Een beslissing wordt genomen met de bedoeling dat men daar een voorziening mee treft. Als binnen 6 maanden na het nemen van de beslissing de voorziening nog niet is getroffen, is er ook de mogelijkheid een beslissing geheel of ten dele in te trekken.
Indien een besluit is ingetrokken (en ook alleen maar in die situatie) kan eventueel tot terugvordering worden overgegaan. Voorwaarde is dat het recht op de voorziening is ingetrokken. Een voorziening in natura, een financiële tegemoetkoming of een pgb kan worden teruggevorderd. Hierbij geldt een privaatrechtelijke procedure. Terugvordering van een voorziening die bestaat uit een natura-verstrekking kan ook als later blijkt dat de verstrekking onterecht is geweest doordat er onjuiste gegevens zijn verstrekt.
Deze artikelen behoeven geen toelichting