Controleverordening Dienst Dommelvallei
Het algemeen bestuur van Dienst Dommelvallei ,
gezien het voorstel van het dagelijks bestuur van 3 februari 2015;
gelet op artikel 213 Gemeentewet en het Besluit accountantscontrole decentrale overheden (BADO);
besluit vast te stellen:
de Controleverordening Dienst Dommelvallei
Artikel 1. Definities
In deze verordening wordt verstaan onder:
  • 1.
    accountant:
een door het algemeen bestuur benoemde:
  • -
    registeraccountant of
  • -
    accountant-administratieconsulent met een aantekening in het inschrijvingsregister als bedoeld in derde lid van artikel 36, Wet op de Accountant-Administratieconsulenten of
  • -
    organisatie waarin voor de accountantscontrole bevoegde accountants samenwerken, belast met de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening.
  • 2.
    accountantscontrole:
de controle van de in artikel 197 Gemeentewet bedoelde jaarrekening uitgevoerd door het algemeen bestuur benoemde accountant van:
  • a.
    het getrouwe beeld van de in de jaarrekening gepresenteerde baten en lasten en de grootte en samenstelling van het vermogen;
  • b.
    het rechtmatig tot stand komen van de baten en lasten en balansmutaties;
  • c.
    het in overeenstemming zijn van de door het dagelijks bestuur opgestelde jaarrekening met de bij of krachtens algemene maatregel van bestuur te stellen regels bedoelt in artikel 186 Gemeentewet;
  • d.
    de inrichting van het financieel beheer en de financiële organisatie gericht op de vraag of
    deze een getrouwe en rechtmatige verantwoording mogelijk maken;
    waarbij de nadere regels die bij of krachtens algemene maatregel van bestuur worden
    gesteld op grond van het zesde lid van artikel 213 Gemeentewet, in acht worden genomen.
  • 3.
    rechtmatigheid in het kader van de accountantscontrole:
het overeenstemmen van het tot stand komen van de financiële beheershandelingen en de vastlegging daarvan met de relevante wet- en regelgeving, zoals bedoeld in het Besluit accountantscontrole decentrale overheden;
  • 4.
    deelverantwoording:
een in opdracht van het algemeen bestuur ten behoeve van de verslaglegging opgestelde verantwoording van een afzonderlijke organisatie-eenheid binnen de organisatie, welke verantwoording onderdeel uit maakt van de jaarrekening.
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
De accountantscontrole wordt opgedragen aan de accountant. De benoeming van de accountant geschiedt voor een periode van vier jaar.
Artikel 3. Informatieverstrekking door het dagelijks bestuur
  • 1.
    Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform de geldende interne - en externe wet- en regelgeving en overlegt deze aan de accountant voor controle.
  • 2.
    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende verordeningen, nota’s, besluiten, deelverantwoordingen, administraties, plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en goed toegankelijk zijn.
  • 3.
    Het dagelijks bestuur overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de controleverklaring en het verslag van bevindingen, uiterlijk 15 april na afloop van het rekeningjaar, aan het algemeen bestuur.
  • 4.
    Alle informatie die na afgifte van de controleverklaring en voor de behandeling van de jaarrekening in het algemeen bestuur beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de jaarrekening geeft, wordt terstond door het dagelijks bestuur, het algemeen bestuur en de accountant gemeld.
Artikel 4. Toegang tot informatie
  • 1.
    De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de accountant voor de uitvoering van zijn controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren, magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de organisatie.
  • 2.
    De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht denkt nodig te hebben. Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de desbetreffende ambtenaren hieraan hun medewerking verlenen.
  • 3.
    Het dagelijks bestuur draagt er zorg voor, dat de ambtenaren van de organisatie zijn gehouden de accountant alle informatie te verstrekken, opdat de accountant zich een juist en volledig oordeel kan vormen over de rechtmatige totstandkoming van baten, lasten, balansmutaties en het gevoerde beheer en over de getrouwheid van de daarover verstrekte informatie.
Artikel 5. Overige controles en opdrachten
  • 1.
    Het dagelijks bestuur kan de accountant opdracht geven tot het uitvoeren van specifieke werkzaamheden met betrekking tot de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid voor zover de onafhankelijkheid van de accountant daarmee niet in het geding komt.
  • 2.
    Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de uitvoering van het beleid betreffende de specifieke uitkeringen volgens de eisen van rechtmatigheid van de ministeries. Het dagelijks bestuur is voor de controle van de rechtmatige besteding van specifieke uitkeringen bevoegd de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang van de organisatie is.
  • 3.
    Het dagelijks bestuur draagt de zorg voor de verantwoording aan derden (Belastingdienst, ABP, Sociale verzekeringsbank, CBS, e.d.) en neemt hierbij de gestelde controle-eisen in acht. Indien een deel van deze vereisten dient te worden uitgevoerd door een accountant, is het dagelijks bestuur bevoegd hiervoor de opdracht te verlenen aan een andere dan de door het algemeen bestuur benoemde accountant, indien dit in het belang van de organisatie is.
Artikel 6. Rapportering
  • 1.
    Indien de accountant bij een controle afwijkingen constateert die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring, meldt hij deze terstond schriftelijk aan het algemeen bestuur en zendt een afschrift hiervan aan het dagelijks bestuur.
  • 2.
    In aanvulling op het in de wet voorgeschreven verslag van bevindingen brengt de accountant over de door hem uitgevoerde (deel-)controles verslag uit over zijn bevindingen van niet van bestuurlijk belang aan de ambtenaar van wie het geldelijk beheer, het vermogensbeheer, de administratie en de beheersdaden zijn gecontroleerd, het hoofd van de afdeling waar de ambtenaar werkzaam is, de controller en het hoofd financiën dan wel andere daarvoor in aanmerking komende ambtenaren.
  • 3.
    De controleverklaring en het verslag van bevindingen worden voor verzending aan het algemeen bestuur door de accountant aan het dagelijks bestuur voorgelegd met de mogelijkheid voor het dagelijks bestuur om op deze stukken te reageren.
  • 4.
    De accountant bespreekt voorafgaand aan de behandeling in het algemeen bestuur van de jaarstukken het verslag van bevindingen met de controller, de directeur en het hoofd financiën.
Artikel 7. Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op 7 april 2015, met dien verstande dat zij van toepassing is op de accountantscontrole van de jaarrekening (en deelverantwoordingen) van het verslagjaar 2014 en later.
Artikel 8. Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald onder de naam “Controleverordening Dienst Dommelvallei”.
 
Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van 7 april 2015.
Het algemeen bestuur voornoemd,
Victor Fijneman, voorzitter
Hans Gaillard, secretaris
 
Toelichting op de artikelen
Artikel 1. Definities
De gehanteerde definities worden toegelicht.
Artikel 2. Opdrachtverlening accountantscontrole
Na afloop van ieder begrotingsjaar moet het dagelijks bestuur verantwoording afleggen aan het algemeen bestuur over het gevoerde bestuur door overlegging van de jaarrekening en het jaarverslag (artikel 197, lid 1 Gemeentewet). Voor het overleggen van deze stukken aan het algemeen bestuur moet de jaarrekening door een bevoegd accountant zijn gecontroleerd (artikel 197, lid 2 Gemeentewet). De accountant controleert de jaarrekening in opdracht van het algemeen bestuur. Het is dan ook het algemeen bestuur, die de accountant aanwijst (artikel 213, lid 2 Gemeentewet).
De periode van de verbintenis met de accountant voor de controle van de jaarrekening wordt in dit artikel vastgelegd.
Artikel 3. Informatieverstrekking door het dagelijks bestuur
Het dagelijks bestuur is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening en het jaarverslag. Ten opzichte van het algemeen bestuur is het dagelijks bestuur ook verantwoordelijk voor de samenstelling van eventuele door het algemeen bestuur geëiste deelverantwoordingen. Artikel 3 van de verordening regelt de verplichtingen van het dagelijks bestuur voor de verstrekking van de achterliggende informatie aan de accountant.
Artikel 4. Toegang tot informatie
De accountant is leidend voor wat betreft de inrichting van de accountantscontrole. Om een goede controle uit te voeren moet hij echter ook onbelemmerd onderzoek kunnen doen. Het artikel legt aan het dagelijks bestuur de plicht op om er voor te zorgen, dat de accountant een onbelemmerde toegang heeft tot alle burelen van de organisatie en de ambtenaren van de organisatie volledig meewerken aan de accountantscontrole.
Artikel 5. Overige controles en opdrachten
Naast de controle van de jaarrekening zijn er meer werkzaamheden binnen de organisatie die de inzet van een accountant (kunnen) vereisen. Zo eisen ministeries voor de verantwoording over de uitvoering van de medebewindstaken (specifieke uitkeringen) vaak een aparte controleverklaring. De aanwijzing van de accountant voor onder andere dit soort accountantscontroles is een bevoegdheid van het dagelijks bestuur. Ook kan het dagelijks bestuur besluiten om advieswerkzaamheden uit te besteden aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant.
Door deze werkzaamheden te gunnen aan de door het algemeen bestuur benoemde accountant kan de onafhankelijkheid en daarmee de integriteit van de accountant ten aanzien van zijn controlewerkzaamheden voor het algemeen bestuur in het geding komen. Op de loer liggende belangenverstrengeling tussen dagelijks bestuur en accountant kan mogelijk een weerslag hebben op de kwaliteit van de controle van de jaarrekening.
Artikel 6. Rapportering
Het 1e lid draagt de accountant op om ingeval bij controlewerkzaamheden afwijkingen worden geconstateerd, die leiden tot het niet afgeven van een goedkeurende verklaring bij de jaarrekening, schriftelijk mededeling te doen aan het algemeen bestuur met een afschrift aan het dagelijks bestuur.
In het 3e lid is een procedure van hoor en wederhoor opgenomen. Het geeft het dagelijks bestuur de mogelijkheid kanttekeningen te plaatsen bij de constateringen in het (concept-)verslag van bevindingen.
Artikel 7. Inwerkingtreding
Dit artikel regelt het moment van inwerkingtreding van de verordening.
Artikel 8. Citeertitel
In dit artikel wordt de naam gegeven waarmee in stukken van de organisatie naar deze verordening kan worden verwezen.
Naar boven