Artikel 7: Toekenning individuele voorzieningen via een beschikking
- 6.
Bij het verstrekken van een individuele voorziening als pgb wordt in de beschikking vastgelegd:
- a)
voor welke individuele voorziening het pgb kan worden aangewend;
- b)
welke kwaliteitseisen gelden voor de besteding van het pgb;
- c)
wat de hoogte van het pgb is en hoe deze is berekend;
- d)
hoe de feitelijke betaling ten laste van het verstrekte pgb plaatsvindt;
- e)
wat de duur is van de verstrekking waarvoor het pgb is bedoeld, en
- f)
de wijze van verantwoording van de besteding van het pgb.
Het
meerjarenbeleidskader jeugdhulp Kempengemeenten 2015-2019 heeft een aantal uitgangspunten benoemd rondom pgb. Bij de beoordeling van de vraag of de inzet van zorg via een pgb wenselijk is, moeten de volgende aspecten worden afgewogen:
- -
Is de kwaliteit geborgd op basis van de beschreven kwaliteitseisen? (zie art 7b, verordening).
- -
Is de persoon voldoende geïnformeerd? (zie art 8.1.3 jeugdwet)
- -
Kan de persoon de verantwoordelijkheden dragen die bij de inkoop van een voorziening komt kijken? (zie art. 8, verordening)
- -
Is pgb doelmatig in de zin van de bijdrage aan het gezinsplan? (zie art. 8.1b, verordening)
- -
Kost de verstrekking middels pgb niet meer dan zorg in natura? (zie art 8.2, verordening)
In geval iemand in aanmerking komt voor specialistische ondersteuning, in de verordening jeugdhulp een individuele voorziening genoemd, zou deze persoon zorg in natura moeten krijgen. Dat is het uitgangspunt in de verordening jeugdhulp. Wanneer het pgb de enige mogelijkheid blijkt op grond van het gezinsplan en deze is niet als zorg in natura te verstrekken, dan kan daarvoor een pgb toegekend worden op basis van een aantal voorwaarden.
In de verordening wordt aangegeven dat het college nadere regels stelt. Deze bepaling komt veel voor in verordeningen. Het vaststellen van een verordening is namelijk een bevoegdheid van de raad. Meestal bepalen zij wat de hoofdlijnen zijn en dat er nadere regels (uitvoeringsbesluit) vastgesteld moeten worden gezien de dualistische visie op de taakverdeling tussen de raad en het college. De nadere regels worden door het college vastgesteld. Een nadere regel is een algemeen verbindend voorschrift. Hierin mogen nieuwe voorwaarden en bevoegdheden staan (binnen de gegeven grenzen). Een nadere regel mag alleen worden opgesteld indien hiervoor een hogere wettelijke basis geldt (jeugdwet).
Een persoonsgebonden budget is een geldbedrag bedoeld om zelf jeugdhulp te betalen. Het college bepaalt of een persoonsgebonden budget wordt toegekend.
Een kind en/of ouder kan zich vanaf 2015 melden bij het Lokaal Ondersteuningsteam (LOT) in zijn of haar betreffende gemeente. Samen met een professional wordt bekeken of de hulpvraag beantwoord kan worden door het LOT of het Kempenteam voor jeugdhulp (KJT). Het LOT en KJT vormen samen het CJG in elke gemeente. Wanneer blijkt dat het LOT of KJT de ondersteuningsvraag niet/of niet geheel kan beantwoorden, kan gekozen worden voor inzet van specialistische ondersteuning (ook wel individuele voorziening genoemd). Samen met het gezin maakt de professional van het LOT of KJT een gezinsplan, waarin doelen worden gesteld. De professional van KJT dan wel LOT, kijkt samen met de aanvrager naar welke vorm van ondersteuning, welke instelling en welke duur noodzakelijk is om de gestelde ondersteuningsvraag te beantwoorden en de doelen uit het gezinsplan te bereiken. Er wordt uitgegaan van zorg in natura ondersteuning bij specialistische ondersteuning. Wanneer de aanvrager zich gemotiveerd op het standpunt stellen dat de individuele voorziening die door een aanbieder wordt geleverd, niet passend is, wordt samen met de professional van het LOT of KJT gekeken naar ondersteuning in de vorm van pgb. Bij deze ondersteuning worden onderstaande nadere regels in acht genomen.
Er wordt gesproken in de beleidsregels over ‘de aanvrager’. De aanvrager kan een jeugdige zijn en / of zijn ouders. Bij jeugdigen onder de 16 jaar zijn het de ouders die over de bekwaamheid moeten beschikken om zorg in te kopen en daarmee ook moeten voldoende aan onderstaande geschiktheidseisen. Bij jeugdigen tussen de 16 en 18 jaar (met uitloop tot 23 jaar ) kan het echter voorkomen dat de jeugdige zelf het contract aangaat met de zorgverlener. Dit is alleen mogelijk als naar oordeel van de professional wordt voldaan aan alle geschiktheidseisen en er geen sprake is van weigeringsgronden.
Hieronder worden kort de processtappen geschetst voor de toekenning van een individuele voorziening middels pgb.
- 1.
aanmelding aanvrager bij LOT’s of Kempenteam voor ondersteuning of jeugdhulp
- 2.
- 3.
vaststellen of de persoon toegang heeft tot een voorziening
- 4.
cliënt en eventueel ouders informeren over het pgb
- 5.
cliënt heeft toegang en wil een pgb
- 6.
- 7.
cliënt voldoet aan voorwaarden, beschikking afgeven
- 8.
cliënt aanmelden bij sociale verzekeringsbank (SVB), budget overmaken naar de SVB, afspraken met SVB volgen
- 9.
Bij het doorlopen van deze stappen worden de onderstaande regels in acht genomen.
Afweging geschiktheid/bekwaamheid
pgb
houder
De aanvrager moet naar het oordeel van het college in staat zijn de aan een budget verbonden
taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Hier wordt aan voldaan wanneer:
- 1.
De aanvrager zelfstandig een redelijke waardering kan maken van zijn belangen ten aanzien van de zorgvraag.
- 2.
De aanvrager die aan de pgb verbonden taken op verantwoorde wijze kan uitvoeren. Bij deze taken kan gedacht worden aan het kiezen van een zorgverlener die in de zorgvraag voldoet, sollicitatiegesprekken voeren, het aangaan van een contract, het in de praktijk aansturen van de zorgverlener, bewaken van de kwaliteit van de geleverde zorg en het bijhouden van een juiste administratie.
- 3.
De aanvrager goed op de hoogte is van zijn rechten en plichten die horen bij het beheer van een pgb.
- 4.
De aanvrager de werkgeversplichten kan uitvoeren wanneer er sprake is van een ondersteuning of jeugdhulp bij 4 dagen of meer. Denk hierbij onder meer aan het overeenkomen van een redelijk uurloon, het doorbetalen van loon bij ziekte en het hanteren van een redelijke opzegtermijn.
- 5.
De aanvrager samen met de professional van het LOT of het KJT een pgb-plan heeft opgesteld, waar in staat hoe de aanvrager het pgb wil gaan besteden. Daarin wordt minimaal aangegeven wat de zorgvraag is, welke doel bereikt moet worden en de wijze waarop deze doelen behaalt worden, de kwaliteit van zorg (op basis van de kwaliteitseisen), de duur van de ondersteuning en de soort ondersteuning (zie hieronder)
- •
Wat is de ondersteuningsvraag & hoe is deze vraag ontstaan?
- •
Waarom is een Pgb gewenst?
- •
Bij welke ondersteuning is de aanvrager gebaat? hoe draagt deze ondersteuning bij aan zijn/haar zelfredzaamheid?
- •
Bij wie en hoe zal de aanvrager zijn ondersteuning inkopen? (selectie zorgaanbieder, aangaan contract, aansturen zorgaanbieder, bijhouden administratie);
- •
Resultaat- en kwaliteitsafspraken die gemaakt worden met aanbieder: randvoorwaarden in de uitvoer wijze van verantwoording.
- •
De verwachte omvang en duur van de ondersteuning
- •
- •
Afspraken over evaluatiemomenten
In het geval de cliënt zelf niet beschikt over de benodigde vaardigheden om de regie te voeren over het pgb, kan in een aantal situaties toch een pgb verstrekt worden met de hulp van iemand uit het eigen netwerk of een wettelijk vertegenwoordiger. Deze persoon zal in dat geval ook bij de inhoudelijke gesprekken aanwezig moeten zijn. Daarbij gelden dezelfde afwegingscriteria als bij de beoordeling van de aanvrager.
Het college kan pgb weigeren wanneer:
- 1.
Er sprake is van spoedeisende hulp, een minderjarige die een kinderbeschermingsmaatregel of jeugdreclassering heeft gekregen, of wanneer een jeugdige is opgenomen in een gesloten accommodatie
- 2.
Een overige of andere voorziening aanwezig is en toereikend wordt geacht voor de ondersteuningsvraag. Het college verstrekt een persoonsgebonden budget alleen ten aanzien van individuele voorziening, wanneer dit de enige mogelijkheid blijkt te zijn op grond van het gezinsplan. Er is in dat geval geen vorm van passende zorg in natura voorhanden én de keuze voor pgb wordt gemotiveerd onderbouwd door de aanvrager.
- 3.
De aanvrager zich niet conformeert aan het gezinsplan.
- 4.
Blijkt dat de aanvrager onjuiste of onvolledige gegevens heeft versterkt en de verstrekking van juiste of onvolledige gegevens tot een andere beslissingen zou hebben geleid.
- 5.
Het pgb is bedoeld voor begeleiding- of administratiekosten in verband met het persoonsgebonden budget.
- 6.
De aanvrager niet voldoet aan de aan het pgb verbonden voorwaarden. De voorwaarden zijn:
- -
de aanvrager moet naar oordeel van het college op eigen kracht voldoende in staat zijn de aan pgb verbonden taken op verantwoorde wijze uit te voeren. Dat mag ook met hulp uit zijn sociale netwerk of van een curator, bewindvoerder, mentor of gemachtigde.
- -
een aanvrager moet motiveren dat het door de gemeente gecontracteerde aanbod van maatwerk- of individuele voorzieningen niet passend is in zijn specifieke situaties (voorbeelden: benodigde ondersteuning is niet goed in te plannen of moet op verschillende locaties worden geleverd). Bijvoorbeeld de ondersteuning is vooraf niet goed te plannen, vindt 24/7 op afroep plaats, moet aansluiten op levensovertuiging, verschillende locaties, etc.
- -
naar oordeel van het college is gewaarborgd dat de ondersteuning van goede kwaliteit is. De belangrijkste eisen daarbij zijn dat de zorg veilig, doeltreffend en cliëntgericht geleverd wordt
.
- 7.
De aanvrager het pgb niet of voor een ander doel gebruikt.
- 8.
De aanvrager zich in het verleden niet aan de voorwaarden voor een pgb heeft gehouden.
De aanvrager kan bezwaar aantekenen wanneer het college het pgb weigert zoals in de beschikking is opgenomen
.
Kwaliteit zorg PGB door professionals
Een pgb wordt verstrekt als naar oordeel van het college is gewaarborgd dat de ondersteuning van goede kwaliteit is. Het college toetst vooraf of de kwaliteit van de voorzieningen die de aanvrager van het budget wil betrekken voldoende is gegarandeerd, door middel van het pgb- en gezinsplan. De belangrijkste eisen zijn dat de zorg veilig, doeltreffend en cliëntgericht geleverd wordt.
Voor aanbieders van professionele jeugdhulp gelden in de Jeugdwet de onderstaande specifieke kwaliteitseisen. Deze gelden ook als de zorg via een pgb geleverd wordt door professionals.
- 1.
De jeugdhulpaanbieder verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder. De jeugdhulpaanbieder organiseert zich op zodanige wijze, voorziet zich kwalitatief en kwantitatief zodanig van personeel en materieel en dragen zorg voor een zodanige verantwoordelijkheidstoedeling, dat een en ander leidt of redelijkerwijs moet leiden tot verantwoorde hulp. De hulpverlener neemt bij zijn werkzaamheden de zorg van een goede hulpverlener in acht en handelt daarbij in overeenstemming met de op hem rustende verantwoordelijkheid, voortvloeiende uit de voor die hulpverlener geldende professionele standaard
.
- 2.
De jeugdhulpaanbieder is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouders aan wie de jeugdhulpaanbieder jeugdhulp verleent. Een verklaring is niet eerder afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene gaat werken voor de aanvrager
.
- 3.
De kwaliteit van de voorziening moet voldoende zijn om de gestelde doelen in het gezinsplan te kunnen realiseren. De geleverde voorziening wordt afgestemd met de persoonlijke situatie van de aanvrager en eventuele andere vormen van hulp/zorg in het gezin.
- 4.
systematische bewaking, beheersing en verbetering van kwaliteit van de hulpverlening
;
- 5.
De jeugdhulpaanbieder stellen een meldcode vast waarin stapsgewijs wordt aangegeven hoe wordt omgegaan met signalen van huiselijk geweld of kindermishandeling
.
- 6.
De jeugdhulpaanbieder doet melding van iedere calamiteit of geweld die bij de verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering ervan plaatsvindt;
- 7.
De jeugdhulpaanbieder stelt een vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak uit te oefenen
.
- 8.
De jeugdhulpaanbieder handelt volgens een privacy protocol conform artikel 13 van de verordening jeugdhulp.
Hoogte
pgb
voor professionals
- 1.
is gebaseerd op een mede door de jeugdige of zijn ouders opgesteld pgb-plan over hoe zij het pgb gaan besteden en op welke wijze het pgb gaat bijdragen aan de in het gezinsplan geformuleerde doelen.
- 2.
is toereikend om effectieve en kwalitatief goede zorg in te kopen. De tarieven voor het pgb dienen in ieder geval een situatie te realiseren waarbij de aanvrager in staat wordt gesteld de jeugdhulp die tot de individuele voorziening behoort ook echt te kunnen inkopen.
- 3.
bedraagt ten hoogste een maximum van de kostprijs van de in de betreffende situatie goedkoopst adequate individuele voorziening in natura. De maximale tarieven voor individuele voorzieningen, specialistische jeugdzorg, voor zorg in natura zijn vastgesteld tijdens de aanbestedingsprocedure door de inkooporganisatie Eindhoven.
Het college hanteert het standpunt dat het pgb aan de inkoop van zorg en ondersteuning dient te worden besteed. Dit betekent dat kosten als gevolg van administratie, bemiddeling, eenmalige uitkering, coördinatie, feestdagenuitkering, reiskosten en verantwoordingsvrij bedrag niet ten lasten mogen worden gelegd van het pgb-budget.
Als een aanvrager met het pgb een voorziening wil bekostigen die duurder is dan de natura voorziening, dan mag het pgb niet op voorhand geweigerd worden. Indien het tarief van de door de aanvrager gewenste aanbieders hoger is, blijft de hoogte van het pgb gelijk aan het tarief dat is bepaald op basis van hierboven genoemde punten. De extra kosten om de jeugdhulp uit het pgb te contracteren, worden betaald door de aanvrager.
Voor de jeugdhulp ondersteuning worden de volgende tarieven gehanteerd voor PGB ondersteuning van professionals en zelfstandig zonder personeel (ZZP).
- 1.
Voor de voorzieningen begeleiding individueel, begeleiding groep, kortdurend verblijf en persoonlijke verzorging worden de maximum pgb-tarieven overgenomen zoals het zorgkantoor deze in 2014 voor de AWBZ hanteert.
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Begeleiding groep zonder vervoer
|
|
Begeleiding groep met vervoer
|
|
|
|
€ 4, 21 (€ 101,00 per etmaal )
|
2. Voor voorzieningen, niet zijnde de voorzieningen genoemd onder 1, is er sprake van een 80 % van het tarief dat het college heeft afgesproken voor deze diensten met gecontracteerde zorgaanbieders (ZIN) bij het inschakelen van medewerkers in loondienst bij een zorgorganisatie en zelfstandige zonder personeel (ZZP).
Beperkingsgronden
pgb
sociaal netwerk
Het pgb kan worden ingezet om niet-professionele zorgverleners mee te betalen. Dit kan bijvoorbeeld iemand zijn uit het sociale netwerk van de aanvrager. Tot het sociale netwerk worden personen gerekend uit de huiselijke kring en andere personen met wie iemand een sociale relatie onderhoudt. Bij deze laatste groep kan gedacht worden aan familieleden die niet in hetzelfde huis wonen, buren, vrienden, kennissen, etc.
Het uitgangspunt hierbij is dat het pgb voor niet-professionele zorgverleners beperkt dient te blijven tot die gevallen waarin dit aantoonbaar tot betere en effectievere ondersteuning leidt en doelmatiger is dan de inzet van een voorziening zorg in natura of een voorziening middels pgb door een professional. Daarnaast is het niet de bedoeling dat het pgb ingezet wordt om mantelzorgers te betalen voor een vorm van ondersteuning die ze eerder onbetaald konden en wilden verrichtten (een vorm van oneigenlijk gebruik van het pgb).
Zorg die ingekocht wordt met een pgb kan geleverd worden door iemand uit het sociale netwerk. Voor jeugd is het alleen toegestaan voor de zorgcategorie
persoonlijke verzorging, kortdurend verblijf, vervoer en begeleiding. Voor jeugd geldt dat een ouder zelf de zorgverlener mag zijn voor zijn of haar kind en ook gemachtigd zijn als pgb houder
.
De persoon aan wie een pgb wordt verstrekt, kan de jeugdhulp onder de volgende voorwaarden
betrekken van een persoon die behoort tot het sociale netwerk:
- 1.
Als de dienst zorg omvat waarvoor krachtens landelijk geldende kwaliteitscriteria een minimale opleiding vereist is, beschikt de persoon over de desbetreffende kwalificatie
.
- 2.
dat deze persoon een lager tarief krijgt betaald voor zijn diensten dan het ingevolge het vastgestelde tarief voor een professional.
- 3.
dat deze persoon heeft aangegeven dat de zorg aan de belanghebbende voor hem niet tot overbelasting leidt, en
- 4.
dat tussenpersonen of belangbehartigers niet uit het pgb mogen worden betaald
.
Voor gezinsleden binnen hetzelfde huishouden als de aanvrager maakt de gemeente gebruik van de bepalingen rond gebruikelijke zorg die zijn vastgelegd in het protocol ‘Gebruikelijke zorg van het CIZ’, zie bijlage 1. Wanneer de ondersteuningsvraag getypeerd kan worden als gebruikelijke zorg, wordt geen pgb versterkt. Gebruikelijke zorg wordt omschreven worden als “de normale, dagelijkse zorg die partners, ouders, inwonende kinderen of andere huisgenoten geacht worden elkaar onderling te bieden”.
Kwaliteitseisen
pgb
sociaal netwerk
Voor de inzet van mensen uit het sociale netwerk voor ondersteuning zijn de volgende kwaliteitseisen van toepassing.
- 1.
De persoon verleent verantwoorde hulp, waaronder wordt verstaan hulp van goed niveau, die in ieder geval veilig, doeltreffend, doelmatig en cliëntgericht wordt verleend en die is afgestemd op de reële behoefte van de jeugdige of ouder.
- 2.
De persoon is in het bezit van een verklaring omtrent het gedrag als bedoeld in artikel 28 van de Wet justitiële en strafvorderlijke gegevens van personen die in hun opdracht beroepsmatig of niet incidenteel als vrijwilliger in contact kunnen komen met jeugdigen of ouders aan wie de jeugdhulpaanbieder jeugdhulp verleent. Een verklaring is niet eerder afgegeven dan drie maanden voor het tijdstip waarop betrokkene is gaan werken voor de aanvrager.
- 3.
De kwaliteit van de voorziening moet voldoende zijn om de gestelde doelen in het gezinsplan te kunnen realiseren. De geleverde voorziening wordt afgestemd met de persoonlijke situatie van de aanvrager en eventuele andere vormen van hulp/zorg in het gezin.
- 4.
De persoon doet melding van iedere calamiteit of geweld die bij de verlening van jeugdhulp of bij de uitvoering ervan plaatsvindt.
- 5.
De persoon stelt een vertrouwenspersoon in de gelegenheid zijn taak uit te oefenen.
Hoogte
pgb
voor sociaal netwerk
Voor niet-opgeleide personen uit het eigen netwerk geldt een lager tarief dan voor een professionele hulpverlener in dienst bij een aanbieder of als zelfstandige. Voor een voorziening met ondersteuning uit het sociale netwerk bedraagt het pgb ten hoogste € 20,00 per uur, maar niet meer dan 80% van het toepasselijke tarief voor Zorg in Natura. Dit tarief kan jaarlijks door het college worden geïndexeerd.
Voor de uitbetaling wordt per 1 januari 2015 een zogenoemd trekkingsrechtmodel gehanteerd. Hierbij krijgen Pgb houders geen geld meer op de eigen rekening gestort, maar wordt op factuurbasis uitbetaald aan de door de Pgb-houder gecontracteerde zorgverlener.
Om redenen van uniformiteit, doelmatigheid en gecoördineerde aanpak van fraude is door de regering het trekkingsrecht ingevoerd en centraal belegt bij één organisatie, de Sociale Verzekeringsbank (SVB). Door gestandaardiseerde uitvoering van het trekkingsrecht kan fraude worden tegengegaan en op landelijke schaal worden aangepakt.
De pgb houder is verplicht zich te houden aan de door de SVB gestelde bepalingen rondom het trekkingsrecht. Niet voldoen aan de bepalingen van de SVB t.a.v. het trekkingsrecht kan tot gevolg hebben dat het pgb wordt ingetrokken.
- 1.
De pgb-houder sluit een of meerdere zorgcontracten af met zorgverleners.
- 2.
De gemeente of de SVB voert een inhoudelijke toets uit op de contracten. De SVB beoordeelt en controleert deze zorgcontracten op arbeidsrechtelijke aspecten.
- 3.
De budgethouder dient declaraties in bij de SVB en fiatteert deze.
- 4.
De SVB controleert de declaraties en betaalt uit aan zorgverlener.
- 5.
De SVB verzorgt het budgetoverzicht zodat de PGB-houder en de gemeente op ieder moment inzicht hebben in de uitgaven en het resterende budget.
- 6.
De SVB stelt een eindoverzicht op, vraagt bij budgethouder na of er nog openstaande facturen zijn en sluit hierna af.
- 7.
De SVB geeft gegevens over het pgb door aan het CAK of aan de gemeente voor de berekening van de ouder bijdrage (niet gesloten verblijf).
- 8.
Aan het einde stort de SVB het eventuele restant terug naar de gemeente.
De SVB zal de door de pgb houder goedgekeurde facturen toetsen op rechtmatigheid en gaat na of de inhoud overeenkomt met de inhoud van de beschikking van de gemeente.
Gemeenten zijn op basis van de Jeugdwet wettelijk verplicht een ouderbijdrage op te leggen. Een ouderbijdrage is verschuldigd voor alle jeugdhulp waarbij sprake is van verblijf buiten het gezin, dat wil zeggen waarbij een jeugdige gedurende een etmaal of een deel daarvan verblijf wordt geboden bij een pleegouder of in een accommodatie van een jeugdhulpaanbieder. De opbrengsten van de ouderbijdrage gaan naar de gemeente die de ouderbijdrage heeft opgelegd. Het CAK zal vanaf januari 2015 de vaststelling en inning van de ouderbijdrage voor gemeenten gaan uitvoeren. De uitvoeringskosten van het CAK worden door het Rijk betaald.
De gemeente alle lopende pgb’s toetsen op doelmatigheid. De gemeente gaat in gesprek met de budgethouder over de behaalde resultaten zoals opgesteld in het gezinsplan en een controle van de kwaliteitseisen waaraan de ondersteuning moet voldoen. In het gezinsplan wordt opgenomen binnen welke termijn(en) de evaluatie plaatsvindt. Tijdens de evaluatie wordt bekeken of een heroverweging noodzakelijk is door te kijken naar passendheid (sluit de pgb ondersteuning aan op de behoefte) en rechtmatigheid (tegengaan van fraude en oneigenlijk gebruik). Waar noodzakelijk worden het gezins- en pgb-plan bijgesteld aan de nieuwe situatie en/of opnieuw vastgesteld welke specialistische hulp nodig is om de actuele ondersteuningsvraag te beantwoorden.
De verantwoordelijkheid om te toetsen op rechtmatigheid, wat belangrijk is voor het tegengaan van fraude, ligt bij de gemeenten. De gemeente kan dit mandateren aan de SVB. Inhoudelijke toetsing van de af te sluiten contracten met de beoogde hulpverleners is noodzakelijk om voor de verantwoording.
De aanvrager moet woonachtig zijn in de gemeente. Alleen als de aanvrager binnen de gemeentegrenzen woont, kan een voorziening worden toegekend. Daarbij wordt gehandeld conform de factsheet woonplaats beginsel, zie bijlage 2 of de laatste daarop ontvangen wijzigingen.
In de jeugdwet is een overgangsperiode van 1 jaar opgenomen waardoor cliënten in 2015 nog
steeds kunnen beschikken over de ondersteuning die hen op grond van de AWBZ,
Zorgverzekeringswet of wet op de Jeugdzorg al was toegekend.
Voor de jeugdwet geldt dat gemeenten voor het jaar 2015 op basis van het overgangsrecht gehouden zijn zorg bij bestaande indicaties te continueren. Voor de Jeugdwet is hierbij in het overgangsrecht vastgelegd dat cliënten recht hebben op continuering bij dezelfde aanbieder, indien dit redelijkerwijs mogelijk is. Dit geldt ook voor reeds afgegeven pgb’s. Een gemeente kan er wel voor kiezen de aanbieder op basis van een pgb in dat geval te contracteren als zorg in natura.
Dit kan blijken u de resultaten van het regionaal inkoopproces voor specialistische jeugdhulp.
In de periode van het overgangsrecht staat centraal dat de cliënt zijn of haar huidige indicatie met het budget moet kunnen verzilveren. In het geval dat de gemeente de geldende indicatie kan eerbiedigen met een lager budget, dan is dit toegestaan. Echter, wanneer de cliënt aantoont dat hij/zij hetzelfde zorgaanbod (binnen de bandbreedte van de CIZ indicatie) niet met een lager budget kan inkopen, dan dient de gemeente een toereikend budget beschikbaar te stellen. Dit geldt uiteraard alleen voor de periode dat de indicatie nog geldig is en uiterlijk tot 1-1-2016. Voor het zorgproduct Regionale Instelling voor Beschermd Wonen (RIBW) en Pleegzorg geldt 5 jaar overgangsrecht. Indien een gemeente niet voldoende budget beschikbaar stelt om de indicatie te verzilveren, dan kan de cliënt bezwaar aantekenen tegen de beschikking
.
De rechten vanuit het oude pgb worden tot uiterlijk 1 januari 2016 eerbied, maar gemeenten kunnen wel eerder dan dat moment met budgethouders met ‘oude’ pgb-rechten in gesprek gaan om te komen tot een nieuw aanbod op grond van de Wmo 2015 en Jeugdwet 2015. Tot het moment dat de cliënt een nieuw aanbod, al dan niet wederom een pgb, onder nieuwe voorwaarden heeft aanvaard, blijven de condities van het bestaande pgb gelden.