Beleidsregel bekostiging bewegingsonderwijs (speciaal) basisonderwijs Someren 2015.
 
 
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Someren ;
 
gelet op de artikel 177 en 136 van de Wet op het primair onderwijs;
 
b e s l u i t :
 
vast te stellen de Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor (speciaal) basisonderwijs Someren 2015.
Artikel 1. Omvang en bekostiging gebruik
  • 1.
    Het bekostigingsbedrag voor een lokaal bewegingsonderwijs door een school voor basisonderwijs is gebaseerd op het aantal klokuren per week dat is opgenomen op het door het college vastgestelde rooster bewegingsonderwijs.
  • 2.
    Voor een basisschool wordt het maximaal aantal klokuren dat voor bekostiging in aanmerking komt vastgesteld op basis van het overeenkomstig artikel 14 van het Besluit bekostiging WPO vastgestelde aantal groepen en de splitsingstabel zoals opgenomen in de bijlage bij deze beleidsregel. Het aantal klokuren bedraagt ten hoogste 1,5 klokuur per week per groep leerlingen van 6 jaar en ouder en, als de school voor basisonderwijs niet beschikt over een speellokaal, ten hoogste 3,75 klokuur per week per groep leerlingen jonger dan zes jaar.
  • 3.
    Het bevoegd gezag van een niet door de gemeente in stand gehouden school voor basisonderwijs dat eigenaar is van een lokaal bewegingsonderwijs ontvangt jaarlijks bekostiging. De hoogte van de bekostiging wordt vastgesteld volgens het bepaalde in de bijlage bij deze regeling, op basis van het op grond van het eerste lid vastgestelde rooster bewegingsonderwijs. Wanneer er sprake is van medegebruik van het lokaal bewegingsonderwijs door een of meer andere scholen voor basisonderwijs wordt voor het bepalen van de hoogte van de vergoeding het aantal klokuren getotaliseerd.
  • 4.
    Het college keert de ingevolge het derde lid vastgestelde jaarlijkse vergoeding in driemaandelijkse termijnen uit aan het bevoegd gezag als bedoeld in het tweede lid, waarbij de eerste termijn aanvangt aan het begin van het schooljaar.
Artikel 2. Indexering  
De in de bijlage gehanteerde normbedragen voor de klokuurvergoeding worden jaarlijks bijgesteld
op basis van het jaarlijks door de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap in het
bekostigingsstelsel basisonderwijs opgenomen prijsindexcijfer.
Artikel 3. Citeertitel; inwerkingtreding
  • 1.
    Deze regeling kan worden aangehaald als: Beleidsregel bekostiging lokalen bewegingsonderwijs voor (speciaal) basisonderwijs gemeente Someren 2015.
  • 2.
    Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
 
Deze beleidsregel treedt, na bekendmaking, in werking op 1 januari 2015.
Burgemeester en wethouders van Someren,
 
De secretaris, de burgemeester,
Drs. A.P.M. de Kok, A.p.m. Veltman
Bijlage Grondslag bekostiging voor materiële instandhouding lichamelijke oefening
Algemeen
Het college is op grond van de Wet op het primair onderwijs verantwoordelijk voor het vaststellen van het aantal klokuren waarop de school voor basisonderwijs aanspraak maakt. De uitgangspunten voor het berekenen van het aantal klokuren zijn onderstaand nader uitgewerkt.
 
Basisschool
Het aantal gymgroepen, zoals bedoeld in artikel 1, wordt vastgesteld op het aantal groepen dat wordt berekend met de volgende formule G = (A B C D):
A =
0,05 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 4 tot en met 7 jaar op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.
B =
0,0343 x het aantal leerlingen in de leeftijd van 8 jaar en ouder dat op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.
C =
1,5642 – (het aantal leerlingen op de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO, x 0,0115), met dien verstande dat C niet kleiner is dan nul.
D =
0,0179 x het schoolgewicht, bedoeld in artikel 27 van het Besluit bekostiging WPO, waarbij als teldatum wordt aangemerkt de datum, bedoeld in artikel 14, derde lid, van het Besluit bekostiging WPO.
Afronding: De factoren A, B, C en D worden onafgerond gebruikt in de berekening en de factor G wordt rekenkundig afgerond op een geheel getal.
De uitkomst van de berekening geeft het totaal aantal groepen weer. Om het aantal gymgroepen 6-12 jarigen te bepalen moet tabel 1 worden gehanteerd. In deze tabel is opgenomen de genormeerde splitsing van het aantal gymgroepen leerlingen in groepen 4- en 5-jarigen en groepen 6- tot en met 12-jarigen voor het bewegingsonderwijs.
Tabel 1. Splitsingstabel aantal groepen leerlingen
Aantal gymgroepen per school (G)
Aantal gymgroepen 4/5-jarigen
Aantal gymgroepen 6/12-jarigen
2
1
1
3
1
2
4
2
2
5
2
3
6
2
4
7
3
4
8
3
5
9
3
6
10
3
7
11
4
7
12
4
8
13
4
9
14
5
9
15
5
10
16
5
11
17
6
11
18
6
12
19
6
13
20
6
14
21
7
14
22
7
15
23
7
16
24
8
16
25
8
17
26
8
18
27
9
18
28
9
19
29
9
20
30
9
21
31
10
21
32
10
22
33
10
23
34
11
23
35
11
24
36
11
25
37
11
26
38
12
26
39
12
27
40
12
28
41
13
28
42
13
29
43
13
30
44
14
30
45
14
31
46
14
32
47
14
33
48
15
33
49
15
34
50
15
35
Bekostiging gebruik lokalen bewegingsonderwijs
De bekostigingsbedragen, bedoeld in de artikel 117, derde lid, en 136, eerste en tweede lid, van de Wet op het primair onderwijs worden vastgesteld overeenkomstig het bepaalde in tabel 3. Een bekostigingsbedrag bestaat uit een vast bedrag en een variabel bedrag per vastgesteld klokuur. De bedragen bevatten een vergoeding voor onderhoud van het gebouw, voor zover dit onderhoud niet valt onder het onderhoud als bedoeld in bijlage II van de Verordening materiële financiële gelijkstelling onderwijs Someren 2015, de materiële instandhouding en een vergoeding voor het vervangen en aanpassen van onderwijsleerpakket en meubilair. De hoogte van de vergoeding is afhankelijk van het stichtingsjaar van het lokaal bewegingsonderwijs en de oppervlakte van de oefenzaal.
Tabel 2. Bekostigingsbedragen gebruik lokalen bewegingsonderwijs
Stichtingsjaar en omvang
Vast bedrag
Variabel bedrag
Tot 1987
 
 
-< 90 m2
€ 2.886,26
€ 350,69
-90-130 m2
€ 3.703,55
€ 443,77
-130-170 m2
€ 4.049,55
€ 478,90
-170-190 m2
€ 3.864,55
€ 523,97
-190-230 m2
€ 3.701,22
€ 577,26
-> 230 m2
€ 4.188,91
€ 645,75
Vanaf 1987
 
 
->= 252 m2
€ 3.325,94
€ 587,22
Medegebruik/huur van een niet-eigen voorziening
Naast bewegingsonderwijs in een eigen lokaal van de school is er tevens bewegingsonderwijs mogelijk in een bestaand lokaal bewegingsonderwijs door middel van medegebruik of huur van een andere school, de gemeente of een commerciële exploitant. Afhankelijk van de eigenaar van de accommodatie bestaat recht op de volgende vergoeding:
  • a.
    als een school voor basisonderwijsgebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van de gemeente wordt dit lokaal door het college om niet aan de school in gebruik gegeven;
  • b.
    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van de gemeente vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het college het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;
  • c.
    als een school voor basisonderwijs gebruik maakt van een lokaal bewegingsonderwijs waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;
  • d.
    als een school voor basisonderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor basisonderwijs, vergoedt het college aan het bevoegd gezag het vaste deel van het klokuuurbedrag en naar rato van het aantal klokuren het variabele deel van het klokuurbedrag;
  • e.
    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een school voor basisonderwijs, waarvan het bevoegd gezag juridisch eigenaar is, vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;
  • f.
    als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een andere school voor voortgezet onderwijs vergoedt het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs aan het andere bevoegd gezag het vaste deel en het variabele deel van het klokuurbedrag naar rato van het aantal klokuren gebruik;
  • g.
    als een school voor basisonderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancierd vergoedt het college aan de commerciële exploitant de huurprijs die is onderverdeeld in een vergoeding voor de stichtingskosten en materiële instandhouding;
  • h.
    Als een school voor voortgezet onderwijs gebruik maakt van het lokaal bewegingsonderwijs van een derde en het college deze investering niet heeft gefinancieerd vergoedt het college aan de commerciële exploitant de stichtingskosten en het bevoegd gezag van de school voor voortgezet onderwijs vergoedt aan de commerciële exploitant de vergoeding materiële instandhouding.
Toelichting
In deze beleidsregel is de vergoeding voor lokalen bewegingsonderwijs nader geregeld. De verlegging per 1 januari 1997 van de geldstroom 'materiële instandhouding gymnastiek' voor het primair onderwijs naar de gemeenten via het Gemeentefonds leidt tot de opdracht aan het college om na overleg met de schoolbesturen voor het onderwijs in lichamelijke opvoeding het aantal klokuren vast te stellen dat ten hoogste per groep leerlingen voor vergoeding in aanmerking komt (artikel 117 en artikel 136 WPO). Deze wettelijke opdracht is nader uitgewerkt in deze beleidsregel.
 
Artikel 1. Omvang en bekostiging geb ruik
Lid 1
De capaciteit en het gebruik van lokalen bewegingsonderwijs wordt uitgedrukt in een aantal klokuren onderwijsgebruik. De formulering 'ten hoogste' betekent dat het college ook minder klokuren kan bekostigen wanneer op basis van het activiteitenplan van de school het gebruik van lokaal bewegingsonderwijs onder dit niveau ligt. De formulering sluit tevens uit dat het gebruik boven deze norm voor bekostiging van gemeentewege in aanmerking komt.
Leden 2 en 3
Hier wordt de hoogte en wijze van vergoeding geregeld voor het gebruik door het primair onderwijs van lokalen bewegingsonderwijs die in eigendom zijn van een schoolbestuur van een niet door de gemeente in stand gehouden school. Anders dan voor de lokalen bewegingsonderwijs die door of vanwege de gemeente beschikbaar zijn voor het onderwijsgebruik, moet in dit geval een vergoeding aan het schoolbestuur worden verstrekt.
Een school voor primair onderwijs welke een gemeentelijke accommodatie gebruikt als lokaal bewegingsonderwijs krijgt hiervoor geen vergoeding. De gemeente bekostigt immers tot aan het genoemde maximum in het eerste lid zelf de exploitatie van dit gebruik. Wanneer een schoolbestuur, niet zijnde de gemeente, eigenaar is van de accommodatie dan dient dit wel een vergoeding te ontvangen teneinde de kosten van het onderwijsgebruik te kunnen dekken.
Naar boven