Verordening tot wijziging van de Verordening leerlingenvervoer gemeente Hellendoorn 2014 (eerste wijziging)
Nijverdal, 21 april 2015 Nr. 15INT00985
 
De raad van de gemeente Hellendoorn;
 
Gezien het voorstel van het college van Burgemeester en Wethouders van 24 maart 2015;
 
Gelet op de artikelen 4 van de Wet op het primair onderwijs, 4 van de Wet op de expertisecentra en 4 van de Wet op het voortgezet onderwijs;
 
b e s l u i t :
 
de Verordening leerlingenvervoer gemeente Hellendoorn 2014 als volgt te wijzigen (eerste wijziging):
Artikel 1
Artikel 17, eerste lid wordt gelezen als volgt:
Artikel 17 Bekostiging van de kosten van openbaar vervoer (met begeleiding) en vervoer per fiets
  • 1.
    Het college verstrekt aan de ouders van de leerling, die een school voor voortgezet speciaal onderwijs, zoals bedoeld in artikel 16 lid 1, aanhef en onder b bezoekt, bekostiging op basis van de kosten van het openbaar vervoer van de leerling indien de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school meer dan vier kilometer bedraagt.
Artikel 2
Artikel 18, eerste lid wordt gelezen als volgt:
Artikel 18 Vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer
  • 1.
    Het college verstrekt een vervoersvoorziening in de vorm van aangepast vervoer aan de ouders van de leerling, die een school, zoals bedoeld in artikel 16, bezoekt, indien:
    • a.
      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17, lid 1 of artikel 17, lid 2 en de leerling met gebruikmaking van openbaar vervoer naar school of terug, meer dan anderhalf uur onderweg is en de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd per openbaar vervoer kan worden teruggebracht;
    • b.
      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17, lid 1 of artikel 17 lid 2 en openbaar vervoer ontbreekt, tenzij de leerling naar het oordeel van het college onder begeleiding gebruik kan maken van het vervoer per fiets;
    • c.
      aanspraak bestaat op bekostiging zoals bedoeld in artikel 17 lid 2 en door de ouders ten behoeve van het college genoegzaam wordt aangetoond dat begeleiding van de leerling door henzelf of anderen onmogelijk is dan wel tot ernstige benadeling van het gezin zal leiden en een andere oplossing niet mogelijk is; of
    • d.
      de leerling, naar het oordeel van het college, gelet op zijn structurele lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap niet in staat is – ook niet onder begeleiding – van openbaar vervoer gebruik te maken.
Artikel 3
Dit besluit treedt in werking met ingang van de dag, volgende op die van zijn bekendmaking, en werkt terug tot 1 april 2015.
 
De raad voornoemd,
de griffier, de voorzitter,
Naar boven