Vaststellen van een Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening (parkeren van fietsen) (3A, 2015, nr. 15/39)
 
Afdeling 3A
Nummer 15/39
Publicatiedatum 13 februari 2015
Agendapunt 8
Datum besluit B&W 16 december 2014
Onderwerp
Vaststellen van een Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening (parkeren van fietsen)
De gemeenteraad van Amsterdam
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 16 december 2014 (Gemeenteblad 2015, afd. 1, nr. 39),
Besluit:
I.vast te stellen de volgende
Verordening tot wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening, vastgesteld bij raadsbesluit van 20 augustus 2008 (Gemeenteblad 2008,
afd. 3A, nr. 155/390) en voor het laatst gewijzigd op 2 december 2013 (Gemeenteblad 2013, afd. 3A, nr. 323/1037).
Artikel 1
Artikel 4.27 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Artikel 4.27 Parkeren van fietsen en bromfietsen
  • 1.
    Het is verboden een fiets, bromfiets of gehandicaptenvoertuig te parkeren als daardoor:
    • a.
      op de weg de doorgang wordt gehinderd of belemmerd;
    • b.
      de veiligheid of de doorstroming van of het uitzicht voor het verkeer wordt belemmerd;
    • c.
      schade ontstaat of
    • d.
      voor een bewoner of gebruiker van het gebouw waartegen of waarvoor de fiets, bromfiets of het gehandicaptenvoertuig staat geparkeerd, de doorgang of het uitzicht wordt belemmerd.
  • 2.
    Het is verboden:
    • a.
      een fiets of bromfiets te parkeren in door het college daarvoor aangewezen gebieden, langer dan een door het college te bepalen periode;
    • b.
      fietsen of bromfietsen die rijtechnisch in onvoldoende staat van onderhoud en in een kennelijke verwaarloosde toestand verkeren, op of aan de weg te laten staan.
  • 3.
    Het college kan in het belang van de veiligheid en ter voorkoming van hinder een gebied aanwijzen waarin fietsen of bromfietsen uitsluitend in een daarvoor bestemde voorziening mogen worden geparkeerd.
  • 4.
    Het is verboden een fiets of een bromfiets in een gebied als bedoeld in het derde lid buiten een voor parkeren bestemde voorziening te plaatsen.;
    • II.
      kennis te nemen van de volgende wijziging van de toelichting op artikel 4.27 van de Algemene Plaatselijke Verordening:
De negende alinea van de toelichting op dit artikel, die begint met ‘Het tweede lid van dit artikel’, wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:
Het tweede lid van dit artikel geeft het college in onderdeel a de mogelijkheid om gebieden aan te wijzen waar fietsen en bromfietsen slechts een beperkte tijd geplaatst mogen worden, ongeacht of ze in of buiten de daartoe bestemde fietsparkeervoorzieningen zijn geplaatst.
Gedacht kan worden aan gebieden met een hoge fietsparkeerdruk, zoals rondom trein- en metrostations, onderwijsinstellingen, uitgaans- en winkelgebieden. Daar is het onwenselijk dat de schaarse fietsparkeercapaciteit en overige plekken in de openbare ruimte worden ingenomen door fietsen die niet of nauwelijks worden gebruikt.
Ook kan deze bevoegdheid in woongebieden worden toegepast om te voorkómen dat fietsen schaarse fietsparkeerruimte langdurig in beslag nemen zonder dat ze worden gebruikt.
De duur van de maximaal toegestane parkeertijd kan worden afgestemd op de aard van de locatie waar dit verbod geldt.;
III.te bepalen dat deze verordening in werking treedt drie dagen na publicatie in het Gemeenteblad.
Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd
in zijn vergadering op 11 februari 2015.
De voorzitter
mr. E.E. van der Laan
De raadsgriffier
mr. M. Pe
Naar boven