Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering hondenbelasting 2004 (3A, 2014, nr. 326/1205)
 
Afdeling 3A
Nummer 326/1205
Publicatiedatum 24 december 2014
Agendapunt 37
Datum besluit B&W 18 november 2014
Onderwerp
Wijzigen van de Verordening op de heffing en invordering hondenbelasting 2004
Integrale tekst van het raadsbesluit dat is genomen op 18 november 2014 (Gemeenteblad 2014, afd. 3A, nr. 326/1205)
De gemeenteraad van Amsterdam
Gezien de voordracht van burgemeester en wethouders van 18 november 2014 (Gemeenteblad afd. 1, nr. 1205);
Gelet op de artikelen 216 en 226 van de Gemeentewet,
Besluit:
I.de Verordening op de heffing en invordering van hondenbelasting 2004, vastgesteld bij zijn besluit van 10 december 2003 (Gemeenteblad 2003, afd. 3A, nr. 241/702), laatstelijk gewijzigd bij zijn besluit van 21 december 2011 (Gemeenteblad 2011, afd. 3A, nr. 252/1195), te wijzigen als volgt:
artikel 3 dient als volgt te worden gelezen:
Artikel 3 Vrijstellingen
  • 1.
    In dit artikel wordt verstaan onder hondenasiel: aan één locatie gebonden ruimte of ruimtes, bestemd of gebruikt voor het in bewaring houden van honden die zwervend zijn aangetroffen, dan wel waarvan door de eigenaar permanent afstand is gedaan, welke locatie als inrichting is aangemeld overeenkomstig artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren.
  • 2.
    De belasting wordt niet geheven ter zake van een hond:
    • a.
      die uitsluitend dient om blinde personen te leiden;
    • b.
      die uitsluitend dient om lichamelijk gehandicapten bij te staan en waarvoor de houder een voor die hond geldend diploma of certificaat, afgegeven door de Stichting Sociale Honden voor Gehandicapten Nederland, kan tonen;
    • c.
      die verblijft in een hondenasiel;
    • d.
      die uitsluitend ten verkoop of aflevering in voorraad worden gehouden in een inrichting als bedoeld in artikel 3.7, eerste lid, van het Besluit houders van dieren;
    • e.
      die jonger is dan drie maanden, voor zover deze tezamen met de moederhond door dezelfde persoon worden gehouden;
    • f.
      waarvan de houder een voor zijn hond geldend diploma, afgegeven door de Koninklijke Nederlandse Politiehondenvereniging, kan tonen.
  • 3.
    De vrijstelling als bedoeld onder f van het tweede lid, is alleen van toepassing, indien de houder zich heeft verbonden, de desbetreffende hond met begeleider op aanvraag aan de politie ter beschikking te stellen;
II. te bepalen, dat het onder I gestelde in werking treedt met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking, met als datum van ingang van wijziging 1 januari 2015.
Aldus besloten door de gemeenteraad voornoemd
in zijn vergadering op 17 december 2014.
De voorzitter
mr. E.E. van der Laan
De raadsgriffier
mr. M. Pe
Naar boven