Hollands Kroon - Handhavingsverordening Participatiewet, loaw en loaz gemeente Hollands Kroon 2015
 
Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen
De gemeenteraad heeft op 18 december 2014 de Handhavingsverordening Participatiewet, loaw en loaz gemeente Hollands Kroon 2015 vastgesteld.
De wet schrijft voor dat een gemeente moet beschikken over deze verordening. In de verordening leest u onder andere:
1.Het college is verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen
gericht op het voorkomen van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat het college cliënten en burgers vroegtijdig voorlicht over verplichtingen en rechten en instrumenten inzet om de dienstverlening te optimaliseren waardoor een spontane naleving van regels bevorderd wordt.
2.Het college neemt repressieve maatregelen gericht op het bestrijden van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat overtreding en fraude vroegtijdig geconstateerd en afgehandeld wordt.
Inwerkingtreding
De Handhavingsverordening Participatiewet, loaw en loaz gemeente Hollands Kroon 2015 treedt met terugwerkende kracht tot 1 januari 2015 in werking. U kunt hieronder de inhoud nalezen. Ook ligt de verordening vanaf 16 januari 2015 voor een periode van twaalf weken kosteloos ter inzage in het gemeentekantoor in MFA De Ontmoeting, De Verwachting 1, 1761 VM in Anna Paulowna. U kunt op verzoek een kopie van de verordening krijgen. Hieraan zijn kosten verbonden.
Geen bezwaar
Tegen het vaststellen van een verordening kan geen bezwaar worden gemaakt.
Handhavingsverordening Participatiewet, loaw en loaz gemeente Hollands Kroon 2015
Artikel 1.1 Begripsomschrijving
  • 1.
    In deze verordening wordt verstaan onder:
    • a.
      het college: het college van de gemeente Hollands Kroon, dan wel een medewerker, die namens het college belast is met de uitvoering van de wet;
    • b.
      belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;
    • c.
      Ioaw: inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werknemers;
    • d.
      Ioaz: inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen;
    • e.
      uitkering: de algemene en bijzondere bijstand bedoeld in artikel 5 onderdeel a van de Participatiewet en de inkomensvoorzieningen op grond van de Ioaw en de Ioaz;
    • f.
      re-integratie-voorzieningen: voorzieningen zoals genoemd in de Re-integratieverordening Participatiewet Hollands Kroon 2015.
  • 2.
    Alle begrippen die in deze verordening worden gebruikt en niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Participatiewet, Ioaz, Ioaw en de Algemene wet bestuursrecht.
Hoofdstuk 2 Handhaving
Artikel 2.1 Preventieve en repressieve maatregelen
  • 1.
    Het college is verantwoordelijk voor het nemen van preventieve maatregelen
    gericht op het voorkomen van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat het college clienten en burgers vroegtijdig voorlicht over verplichtingen en rechten en instrumenten inzet om de dienstverlening te optimaliseren waardoor een spontane naleving van regels bevorderd wordt.
  • 1.
    Het college neemt repressieve maatregelen gericht op het bestrijden van fraude. Hieronder wordt onder meer verstaan dat overtreding en fraude vroegtijdig geconstateerd en afgehandeld wordt.
Artikel 2.2 Verificatie en validatie van gegevens
  • 1.
    Het college voert bij de aanvraag, gedurende de uitkering en bij beëindiging van de uitkering onderzoeken uit om de rechtmatigheid te controleren.
  • 2.
    Het college onderzoekt signalen en tips die relevant zijn voor het recht op een uitkering dan wel een re-integratie-voorziening.
  • 3.
    Re-integratie-voorzieningen kunnen worden aangepast of beëindigd indien na controle blijkt dat belanghebbende noodzakelijk inlichtingen voor vaststellen of behoud van uitkering niet of onjuist (heeft) verstrekt.
  • 4.
    Het college stelt in het Onderzoeksplan nadere regels met betrekking tot de controles genoemd in lid 1 en 2.
Artikel 2.3 Aangifte bij Openbaar Ministerie
Indien een gedraging van belanghebbende, als bedoeld in het vorige lid, leidt tot benadeling van de gemeente, doet het college - onverminderd de mogelijkheid de ten onrechte ontvangen kosten van bijstand terug te vorderen - aangifte bij het Openbaar Ministerie, in overeenstemming met de door het Openbaar Ministerie op dit punt gehanteerde uitgangspunten.
Hoofdstuk 3 Terugvordering en verhaal
Artikel 3.1 Opdracht aan het college
  • 1.
    Het college maakt gebruik van haar bevoegdheid om op grond van de Participatiewet, de Ioaw en de Ioaz de uitkering te herzien en in te trekken en van haar bevoegdheid om de uitkering terug te vorderen op grond van die wetten.
  • 2.
    Het college stelt nadere regels met betrekking tot de wijze waarop er gebruik gemaakt wordt van de bevoegdheid om terug te vorderen, het afzien dan wel de kwijtschelding hiervan.
  • 3.
    Het college kan ten aanzien van de terugvordering van kosten van invordering en wettelijke rente, nadere regels stellen.
  • 4.
    Het college kan kosten van een re-integratievoorziening terugvorderen van belanghebbenden die geen recht hebben op een uitkering levensonderhoud en in geval er sprake is van oneigenlijk gebruik van een re-integratievoorziening.
Artikel 3.2 Verhaal
  • 1.
    Het college maakt gebruik van de bevoegdheid om de kosten van bijstand - boven een nader door het college vast te stellen bedrag – te verhalen op grond van de artikelen 61 en 62 van de Participatiewet, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.
  • 2.
    Het college stelt nadere regels vast met betrekking tot de wijze waarop er gebruik gemaakt wordt van de bevoegdheid om te verhalen en het afzien hiervan.
Artikel 3.3 Invordering
  • 1.
    Het college streeft ernaar om de teruggevorderde en de op derden verhaalde kosten optimaal in te vorderen, voor zover zich daar geen andere wettelijke regeling tegen verzet.
  • 2.
    Ter uitvoering van het in het vorig lid gestelde, kan het dagelijks bestuur nadere regels vaststellen met betrekking tot de criteria voor categorieën van vorderingen, personen en termijnen voor het verrichten van heronderzoeken op openstaande vorderingen.
Hoofdstuk 4 Slotbepalingen
Artikel 4.1 Hardheidsclausule
  • 1.
    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist het college.
  • 2.
    Het college kan in individuele bijzondere situaties ten gunste van de belanghebbende afwijken van de bepalingen van deze verordening, indien toepassing van de verordening tot onbillijkheden van overwegende aard leidt.
Artikel 4.2 Inwerkingtreding
  • 1.
    De verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2015.
  • 2.
    Deze verordening komt in de plaats van de Handhavingsverordening WWB, Ioaw en Ioaz ISD Kop van Noord-Holland 2013, vastgesteld door het algemeen bestuur van de ISD Kop van Noord-Holland op 10 januari 2013 en ingetrokken door het algemeen
  • 3.
    bestuur van de ISD Kop van Noord-Holland op 16 december 2014 met ingang van 1 januari 2015.
Artikel 4.3 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als de Handhavingsverordening Participatiewet, Ioaw en Ioaz gemeente Hollands Kroon 2015.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014.
Griffier Voorzitter
Naar boven