Artikel I
De Algemene Plaatselijke Verordening Gulpen-Wittem 2013 wordt als volgt gewijzigd:
In artikel 1:2, derde lid, wordt na ‘als bedoeld in artikel 2:11’ ingevoegd:, tweede lid, aanhef en onder a,.
Artikel 2:10 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
In het zesde lid, onder b, wordt ‘artikel 5:19’ vervangen door: artikel 5:18.
- 2.
In het achtste lid wordt ‘derde lid’ vervangen door: vierde lid.
In artikel 2:25, vervalt het tweede lid. De leden 3 tot en met 10 worden omgenummerd, van 2 tot en met 9.
Artikel 2.25A komt te luiden:
Artikel 2:25A Evenementen in gebouwen
- 1.
Het is verboden, zonder vergunning van de burgemeester in een gebouw of vaartuig een voor publiek toegankelijk evenement te houden of te laten houden.
- 2.
Het verbod geldt niet voor:
- a.
Manifestaties in de zin van de Wet openbare manifestaties;
- b.
Bioscoop-, theater- of muziekvoorstellingen, voor zover deze worden gehouden in gebouwen die daarvoor zijn bestemd of overwegend worden gebruikt;
- c.
Sportwedstrijden, met uitzondering van vechtsportwedstrijden of –gala’s;
- d.
Activiteiten in (horeca)bedrijven die in de uitoefening van het bedrijf gebruikelijk zijn.
- 3.
De organisator van een evenement waarvoor krachtens het tweede lid, onder c een vergunning is vereist, is niet van slecht levensgedrag.
- 4.
De burgemeester weigert de vergunning:
- a.
Als organisator van een evenement als bedoeld in het derde lid van slecht levensgedrag is;
- b.
Het evenement gevaar oplevert voor de openbare orde, de gezondheid, de veiligheid, de brandveiligheid of voor het ontstaan van wanordelijkheden;
- c.
Een onevenredig groot aantal bezoekers te verwachten is;
- d.
Het evenement zich niet verdraagt met het karakter of de bestemming van de plaats op waar het wordt gehouden.
- 5.
De burgemeester kan andere categorieën van voor het publiek toegankelijke evenementen aanwijzen waarvoor het in het eerste lid genoemde verbod niet geldt.
- 6.
Op de vergunning is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
- 7.
Bij de aanvraag voor een vergunning krachtens het tweede lid onder c dienen de volgende stukken worden overlegd:
- a.
Een lijst met deelnemer(s) aan het evenement;
- b.
Een lijst met sponsoren voor het evenement alsmede het sponsorbedrag;
- c.
Een KvK-uittreksel van het beveiligingsbedrijf dat het evenement beveiligt;
- d.
Een kopie van het bewijs van lidmaatschap van de brancheorganisatie.
In artikel 2:39, tweede lid, onder b, wordt ‘de minister van Justitie’ vervangen door:
de minister van Veiligheid en Justitie.
In artikel 2:40, tweede lid, vervalt:, waarvan maximaal twee kansspelautomaten.
In artikel 2:48, eerste lid, wordt na ‘Het is’ ingevoegd: voor personen die de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt.
In artikel 2:60, tweede lid, vervalt na ‘plaats die’ het woord ‘een’ en wordt na ‘gelegen binnen’ ingevoegd: een.
Het opschrift van hoofdstuk 2, afdeling 15, komt als volgt te luiden:
Afdeling 15. Bestuurlijke ophouding, veiligheidsrisicogebieden, cameratoezicht op openbare plaatsen en gebiedsontzegging
Na artikel 2:77 wordt een artikel ingevoegd luidende:
Artikel 2:78 Gebiedsontzeggingen
- 1.
De burgemeester kan in het belang van de openbare orde, het voorkomen of beperken van overlast, het voorkomen of beperken van aantastingen van het woon- of leefklimaat, de veiligheid van personen of goederen, de gezondheid of de zedelijkheid aan een persoon die strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verrichten een bevel geven zich gedurende ten hoogste 24 uur niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
- 2.
Met het oog op de in het eerste lid genoemde belangen kan de burgemeester aan een persoon aan wie tenminste eenmaal een bevel als bedoeld in dat lid is gegeven en die opnieuw strafbare feiten of openbare orde verstorende handelingen verricht, een bevel geven zich gedurende ten hoogste acht weken niet in een of meer bepaalde delen van de gemeente op een openbare plaats op te houden.
- 3.
Een bevel krachtens het tweede lid kan slechts worden gegeven als het strafbare feit of de openbare orde verstorende handeling] binnen zes maanden na het geven van een eerder bevel, gegeven op grond van het eerste of tweede lid, plaatsvindt.
- 4.
De burgemeester beperkt de in het eerste of tweede lid gestelde bevelen, als hij dat in verband met de persoonlijke omstandigheden van betrokkene noodzakelijk oordeelt. De burgemeester kan op aanvraag tijdelijk ontheffing verlenen van een bevel.
In artikel 3:5, tweede lid, onder c, wordt ‘273a’ vervangen door: 273f.
In artikel 3:9, vierde lid, wordt na ‘gedurende’ ingevoegd: een.
In artikel 4:2, tweede lid, wordt ‘artikel 4:113, eerste lid’ vervangen door: artikel 3.148, eerste lid.
Aan artikel 5:2 wordt een lid toegevoegd luidende:
5. Op de ontheffing is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.
In artikel 5:9, eerste lid, wordt ‘hun’ vervangen door: hen.
Artikel 5:15 komt te luiden:
- 1.
Het is verboden te venten:
- a.
indien daardoor de openbare orde, de openbare veiligheid,de volksgezondheid of het milieu in gevaar komt of
- b.
tussen 22.00 en 10.00 uur op door de weekse- of zondagen.
- 2.
Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing op situaties waarin wordt voorzien door artikel 5 van de Wegenverkeerswet.
- 3.
Het verbod bedoeld in het eerst lid is niet van toepassing op het venten met gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten en gevoelens worden geopenbaard.
In artikel 5:24, vierde lid, vervalt het woord ‘geldt’.
In artikel 5:33, derde lid, aanhef, wordt ‘eerst’ vervangen door: eerste.
Aan artikel 5:34 wordt een lid toegevoegd luidende:
6. Op de ontheffing bedoeld in het derde lid is paragraaf 4.1.3.3 van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) niet van toepassing.