Artikel 17 Calamiteiten en geschillen
- 1.
De gemeenten stellen een Protocol Calamiteiten vast waarin de rollen van de centrumgemeente en gastgemeenten bij gelegenheid van calamiteiten worden vastgelegd op zodanige wijze dat de gemeenten hun verantwoordelijkheid kunnen waarmaken.
- 2.
In geval van een geschil over de inhoud, strekking of uitvoering van deze regeling wordt eerst en vooral getracht dit op ambtelijk niveau tot een oplossing te brengen. Mocht dat niet slagen, dan wordt de kwestie aan het portefeuillehoudersoverleg Wmo voorgelegd. Als dat niet leidt tot een oplossing, wordt het geschil voorgelegd aan de bevoegde rechter.
Artikel 18 Aansprakelijkheid centrumgemeente
De aansprakelijkheid voor schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming bij de uitvoering van de in deze regeling opgenomen taken, wordt beperkt tot het bedrag dat de centrumgemeente voor haar werkzaamheden heeft ontvangen, tenzij haar grove schuld of opzet kan worden verweten.
Artikel 19 Aansprakelijkheid gemeenten
Elke gemeente is individueel aansprakelijk voor alle schade veroorzaakt door een toerekenbare tekortkoming van de betreffende gemeente.
- 1.
Deze regeling en de uitvoering daarvan wordt eenmaal per jaar geëvalueerd.
- 2.
Het portefeuillehoudersoverleg Wmo kan verzoeken om een tussentijdse evaluatie.
- 3.
De evaluatie vindt plaats onder verantwoordelijkheid van het portefeuillehoudersoverleg Wmo.
- 4.
De evaluatie resulteert in een evaluatieverslag dat wordt aangeboden aan de colleges van de gemeenten.
- 5.
De colleges van de gemeenten brengen het evaluatieverslag en hun zienswijzen daarbij eenmaal per jaar onder de aandacht van hun gemeenteraden.
Artikel 21 Inwerkingtreding en duur van de regeling
- 1.
De regeling treedt in werking op 1 januari 2015.
- 2.
De regeling wordt aangegaan voor de duur van twee jaren.
- 3.
De centrumgemeente gaat geen verplichtingen aan voor langere duur dan de regeling geldt. De uitvoeringskosten van de centrumgemeente worden in 2015 en 2016 ten laste van de gemeenten gebracht.
- 4.
De gemeenten beslissen uiterlijk maart 2016 of de gezamenlijke inkoop in 2017 en volgende jaren wordt voortgezet en voor welk deel van de Wmo dat gebeurt.
- 5.
Indien de regeling niet wordt verlengd, regelt de centrumgemeente de financiële gevolgen van de beëindiging in een liquidatieplan.
- 6.
Het liquidatieplan behoeft de instemming van alle gemeenten.
Artikel 22 Onvoorziene omstandigheden
In alle gevallen waarin deze regeling niet voorziet, treedt de centrumgemeente en de betreffende gastgemeente(n) in overleg. Dit wordt gemeld en/of geagendeerd tijdens de eerstvolgende bijeenkomst van het portefeuillehoudersoverleg Wmo.
Artikel 23 Bekendmaking en toezending
- 1.
De colleges van de gemeenten dragen op de gebruikelijke wijze zorg voor de bekendmaking van deze regeling en nemen deze regeling terstond op in het door hen bij te houden register als bedoeld in artikel 27, eerste lid, van de Wet gemeenschappelijke regelingen.
- 2.
Het college van de centrumgemeente draagt er zorg voor dat de regeling aan Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant wordt toegezonden.
Deze regeling wordt aangehaald als: Centrumregeling Wmo Brabant Noordoost-oost 2015.
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente d.d.
Na verkregen toestemming van de gemeenteraad van ….. d.d.
Namens de gemeente Bernheze
Namens de gemeente Boekel
Namens de gemeente Boxmeer
Namens de gemeente Landerd
Namens de gemeente Maasdonk
Namens de gemeente Sint Anthonis
Namens de gemeente Veghel
Bijlage a bij regeling centrumgemeente: voorstel voor de overlegstructuur
De centrumgemeente voert overleg met de gastgemeenten over de voortgang en te nemen besluiten. We sluiten daarbij aan bij bestaande overleggen.
We kennen al het regionaal POHO Transitie AWBZ Brabant Noordoost-oost waar de portefeuillehouders Wmo van de 12 gemeenten bijeenkomen voor (tot nu toe) beleidsmatige afstemming. Dit portefeuillehoudersoverleg wordt ook het bestuurlijk platform voor de centrumgemeente. Zo is gemakkelijk een verbinding te leggen tussen de werkzaamheden van de centrumgemeente en Wmo beleid in de regio.
Voor de onderdelen maatschappelijke opvang-OGGZ-verslavingszorg en beschermd wonen neemt de gemeente Sint-Oedenrode deel aan dit portefeuillehoudersoverleg Wmo.
Het portefeuillehoudersoverleg Wmo komt minimaal 3 keer per jaar bij elkaar, of vaker als gemeenten dat nodig vinden.
Het portefeuillehoudersoverleg Wmo bespreekt het jaarplan Inkoop en jaarverslag (zie bijlage 2 over de jaarlijkse cyclus) alvorens dit door de centrumgemeente aan alle deelnemende gemeente ter vaststelling wordt toegezonden.
Taken van het portefeuillehoudersoverleg Wmo zijn:
- -
bespreken regionaal beleid (is ook al huidige taak)
- -
advies over taken centrumgemeente, input leveren
- -
adviseren over voorstellen die naar de colleges gaan m.b.t. regionale taken Wmo
- -
bespreken en evalueren centrumgemeenteconstructie; adviseren over voorstellen voor aanpassing (ter besluitvorming aan colleges/raden)
Ambtelijk overleg ter voorbereiding van het portefeuillehoudersoverleg Wmo
Het portefeuillehoudersoverleg Wmo wordt door de centrumgemeente voorbereid met alle gemeenten. Dat gebeurt in een ambtelijk overleg waarin alle deelnemende gemeenten zijn vertegenwoordigd. Dit ambtelijk overleg komt eveneens minimaal drie keer per jaar bij elkaar, maar zo nodig vaker. In dit ambtelijk overleg vindt ook bespreking plaats van de periodieke rapportage door de centrumgemeente over de monitoring van de uitvoering van de contracten.
Ambtelijke betrokkenheid bij de overlegtafel
In het bestuurlijk aanbesteden waarvoor is gekozen is er maandelijks overleg met een vertegenwoordiging van de aanbieders (de overlegtafel). In dit overleg zijn de gemeenten vertegenwoordigd middels een ambtelijke vertegenwoordiger per subregio. Deze ambtelijke vertegenwoordigers zijn eveneens betrokken bij de voorbereiding van de overlegtafels. In deze voorbereiding wordt de agenda voor het overleg bepaald en spreken gemeenten af welke koers ze kiezen m.b.t. de verschillende agendapunten.
Er ontstaan twee cycli in het intergemeentelijk overleg:
- -
een bestuurlijke cyclus (met ambtelijke voorbereiding) met minimaal drie bijeenkomsten per jaar, waarin de jaardoelen worden bepaald en verantwoording plaatsvindt;
- -
een ambtelijke cyclus rond de overlegtafel waarin gewerkt wordt aan realisatie van de vastgestelde doelen.
In bijlage 2. is geschetst hoe de jaarlijkse cyclus inhoudelijk opgebouwd wordt / kan worden.
Bijlage b bij de regeling centrumgemeente: de jaarlijkse cyclus
Dit voorstel is erop gericht dat gemeenten (colleges en raden) invloed kunnen hebben op de regionale besluitvorming en tegelijkertijd aanbieders tijdig weten waar ze voor het komende kalenderjaar aan toe zijn. Hiervoor is aangesloten bij de planning van de bestaande gemeenschappelijke regelingen, waarbij gemeenten na de zomer beslissen over de opdracht en het budget van het komende jaar. Wel van belang is om te onderkennen dat gemeenten in dit voorstel vooruitlopend op de eigen begroting al voor de zomer de verdeling van dit budget vaststellen (welk deel gaat naar de regionale inkoop, welk deel wordt bestemd voor lokale uitgaven voor bijvoorbeeld de basisteams en op termijn inkoop van de flexibele schil).
Het kader waarbinnen de centrumgemeente werkt wordt bepaald in het regionale beleid. Voor 2015 ligt dat beleid vast in het regionale beleidsplan. Door de beleidsvorming c.q. de besluitvorming over een kader voor de inkoop niet in de centrumregeling op te nemen of anderszins te formaliseren, blijft er optimale (lokale) ruimte voor lokaal beleid én voor de keuzes t.a.v. de grens tussen lokaal en regionaal beleid.
Andere gemeenschappelijke regelingen
Er is regionaal een afspraak gemaakt over de jaarlijkse besluitvorming m.b.t. gemeenschappelijke regelingen. Daarbij wordt in maart een kadernota voorgelegd en in april een jaarplan Inkoop + begroting. Deze regeling wijkt af in die zin dat het kader (de kadernota) niet binnen de gemeenschappelijke regeling wordt opgesteld maar tot stand komt via het portefeuillehoudersoverleg Wmo en lokale besluitvorming. In dit proces is dus een stap minder te zetten en gaan we uit van jaarplan Inkoop en jaarverslag als officiële documenten aan de hand waarvan de gemeenten besluiten nemen over de regeling.
Jaarplan Inkoop en jaarverslag
Uitgangspunt is dat de centrumgemeente in overleg met de regio een jaarplan Inkoop opstelt, waarover vervolgens de afzonderlijke colleges en waar nodig gemeenteraden kunnen beslissen. Het jaarplan Inkoop is een uitwerking van het regionaal bepaalde beleid en als zodanig feitelijk een deel van het uitvoeringsprogramma in de regio, namelijk de uitvoering van de inkoop.
Het jaarplan Inkoop bevat in ieder geval:
- -
de uitgangspunten voor de inkoop van ondersteuning, gebaseerd op het functioneel ontwerp
- -
de te bereiken resultaten
- -
een begroting (budgetten voor aanbieders + uitvoeringskosten van de centrumgemeente)
- -
een verdeling van de kosten over de deelnemende gemeenten, gebaseerd op de afspraken m.b.t. verevening.
Na afloop van het kalenderjaar doet de centrumgemeente verslag van de bereikte resultaten in het jaarverslag.
Het jaarverslag bevat in ieder geval:
- -
de cijfers t.a.v. het gebruik van Wmo ondersteuning conform de af te spreken monitor, waaronder ook de cijfers m.b.t. het gebruik per gemeente
- -
gegevens m.b.t. cliënttevredenheid
- -
de financiële verantwoording, waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen de kosten van inkoop (budgetten van aanbieders) en de uitvoeringskosten van de centrumgemeente zelf
- -
een voorstel voor afrekening (afhankelijk van besluitvorming over de wijze van verevening).
N.B. Naast de jaarlijkse verantwoording is ook tussentijdse informatie nodig over voortgang en resultaten. Met aanbieders wordt afgesproken dat een aantal kerncijfers beschikbaar komen ( aantal cliënten, aard van de verleende hulp enz.). We maken afspraken over bespreking van deze informatie in het ambtelijk overleg.
In onderstaande tabel is een voorstel opgenomen voor de jaarlijkse cyclus, waarbij onderscheid is gemaakt tussen regionale en lokale activiteiten. In de regionale kolom vindt u acties van de centrumgemeente en het portefeuillehoudersoverleg Wmo. Ambtelijk overleg is niet opgenomen, maar maakt uiteraard wel deel uit van de cyclus. Ambtenaren uit de regio zijn in deze cyclus met name betrokken bij het opstellen van stukken en het voorbereiden van de portefeuillehoudersoverleggen. Daarnaast hebben aanbieders de mogelijkheid om inbreng te leveren via de (maandelijkse) overlegtafel.
Noot: deze planning is nog niet getoetst bij instellingen. Wanneer zij meer tijd nodig hebben om de jaargegevens over te leggen moet de planning worden aangepast.
|
|
|
|
Opstellen jaarverslag en jaarplan Inkoop door centrumgemeente (verder: CG)
Opstellen jaarplan iom de regio
|
Regiogemeenten leveren input voor jaarplan Inkoop
|
|
Bespreking jaarverslag en jaarplan Inkoop in portefeuillehoudersoverleg Wmo, waarna eventueel aanpassing
|
|
|
College CG stelt jaarplan Inkoop vast en legt het voor aan colleges in de regio
|
|
|
|
Lokale colleges besluiten over het jaarplan Inkoop
Optie 1: en leggen het voor aan de gemeenteraad
Optie 2: verwerken doelen + consequenties in hun kadernota/voorjaarsnota, inclusief voorstel m.b.t. financiering regionaal deel
|
|
Bij instemming meerderheid gemeenten (voorstel: op basis van inwoneraantal) is jaarplan Inkoop vastgesteld en voert CG het uit
|
|
Bij Artikel 4. Taken: omschrijvingen ondersteuningsvormen/onderdelen aanbesteding
1.Individuele ondersteuning
Onder individuele ondersteuning wordt verstaan: alle professionele activiteiten gericht op het helpen van individuele cliënten en hun directe omgeving bij het vergroten/behouden van zelfredzaamheid en/of participatie. De ondersteuning is een maatwerkvoorziening. Indien inzet van de omgeving (bijvoorbeeld de mantelzorger, school, vereniging) ook effectief en/of efficiënt is, of de eigen kracht meer bevordert, maakt dit onderdeel uit van het totale plan van aanpak.
2.Gespecialiseerde dagbesteding
Onder gespecialiseerde dagbesteding wordt verstaan: alle professionele activiteiten die in groepsverband worden geleverd en die gericht zijn op het bevorderen van de zelfredzaamheid en participatie van de cliënt en/of zijn directe omgeving, en waar probleem-specifieke deskundigheid noodzakelijk is.
Ook in de 0e en 1e lijn wordt (in de vorm van een algemene voorziening) dagbesteding met ditzelfde doel georganiseerd. Inzet van die activiteiten gaat voor op gespecialiseerde dagbesteding. Inzet van gespecialiseerde dagbesteding is gericht op de toeleiding naar activiteiten in de 0e en 1e lijn, tenzij in de verleningsbeschikking is aangegeven dat langdurig gespecialiseerde dagbesteding noodzakelijk is.
Onder kortdurend verblijf wordt verstaan: een verblijf van maximaal drie etmalen voor burgers die probleem-specifieke begeleiding nodig hebben. Het doel is om de taak van mantelzorgers te verlichten, de vaardigheden van de cliënt en zijn directe omgeving te vergroten en het mogelijk te maken om langer in de eigen thuissituatie te blijven wonen.
Onder beschermd Wonen wordt verstaan: het wonen in een instelling met bijbehorend toezicht en begeleiding. Deze begeleiding is gericht op het bevorderen van zelfredzaamheid en participatie, het psychisch en psychosociaal functioneren, stabilisatie van een psychiatrisch ziektebeeld, het voorkomen van verwaarlozing en maatschappelijke overlast of het afwenden van gevaar voor de burger of anderen. Beschermd Wonen is bestemd voor mensen met blijvende of langdurige psychische aandoening, die niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
5.Maatschappelijke opvang-OGGZ-verslavingszorg
Maatschappelijke opvang
is het tijdelijk bieden van onderdak, begeleiding, informatie en advies aan personen die, door één of meer problemen, al dan niet gedwongen de thuissituatie hebben verlaten en niet in staat zijn zich op eigen kracht te handhaven in de samenleving.
Openbare geestelijke gezondheidszorg
is het signaleren en bestrijden van risicofactoren op het gebied van de openbare geestelijke gezondheidszorg, het bereiken en begeleiden van kwetsbare personen en risicogroepen, het functioneren als meldpunt voor signalen van crisis of dreiging van crisis bij kwetsbare personen en risicogroepen en het tot stand brengen van afspraken tussen betrokken organisaties over de uitvoering van de openbare geestelijke gezondheidszorg.
Verslavingsbeleid
is maatschappelijke ondersteuning en/of zorg gericht op verslaafden, alle individuele geneeskundige verslavingszorg daaronder niet begrepen, en preventie van verslavingsproblemen, met inbegrip van activiteiten in het kader van de bestrijding van overlast door verslaving.
Bijlage 2
Begroting regionale inkoop Wmo Brabant Noordoost-oost
Het opstellen van de begroting is met onzekerheden omgeven. Een aantal keuzes is nog niet definitief gemaakt, die wel invloed hebben op de benodigde inzet. Bijvoorbeeld de keuzes over financieringsvorm, afrekening, verantwoording en controle. Daarnaast weten we van een aantal zaken nog niet wat er op ons afkomt. Bijvoorbeeld vragen/knelpunten vanuit aanbieders (is van invloed op de omvang van contractmanagement).
Afspraak is daarom afrekening achteraf op basis van werkelijke kosten. Dat betekent dat we nu geen marges hoeven in te bouwen. Gemeenten sturen gezamenlijk omdat aanpassingen in onderling overleg worden bepaald. Het verplicht de centrumgemeente om aanpassingen in de organisatie en begroting tijdig met de regio te bespreken, zodat verrassingen achteraf worden voorkomen.
Begroting inkoop door centrumgemeente in 2015
|
|
|
|
|
|
|
|
|
financiën en interne controle
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
overlegtafel en beheer website
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
informatieanalyse / monitoring
|
|
|
|
|
|
ontwikkeling website (eenmalig)
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
|
Toelichting: Er is uitgegaan van integrale kostprijs. Dat wil zeggen dat ondersteuningsfuncties als juridische zaken, communicatie, ict enzovoort zijn begrepen in het aandeel overhead in de tarieven. Financiën is wel apart opgenomen omdat betalingen enzovoort bij inkoop deel uitmaken van het primaire proces.
Het is nog niet bekend of op het gebied van ICT nieuwe programmatuur nodig is. Kosten daarvan zijn dan ook niet meegenomen.