Nadere regels amateurkunst Purmerend 2015
Burgemeester en wethouder van de gemeente Purmerend;
Gelet op artikel 6 van de Verordening amateurkunst Purmerend 2009;
BESLUITEN:
vast te stellen de Nadere regels amateurkunst Purmerend 2015
 
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
In deze nadere regels wordt verstaan onder:
  • a.
    artistiek leider:
    een dirigent, instructeur, regisseur, tentoonstellingsmaker, choreograaf en dergelijke. Voor zover deze in het bezit is van een diploma van een officieel erkende beroepsopleiding is sprake van een beroeps-artistiek leider;
  • b.
    opleiding:
    een opleiding, niet zijnde een beroepsopleiding, gevolgd door een kaderlid of een actief lid bij een regionaal of landelijke organisatie op het gebied van de amateurkunst;
  • c.
    kaderlid:
    een persoon, verbonden aan een instelling, die de artistieke en bestuurlijke activiteiten van die instelling mede mogelijk maakt;
  • d.
    categorie A:
    een muziekvereniging in de vorm van een symfonieorkest, harmonie- en fanfarekorps, brassband of drumfanfare;
  • e.
    categorie B:
    een muziekvereniging in de vorm van tamboer- en pijperkorps, trompetter-, hoornblazers- of majorettekorps;
  • f.
    categorie C:
    een muziekensemble, niet vallend onder de categorieën A of B;
  • g.
    categorie D:
    een oratoriumvereniging, opera- en operettevereniging of musicalvereniging;
  • h.
    categorie E:
    een zangvereniging;
  • i.
    categorie F:
    een toneel- en cabaretvereniging of schrijvers- en poëzievereniging;
  • j.
    categorie G:
    een dansvereniging;
  • k.
    categorie H:
    een foto- en film-/videovereniging alsmede een beeldende kunst vereniging (twee- en driedimensionaal);
  • l.
    verordening:
    de Verordening amateurkunst Purmerend 2009.
Artikel 2 Bestanddelen basissubsidie
  • 1.
    De hoogte van de basissubsidie wordt berekend door optelling van de subsidiebedragen die worden verstrekt:
    • a.
      per actief lid;
      Van de actieve leden van een instelling met een lokaal verzorgingsgebied is tenminste 50% woonachtig in de gemeente Purmerend;
    • b.
      als bijdrage in de kosten van een artistiek leider;
    • c.
      als bijdrage in de kosten van de opleiding van kaderleden en actieve leden;
    • d.
      als bijdrage in de kosten van huur voor repetitieruimten;
    • e.
      als bijdrage in de kosten van zaalhuur ten behoeve van voorstellingen en uitvoeringen;
    • f.
      als bijdrage in de kosten van inschakeling van een orkest;
    • g.
      als bijdrage in de kosten van onderhoud van instrumenten.
       
  • 2.
    • a.
      De subsidiebedragen ten behoeve van de exploitatiekosten van de instelling, gebaseerd op het aantal actieve leden in 2015, zijn als volgt:
     
Categorie A:
 
 
 
voor instellingen tot
25 leden
 
587,00
voor instellingen tot
50 leden
 
611,00
voor instellingen tot
75 leden
 
635,00
voor instellingen tot
100 leden
 
662,00
voor instellingen met
100 of meer leden
 
686,00
 
 
 
 
Categorie B:
 
 
 
voor instellingen tot
25 leden
 
440,00
voor instellingen tot
50 leden
 
465,00
voor instellingen tot
75 leden
 
489,00
voor instellingen tot
100 leden
 
512,00
voor instellingen met
100 of meer leden
 
536,00
 
 
 
 
Categorie D:
 
 
 
voor instellingen tot
25 leden
 
244,00
voor instellingen tot
50 leden
 
269,00
voor instellingen tot
75 leden
 
292,00
voor instellingen tot
100 leden
 
316,00
voor instellingen tot
100 of meer leden
 
342,00
 
 
 
 
Categorieën C, E, F, G en H:
 
 
 
voor instellingen tot
25 leden
 
99,00
voor instellingen tot
50 leden
 
122,00
voor instellingen tot
75 leden
 
146,00
voor instellingen tot
100 leden
 
170,00
voor instellingen met
100 of meer leden
 
196,00
  • b.
    1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidie betrekking heeft, wordt gehanteerd als peildatum bij de bepaling van het aantal actieve leden van een instelling.
  • 3.
    Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van een artistiek leider bedraagt in 2015 50 % van die kosten tot een maximum van:
    • a.
      € 2.515,- voor beroepsdirigenten, -instructeurs of -regisseurs;
    • b.
      € 1.220,- voor niet beroepsdirigenten, - instructeurs, of -regisseurs.
    In de in dit lid genoemde bedragen is 0% looncorrectie inbegrepen.
     
  • 4.
  • a.
    Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van de opleiding van kaderledenen actieve leden bedraagt in 2015 75% van die kosten tot een maximum van € 479,-.
  • b.
    In de subsidiebeschikking als bedoeld in artikel 5 van de verordening wordt met betrekking tot dit subsidiebedrag de verplichting opgelegd dat de gesubsidieerde opleiding met goed gevolg moet worden afgesloten.
     
  • 5.
    • a.
      Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van huur voor repetitieruimten bedraagt in 2015 50% van die kosten.
    • b.
      In afwijking van het gestelde onder a. wordt ten aanzien van de volgende instellingen met betrekking tot de huur van repetitieruimte in P3, in 2015, een ander percentage gehanteerd:
      • Stedelijk Orkest 57%;
      • Harmonie Crescendo 58%;
      • Kunst na Arbeid 59%;
      • Symfonisch Orkest Purmerend en Omstreken 71%.
         
  • 6.
    Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van zaalhuur ten behoeve van voorstellingen en uitvoeringen bedraagt in 2015, 50% van die kosten tot een maximum van € 1.500,-.
     
  • 7.
    • a.
      Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van inschakeling van een orkest bedraagt in 2015, 30% van die kosten tot een maximum van € 1.502,-.
    • b.
      Tot de onder a. bedoelde kosten behoren tevens de reiskosten van de orkestleden voor één repetitie en één generale repetitie en voor de daarop volgende koor-, musical-, opera- of operette-uitvoering(en).
       
  • 8.
    • a.
      Het subsidiebedrag als bijdrage in de kosten van onderhoud van instrumenten bedraagt in 2015 € 24,25 per bespeeld instrument.
    • b.
      1 januari van de subsidieperiode waarop de subsidie betrekking heeft, wordt gehanteerd als peildatum bij de bepaling van het aantal bespeelde instrumenten bij een instelling.
Artikel 3 Hardheidsclausule
Het college kan de nadere regels buiten toepassing laten of daarvan afwijken, voorzover toepassing van deze nadere regels leidt tot een onbillijkheid van overwegende aard.
Artikel 4 Inwerkingtreding
Deze nadere regels treden in werking op de datum na die waarop ze zijn bekend gemaakt.
Artikel 5 Citeertitel
Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels amateurkunst Purmerend 2015.
 
Purmerend, 24 maart 2015

Burgemeester en wethouders voornoemd,

De secretaris,

M.J.H. Smulders

De burgemeester,

D. Bijl

Naar boven