Verordening op de vertrouwenscommissie
 
 
De raad van de gemeente Capelle aan den IJssel;
gelezen het voorstel van het presidium;
gelet op;
Artikelen 61, 61a, 61c, 84, 86, 147 en 149 van de Gemeentewet, de artikelen 15 en 31 van de
Archiefwet 1995 en artikel 9 van het Archiefbesluit 1995
 
b e s l u i t :
 
Het vaststellen van de verordening op de vertrouwenscommissie, die de aanbeveling tot benoeming
van de burgemeester voorbereidt, op de raadscommissies die functioneringsgesprekken met de
burgemeester houden en op de raadscommissie die de aanbeveling tot herbenoeming van de
burgemeester voorbereidt.
Artikel 1 Taak
De commissie heeft tot taak:
a.de aanbeveling tot benoeming of herbenoeming van de burgemeester voor te
bereiden, en
b.een functioneringsgesprek te houden met de burgemeester.
Artikel 2 Samenstelling commissie
1.De commissie bestaat uit alle, op het moment van benoeming van de commissie zitting
hebbende, fractievoorzitters uit de gemeenteraad, middels separaat besluit te benoemen
door en uit de gemeenteraad.
2.De plaatsvervangend raadsvoorzitter en de voorzitter van de grootste fractie in de
gemeenteraad vervullen de functies van voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de
commissie. Indien de plaatsvervangend voorzitter tevens de voorzitter is van de grootste
fractie in de raad, wordt een lid van de commissie aangewezen als plaatsvervangend
voorzitter van de commissie.
3.De commissie kent geen plaatsvervangende leden.
Artikel 3 Ambtelijke ondersteuning
  • 1.
    De raadsgriffier is secretaris van de commissie.
  • 2.
    De gemeentesecretaris kan bij vervulling van de in artikel 1 onder a genoemde taken als
plaatsvervangend secretaris aan de commissie worden toegevoegd.
  • 3.
    De (plaatsvervangend) secretaris geeft ambtelijke ondersteuning aan de commissie.
  • 4.
    De (plaatsvervangend) secretaris is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de
commissie.
Artikel 4 Adviseur
1.De gemeenteraad kan een of meer wethouders aan de commissie toevoegen als adviseur
in verband met de vervulling van de in artikel 1 onder a genoemde taken.
  • 2.
    De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie.
  • 3.
    Een adviseur is geen lid van, en heeft geen stemrecht in, de commissie.
Artikel 5 Geheimhouding
1.De vergaderingen van de commissie zijn besloten. Alle stukken van de commissie zijn
geheim. Dit wordt op de stukken vermeld.
2.De (fungerend) voorzitter van de commissie wijst bij de benoemingsprocedure in elke
vergadering op de geheimhoudingsplicht, die rechtstreeks voortvloeit uit artikel 61c van de
Gemeentewet.
3.De commissie legt bij de herbenoemingsprocedure en bij functioneringsgesprekken in elke
vergadering en elk gesprek, met toepassing van artikel 86 van de Gemeentewet,
geheimhouding op over de inhoud van de stukken en het behandelde tijdens de
vergadering of het gesprek. De (fungerend) voorzitter van de commissie ziet erop toe dat
hieraan wordt voldaan.
4.De geheimhoudingsplicht brengt onder meer mee dat aan raadsleden, die geen zitting
(meer) hebben in de commissie, en aan anderen, behoudens het bepaalde in de artikelen
9, vierde lid, 10, tweede lid, en 11 van deze verordening, geen inzage in, of informatie
omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde ter vergadering of in het gesprek
wordt verstrekt.
5.De commissie treft, met inachtneming van de artikelen 7, 8, tweede lid, en 14 van deze
verordening, een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft
gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de
bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.
6.De commissie en de gemeenteraad kunnen de geheimhouding waartoe de Gemeentewet,
respectievelijk zullen de geheimhouding waartoe het derde lid van deze verordening
verplicht, niet opheffen.
  • 7.
    De geheimhoudingsplicht blijft na ontbinding van de commissie van kracht.
  • 8.
    Het in dit artikel bepaalde is van overeenkomstige toepassing op de (plaatsvervangend)
secretaris en, indien van toepassing, de adviseur.
Artikel 6 Vergaderingen
1.De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of tenminste 3 leden dit noodzakelijk
achten.
2.De voorzitter bepaalt dag, uur en plaats van de vergadering. De voorzitter doet van elke
vergadering tenminste vierentwintig uur tevoren aankondiging aan de leden van de
commissie, indien een adviseur aan de commissie is toegevoegd, de adviseur en, indien
het gesprek met hem plaatsvindt, de burgemeester.
3.De commissie vergadert niet als niet tenminste de helft plus één van het aantal leden
aanwezig is.
4.De commissie besluit bij de voorbereiding van een aanbeveling bij meerderheid van
uitgebrachte stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Bij het staken van de stemmen
over de uit te brengen bevindingen, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de
volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook
in die volgende vergadering, dan worden geen bevindingen van de commissie, maar de
verschillende meningen in het verslag opgenomen. De commissie streeft naar unanimiteit.
Het gevoelen van de minderheid wordt desgewenst in het verslag tot uitdrukking gebracht.
Artikel 7Contactpersoon bij de benoemings- en herbenoemingsprocedure
  • 1.
    De voorzitter van de commissie treedt op als contactpersoon.
  • 2.
    Alle stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van ‘persoonlijk en
vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken gericht aan de voorzitter en
gezonden aan het privéadres van de secretaris en aldaar bewaard tot het moment van
archivering.
3.Alle stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van ‘persoonlijk en
vertrouwelijk’ op de envelop en boven de ingesloten stukken door de voorzitter en de
secretaris ondertekend en vanaf het privéadres van de secretaris verzonden.
Artikel 8 Bijzondere bepalingen over de benoemingsprocedure
1.De Gemeentewet bepaalt in artikel 61, vierde lid, dat de commissie zich slechts door
tussenkomst van de commissaris van de Koning de door haar nodig geachte informatie
over de kandidaten verschaft. Elk overleg met derden, schriftelijk of mondeling, is
uitgesloten.
2.De secretaris nodigt, op verzoek van de commissie, de kandidaten uit voor een gesprek
met de commissie. De commissie treft voorzieningen met betrekking tot de wijze waarop
de privacy van de sollicitanten wordt beschermd, bijvoorbeeld door de plaats en het
tijdstip van de gesprekken zodanig te kiezen dat de vertrouwelijkheid van de gesprekken
is gewaarborgd.
Artikel 9 Bijzondere bepalingen over functioneringsgesprekken
1.Een commissie houdt minimaal eens in de twee jaar een functioneringsgesprek met de
burgemeester.
2.Indien de fractievoorzitters dan wel de burgemeester de wens daartoe kenbaar maken,
houdt een commissie tussentijds een functioneringsgesprek met de burgemeester.
3.In het eerste jaar na benoeming van een nieuwe burgemeester vindt tevens een 100-
dagengesprek plaats.
4.De commissie maakt vooraf kenbaar aan de burgemeester bij wie zij informatie zal
inwinnen over het functioneren van de burgemeester. De commissie en de burgemeester
stellen in onderling overleg de agenda voor het functioneringsgesprek vast. De commissie
en de burgemeester krijgen voorafgaand aan het gesprek de gelegenheid, voor zover van
toepassing, het verslag van het vorige functioneringsgesprek in te zien.
5.Het gesprek is wederkerig. Zowel het functioneren van de burgemeester als het
functioneren van de gemeenteraad zijn onderwerp van gesprek. De commissie toetst het
functioneren van de burgemeester in elk geval aan de profielschets, de wettelijke taken
van de burgemeester alsmede de andere aan de burgemeester toebedeelde taken. Tevens
wordt getoetst aan het verslag van en de afspraken uit het vorige functioneringsgesprek.
6.Drie van de functioneringsgesprekken worden gevoerd in ieder geval vier weken
voorafgaand aan het klankbordgesprek dat de commissaris van de Koning met de
burgemeester heeft.
7.In het laatste functioneringsgesprek voor de start van de herbenoemingsprocedure geeft
de commissie de burgemeester desgewenst een indicatie of herbenoeming op dat moment
naar verwachting al dan niet op obstakels zal stuiten.
Artikel 10 Bijzondere bepalingen over de herbenoemingsprocedure
1.De commissie formuleert de informatiebronnen op basis waarvan zij zich een oordeel
vormt over het functioneren van de burgemeester. Deze informatiebronnen maakt zij
vooraf kenbaar aan de burgemeester, de gemeenteraad en de commissaris van de Koning.
2.Alvorens haar verslag van bevindingen aan de gemeenteraad en commissaris van de
Koning te zenden, bespreekt de commissie dit met de burgemeester. Van het gesprek
wordt een verslag opgemaakt dat niet openbaar wordt gemaakt.
3.Indien terzake van het functioneren van de burgemeester in het in de vorige zin bedoelde
overleg afspraken worden gemaakt tussen de commissie en de burgemeester, worden
deze in het verslag aan de gemeenteraad vermeld. De commissie zendt het verslag ook
aan de burgemeester.
Artikel 11 Verslag
1.De commissie brengt over haar werkzaamheden ter zake van de voorbereiding van de
aanbeveling tot benoeming of herbenoeming verslag uit aan de gemeenteraad en de
commissaris van de Koning door middel van een verslag van bevindingen. Dit schriftelijke
en vertrouwelijke verslag bevat tenminste:
a.een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft
verricht,
b.een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie; bij
benoemingen wordt in het verslag van bevindingen ook de volgorde van plaatsing
van de kandidaten op de aanbeveling gemotiveerd,
c.aangegeven wordt of er sprake is van unanimiteit binnen de commissie,
En heeft in ieder geval de volgende bijlagen:
  • d.
    bij benoemingen: de conceptaanbeveling van twee personen,
  • e.
    bij herbenoemingen: het verslag van het gesprek met de burgemeester over het
conceptverslag van bevindingen en de conceptaanbeveling.
2.Van het functioneringsgesprek wordt een verslag opgemaakt, dat niet openbaar wordt
gemaakt. Het verslag wordt voor raadsleden onder geheimhouding ter inzage gelegd bij de
raadsgriffier.
3.Een afschrift van het verslag van het functioneringsgesprek wordt toegezonden aan de
burgemeester en de commissaris van de Koning.
Artikel 12 Onvoorziene gevallen
In alle gevallen waarin deze verordening dan wel de circulaire niet voorziet, beslist de commissie.
Artikel 13 Ontbinding van de commissie
De commissie is ontbonden met ingang van de dag volgende op die waarop:
-bij benoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt
dat in de vacature van burgemeester is voorzien;
-bij een functioneringsgesprek: het verslag van het functioneringsgesprek is
vastgesteld;
-bij herbenoeming: door de minister van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt
dat de voordracht van de minister van BZK door een Koninklijk besluit is gevolgd.
Artikel 14 Archivering
1.De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en
herbenoemingsprocedure zorg voor dat op het tijdstip bedoeld in artikel 13 alle
archiefbescheiden onverwijld in een verzegelde envelop en gerubriceerd als "geheim"
worden overgebracht naar de op grond van artikel 31 van de Archiefwet door de
gemeenteraad aangewezen archiefbewaarplaats.
2.De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en
herbenoemingsprocedure zorg voor dat van de in het eerste lid bedoelde overbrenging een
verklaring van overbrenging als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995 wordt
opgemaakt. In deze verklaring wordt melding gemaakt van de met toepassing van artikel
15, eerste lid, sub a en c, van de Archiefwet 1995 gestelde beperkingen aan de
openbaarheid, geldende voor een periode van 75 jaar.
3.De voorzitter en de secretaris van de commissie dragen er bij de benoemings- en
herbenoemingsprocedure zorg voor dat alle overige bescheiden en alle kopieën van de in
dit artikel bedoelde bescheiden onmiddellijk worden vernietigd.
4.De raadsgriffier draagt bij functioneringsgesprekken zorg voor een afdoende
vertrouwelijke archivering van de stukken, waaronder het afschrift van het vastgestelde
verslag. Na het aftreden van de burgemeester worden alle betreffende stukken door de
raadsgriffier vernietigd.
Artikel 15 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na bekendmaking.
Vastgesteld in de openbare vergadering van 30 maart 2015,
de griffier, de voorzitter
Naar boven