Nadere regels voor het houden van braderieën in de buitenlucht, gemeente Noord-Beveland
Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland;
gelet op artikel 5.23 lid 3 van de APV 2014;
b e s l u i t:
vast te stellen de Nadere regels voor het houden van braderieën in de buitenlucht 2015.
 
Artikel 1 Bereikbaarheid en opstelling
  • 1.
    Er moet ten behoeve van het verkeer van de hulpverlenende diensten (politie, brandweer, ambulance), een doorgaande route met een breedte van 3,5 m en een hoogte van 4,2 m zijn vrijgehouden. Hekwerken die deze route blokkeren moeten snel en gemakkelijk kunnen worden verwijderd. In deze route mogen geen losse goederen (zoals vlaggen, kledingrekken en dergelijke) worden geplaatst.
  • 2.
    Brandkranen en overige bluswaterwinplaatsen moeten zijn vrijgehouden en altijd bereikbaar zijn voor brandweervoertuigen.
  • 3.
    Stands en/of marktkramen moeten zodanig zijn geplaatst, dat alle toe- en uitgangen van omliggende gebouwen en bouwwerken onbelemmerd zijn te bereiken.
  • 4.
    Tussen de achterzijde van de standplaatsen en de achterliggende bebouwing moet een strook van minstens 1 m breed zijn vrijgehouden.
  • 5.
    Kramen moeten zodanig zijn opgesteld, dat deze op geen enkele wijze gevaar opleveren voor de omgeving.
  • 6.
    De afstand tussen tegenover elkaar geplaatste kramen moet, gemeten tussen de luifels, ten minste 3,5 m bedragen.
  • 7.
    Het uitstallen van goederen en het plaatsen van kledingrekken e.d., al dan niet verrijdbaar, binnen de voorgenoemde 3,5 m is verboden.
  • 8.
    Het aanbrengen van borden, vlaggen e.d. aan de luifels binnen de voornoemde 3,5 m is verboden.
  • 9.
    Verkooppunten waar wordt gebakken of gekookt, moet voldoen aan het Brandveiligheidsvoorschrift 2 (bakkramen bakwagens).
Artikel 2 Vluchtroutes
  • 1.
    De ligging van de tijdelijke inrichting moet met inbegrip van de eventuele benodigde tuidraden en/of scheerlijnen zodanig zijn, dat er voldoende ruimte beschikbaar is voor een snelle en veilige ontvluchting vanuit de inrichting naar een veilige plaats.3
  • 2.
    Vloeren moeten zodanig zijn aangebracht dat een stroef en gesloten vloeroppervlak ontstaat.
  • 3.
    Alle kabels, leidingen en snoeren die op de grond liggen, moeten op zodanige wijze zijn bevestigd dat beschadiging, struikelen en/of vallen wordt voorkomen.
Artikel 3 Elektrische installaties
  • 1.
    Elektrische installaties moeten voldoen aan de norm NEN 1010 en de nadere eisen van het plaatselijke energiebedrijf.
  • 2.
    Aanleg, bevestiging en plaatsing van kabels, leidingen en snoeren moeten zodanig geschieden, dat het publiek er niet mee in aanraking kan komen, en er niemand over kan struikelen of vallen.
  • 3.
    Schakelaars en zekeringkasten van elektrische installaties moeten onbereikbaar zijn voor publiek.
  • 4.
    Kabels en snoeren moeten altijd volledig van de haspel zijn afgerold, tenzij anders is aangegeven op de haspel.
  • 5.
    Elektrische verlichting moet zodanig zijn aangebracht dat er geen gevaar bestaat voor het ontstaan van brand.
Artikel 4 Bakken, braden en frituren
Zie voor het bakken, braden en frituren in de buitenlucht, Zie Brandveiligheidsvoorschrift 2 (bakkramen bakwagens).
Artikel 5 Draagbare blusmiddelen
Op verkooppunten waar voedingsmiddelen worden gebakken of gekookt, moeten blusmiddelen aanwezig zijn zoals voorgeschreven in artikel 2.7 van Brandveiligheidsvoorschrift 2 (bakkramen bakwagens).
Artikel 6 Inwerkingtreding en citeertitel
  • 1.
    De "Nadere regels voor het houden van braderieën in de buitenlucht 2010" van 24 augustus 2010 wordt ingetrokken met ingang van de in het tweede lid genoemde datum van in werking treding.
  • 2.
    Deze nadere regels treden op 30 maart 2015 in werking.
  • 3.
    Deze nadere regels wordt aangehaald als "Nadere regels voor het houden van braderieën in de buitenlucht".
     
Aldus vastgesteld door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Noord-Beveland op 3 maart 2015.

Naar boven