Gemeente Nijkerk - Wijzigingsverordening Bouwverordening 2007, wijziging maart 2015
Raadsbesluit nummer 2015-012
    
De raad van de gemeente Nijkerk;
gelezen het collegevoorstel van 10 februari 2015;
gelet op artikel 1, eerste lid sub m, en artikel 8, vijfde lid van de Woningwet;
gelet op artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en de Erfgoedverordening;
b e s l u i t, onder intrekking van het raadsbesluit 2013-078/1, de volgende wijzigingsverordening vast te stellen:
Wijzigingsverordening Bouwverordening 2007, wijziging maart 2015
ARTIKEL 1
De Bouwverordening 2007 wordt als volgt gewijzigd:
A.
In de aanhef wordt de zinsnede ‘gelet op artikel 8 van de Woningwet;’ vervangen door: gelet op artikel 8 van de Woningwet en artikel 15 van de Monumentenwet 1988;
B.
Artikel 1.3 komt te luiden als volgt:
   
Artikel 1.3 Indeling van het gebied van de gemeente [MBV alternatief 3]
  • 1.
    Voor de toepassing van deze verordening geldt als indeling van de gemeente:
    • a.
      het gebied binnen de bebouwde kom;
    • b.
      het gebied buiten de bebouwde kom;
    • c.
      het gebied dat is uitgesloten van welstandstoezicht.
  • 2.
    Als gebieden, bedoeld in het vorige lid onder a tot en met c, gelden de gebieden die op de bij deze verordening behorende kaart als zodanig zijn aangegeven.
In artikel 2.1.5.1, vijfde lid, artikel 2.1.5.2, vierde lid, en artikel 2.1.5.3, vierde lid, wordt ‘het provinciaal wegenreglement’ vervangen door: de Wegenverordening Gelderland 2010.
C.
Hoofdstuk 9 komt te luiden als volgt:
    
Hoofdstuk 9 Ruimtelijke kwaliteit [wijkt af van MBV]
Artikel 9.1 De advisering door de commissie ruimtelijke kwaliteit
  • 1.
    Er is een commissie ruimtelijke kwaliteit, in dit hoofdstuk verder te noemen: de commissie.
  • 2.
    De commissie is als welstandscommissie zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid onder m, van de Woningwet, belast met het uitbrengen van advies aan burgemeester en wethouders over de vraag of het uiterlijk of de plaatsing van een bouwwerk, waarvoor een aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen van dat bouwwerk is ingediend, in strijd is met redelijke eisen van welstand, een en ander met inachtneming van artikel 12b van de Woningwet, dit hoofdstuk en bijlage 9.
  • 3.
    De commissie is als commissie op het gebied van de monumentenzorg zoals bedoeld in artikel 15 van de Monumentenwet 1988 en de Erfgoedverordening, belast met het adviseren van het college op verzoek of uit eigen beweging over:
    • a.
      aanvragen om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdelen f en h, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
    • b.
      aanvragen om een omgevingsvergunning voor een activiteit als bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdelen b en c, van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht;
    • c.
      adviesaanvragen als bedoeld in artikel 3, tweede lid, van de Monumentenwet 1988;
    • d.
      de uitvoering van de Erfgoedverordening,
    en al datgene wat in het belang van de gemeentelijke monumentenzorg is inzake rijks- en gemeentelijke monumenten, rijks- en gemeentelijke beschermde stads- en dorpsgezichten en archeologische monumenten, met inbegrip van de aandacht voor cultuur- en bouwhistorische waarden in gebiedsgerichte ruimtelijke plannen.
   
Artikel 9.2 Samenstelling van de commissie
  • 1.
    De commissie bestaat uit zes door de raad benoemde leden waaronder een voorzitter, een medewerker van Gelders Genootschap die deskundig is op het gebied van welstand, een medewerker van Gelders Genootschap die deskundig is op het gebied van monumentenzorg en drie leden als vertegenwoordigers van in de gemeente werkzame cultuurhistorische organisaties die affiniteit hebben met architectuur, ruimtelijke kwaliteit dan wel cultuurhistorie.
  • 2.
    Voor de voorzitter en leden worden door de raad plaatsvervangers aangewezen die hen bij afwezigheid kunnen vervangen.
  • 3.
    De leden maken geen deel uit van een bestuursorgaan van de gemeente Nijkerk en zijn niet werkzaam onder verantwoordelijkheid van een bestuursorgaan van de gemeente Nijkerk.
  • 4.
    De leden en plaatsvervangers worden door de raad benoemd op basis van een enkelvoudige voordracht door burgemeester en wethouders.
  • 5.
    De leden ontvangen voor het bijwonen van de vergaderingen een vergoeding die gelijk is aan het voor de van toepassing zijnde inwonersklasse vastgestelde bedrag in tabel IV van het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden.
    In afwijking hiervan wordt de vergoeding van de twee leden-deskundigen door het college op een hoger bedrag vastgesteld, rekening houdend met hun bijzondere beroepsmatige deskundigheid.
  • 6.
    De commissie wordt bijgestaan door een ambtelijk secretaris of diens plaatsvervanger, aan te wijzen door burgemeester en wethouders.
   
Artikel 9.3 Zittingsduur
De leden en plaatsvervangende leden van de commissie worden benoemd voor een termijn van ten hoogste drie jaar. Zij kunnen eenmaal voor een termijn van ten hoogste drie jaar worden herbenoemd.
   
Artikel 9.4 Jaarlijkse verantwoording
De commissie stelt jaarlijks van haar werkzaamheden een verslag op voor de gemeenteraad, waarin ten minste aan de orde komt:
- op welke wijze toepassing is gegeven aan de welstandscriteria uit de welstandsnota;
- de werkwijze van de commissie met betrekking tot de welstandsadvisering;
- op welke wijze uitwerking is gegeven aan de openbaarheid van vergaderen;
- de aard van de beoordeelde plannen;
- de bijzondere projecten.
De commissie kan in haar jaarverslag aanbevelingen doen ten aanzien van het gemeentelijk ruimtelijk kwaliteitsbeleid en het monumentenbeleid in het algemeen en de aanpassing van de gemeentelijke welstandsnota in het bijzonder.
   
Artikel 9.5 Adviestermijn welstandsadvisering
  • 1.
    De commissie brengt het advies over de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen uit binnen vier weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.
  • 2.
    De commissie brengt het advies over de aanvraag om een omgevingsvergunning voor het bouwen, als deze vergunning betrekking heeft op een deel van een project of een gefaseerde aanvraag betreft, uit binnen drie weken nadat door of namens burgemeester en wethouders daarom is verzocht.
  • 3.
    Burgemeester en wethouders kunnen in hun verzoek om advies de commissie een langere termijn geven voor het uitbrengen van het welstandsadvies. Een langere termijn kan door burgemeester en wethouders worden gegeven als de termijn van afdoening van de aanvraag is verlengd met toepassing van artikel 3.9, tweede lid van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht en als de aanvraag wordt behandeld met toepassing van artikel 3.10 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht.
   
Artikel 9.6 Openbaarheid van vergaderen en mondelinge toelichting
  • 1.
    De behandeling van bouwplannen en andere aanvragen om omgevingsvergunning door of onder verantwoordelijkheid van de commissie is openbaar. De agenda voor de vergadering van de commissie wordt tijdig bekendgemaakt via de gemeentelijke internetsite. Als burgemeester en wethouders - al dan niet op verzoek van de aanvrager - een verzoek doen tot niet-openbare behandeling, dan liggen daaraan klemmende redenen op grond van artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur ten grondslag. De openbaarheid geldt zowel voor de beraadslagingen, de beoordeling als de adviezen.
  • 2.
    Als de aanvrager van de omgevingsvergunning hierom bij het indienen van de aanvraag heeft verzocht, wordt deze door of namens de commissie in staat gesteld tot het geven van een toelichting op het project.
  • 3.
    In het geval dat de aanvraag om een omgevingsvergunning in de vergadering van de commissie wordt behandeld en een verzoek tot het geven van een mondelingen toelichting is gedaan, ontvangt de aanvrager een uitnodiging voor de vergadering van de commissie waarin de aanvraag wordt behandeld. Belanghebbenden hebben in toelichtende zin spreekrecht. Het reglement van orde van de commissie dat als bijlage 9 bij deze verordening is vastgesteld, voorziet in een procedurele opzet, waarbij onderscheid wordt gemaakt in de toelichtende fase en de beraadslagingen.
  • 4.
    Van de vergaderingen van de commissie wordt een besluitenlijst gemaakt; deze is openbaar.
  
Artikel 9.7 Afdoening onder verantwoordelijkheid
  • 1.
    De commissie kan de advisering over een aanvraag om advies, in afwijking van artikel 9.2, onder verantwoordelijkheid van de commissie overlaten aan een of meerdere daartoe aangewezen deskundige leden. Het aangewezen lid of de aangewezen leden adviseren over bouwplannen en andere projecten waarvan volgens hen het oordeel van de commissie als bekend mag worden verondersteld.
  • 2.
    In geval van twijfel wordt de aanvraag alsnog voorgelegd aan de commissie.
   
Artikel 9.8 Vorm waarin het advies wordt uitgebracht
  • 1.
    De commissie brengt schriftelijk en gemotiveerd advies uit aan burgemeester wen wethouders.
  • 2.
    Zodra het advies is uitgebracht, wordt het door of namens burgemeester en wethouders gevoegd bij de betreffende aanvraag om een omgevingsvergunning.
    D.
Bijlage 9 komt te luiden als volgt:
   
Bijlage 9 Reglement commissie ruimtelijke kwaliteit
Afdeling 1 De commissie
Artikel 1. Samenstelling, benoeming en ontslag
  • 1.
    De artikelen 9.2 en 9.3 van deze verordening zijn van toepassing op de samenstelling van de commissie en de benoeming van de leden.
  • 2.
    Een lid van de commissie kan schriftelijk ontslag nemen.
  • 3.
    De vervulling van een tussentijds ontstane vacature geschiedt zo spoedig mogelijk na het ontstaan.
  • 4.
    Leden die hun ontslag hebben ingediend, en die blijven voldoen aan de vereisten van het lidmaatschap, oefenen hun functies uit totdat hun opvolgers zijn benoemd.
       
Artikel 2. Voorzitter en secretaris
  • 1.
    De voorzitter is belast met de leiding van de vergadering en wat dit reglement hem opdraagt.
  • 2.
    De secretaris draagt, onverminderd de verantwoordelijkheid van de voorzitter, zorg voor:
    - de voorbereiding en uitvoering van de vergaderingen van de commissie en
    - de beschikbaarstelling van alle informatie die de leden van de commissie behoeve om hun functie te kunnen uitoefenen.
  • 3.
    Verslagen en adviezen die van de commissie uitgaan, worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Adviezen die tot stand komen met toepassing van artikel 9.7 (afdoening onder verantwoordelijkheid) worden ondertekend door het commissielid aan wie de advisering is opgedragen.
   
Afdeling 2 Vergaderingen
Artikel 3. Vergaderdata en agenda
  • 1.
    De vergaderingen van de commissie worden belegd door de voorzitter zo vaak hij dit nodig oordeelt of indien hem dit door twee leden en met opgave van redenen wordt verzocht.
  • 2.
    De voorzitter stelt het vergaderrooster van de commissie ruimtelijke kwaliteit (verder te noemen: de commissie) vast na overleg met de leden. Het vergaderrooster vermeldt de data, het tijdstip en de locatie van de vergaderingen.
  • 3.
    De voorzitter stelt de agenda op voor de vergaderingen van de commissie.
  • 4.
    De voorzitter nodigt – spoedeisende gevallen uitgezonderd – de leden ten minste een week voor de vergadering schriftelijk uit, onder toezending van de agenda en de overige vergaderstukken.
   
Artikel 4. Quorum
De commissie kan slechts adviezen uitbrengen indien ten minste drie leden aanwezig zijn waaronder ten minste de deskundige op het gebied van welstand als het gaat om de advisering over welstandsaspecten, dan wel de deskundige op het gebied van monumentenzorg als het gaat om de advisering over aspecten van monumentenzorg.
   
Artikel 5. Openbaarheid
  • 1.
    De vergaderingen van de commissie worden in het openbaar gehouden.  
  • 2.
    De commissie kan ‑ op voorstel van de voorzitter of een van de aanwezige leden dan wel op verzoek van een belanghebbende ‑ besluiten de vergadering achter gesloten deuren voort te zetten.
  • 3.
    De agenda wordt ten minste drie werkdagen vóór de vergadering gepubliceerd op de gemeentelijke internetsite en toegezonden aan de lokale pers.
  • 4.
    De behandeling van adviesaanvragen die door een of enkele leden worden afgedaan onder verantwoordelijkheid, als bedoeld in artikel 9.7, is openbaar.
  • 5.
    Het overzicht van onderwerpen dat onder verantwoordelijk wordt afgedaan wordt uiterlijk op de laatste werkdag voorafgaand aan de datum van behandeling gepubliceerd op de gemeentelijke internetsite.
       
Artikel 6. Spreekrecht
  • 1.
    Een ieder kan de vergaderingen van de commissie bijwonen op de publieke tribune.
  • 2.
    Voorafgaande aan de behandeling van een plan bestaat de mogelijkheid voor belanghebbenden gedurende maximaal vijf minuten in te spreken. De voorzitter kan een langere spreektijd toestaan en kan het aantal sprekers per plan aan een maximum binden.  
  • 3.
    Degene die van het spreekrecht gebruik wil maken meldt dit ten minste één werkdag voor de vergadering van de commissie aan het secretariaat.  
  • 4.
    Planindieners en ontwerpers worden in de gelegenheid gesteld om de behandeling van hun plan bij te wonen en toe te lichten. De voorzitter bepaalt de spreektijd van planindieners en ontwerpers. De secretaris van de commissie draagt zorg voor het uitnodigen van planindieners en ontwerpers die dat wensen.
       
Artikel 7. Verslag
  • 1.
    Van de vergaderingen van de commissie wordt door de secretaris een kort verslag gemaakt, dat ten minste vermeldt:
    • a.
      e namen van de voorzitter, secretaris, aanwezige leden en van andere personen die aan de vergadering hebben deelgenomen of in de vergadering het woord hebben gevoerd;
    • b.
      de namen van de afwezige leden;
    • c.
      de gedane mededelingen, ingediende voorstellen en uitgebrachte adviezen;
    • d.
      een beknopte samenvatting van het ter vergadering besprokene.
  • 2.
    Van een besloten gedeelte van een vergadering wordt een afzonderlijk verslag gemaakt, dat uitsluitend ter kennis wordt gebracht van de leden en het college.
  • 3.
    Het verslag is binnen vier weken na verspreiding van het verslag vastgesteld, indien er binnen deze periode geen opmerkingen zijn geplaatst door de leden.
  • 4.
    De leden hebben het recht, een voorstel tot wijziging van het verslag in te dienen bij de voorzitter, indien het verslag onjuistheden bevat of niet duidelijk weergeeft hetgeen gezegd is.  
       
Afdeling 3 Advisering
Artikel 8. Inlichtingen
  • 1.
    De commissie kan inlichtingen en advies inwinnen bij derden. Indien hieraan kosten zijn verbonden is vooraf toestemming nodig van het college.
  • 2.
    De toestemming, bedoeld in het eerste lid, is niet vereist voor het vragen van advies aan Gelders Genootschap.
   
Artikel 9. Vooroverleg
De commissie biedt aanvragers en ontwerpers desgevraagd de mogelijkheid om in een collegiaal overleg met een of meer leden van de commissie een nog niet formeel ingediend plan toe te lichten en te bespreken. Van het collegiaal overleg kan een verslag worden gemaakt dat ter kennis wordt gebracht van de commissie.
   
Artikel 10. Adviesprocedure
  • 1.
    De commissie brengt zo veel mogelijk een eensluidend advies uit.
  • 2.
    De commissie beslist met meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Bij het staken van de stemmen heeft de voorzitter een beslissende stem.
  • 3.
    De leden van de commissie nemen niet deel aan de beraadslaging en stemming over aangelegenheden, waarbij hun persoonlijk belang direct of indirect is betrokken of waarbij zij als gemachtigde zijn betrokken.
  • 4.
    Het advies wordt schriftelijk uitgebracht aan het college.
  • 5.
    Van een minderheidsstandpunt wordt in het advies melding gemaakt indien het betreffende commissielid dit wenst.
   
Artikel 11. Advisering
  • 1.
    Ten aanzien van de welstandsaspecten geeft het advies aan of het bouwplan waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, al dan niet in strijd is met redelijke eisen van welstand, uitsluitend beoordeeld aan de hand van de gemeentelijke welstandsnota, dan wel aanvullende welstandscriteria in beeldkwaliteitplannen.
  • 2.
    Ten aanzien van de monumentenaspecten geeft het advies aan of de wijziging aan een rijks- of gemeentelijk monument, waarvoor een omgevingsvergunning is aangevraagd, al dan niet op onevenredige manier afbreuk doet aan de monumentale waarden van het monument.
  • 3.
    Bij aanvragen die zowel betrekking hebben op de welstand als de monumentenzorg, brengt de commissie een integraal advies uit. In dat advies wordt een scheiding aangebracht tussen de welstandsadvisering en de advisering over aspecten van monumentenzorg, met inachtneming van het eerste en tweede lid.
   
Artikel 12. Adviestermijnen
  • 1.
    Op het uitbrengen van welstandsadviezen met betrekking tot aanvragen om omgevingsvergunning voor het bouwen, zijn de termijnen van toepassing die zijn vermeld in artikel 9.5 van deze verordening.
  • 2.
    Op het uitbrengen van adviezen met betrekking tot aanvragen om omgevingsvergunning voor rijksmonumenten en gemeentelijke monumenten, zijn de termijnen van toepassing die zijn vermeld in de Erfgoedverordening.
  • 3.
    Voor andere adviesaanvragen dan bedoeld in het tweede lid, de uitvoering van de Erfgoedverordening betreffende, gelden de adviestermijnen die in de Erfgoedverordening zijn genoemd.
  • 4.
    Voor overige adviesaanvragen hanteert de commissie de adviestermijn die door het college in de adviesaanvraag wordt gegeven.
  • 5.
    Bij integrale advisering is de kortste van de in de leden 1 tot en met 4 bedoelde termijnen van toepassing op het gehele advies.
   
Artikel 13. Toelichting op het advies  
De planindiener en/of de ontwerper kan verzoeken om een mondelinge toelichting op het advies. Deze toelichting wordt gegeven door de secretaris. Indien de planindiener of ontwerper vervolgens eventueel een nadere toelichting wenst, wordt een afspraak gemaakt met de commissie.
   
ARTIKEL 2  
Bijlage 14 komt te luiden als volgt:
   
Bijlage 14 Overzicht van gekozen alternatieven en afwijkende bepalingen ten opzichte van de Model-bouwverordening  
In deze bijlage worden de gekozen alternatieven en afwijkende bepalingen in de Bouwverordening 2007 aangegeven ten opzichte van de Model-bouwverordening van de VNG.
   
A. Keuze van alternatieven
art. 1.3 alternatief 3
art. 2.5.20 alternatief 1
art. 2.5.21 alternatief 1
art. 2.5.23 alternatief 1
art. 2.5.24 alternatief 1
art. 2.5 30 alternatief 2
    
B. Afwijkende bepalingen
Hoofdstuk 9 en Bijlage 9
    
ARTIKEL 3  
Dit besluit treedt in werking op de dag na de bekendmaking in het elektronische gemeenteblad.
     
Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Nijkerk d.d. 26 maart 2015,
de griffier, de heer O. VAN KOLCK .
de voorzitter, de heer mr. drs. G.D. RENKEMA .
Naar boven