Verordening precariobelasting Delft 2015
De raad van de gemeente Delft;
gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 4 november 2014;
gelet op artikel 228 van de Gemeen­tewet;
gezien het advies van de commissie Economie, Financiën en Bestuur;
b e s l u i t
vast te stellen:
Verordening op de heffing en de invordering van precariobe­lasting 2015
(Verordening precariobelasting Delft 2015).
Artikel 1 Begripsomschrijvingen
Deze verordening verstaat onder:
a. openbare ge­meen­te­grond: de gemeentegrond, waaronder begrepen gemeentewater, voor de openba­re dienst be­stemd;
b. jaar: een kalenderjaar;
c. maand: een kalendermaand;
d. week: een kalenderweek;
e. dag: een tijdvak van 24 achtereenvolgende uren, aan­van­gende te 00.00 uur.
f. vergunning: een door het gemeentebestuur verleende en in een gemeentelijke registratie opgenomen toestemming op grond waarvan een persoon een of meer voorwerpen onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde gemeentegrond mag hebben;
g. Invorderingswet: de Invorderingswet 1990 (Stb. 1990, 221)
h. varend monument: een vaartuig dat geregistreerd staat in Klasse A of B in het Nationaal Register Varende Monumenten van de Federatie Oud Nederlandse Vaartuigen.
Artikel 2 Aard van de heffing en belastbaar feit
Onder de naam "precariobelasting" wordt een belasting geheven ter zake van het hebben an voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond
Artikel 3 Belastingplicht
De precariobelasting wordt geheven van degene die, al dan niet met vergunning, voorwerpen heeft onder, op of bo­ven openbare ge­meente­grond, dan wel van degene ten behoeve van wie die voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond worden aangetroffen.
Artikel 4 Grondslag en maatstaf van heffing
De precariobelasting wordt geheven naar de grondslag en maatstaven, opgenomen in de bij deze verordening behorende tarieventabel
Artikel 5 Tarieven
1. De precariobelasting wordt geheven naar de tarieven, opge­nomen in de bij deze veror­dening behorende tarieventabel.
2. Voor de bereke­ning van de belasting wordt een gedeelte van een in de tarie­ven­tabel ge­noemde eenheid voor een volle eenheid gerekend.
3. In geval van samenloop van tariefbepalingen wordt slechts één tarief toe­ge­past en wel het voor de belastingplichtige voordeligste tarief.
4. De tarieven worden verhoogd met omzetbelasting indien het gehanteerde tarief betrekking heeft op een activiteit die door het Ministerie van Financiën wordt aange­merkt als een belaste prestatie.
Artikel 6 Belastingtijdvak
Het belastingtijdvak is gelijk aan een dag, week, maand of jaar, naar gelang de duur van het belastbare feit.
Artikel 7 Wijze van heffing
De precariobelasting wordt geheven bij wege van een gedagtekende schriftelij­ke kennisgeving, aan­slag of bij voldoening op aangifte. Als voldoening op aangifte wordt aangemerkt het bij aanvang van het aanmeren in werking stellen van de passantenautomaat op de daartoe bestemde wijze en met inachtneming van de door het college van burgemeester en wethouders gestelde voorschriften.
Artikel 8 Ontstaan van de belastingschuld
1. De precariobelasting is verschuldigd bij de aanvang van het be­lasting­tijd­vak of, indien de belasting­plicht in de loop van het be­lastingtijd­vak aan­vangt, bij de aanvang van de belasting­plicht.
2. Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar aanvangt, is de belasting verschuldigd voor zoveel 365ᵉ gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.
  • 3.
    Indien de belastingplicht in de loop van het belastingjaar eindigt, wordt ontheffing verleend over zoveel 365ᵉ gedeelten van de voor dat jaar verschuldigde belasting als er in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.
  • .
    De in dit artikel bedoelde regeling geldt voor zover de belasting wordt geheven voor een heffingstijdvak van een jaar.
Artikel 9 Tijdstip van betaling en betaling in termijnen
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet moet de precariobelasting worden betaald binnen twee maanden na de dag­teke­ning van het aanslag­biljet of gedagtekende schriftelijke kennisgeving.
  • 2.
    In afwijking van het eerste lid geldt, ingeval het totaalbedrag van de op één aanslagbiljet
verenigde aanslagen, of als het aanslagbiljet maar één aanslag bevat het bedrag daarvan, minder is dan € 5.000,- en zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische incasso kunnen worden afgeschreven, dat de aanslagen moeten worden betaald in maximaal 10 termijnen. De eerste termijn vervalt een maand na de dagtekening van het aanslagbiljet en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
  • 3.
    Het minimum termijnbedrag bij automatische incasso bedraagt € 15,00.
  • 4.
    Bij voldoening op aangifte moet de belasting overeenkomstig de aangifte bij aanvang van het belastbare feit worden betaald.
  • 5.
    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 10 Vrijstelling
De precariobelasting wordt niet geheven voor:
a. wegwijzers en dergelijke voorwerpen van de Algemene Nederlandse Wiel­rijders­bond en overeen­komstige instellingen;
b. halteborden voor tram- en autobusondernemingen;
c. rijwielrekken;
d. het heb­ben van voor­wer­pen onder, op of bo­ven openba­re ge­meente­grond, waar­voor krach­tens een andere hef­fingsver­ordening of op grond van een overeen­komst be­ta­ling aan de ge­meente moet geschie­den onder­scheiden­lijk een ver­goeding aan de gemeente ver­schuldigd is;
e. over openbare gemeentegrond opendraaiende voorwerpen welke krach­tens wettelijk voorschrift of wanneer dit van gemeen­te­wege wordt geëist naar buiten openslaand wor­den gemaakt;
f. rails, tramdraden, spandraden, palen, masten en elek­tri­sche ge­lei­dingen en kabels ten behoeve van openba­re mid­delen van ver­voer;
g. zonneschermen, hijsbalken of luifels;
h. balkons, erkers, schoorstenen en andere uitbouwsels, wel­ke op 1 januari 1932 aan­wezig waren;
i. voorwerpen ten be­hoeve van acti­vitei­ten wel­ke een niet-com­mer­cieel karak­ter dragen en worden georganiseerd met een beoogde doelstelling van sociaal-maatschappelijke, sportieve charitatieve, stadsmarketing of culturele aard en zonder individueel, persoonlijk of groepswinstoogmerk;
j. voorwerpen, waarvan de gemeente genothebbende krachtens eigendom, bezit of beperkt recht is, met uitzondering van voorwerpen die in gebruik zijn bij een derde;
  • k.
    een kraam welke uitsluitend wordt gebezigd voor weldadige doelen die zijn voorzien van het keurmerk van het centraal bureau fondsenwerving;
  • l.
    terrasuitstallingen, zijnde een binnen een meter van de gevel van de inrichting van het horecabedrijf of de detailhandel met ondergeschikte horeca liggend terras;
  • m.
    winkeluitstallingen, zijnde goederen –inclusief één reclamebord of reclameobject of één of twee menubord(en)– uitgestald door de desbetreffende ondernemer op een strook grond in de openbare ruimte.
Artikel 11 Niet opleggen van aanslagen
  • 1.
    Belastingaanslagen van minder dan € 5,00 worden niet opgelegd.
  • 2.
    Voor de toepassing van het eerste lid van dit artikel wordt het totaal van de op één aanslagbiljet verenigde aanslagen als één aanslag aangemerkt.
Artikel 12 Nadere regels door het college van B&W
Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de precariobelasting.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening kan worden aangehaald als de "Verordening precariobelasting Delft 2015".
Artikel 14 Inwerkingtreding en overgangsbepaling
1. De veror­dening precariobelasting Delft 2014, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van heffing, met dien ver­stande dat zij van toe­pas­sing blijft op de belast­bare feiten die zich vóór­ de datum van ingang van de heffing hebben voorge­daan.
2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekend­making.
3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2015.
4. In afwijking in zoverre van het in de voorgaande le­den bepaalde, blijft, indien de datum waarop deze verordening in werking treedt ligt na de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, de in het eerste lid genoemde verorde­ning gelden voor de in de tussenliggende periode plaatsvindende belast­ba­re feiten voor zover ter zake daarvan de heffing van de precariobelasting in die periode plaatsvindt.
 
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 18 december 2014.
mr. drs. G.A.A. Verkerk,burgemeester.
A.P. Oostdijk,wnd.griffier.
 
Tarieven Precariobelasting Delft 2015
 
Hoofdstuk 1 Algemeen tarief
Hoofdstuk 2 Stoepen, trappen, keldergangen en dergelijke
Hoofdstuk 3 Palen en dergelijke
Hoofdstuk 4 Benzine- en andere pompen en automaten
Hoofdstuk 5 Benzine- en andere tanks
Hoofdstuk 6 Putten
Hoofdstuk 7 Leidingen, kabels, kokers, buizen en dergelijke
Hoofdstuk 8 Verkoopinrichtingen
Hoofdstuk 9 Overslag en opslag van goederen
Hoofdstuk 10 Loodsen, keten en bouwmaterialen
Hoofdstuk 11 Schuttingen
Hoofdstuk 12 Balkons, erkers en dergelijke
Hoofdstuk 13 Automaten
Hoofdstuk 14 Transportbanen, viaducten en dergelijke
Hoofdstuk 15 Circussen
Hoofdstuk 16 Terrassen en terrasboten
Hoofdstuk 17 Vaartuigen in openbaar gemeentewater
 
 
 
Hoofdstuk 1
  Algemeen tarief
 
 
1.1
Het tarief bedraagt ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond, behoudens de in deze tarieventabel vermelde bijzondere tarieven, per vierkante meter oppervlakte gemeentegrond:
 
 
1.1.1
per dag
0,69
1.1.2
per week
2,18
1.1.3
per maand
5,18
1.1.4
per jaar
48,50
1.2
vervallen
 
 
1.3
Het totaal berekende bedrag ter zake van het hebben van voorwerpen onder, op of boven openbare gemeentegrond kent een minimum van
 €
23,65
 
Hoofdstuk 2
Stoepen, trappen, keldergangen en dergelijke
 
 
2.1
Het tarief bedraagt ter zake van een stoep, stoeptreden, een trap, een kelderingang en dergelijke, voor zover deze meer dan 25 centimeter vóór de gevel uitsteken, per vierkante decimeter horizontale oppervlakte per jaar
 €
 0,95
 
Hoofdstuk 3
Palen en dergelijke
 
 
3.1
Het tarief bedraagt ter zake van een paal of dergelijk voorwerp per paal of voorwerp:
 
 
3.1.1
buiten verband van een steiger:
 
 
3.1.1.1
per maand
1,07
3.1.1.2
per jaar
12,08
 
Hoofdstuk 4
Vervallen
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 5
Vervallen
 
 
 
Hoofdstuk 6
Putten
 
 
6.1
Het tarief bedraagt ter zake van een put
per put per jaar
 
 
46,00
 
Hoofdstuk 7
Leidingen, kabels, kokers, buizen en dergelijke
 
 
7.1
Het tarief bedraagt ter zake van een elektrische of andere leiding, een kabel, een buis of een koker, met uitzondering van die welke bestemd zijn voor de afvoer van afval- en of hemelwater, dan wel de buizen als bedoeld in 5.1, per strekkende meter per jaar
 3,81
7.2
Vervallen
 
 
 
Hoofdstuk 8
Verkoopinrichtingen
 
 
8.1
Het tarief bedraagt ter zake van een tent, een kraam, een kiosk, een open tafel of andere inrichting tot verkoop van bloemen, eet- of andere koopwaren:
 
 
8.1.1
indien een vergunning wordt verleend voor een periode
van een jaar of langer, waarbij de vergunning geldig is
voor dezelfde dag(en) van iedere week, per vierkante meter of gedeelte hiervan per jaar:
 
 
8.1.1.1
voor 1 dag in de week
43,95
8.1.1.2
voor 2 dagen in de week
65,77
8.1.1.3
voor 3 dagen in de week
87,90
8.1.1.4
voor 4 of meer dagen in de week
108,61
8.1.2
indien een vergunning wordt verleend voor activiteiten van  één of meer dagen, per dag
 
 
371,49
8.1.2.1
vervallen
 
 
8.1.2.2
vervallen
 
 
8.1.2.3
tot verkoop van kerstbomen of oliebollen en aanverwante artikelen, per vierkante meter per dag
 €
 1,02
 
Hoofdstuk 9
Overslag, opslag en uitstalling van goederen
 
 
9.1
Het tarief bedraagt ter zake van:
 
 
9.1.1
vervallen
 
 
9.1.2
Voorwerpen, goederen of waren, gelegen buiten het als binnenstad aangewezen gebied zoals weergegeven in bijlage 1 van deze verordening, per vierkante meter per jaar
 €
45,78
9.1.3
Voorwerpen, goederen of waren, gelegen in het als binnenstad aangewezen gebied zoals weergegeven in bijlage 2 van deze verordening, per vierkante meter
per jaar
 €
91,45
9.2
Het tarief bedraagt ter zake van:
 
 
9.2.1
voorwerpen, goederen en waren ten behoeve van de op- en overslag van goederen aan de gemeentelijke loswal en kaden, per vierkante meter per jaar
 €
 22,84
9.2.2
een kraan ten behoeve van de overslag van goederen aan de gemeentelijke loswal en kaden, per dag
 €
 7,31
 
Hoofdstuk 10
Loodsen, keten en bouwmaterialen
 
 
10.1
Het tarief bedraagt ter zake van een loods of een keet bij bouwverrichtingen en voor het plaatsen van bouwmaterialen en gereedschappen, zoals een steiger en stelling of enig ander werktuig ten dienste van bouwwerken, per vierkante meter per week
 1,07
 
Hoofdstuk 11
Vervallen
 
 
 
Hoofdstuk 12
Vervallen
 
 
 
Hoofdstuk 13
Automaten
 
 
13.1
Het tarief bedraagt ter zake van een automaat voor elke 0,25 m breedte in horizontale projectie gemeten, per jaar
 27,51
 
 
 
 
Hoofdstuk 14
Vervallen
 
 
 
 
 
 
Hoofdstuk 15
Circussen
 
 
15.1
Het tarief bedraagt ter zake van een circus, per dag
716,59
 
Hoofdstuk 16
Terrassen en terrasboten
 
 
16.1
Het tarief bedraagt ter zake van
 
 
16.1.1
een terras, gelegen buiten het als binnenstad aangewezen gebied zoals weergegeven in bijlage 1 van deze verordening, per vierkante meter
 
 
16.1.1.1
vervallen
 
 
16.1.1.2
vervallen
 
 
16.1.1.3
per maand
5,79
16.1.1.4
per jaar
55,62
16.1.2
een terrasboot, per vierkante meter
 
 
16.1.2.1
per dag
0,91
16.1.2.2
per week
2,89
16.1.2.3
per maand
7,11
16.1.3
een terras, gelegen in het als binnenstad aangewezen gebied zoals weergegeven in bijlage 2 van deze verordening, per vierkante meter
 
 
16.1.3.1
vervallen
 
 
16.1.3.2
vervallen
 
 
16.1.3.3
per maand
7,11
16.1.3.4
per jaar
66,48
 
Hoofdstuk 17
Vaartuigen in openbaar gemeentewater
 
 
17.1
Het tarief bedraagt voor vaartuigen als bedoeld in artikel 1 van de Verordening openbaar gemeentewater Delft 1996 ter zake van:
 
 
17.1.1
recreatieve zeil- en/of motorjachten kleiner dan 10 m² en op spierkracht voort te bewegen kleine vaartuigen, zoals waterfietsen, roeiboten, kano’s en dergelijke, per vaartuig
 
 
17.1.1.1
per jaar
77,65
17.1.1.2
per maand
7,77
17.1.2
 
een recreatief zeil- en/of motorjacht van meer dan 10 m², per m²:
 
 
17.1.2.1
per jaar
7,77
17.1.2.2
per maand
0,76
17.1.3
een woonschip, per m² per jaar
7,77
17.1.4
een dekschuit, ponton, vlot of beunbak, per m²
 
 
17.1.4.1
per dag
0,16
17.1.4.2
per week
0,56
17.1.4.3
per maand
1,27
17.1.4.4
per jaar
12,28
17.1.5
overige vaartuigen, per m²
 
 
17.1.5.1
per dag
0,69
17.1.5.2
per week
2,18
17.1.5.3
per maand
5,08
17.1.5.4
per jaar
48,52
17.2
Het aangemeerd hebben aan de passantensteiger in de Zuidkolk, per 24 uur, voor een
 
 
17.2.1
vaartuig tot 10 meter
13,50
17.2.2
vaartuig vanaf 10 meter
16,55
17.2.3
Charterschip
41,41
17.3
Het aantal vierkante meters zoals bedoeld in hoofdstuk 17.1 wordt berekend door vermenigvuldiging van de lengteas met de breedteas van het vaartuig.
 
 
17.4
Het tarief bedraagt voor een varend monument
van het tarief zoals bepaald in 17.1
 
50%
 
Toelichting
op de verordening precariobelasting Delft 2015.
 
Tarieventabel
Met het raadsvoorstel van 21 juni 2011 is vastgesteld dat met ingang van 2012 geen precariobelasting geheven wordt over winkeluitstallingen, die zonder melding of vergunning kunnen worden geplaatst. Deze vrijstelling is sindsdien praktijk maar is nooit verwerkt in de Verordening precariobelasting. Aansluitend op dat beleid zijn inmiddels ook de terrasuitstallingen vrij van meldings- en vergunningsplicht en ook deze uitstallingen zijn vrijgesteld van precariobelasting (raadsbesluit van 26 september 2014). In artikel 10 van de verordening zijn daarom onder l. en m. vrijstellingen opgenomen voor winkeluitstallingen en terrasuitstallingen.
In de tekst van artikel 8 derde lid is een storende schrijffout gecorrigeerd (derde regel): “…in dat jaar, na het einde van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.” In de oude verordening stond: “…in dat jaar, na de aanvang van de belastingplicht, nog volle dagen overblijven.”.
 
De tarieven zijn geïndexeerd met het CPI inflatiecorrectiecijfer van 1,5%.
 
 
 
Naar boven